woensdag 14 januari 2009

De literaire beterweter #20

Erwin Mortier - Godenslaap Na vier flonkerende juweeltjes met een klein jongetje in de hoofdrol is nu eindelijk Erwin Mortiers eerste omvangrijke roman verschenen. In Godenslaap blikt een stokoude vrouw, Hélène Demont, al schrijvende terug op een cruciale fase van haar leven: de overgang van adolescentie naar volwassenheid, gesitueerd tegen het decor van de Eerste Wereldoorlog. Dit herinnerend schrijven wijkt fundamenteel af van het suggestieve proza dat inherent is aan een perspectief vanuit een onbevangen maar onvolledig waarnemend kind. Toch zijn enkele vertrouwde motieven ook in Godenslaap aanwezig: de stugge moeder, de nadruk op familiebanden, de tedere gevoelens en warme sympathie voor de vader. Ook heeft Mortier weer een onvergetelijk mannelijk personage bedacht. Was dat in Sluitertijd oom Werner, in Godenslaap is het de amusante Engelse soldaat Matthew Herbert, Hélènes eerste en enige geliefde. Belangrijk thema is de invloed van de Grote Oorlog op de levens van kleine mensen. De roman bevat aangrijpende bladzijden over dood, verlies en het dagdagelijke leven dat ondanks de miserie toch door moet gaan. In het geheugen van Hélène dondert het artillerievuur door en woekeren de beelden voort, culminerend in de scène waarin ze voor het laatst terugkeert naar het inmiddels vervallen huis van haar oom, het schuiladres van de familie tijdens de oorlog. De zintuiglijke beschrijving doet denken aan het prachtige hoofdstuk 'Time passes' uit To the Lighthouse. Mortiers proza is uitgeschreven poëzie. Let eens op klankspel en binnenrijm in de volgende zin: "Zonovergoten zondagochtenden met parades van de fanfare op de kleine esplanade voor het bordes, nadien sorbet van limoen of limonade." In Godenslaap is elke zin is zorgvuldig gewikt en gewogen, geschaafd en gevernist, uitvergroot om erin te verdwijnen. Soms leidt de woordkunst zelfs af van het verhaal, maar de compositie is zó doordacht dat je als lezer gefixeerd blijft op de geschiedenis van Hélène en haar strijd om met geschreven woorden "naar de wereld terug te zwijgen." Indrukwekkend. [****]
Fragment: We zeiden: over een jaar of honderd zal de oorlog die de onze was rond de gedenkstenen, de foto's, de dagboeken, de brieven en de zerken even volkomen zijn weggesleten als de botten van de doden in de grond, hoogstens een verkleuring achterlatend in het zand. We wisten nog niet dat intussen in de wiegen de soldaten sliepen voor de volgende, dat de beulen van morgen aan de rokken van hun kinderjuffen hingen, met de blokken speelden of op schamele zolderkamers hun wonden likten en bittere traktaten schreven in de letale inkt der rancune. We zeiden: als we over honderd jaar konden terugkeren, we zouden de oorlog niet meer herkennen, zijn onvatbaarheid, zijn totaliteit die ontelbare kleine levens als naalden op zijn magnetisme liet dansen, zou intussen herleid zijn tot een handvol beelden, ontvleesde getallen, plaatsnamen en data - kunnen we ooit iets anders, vraag ik me af, dan vroeg of laat met voetnoten overladen sprookjes vertellen?

Hans Verhagen - Zwarte gaten Dit is overdonderende poëzie. Verhagen heeft een bundel geschreven waarin de gedichten je priemend in de ogen kijken. Gedichten die soms schreeuwen om een reikende hand, zoals 'helden van mijn tijd': "Mensen met een zinvol leven - zou je ze geen rotschop geven?/ Mensen met een leeg bestaan - laat mij hier in Spookstad/ niet langer met m'n mond vol volzin staan". Maar als die hand achterwege blijft, is de val niet per se hard: "Er is geen verdrinkingsgevaar; ook al/ omdat leegte minder onomkeerbaar is dan water/ kom je eerder bodemloos ten val". Een belangrijk motief is engagement. Onze maatschappij wordt genadeloos geanalyseerd. Verzen met een fel politiek tintje zijn geen uitzondering, soms stijlvol en dubbelzinnig: "Opnieuw laten we de weg bepalen/ door vreeskwezels en aartshuichelaars/ het zijn de zotte botte bijltjesdagen", soms naakt en direct: "Politiek en religie maken zich niet schuldig aan muziek/ maar aan liefdes ondermijning, verdwijning van wijsheid". Je wordt als lezer bij de kraag gegrepen, met je neus op de regels gedrukt en dan met harde hand ter controle de straat op gesmeten. In een zwart gat is de zwaartekracht zo sterk dat niets er nog uit kan ontsnappen. In Verhagens zwarte gaten, zijn gedichten dus, zit de werkelijkheid gevangen: "Alleen bij heldere hemel/ kun je de zwarte gaten onderscheiden,/ met heel het naakte bestaan erin." De moderne tijd heeft afgedaan: "zij die heilig geloven in de tijd zullen spoedig sterven". Doch, eenmaal in het zwarte gat, in deze poëzie, is er nog hoop: "Wie onbekommerd in de zwarte gaten stapt / zal zich een heldere hemel verwerven". Toch schuwt de dichter ook de grote aardse gevoelens niet, hij spreidt ze zelfs superieur tentoon. Het gedicht 'hoe je verdween' flirt ongenaakbaar met pathetiek en is tegelijkertijd een van de mooiste gedichten over een gestorven geliefde die ik ken. Ik citeer het in zijn geheel in het fragment. [****]
Fragment: 'hoe je verdween': Zo ver als jij sprak zo diep je me raakte/ Hoe lager ik daalde hoe meer je verdween/ Zo hoop ik vergat zo vaak als ik faalde/ Zo scherp ik je zag hoe verder je scheen// Zo liefde mij brak en nooit ik meer liefhad/ en nooit meer en nooit meer en niemand die dag dat/ schoonheid vergaan ging onder een steen// Zij liet mij alleen, die de klank aan mijn hart gaf,/ van mijn klankkast het hart was/ en nooit meer en niemand en dood in de regen/ gelegen van eeuwen geleden/ onder postmoderne waterwegen/ Niet ontzwommen, nooit herrezen

Michel Houellebecq - Mogelijkheid van een eiland De drie romans van het Franse enfant terrible die ik eerder las troffen mij door hun directheid, ideeënrijkdom, gedurfdheid en nonconformisme. Voor de mooie zinnen lees je Houellebecq niet, soms is het allemaal zelfs iets té plat en banaal. Houellebecq heeft echter iets te vertellen, wil betogen en bewust provoceren, en zo'n schrijver lees ik met extra interesse. Mogelijkheid van een eiland is een vervolg op Elementaire deeltjes, of scherper: is er de uitwerking van. In die roman was een nieuwe mens aan het woord, een exemplaar van de gekloonde mensensoort. In Mogelijkheid van een eiland wisselt het perspectief steeds tussen Daniel1, een zwaarmoedige komiek uit het buitentekstuele heden die feilloos de zere plekken van onze door de seksuele economie geregeerde wereld aanwijst, en Daniel24 en Daniel25, zijn kopiën uit de verre toekomst waarin de nieuwe mensensoort in volmaakte ascese 'leeft'. Zij belichamen de vraag waar het allemaal om draait: 'valt een volmaakt rimpelloos leven te verkiezen boven een leven met een paar hoge toppen en steeds meer diepe dalen?' Het verhaal weet niet altijd te boeien, de gedeelten over een sekte die de overgang naar de nieuwe mens initieert lijken soms afkomstig uit het scenario voor een slechte B-film. Dit keer is het echter niet de plot die zo intrigeert, maar zijn het de rake, puntige zinnen die imponeren: "over de lichamelijke liefde maakte ik me absoluut geen illusies. Jeugd, schoonheid, kracht: de criteria van de lichamelijke liefde zijn precies dezelfde als die van het nazisme." "het is grappig om te constateren dat het altijd de tegenstanders van de vrijheid [van meningsuiting] zijn die er op een gegeven moment de meeste behoefte aan blijken te hebben." "Het leven begint op je vijftigste, dat klopt; alleen eindigt het op je veertigste." De laatste 50 pagina's zijn toch weer van grote klasse. "Het niets nietigt", het citaat van Heidegger, was het veelzeggende motto van het hoofdstuk waarin een seksueel faillisement de ondergang van Daniël1 in gang zet. Maar die volmaakt onthechte nieuwe soort is toch ook niet het antwoord voor het mensenras, lijkt Houellebecq met het slot te willen suggereren. Ik wacht met smart op een nieuwe roman, alsmede op de vertaling van het brievenboek van Houellebecq en Lévi. [****]
Fragment: Een tweede millennium is voorbijgegaan, en de situatie is stabiel gebleven, het percentage deserties onveranderd. De menselijke denker Friedrich Nietzsche zag in de mens 'het nog niet vastgestelde dier', waarmee hij in de filosofie een traditie van nonchalance ten aanzien van de wetenschappelijke feiten introduceerde die uiteindelijk haar ondergang zou betekenen. Een dergelijke typering mag dan op de mens absoluut niet van toepassing zijn - in elk geval minder dan op de meeste diersoorten -, ze geldt al evenmin voor de nieuwe mens die hem opvolgde. In feite is wat ons het beste typeert in verhouding tot onze voorgangers ongetwijfeld zelfs een zeker conservatisme. [...] Daniel1 herleeft in mij, zijn lichaam is in mij opnieuw geïncarneerd, zijn gedachten zijn de mijne, zijn herinneringen zijn de mijne; zijn bestaan zet zich werkelijk in mij voort, veel meer dan enig mens zich zelfs in zijn stoutste dromen ooit heeft voortgezet in zijn nageslacht. Toch, en daar denk ik vaak aan, is mijn eigen leven bij lange na niet het leven dat hij graag zou hebben geleid.

[drie kerstboeken:]
C.C.S Crone - De schuiftrompet Verzameld werk van de jong gestorven schrijver (1914-1951). Het lange verhaal 'Gymnasium en liefde', een schooltijd door de ogen van een onbevangen associërende scholier, is enorm grappig en ontwapenend van toon. Ook sommige van de korte verhalen, soms maar een pagina van omvang, zijn nog de moeite waard. Ze beschrijven de tafereeltjes van het leven: korte flakkeringen van liefde, de droeve gemoeden van kleine luiden. Er wordt veel gestorven in dit oeuvre. [***]

Gerard Reve - De avonden 'Morgen, vader,' zei Frits. Hij had het gevoel, alsof hij voor het uitspreken van deze woorden door de hele luchtpijp een steen omhoog had moeten duwen, die nu voor zijn voeten viel. 'Morgen, mijn jongen,' antwoordde zijn vader. Ze gingen aan tafel. 'Ik moet opletten,' dacht hij, 'ik moet scherp toezien.' [*****]

Charles Dickens - A Christmas Carol Voor mij persoonlijk, kind van het seculiere tijdperk, hét archetypische kerstverhaal, talloze malen nagevolgd. Over de verkilde vrek Ebenezer Scrooge en hoe hij tot inkeer komt, onder invloed van drie geesten die hem meenemen naar Kerstmis vroeger, nu en in de toekomst. Wat mij trof in de geschreven versie was de pregnante sfeertekening en het feit dat Dickens zo rijkelijk put uit het immense idioom dat het Engels eigen is. [***]

1 opmerking:

ditisstefan zei

Mortier staat hoog op mijn 'nog lezen' lijstje :).