maandag 23 februari 2009

De leeslijst #22

In de begindagen van dit weblog vatte ik het plan op regelmatig iets te gaan schrijven over de boeken die ik las. Voor die rubriek bedacht ik de naam 'De literaire beterweter', een verwijzing naar het meesterlijke programma De culinaire beterweter van Omroep Brabant. Maar eigenlijk slaat die naam nergens op. Ik heb niet per definitie een fundamenteel afwijkende mening over romans, weet het niet beter en heb zeker niet de intentie het beter te weten. Daarom vanaf heden een wat neutralere naam voor deze rubriek. De telling blijft uiteraard wel gewoon doorlopen.
Rob van Essen - Visser Jacob Visser is een geschiedenisdocent wiens woorden door geniepige leerlingen uit hun verband worden gerukt. Visser wordt ervan beticht een rechtsextremistisch of toch ten minste totalitair gedachtegoed aan te hangen en dit in de klas te propageren. De leerlingen Jonathan en Clarissa, kinderen van Vissers vroegere vriend en journalist Wegereef, roepen hem uit tot hun leider. Wegereef nagelt hem vervolgens aan de schandpaal. In het middengedeelte van deze roman is de cruciale scène gesitueerd. In de Odeon, een gekraakt pand waar de plaatselijke jeugd zich 's avonds verzamelt, zijn zowel krakers als neonazi's aanwezig. Extreem links en extreem rechts gespuis op één plek bij elkaar dus, een onwerkelijk tafereel. Er blijkt zelfs Marokkaanse jeugd onder de aanwezigen, en even later komen docenten ook een kijkje nemen. Visser komt er ook regelmatig en daar wringt de schoen: Visser moet het hebben van absurde situaties. Naarmate de roman vordert, vraag je je meer en meer af wat de motieven zijn die Vissers handelen sturen. De onterechte beschuldiging aan zijn adres zal hij niet weerleggen door zich keer op keer apathisch onder de ontspoorde jongeren te begeven. Van Essen hanteert een vlotte pen - het verhaal raast in een rotgang voort. Hij maakt wel een valse start met drie keer dezelfde opzichtige kunstgreep aan het begin: "hij buigt zich voorover [...] Als hij weer overeind komt ziet hij tien, twintig meter voor zich Clarissa Wegereef boven de muur van het kerkhof verschijnen."(6); "hij stopt, trekt zijn colbertje uit en geeft het aan haar. Als hij zijn handen weer op het stuur legt, ziet hij dat ze bij het Provinciehuis staan." (9); "als hij weg wil rijden ziet hij opeens Wolfrat uit het donker opdoemen"(18). Merwaardig is verder dat hij bijna alle mannelijke personages een naam van een eredivisiescheidsrechter heeft toebedeeld: Wegereef, Braamhaar, Haverkort, Van der Hilst, Van Hulten. Visser gaat over de onberekenbaarheid van ironie, de kwelling van verlies (Visser heeft een van zijn twee dochters verloren) en de onmacht die beide veroorzaken. Visser heeft weinig tekst in het hele verhaal. Hij lijkt vooral in een schijnwereld te leven, neemt onverklaarbare beslissingen en raakt van de ene in de andere ongeloofwaardige situatie verzeild. Je gaat als lezer denken een klucht onder handen te hebben, ware het niet dat de loodzware ernst van het verlies van een kind steevast boven Vissers handelen hangt. De vertroebelde werkelijkheidsbeleving van Jacob Visser maakt dat je Visser alleen als geslaagd kunt beschouwen als een surrealistische roman. [***]
Fragment: 'En weet je wie we het eerst moeten opsluiten?' roept Jonathan. 'De mensen die steeds weer over die oorlog beginnen! [...] Straks is het weer 4 mei, ach jezus, dan moeten we weer een krans leggen bij het verzetsmonument, het ver-zets-mo-nu-ment ja, in Vlasveld, waar natuurlijk in de oorlog ook helemaal niets gebeurd is [...] en dan komt er ook nog eens zo'n oude verzetsstrijder in de klas vertellen hoe het is en dat we tegen fascisme en racisme moeten zijn omdat het allemaal nooit meer mag gebeuren en zo, maar dat kán toch allang niet meer, ik bedoel, die verzetsstrijders zijn toch allang dood? Waar halen ze die vandaan, worden die ergens gekloond of zo?'

Roddy Doyle - Barrytown-trilogie (De Commitments, De bastaard, De bus) Op de middelbare school moest ik verplicht The Snapper van Doyle lezen. Dat vond ik toen een prettig boek met een no nonsense stijl en dito thematiek. Later ontdekte ik dat The Snapper het tweede deel is uit een trilogie over het Ierse arbeidersgezin Rabbitte. Het eerste deel, De Commitments, is briljant in zijn eenvoud en humor. Jimmy Rabbitte jr. richt een bandje op. Deze Commitments werpen zich op als de redding van de arbeidersklasse. Ze kiezen onder invloed van de intrigerende 'ouwe rot' Joey The Lips Fagan voor soul, want "soul is de politiek van het volk". De oprichting, repetities en optredens van de band zijn een wervelende aaneenschakeling van ontwapenend enthousiasme, doldwaze situaties, komische dialogen en vooral klein zeer. Eén van de bekoorlijke achtergrondzangeressen valt namelijk bij iets te veel bandleden in de smaak en al ruziënd valt de groep na kortstondig succes - Jimmy staat op het punt een bescheiden platendeal te sluiten - uit elkaar. De arrogante zanger Deco Cuffe speelt daar ook geen marginale rol in. Aan het eind luistert Jimmy met de overgebleven leden - zijn echte vrieden - naar The Byrds. De stem van Gene Clark doet ze overstappen naar rock: "Toen de plaat een halve minuut draaide wilden de jongens de Byrds zijn. Ze waren omgeturnd door het krijsende geluid van de gitaren en Gene Clarks prominente stemgeluid. Zoiets moois hadden ze nog nooit gehoord. Ze hoorden het niet alleen. Ze waren het in zekere zin zelf. Het ging dwars door hun ziel. Muziek voor echte mannen." In De bastaard raakt Sharon Rabbitte zwanger van de vader van haar vriendin. In het vervolg laat Doyle mooi zien hoe loyaliteit en rechtvaardigheidsgevoel de familie ondanks de sociale ellende en aanhoudende roddels binnen de besloten gemeenschap alleen maar sterker maken. In De bus beginnen de werkeloze Jimmy sr. en zijn maat Bimbo een patatkraam. Dit derde deel mist de vaart van de andere twee delen, maar is zwaarder van thematiek en toon en verkent diepere psychologische lagen van Jimmy sr.: "Even had hij zich lekker gevoeld, maar het was net alsof je naar lucht hapte, voor je weer wegzonk in het water." De charme van de Barrytown-trilogie zit hem vooral in de sympathieke schildering van gewone mensen, de enorm grappige dialogen en de eenvoudige maar trefzekere taal. [****]
Fragment: 'Oké,' zei Jimmy. 'Zijn jullie er klaar voor?'
'Kom maar op, Jimmy,' zei Mickah.
Outspan en Derek zaten naast 'm op zijn bed.
'Dit zijn de Byrds, jongens,' zei Jimmy, 'I'll Feel a Whole Lot Better.'
Hij zette de naald op de plaat en ging op zijn hurken tussen de twee luidsprekers zitten. Er klonk wat geruis (het was een tweedehands plaat), toen jammerde er een gitaar en werden zij overspoeld door jammerende gitaren. Daar hadden ze niet op gerekend.
'THE REASON WHY - EE
OH I CAN'T STAY - AY - Y
I HAVE TO LET YOU GO BAY - AYBE
AND RIGHT AWAY - AY - Y
AFTER ALL YOU DID
I CAN'T STAY OH - H - H - ON
AND I'LL PROBABLY.'
Twee mannen met hoge stemmen vielen in.
'FEEL A WHOLE LOT BETTER
WHEN YOU'RE GOH - ON.'

Remco Campert - Het satijnen hart Deze roman kan het beste gelezen worden in combinatie met de poëziebundel Nieuwe herinneringen van dezelfde auteur, met daarin het reeds bij verschijning terecht tot klassieker uitgeroepen gedicht 'Op de Overtoom': "Het dooit op de Overtoom/ maar het vriest ook alweer op/ melden mijn voeten/ die mijn dag verlopen/ ik blijf dicht bij huis/ steeds dichter/ dat is mijn leeftijd/ wolken worden zwaarder van onkleur/ de geur van gisteren hangt nog aan me/ ik at met mijn vriend/ we braken het brood/ en deelden de doden/ we zijn al bijna uit zicht/ wij lachen nog/ wat moet je anders?/ omhelzen elkaar ten afscheid/ misschien je weet maar nooit". Beide werken gaan over kunst, over liefde, maar bovenal over ouder worden. De vriend uit het gedicht is Henk Hofland, maar de vriend in Het satijnen hart, kunstbroeder Jongerius junior, doet me onwillekeurig aan Mulisch denken: Bij zijn 80ste verjaardag een "film op tv over leven en werk", hij voelt zich "geen dag ouder dan zeventien", hij is "een en al neus", heeft "lange witte haren", zijn vader was fout in oorlog, hij was zelf na de oorlog communistisch angehaucht. Hoofdpersoon en verteller in de roman is de schilder Van Otterlo, een ouwe zeur die ondanks zijn knorrigheid en zijn getier je sympathie weet te winnen. De oorzaak van zijn chagrijn is niet alleen zijn ouderdom, hij legt de schuld ook bij het doodsbericht van Cissy, zijn ex-vriendin, "dat rotwijf" dat hem ooit de bons gaf. De zich opdringende herinnering aan deze Cissy maakt van hem de tegenpool van de nog steeds op vrouwenvlees azende Jongerius jr.: "Ze kunnen niets en ze willen niets. Hun leven is erop gericht mannen gek te maken. Als er geen mannen waren zouden vrouwen reddeloos verloren zijn. Die hele emancipatie is grote flauwekul, alleen maar een trucje om onze aandacht te trekken." Van Otterlo voert een innerlijke tweestrijd tussen kiezen voor een stijfkoppige en lethargische oude dag looking back in anger en kiezen voor het heropnemen van de schilderskwast, niet minder stijfkoppig uiteraard. Want een stijfkop blijft hij sowieso: "Ik ervaar het oud zijn als een vernedering, maar aan de dood ben ik nog niet toe. Dan valt er niets meer te klagen." [***]
Fragment: 'Gemiste kans' uit Nieuwe herinneringen: 'Stom hoor wist weer niet beter/ had natuurlijk eerder weg kunnen gaan/ of juist langer moeten blijven// dat steeds maar in haar ogen willen kijken/ en wanhopig interessante dingen zeggen/ indruk maken maar niet weten hoe// had ik nou gewoon de reuzenzwaai gemaakt/ of die dikke patser met één hand opgetild/ of heel lang drukkend gezwegen// dan was het misschien iets geworden/ maar nee: lullen lullen lullen/ en dan weer een bek vol tanden// alles precies zoals het niet moet/ ouder word ik wel maar wijzer/ wil maar niet lukken

Maarten 't Hart - Het psalmenoproer Uitstekende historische roman over het wel en wee van een reder in Maassluis rond de eeuwwisseling van 1800. Vanaf blz. 1 meeslepend, intrigerend en overtuigend in historische situering. 't Harts kwistige gestrooi met archaïsche woorden is geen moment gekunsteld, je gaat zelfs van woorden als 'rinkelrooier' en 'smuigerdje' houden. En van het prachtige personage Meester Spanjaard, de eigenaar van het smuigerdje. De typische 't Hart-motieven - klassieke muziek en vogels - ontbreken niet. Leuk is dat 't Hart de grote componisten subtiel in zijn verhaal als personage opvoert, bijvoorbeeld een klein jochie dat virtuoos op het klavichord oefent. Naar verluidt heet hij "Moot Sart" of zoiets... [*****]

Gerard Reve - Tien vrolijke verhalen Een tiental zwartromantische verhalen waarin geflirt wordt met lectuur en kitsch en gespeeld wordt met genreconventies. In deze verhalen wil je steeds naar het einde toe, de ene keer omdat de spanningsboog je grijpt en dwingend naar de climax voert ('De Kerstavond Van Zuster Magnussen', 'Afscheid', 'Afgrond'), de andere keer omdat je wilt dat het afgelopen is ('Geld Verdienen', 'Haringgraten', 'Brieven'). [**]

Herman Melville - Moby Dick "Er bestaan ondernemingen waarbij een zorgvuldige wanorde de beste aanpak is", zo opent een van de 135 hoofdstukken van deze eeuwige klassieker. Moby Dick is veel meer dan een shakespeariaanse roman over de door wraakzucht verblinde kapitein Achab en zijn tot mislukken gedoemde strijd tegen de witte walvis, het is een uitputtende encyclopedie over de walvis en de walvisvaart. Het verhalende deel beslaat alles bij elkaar nog geen 200 van de 600 blz. en Moby Dick komt pas op blz. 564 het verhaal binnenzwemmen. De taal en het mythische slotgevecht maken veel goed. Treffendste typering van deze pil is afkomstig van Th. Rosenboom: "een ruig en rijk boek". [***]

Geen opmerkingen: