Op de achterflap van Wij, de nieuwe roman van Elvis Peeters, staan twee citaten uit recensies van Peeters' vorige roman De ontelbaren. De criticus van Het Parool sprak van een 'sterk geëngageerde, noodzakelijke roman' en de boekbespreker van de Standaard der Letteren vond De ontelbaren behalve 'een straffe roman voor een breed publiek' ook 'een noodzakelijk boek'.
Twee keer 'noodzakelijk'. Zeer frappant, omdat ik me kort geleden nog met iemand verwonderde over het kwistige gestrooi van recensenten en andere literatoren met het woord 'noodzakelijk'. Aanleiding was toen iemand - ik weet helaas niet meer wie - die H.H. ter Balkt prees omdat deze dichter zo 'noodzakelijk' en 'gevaarlijk' zou dichten. Twee loodzware, dure karakteriseringen op het eerste gezicht, maar eigenlijk niet meer dan lege, nietszeggende woorden.
Waarom zou men zo vaak het label 'noodzakelijk' op een roman of gedicht plakken? Zou het echt niet meer zijn dan verhullend taalgebruik, het maskeren van het ontbreken van een echte mening via een dubieus woord? Niet meer dan het wollige taalgebruik van kunstcritici waar Gerrit Komrij meer dan dertig jaar geleden al zo tegen tekeerging?
De betekenis van het woord 'noodzakelijk' is volgens Van Dale 'werkelijk nodig'. Onmisbaar, onontbeerlijk dus. Literatuur kan veel zijn, maar dat nu juist niet. Voedsel is onmisbaar, water is onontbeerlijk, zuurstof is werkelijk nodig. Zonder literatuur is het leven hoogstens minder aangenaam en meer verwarrend, maar dood ga je er niet een twee drie aan. 'Gevaarlijk' is ook al te veel eer. Aan het einde van de achttiende eeuw schijnen enkele lezers zelfmoord te hebben gepleegd na de lectuur van Goethe's Leiden des jungen Werther. De tragiek van de jonge Werther was ze te veel geworden. Zoiets gebeurt tegenwoordig niet meer. Hoogstens lazert ergens een verward kereltje met bezemsteel en al van een dak omdat hij denkt Harry Potter na te kunnen doen.
En toch, soms jaagt literatuur je onbedoeld de stuipen op het lijf. Niet omdat ze zo 'gevaarlijk' of 'noodzakelijk' zou zijn, maar omdat zeer onverwacht een treurige gebeurtenis uit je eigen leven en een aanvankelijk onschuldig gedicht met beangstigende precisie samenkomen. Zo las ik vlak nadat het was gebeurd in het in mei 1921 geschreven gedicht 'Resumerend' van Victor E. van Vriesland een wel heel precieze beschrijving van het overlijden van mijn opa:
[...] Wees rustig, en ga dood
Hartelijk en tevreden in het gras
Van een klein tuintje, op een voorjaarsmorgen
Misschien vangen we hier een glimp op van de 'noodzakelijkheid' van literatuur. In al haar misbaarheid is ze aanwezig als het plotseling nodig is.
1 opmerking:
Je kunt je natuurlijk afvragen hoe noodzakelijk het is dat iemand opschrijft hoe een groep jongens een doorgedraaide wesp op de vagina van een meisje zet... ;) Maar het is inderdaad een opvallende tendens.
Enne, complimenten nog voor je 'lezing' vrijdag, ik vond het erg boeiend!
Een reactie posten