De dieren in het werk van Toon Tellegen is niets menselijks vreemd. Ze hebben dezelfde emoties, dezelfde gevoelens en stemmingen. Ze worstelen echter met de vraag hoe deze in taal te vatten. Ze stellen voortdurend vragen aan zichzelf en aan de taal.
In Het vertrek van de mier is het de tor die opgezadeld is met de somberheid. De tor bevindt zich steevast 'onder een steen in de modder aan de oever van de rivier'. Zuchtend.
Introspectief vraagt hij zich af of hij wel écht somber is, of zijn stemming niet veel donkerder is.
'Echt somber, dacht hij, dat is wel wat anders. Dan stik je bijna. Stikte ikMooi weer en gezelligheid kunnen dan al een persoonlijke kwelling lijken:
maar, dat denk je dan. Maar je stikt niet.'
'Hij knikte. Als het echt somber is, dacht hij, schijnt de zon, dan hoor jeHij denkt aan de mier, die eropuit getrokken is. Zou de mier ook somber zijn? Maar de mier is op avontuur en om op avontuur te gaan moet je moedig zijn, ten minste met goede moed op pad gaan. Een somberman blijft zitten waar-ie zit.
overal om je heen feestgeluiden, ruik je de geur van taart, trekken ze aan je
poten [...]'
'Als je moed hebt kun je dan eigenlijk wel echt somber zijn? Moet jeMaar is de mier wel echt ergens anders? Is hij niet daadwerkelijk weg? Voorgoed vertrokken?
daarvoor niet alle moed hebben verloren?'
'De mier is nu natuurlijk zo somber dat hij niet nog somberder kan worden.Wie somberder dan somber is, is depressief. De zwarte muur staat dan tussen jou en het geluk in. Maar je kunt er doorheen, want erachter is alles wellicht goed:
[...] Als je zo somber bent, dacht hij, en je wordt toch, terwijl dat niet
mogelijk is, nog iets somberder, dan word je met zo'n enorme kracht tegen een
zwarte muur geslingerd dat je er dwars doorheen vliegt.'
'Als je dan aan de andere kant verder vliegt ben je opeens heel licht, heelIs zelfdoding dan een optie? Maar misschien is de mier wel op eigen kracht door zijn muur van somberste somberheid gebroken.
vrolijk. Misschien zelfs wel uitgelaten. Zo zit alles in elkaar.'
De tor weet het niet. Hij zit nog steeds onder zijn steen. Alleen. Zijn eigen modderige sombere zelf.
'"Ik," mompelde hij.
Het was het somberste woord dat hij kende.'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten