De pijl
wie heeft zichzelf een glazen bol geblazen?
ziet zich over jaar en jaren
op vastgepinde plaats, het daar en dan
en reserveert locatie met ontbijt op bed
proef toch as en aarde, landend op uw rozenlippen
want wie omhoog kijkt ziet de strepen tikken
of scherper achterom de dode hoek van de tijd
geen tegenliggers op een achtbaan
maar in dwarsbalken knaagt geluid
schichten flitsen vuur
in lichterlaaie
uitwassen zaaien en de dorpspomp slibt
maar het begrip wil niet sijpelen:
dat het donker wordt als de avond valt
geel oranje violet, met de laatste flard vertrekt -
het is voorbij en zelden mooi geweest
blijf ten minste waar je weggaat
sta eens op en blijf dan
zitten waar je nog bent
en wie zijn wortels kapt
en van zichzelf een profeet maakt
wil ik duwen van de trap
of trappen van de balustrade
ik spreek niet van avondland en ondergang
men is zijn lichaam licht vergeten
Geen opmerkingen:
Een reactie posten