Morgen (maandag) geeft Peter Sloterdijk een lezing in Nijmegen. Aanleiding is zijn boek Het heilig vuur over de drie monotheïstische religies in het Westen en hun toekomst.
Filosofen lees je meestal desondanks hun taal. Zij lijken een patent te hebben op duister taalgebruik. Peter Sloterdijk lees je vooral dankzij zijn taal. Het is altijd weer een genot je te laten meevoeren door de meanderende stroom volzinnen, beelden en vergelijkingen. Sloterdijks virtuositeit mag echter niet te veel de aandacht afleiden van zijn bloedserieuze thematiek. De grote onderwerpen van deze tijd zijn voer voor zijn analyses. Was in Woede en tijd nog de 'wereldse' woede in onder meer banlieues object van onderzoek, in Het heilig vuur worden de drie grote monotheïstische religies jodendom, christendom en islam kritisch tegen het licht gehouden.
Aanleiding voor dit boek vormt de uitspraak van Derrida dat 'de oorlog om de toe-eigening van Jeruzalem de wereldoorlog van vandaag' is. Jeruzalem zou de plaats zijn waar de drie religies elkaar in al hun geloofsijver ontmoeten en elkaar naar het leven staan. Sloterdijk zet helder uiteen hoe zij alle drie historisch ontwikkeld zijn en vooral hoe zij door de eeuwen heen in verhouding tot elkaar hebben gestaan. De strijd ging en gaat altijd terug tot een strijd om de claim op de absolute waarheid.
Het is juist dit kardinale aspect van een monotheïstische religie waarin Sloterdijk de oplossing zoekt. Jodendom, christendom en islam moeten evolueren van waarheidstellende religies naar cultuurreligies. De geopolitieke constellatie neigt immers naar een toenemende vermenging van culturen en religies. Samenleven is de toekomst. Daartoe is een 'trialoog' nodig: de huidige strijd leidt uiteindelijk alleen maar tot de ondergang van de drie religies: 'Ze hebben elkaar vandaag de dag over en weer te veel nodig om elkaar nog langer te mogen bestrijden.'
Een interessante these is dat de opleving van religie rechtstreeks voortkomt uit het echec van het communisme. Sloterdijk beschouwt het communisme als de opvolger van de monotheïstische religies. Zij wilde immers na de door Nietzsche geboekstaafde dood van God het 'paradijs op aarde' realiseren. De menselijke zucht naar waarheden richt zich in de postcommunistische tijd weer op het in dat opzicht verleidelijke monotheïsme. Een probleemloze terugkeer naar de voorcommunistische situatie is uiteraard onmogelijk.
Sloterdijk is op zoek naar wat de drie religies ondanks hun evidente verschillen bindt. Het christendom kenmerkt zich door zijn bekeringsdwang (zie recent nog het anti-Darwinfoldertje), de islam door zijn agressief-militaristische expansiedwang en het jodendom door zijn uitgebreide stelsel rituelen. De verbindende factor in Sloterdijks ogen is dan de geloofsijver, het heilige vuur uit de titel. De grond voor deze nietsontziende blinde ijver wordt gezocht in de absolutistische waarheidsaanspraak en de dienstwilligheid die inherent is aan de drie geloven. Het is de reden waarom moslimterroristen hun wandaden verantwoorden door zich op de passende Soera's uit de Koran te beroepen: 'Hun acties mogen afschuwelijk zijn, hun citaten zijn foutloos.'
De rol die is weggelegd voor de islam is even duister als belangrijk. De genoemde expansiedwang is een gevolg van de historische ontwikkeling van deze religie. Omdat zij als laatste van de drie ontstond, is zij geneigd zichzelf als de laatste, beslissende waarheid te zien. Dit betekent ook dat de islam nog fases moet doorlopen die jodendom en christendom al achter de rug hebben. De islam zal moeten moderniseren en dus zijn tijd vooruit moeten zijn. Dat zal met aardschokken gepaard gaan: 'In elk geval staan het "huis van de islam" moderniseringscrisissen van angstaanjagende hevigheid te wachten. Het heeft zichzelf in het "huis van de oorlog" veranderd.'
Het heilig vuur mag als de opvolger van Woede en tijd gelezen worden. Samen vormen ze een tweeluik over de de relatie tussen hedendaagse cultuur en religie enerzijds en oorlog en (stedelijk) geweld anderzijds. Sloterdijk waarschuwt voor een te eenzijdige benadering van geweldsexplosies als religieus gemotiveerde conflicten: 'Zolang men het heftige aan een transcendente oorsprong blijft toeschrijven, is het onmogelijk om in te zien dat iets wat als van buitenaf ingegeven kracht wordt beleefd, voortkomt uit een psychosemantisch getransformeerde werkzaamheid van het eigen organisme tijdens extreme stress [...].' Het gaat dus in laatste instantie om emoties, emoties die per definitie niet uitgeschakeld kunnen worden. En omdat onderdrukken niet aan te raden valt, is kanaliseren het devies. Het is aan de religies zelf om de banden met de seculiere beschaving aan te halen en te komen tot een 'verlichte' vorm van geloof.
Nu is het zo dat elk van de drie religies in feite al een gematigde, meer of minder verlichte variant kent. Het komt er dan ook op aan de fundamentalisten in het hart van het geloof tot Verlichting te 'bekeren', een ijver tegen de ijveraars:
Filosofen lees je meestal desondanks hun taal. Zij lijken een patent te hebben op duister taalgebruik. Peter Sloterdijk lees je vooral dankzij zijn taal. Het is altijd weer een genot je te laten meevoeren door de meanderende stroom volzinnen, beelden en vergelijkingen. Sloterdijks virtuositeit mag echter niet te veel de aandacht afleiden van zijn bloedserieuze thematiek. De grote onderwerpen van deze tijd zijn voer voor zijn analyses. Was in Woede en tijd nog de 'wereldse' woede in onder meer banlieues object van onderzoek, in Het heilig vuur worden de drie grote monotheïstische religies jodendom, christendom en islam kritisch tegen het licht gehouden.
Aanleiding voor dit boek vormt de uitspraak van Derrida dat 'de oorlog om de toe-eigening van Jeruzalem de wereldoorlog van vandaag' is. Jeruzalem zou de plaats zijn waar de drie religies elkaar in al hun geloofsijver ontmoeten en elkaar naar het leven staan. Sloterdijk zet helder uiteen hoe zij alle drie historisch ontwikkeld zijn en vooral hoe zij door de eeuwen heen in verhouding tot elkaar hebben gestaan. De strijd ging en gaat altijd terug tot een strijd om de claim op de absolute waarheid.
Het is juist dit kardinale aspect van een monotheïstische religie waarin Sloterdijk de oplossing zoekt. Jodendom, christendom en islam moeten evolueren van waarheidstellende religies naar cultuurreligies. De geopolitieke constellatie neigt immers naar een toenemende vermenging van culturen en religies. Samenleven is de toekomst. Daartoe is een 'trialoog' nodig: de huidige strijd leidt uiteindelijk alleen maar tot de ondergang van de drie religies: 'Ze hebben elkaar vandaag de dag over en weer te veel nodig om elkaar nog langer te mogen bestrijden.'
Een interessante these is dat de opleving van religie rechtstreeks voortkomt uit het echec van het communisme. Sloterdijk beschouwt het communisme als de opvolger van de monotheïstische religies. Zij wilde immers na de door Nietzsche geboekstaafde dood van God het 'paradijs op aarde' realiseren. De menselijke zucht naar waarheden richt zich in de postcommunistische tijd weer op het in dat opzicht verleidelijke monotheïsme. Een probleemloze terugkeer naar de voorcommunistische situatie is uiteraard onmogelijk.
Sloterdijk is op zoek naar wat de drie religies ondanks hun evidente verschillen bindt. Het christendom kenmerkt zich door zijn bekeringsdwang (zie recent nog het anti-Darwinfoldertje), de islam door zijn agressief-militaristische expansiedwang en het jodendom door zijn uitgebreide stelsel rituelen. De verbindende factor in Sloterdijks ogen is dan de geloofsijver, het heilige vuur uit de titel. De grond voor deze nietsontziende blinde ijver wordt gezocht in de absolutistische waarheidsaanspraak en de dienstwilligheid die inherent is aan de drie geloven. Het is de reden waarom moslimterroristen hun wandaden verantwoorden door zich op de passende Soera's uit de Koran te beroepen: 'Hun acties mogen afschuwelijk zijn, hun citaten zijn foutloos.'
De rol die is weggelegd voor de islam is even duister als belangrijk. De genoemde expansiedwang is een gevolg van de historische ontwikkeling van deze religie. Omdat zij als laatste van de drie ontstond, is zij geneigd zichzelf als de laatste, beslissende waarheid te zien. Dit betekent ook dat de islam nog fases moet doorlopen die jodendom en christendom al achter de rug hebben. De islam zal moeten moderniseren en dus zijn tijd vooruit moeten zijn. Dat zal met aardschokken gepaard gaan: 'In elk geval staan het "huis van de islam" moderniseringscrisissen van angstaanjagende hevigheid te wachten. Het heeft zichzelf in het "huis van de oorlog" veranderd.'
Het heilig vuur mag als de opvolger van Woede en tijd gelezen worden. Samen vormen ze een tweeluik over de de relatie tussen hedendaagse cultuur en religie enerzijds en oorlog en (stedelijk) geweld anderzijds. Sloterdijk waarschuwt voor een te eenzijdige benadering van geweldsexplosies als religieus gemotiveerde conflicten: 'Zolang men het heftige aan een transcendente oorsprong blijft toeschrijven, is het onmogelijk om in te zien dat iets wat als van buitenaf ingegeven kracht wordt beleefd, voortkomt uit een psychosemantisch getransformeerde werkzaamheid van het eigen organisme tijdens extreme stress [...].' Het gaat dus in laatste instantie om emoties, emoties die per definitie niet uitgeschakeld kunnen worden. En omdat onderdrukken niet aan te raden valt, is kanaliseren het devies. Het is aan de religies zelf om de banden met de seculiere beschaving aan te halen en te komen tot een 'verlichte' vorm van geloof.
Nu is het zo dat elk van de drie religies in feite al een gematigde, meer of minder verlichte variant kent. Het komt er dan ook op aan de fundamentalisten in het hart van het geloof tot Verlichting te 'bekeren', een ijver tegen de ijveraars:
'Ontegenzeglijk zijn we getuigen van, en tot op zekere hoogte ook medestrijdersSloterdijks lezing in de Aula van de Radboud Universiteit Nijmegen is geheel uitverkocht.
in, een conflict aan een 'spiritueel front', maar de ernst en de
onvermijdelijkheid van de huidige botsingen komen niet voort uit wat men in de
debatten van de laatste jaren de clash of monotheisms noemt. De strijd
gaat over de vraag hoe binnen elk van de tot geloofsijver geneigde religies - en
de verwoede ideologieën die op de universalistische religies volgden - de
controle over het extremistische potentieel veiliggesteld kan worden. Ik zeg
controle, niet uitschakeling, aangezien zulke spanningen niet uit de wereld te
helpen zijn, maar alleen kunnen worden omgeleid naar minder boosaardige
uitingsvormen. Voor zover het bedoelde extremisme regelmatig voortvloeit uit de
toepassing van het persoonlijke suprematisme op het leven van de
geloofsijveraars en hun omgeving, betekent omleiden in dit concrete geval:
werken aan de tempering van de extreme dienstwilligheid, en wel in het hart van
de stromingen die zich in het uiterste willen storten. Dit vergt de ontkoppeling
van emotie en religieuze code. Het risico hierbij een ijveraar tegen de
godsdienstijver te worden, hoort bij het beroep. Wie met verstand van zaken aan
de desuprematisering van het suprematisme werkt, moet zich dicht in de buurt van
de brandhaard begeven.'
2 opmerkingen:
Marc, als het goed is ben ik volgende week vrijdag ruim op tijd thuis voor de wedstrijd. Ik bel die vrijdag nog wel. Ik zit dan denk ik wel in het fanatieke vak of niet? Wat kost een kaartje?
tot over 12 dagen.
groetjes Thomas
Oké Thomas, ik hoor het wel. We zitten niet in het fanatieke vak achter de goal, maar aan de lange zijde (B). Voor een kaartje wordt gezorgd.
Een heel fijne vakantie!
Een reactie posten