zondag 14 februari 2010

Nelleke Noordervliet - Zonder noorden komt niemand thuis

Nelleke Noordervliet - Zonder noorden komt niemand thuis. Augustus, 2009, 320 blz.

Toen Theo Maassen kort geleden in DWDD de vloer aanveegde met Patricia Paay richtte de aandacht zich vooral op Maassens schunnige opmerking dat de naaktfoto's van Paay bij zijn necrofiele vriend wel in goede smaak zouden vallen. Maassen bracht echter ook een zinnig argument te berde dat helaas wegviel door het misbaar van Paaij, het geloei van het publiek en het gehijg van Matthijs. De cabaretier verwees naar zijn ontmoeting met schrijfster Nelleke Noordervliet bij Dit was het nieuws. Noordervliet is ook in de zestig, zo stelde Maassen, maar zij schrijft literatuur en wordt nu qua verkoopcijfers en media-aandacht weggevaagd door zo'n aandachtsziek figuur dat niks kan.

De 64-jarige Noordervliet publiceerde vorig jaar haar achtste roman. In Zonder noorden komt niemand thuis - de schitterende titel is uit een gedicht van K.Michel - vlucht de journalist Robert Andersen naar een rustiek dorpje in Canada. Zijn vrouw is vermoord en wanneer dader Johnny H. na korte tijd alweer op vrije voeten komt, vlucht Robert weg van zijn angsten en zijn verleden. In Canada raakt hij echter geobsedeerd door een nooit opgehelderde verdwijningszaak. Geconfronteerd met andermans leed en de sociale verbanden in een kleine gemeenschap komt hij langzaam tot zelfinzicht.

Je zou Nelleke Noordervliet de vrouwelijke pendant van Bernlef kunnen noemen, en Zonder noorden komt niemand thuis dan een equivalent van Buiten is het maandag. Beide romans spelen zich af in Canada, thematiseren verlies, herinnering en gemeenschappelijk verleden en hebben bijzondere aandacht voor de intensiteit van de zintuiglijke sensaties in een indrukwekkende natuursetting. Noordervliets stijl is echter soepeler en frivoler dan de sobere en wat hoekige trant van Bernlef.

Een vrouwelijke auteur die een mannelijke ik-figuur als hoofdpersoon neemt, dat is vaak een hachelijke zaak. Het levert regelmatig een eendimensionaal personage op, behangen met clichés. Noordervliet heeft zich echter prima weten in te leven in haar mannelijke protagonist: 'Ik geloof dat wetenschappelijk is vastgesteld dat mannen per dag vijftigmaal aan seks denken, dus zal ik dat ook wel doen. Dat seksdenken is waarschijnlijk meer een soort permanante onderstroom met af en toe pieken naar reguliere bezwustzijnsniveau dan een catalogus van vieze plaatjes.' Een rake, sympathieke typering.

Roberts louteringsproces tekent zich af tegen de geschiedenis van het dorp en zijn bewoners. Als de met angst en spookbeelden uit het verleden doordrenkte eenzaamheid in zijn huurhuis hem te veel wordt, trekt Robert het dorp in, waar de fraai gekarakteriseerde dorpelingen hem duidelijk maken dat ieder zijn persoonlijke verhaal heeft en het verleden soms beter met rust gelaten kan worden. Die levenswet geldt ook in het digitale tijdperk, waar in tegenstelling tot de gangbare gedachte niet alles bewaard blijft: 'Wat gebeurt er eigenlijk met ongebruikte kennis op het internet? Bestaat die nog wel? De virtuele dood laat nog minder resten na dan een crematie'.

Deze boeiende, goed geschreven roman krijgt extra reliëf door de ingebouwde maatschappijkritiek: 'De instellingen die we bouwen voor het algemeen belang zijn stuk voor stuk feilbaar, corrupt, onvolmaakt, ineffectief, maar we hebben het er maar mee te doen. Liever de schijn dat we leven in de beste van alle werelden, liever de troost van een broos geloof, dan de illusieloosheid van de cynicus.' In deze essayistische passages dringt de figuur van Noordervliet zich onmiskenbaar naar de voorgrond, bijvoorbeeld ook in deze overpeinzing over de keerzijde van een 'humaan' strafrechtsysteem in verlichte landen: 'De maatschappij kan zich niet permitteren te denken dat het kwaad hardnekkig en ongeneeslijk is. De maatschappij moet geloven dat misdaad dwaling is en dat de dader kan worden gecorrigeerd of genezen. Dat Johnny H. voor zijn daad niet was geradbraakt of niet rotte in een vochtig cachot was de bittere triomf van de beschaving.'

Wijs, scherp, goed.

*****

Geen opmerkingen: