woensdag 22 oktober 2008

De literaire beterweter #16

Lange treinreizen + veel dunnetjes = een nieuwe Literaire Beterweter

Leon de Winter - Het recht op terugkeer In de zomer van 2004 kocht ik in Spanje De Telegraaf. Binnenin stond een paginagroot interview met Leon de Winter over de islamproblematiek. Ik vond het een erg goed stuk en heb het uit de krant gescheurd om te bewaren. In het vraaggesprek kondigde De Winter ook een roman aan over het onderwerp. Die is nu eindelijk verschenen. In Het recht op terugkeer is het 2024 en is Israël definitief op de knieën gegaan voor de Palestijnse terreur. De in oppervlakte sterk geslonken staat kampt met een uitstroom van burgers, een omgekeerde diaspora. Voor een roman die zich grotendeels in de toekomst afspeelt heeft De Winter zich niet al te zeer ingespannen om de technische vooruitgang te beschrijven. Er zijn weliswaar DNA-scanners die alleen joden toegang tot Israël verlenen en er zijn patrouillerende helikopters met gezichtsherkennende apparatuur, maar verder wordt er nog vrolijk geskypt en op Macs gewerkt. Dit gematigd utopische aspect verdient lof. De plot is weinig ingenieus, er zijn veel toevalligheden die het geheel bij vlagen ongeloofwaardig maken. De Winter is met zijn roman genomineerd voor zowel de NS Publieksprijs als de AKO Literatuurprijs, terwijl een nominatie voor de Gouden Strop ook passend zou zijn. Dat zegt wel iets over deze roman. Het taalgebruik is eenvoudig, de plot vlot verteld, de personages tamelijk vlak: aspecten van lectuur. Het verhaal ontvouwt zich ook als een bloedstollende thriller. Menige passage heeft de spanning en vaart die maken dat je door en door wilt lezen. Bij uitstek literair is Het recht op terugkeer qua thematiek: subversief, de werkelijkheid wordt kritisch tegen het licht gehouden, het einde is open. Probleem is misschien dat de roman zo van drie walletjes eet. Ik ben uiteindelijk toch positief omdat De Winter zich niet al te rabiaat heeft opgesteld, zoals we hem de laatste jaren kennen, maar bedachtzaam en rationeel de problematiek aan de orde stelt. Hij wil onmiskenbaar aantonen dat islamterreur hardnekkig is, dat Israël keihard moet zijn. Maar ook dat de werkelijkheid niet eenduidig is en de mens zo kneedbaar als klei. [****]
Fragment: [Hoofdpersoon wordt op straat overvallen:] En opeens viel hem ondanks de slechte verlichting een tatoeage op de onderarm van de middelste jongen op. Dom dat de jongen geen hemd met lange mouwen droeg want de tatoeage kon de politie op het spoor van zijn identiteit zetten. Bram zag geen halvemaan of kromzwaard maar een davidster gevlochten door een uzi. Het waren joodse jongens. Hij was bijna beroofd door joden. [...] Tegenwoordig kon een jood 's nachts door andere joden overvallen worden. Als de stichters van de staat dit konden horen, zouden ze van tevredenheid in hun graven glimlachen. Dit was een gewoon land aan het worden.

Willem G. van Maanen - Heb lief en zie niet om Onder deze prachtige titel gaat een gelaagde, moeilijke roman schuil. Elke zin dient zorgvuldig gelezen te worden om niet de draad kwijt te raken en dan nog valt het niet mee om niet ten onder te gaan aan Van Maanens uitwaaierende taalgebruik. Bijvoorbeeld de openingszin: 'EEN AFSCHEID en voorgoed, zover waren we dan eindelijk gekomen, Sarah en ik, zo diep verdwaald, en toen brak de oorlog uit.' En de vierde zin bevat 19 komma's (!, zie fragment). Heb lief en zie niet om is opgebouwd uit twee delen. In het eerste deel breekt de Tweede Wereldoorlog uit en ziet de ikpersoon - hij is acteur - zich voor de keuze gesteld te stoppen met optreden en zo solidair te zijn met joodse collega's of gewoon door te spelen onder auspiciën van de Kultuurkamer. Hij kiest voor het laatste, meer ingegeven door een mix van laksheid, passiviteit en pragmatische redenen. De boodschap is duidelijk: er was goed, er was fout, en er was een enorm schemergebied. Des schrijvers eruditie blijkt uit het strooien met citaten uit en verwijzingen naar Shakespeare, Brecht en Molière. Het tweede deel is volgens de critici een 'droom' (lees: een criticus zegt dat, de rest schrijft het over). Ik zie de noodzaak voor deze kunstgreep niet zo. Deel twee is namelijk in de vorm gegoten van een theatermonoloog en een nieuwe fictionele laag is dus enigszins overbodig. Dit deel kent sterk symbolische en bij vlagen surrealistische passages. Dat geeft gemengde gevoelens: indrukwekkende beelden en motieven gaan gebukt onder vaagheden en duister taalgebruik. Al met al een wisselvallige roman maar voor een schrijver met de leeftijd van Van Maanen (86 bij publicatie) een glorieuze intellectuele prestatie. [***]
Fragment: Onzin, ik had nog mijn eigenliefde, die moeder van de jaloezie, ik stond nota bene in het stuk der stukken, Sarah had me daarin gezien en bewonderd, Othello dus, als Jago nog wel, maar misschien werkt zo'n rol buiten het toneel eerder verduisterend dan verhelderend, in elk geval, toen de oorlog gestalte kreeg, geratel van afweergeschut, gebrom van vliegtuigen, gillen en janken van sirenes, geschreeuw van mensen die de straat waren opgegaan, trok ik Sarah, die zich wilde aankleden, terug in bed om haar te zeggen, toe te bijten, dat ik wel gek zou zijn om haar in dat tumult te laten gaan, dat ik mijn toezegging introk en haar zou tegenhouden als ze haar zin zou doorzetten en mijn overwinnaar in de armen vliegen.

Tom Lanoye - Kartonnen dozen Deze roman heeft het stempel van een moderne klassieker opgeplakt gekregen. Het gaat om een zeer expliciete en autobiografische Bildungsroman van een ontluikende homoseksueel. Dat betekent dat er veel voor nodig is om mij te winnen. Lanoye slaagt glansrijk, ik kan niet anders zeggen. Je moet erg kil of een reactionair zijn om niet mee te gaan in de ontwapenende, frivole memoires van Tom over zijn liefde voor klasgenoot Z. en de strubbelingen die zoiets voor een opgroeiende jongen met zich meebrengt. De thematiek is namelijk toepasbaar op élke jeugdliefde, niet alleen een homoseksuele. Leidraad zijn drie 'kartonnen dozen' die ieder een periode uit de jeugd markeren, te weten een reiskoffer, een versleten schoenendoos en een archiefbox. Al lezende groeit een onvermijdelijke sympathie voor de vertellende hoofdpersoon. De hele beschrijving van de kindertijd (Tom groeide op tussen vier vrouwen - zie de verwijzing naar Vestdijk) en de schooltijd is sowieso indrukwekkend. Op school veranderde alles onder invloed van de democratisering en secularisatie. De paters konden mee in de stroom of haakten af. Zeer overtuigend is de typering van de leraar 'Mussolini' die de ikpersoon de liefde voor de literatuur bijbracht. In deze man is de dichter-docent Anton Van Wilderode te herkennen. Kartonnen dozen is ook erg grappig en onderhoudend door de speelse elementen met o.m. stripverhaaltaal en een soort van masturbatie-encyclopedie met de lemma's 'Kwantiteit', 'Kwaliteit', 'Snelheid', 'Variëteit', 'Jolijt' en 'Lokaliteit'. Net als je voor jezelf definitief hebt besloten dat de jeugdherinneringen van Tom Lanoye in ijzersterke fictie zijn gegoten, sluit de auteur ook nog eens af met een magistrale, deels metafictionele epiloog waarin de lezer wordt aangespoord zijn eigen jeugdherinneringen te bewaren in 'de vierde doos'. Die vierde doos is het boek zelf. [*****]
Fragment: En u, lezer, wat gaat u doen met mijn vierde doos? [...] Ik heb daar niets in te zeggen. Maar... Stel dat ik u iets zou mogen vragen. Omdat u zich aangesproken voelt, omdat u zich herkend hebt in mijn strijd met de demon. Dan zou ik het volgende willen voorstellen. Ongetwijfeld bezit ook u duistere en geheime beelden die stammen uit uw jeugd. U hebt er geen bewijzen van, geen foto's, geen tekeningen. Ze zijn nooit vastgelegd behalve in de sluitertijd van uw prille hart. Hebt u al gedacht aan een plaats ze toch te bewaren? Nee? Bewaar ze dan in deze doos. [...] Denk hier en nu aan alles wat al lang voorbij is maar u dierbaar is gebleven. Haak het vast aan wat ik heb geschreven, sluit langzaam mijn kartonnen doos en schuif haar in uw boekenkast.

Maurice Gilliams - Elias of het gevecht met de nachtegalen Gilliams wordt dikwijls genoemd als insipratiebron voor Erwin Mortiers schitterende prozawerkjes en ik begrijp volkomen waarom. In Elias lezen we over een gevoelig jongetje dat het eind van de zorgeloze kindertijd in een decadent gezin ziet naderen. Alles is zeer zorgvuldig beschreven, met meelijwekkende gedachtenstromen en zintuiglijke natuurbeschrijvingen. Verbeelding en droom zijn zeer aanwezig. De mysterieuze en daardoor beklijvende openingszin zet meteen de toon: 'Wanneer Aloysius ons hart verontrust, hangen we in de werkelijkheid onderstboven als betooverde apen.' [****]

Remco Campert - Iks & Ei Dit kleine boekje vertegenwoordigt een primeur. het is namelijk het eerste boek dat ik volledig in de boekwinkel gelezen heb. In Utrecht heb ik 's ochtends dikwijls een buffertje van een kwartier en de afgelopen weken liep ik steeds even de Bruna binnen om een hoofdstukje uit Iks & Ei te lezen. O ja, wat vond ik ervan? Zo heel af en toe een interessante zin maar verder niet bijster interessant. [**]

Dimitri Verhulst - Mevrouw Verona daalt de heuvel af Deze kleine roman maakt niet zo'n chaotische en afgeraffelde indruk als De verveling van de keeper, de roman waar ik eerder niet zo over te spreken was. In Mevrouw Verona is regelmatig een fraaie zin of gedenkwaardige passage te vinden. Toch laat de gedachte me niet los dat met meer geduld en aandacht voor compositie er een overtuigendere geschiedenis had kunnen staan. De op zichzelf boeiende schetsen van de dorpsbewoners staan te los van de lotgevallen van Mevrouw Verona en maken daarmee een gezochte indruk. Een synthese, zoals Brusselmans in Het einde van mensen in 1967 heeft gedaan, ontbreekt en dat is - de taalvirtuositeit en verbeeldingskracht ten spijt - toch enigszins onbevredigend. [***]

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Leuke besprekingen. Ik heb al een aantal keren met 'Het recht op terugkeer' en 'Kartonnen dozen' in mijn handen gestaan, steeds weer teruggelegd. Nu ga ik ze toch maar kopen... 'Iks & Ei' heb ik overigens ook helemaal in de boekhandel gelezen evenals 'Het dagboek van een poes'. Fijn hoor werken in een boekhandel op stille avonden!

Anoniem zei

Hoe vet is het dat je buzzinnn in je lijstje hebt staan! vet rap-rock bandje he, ik heb het album...best wel oke..niet meer dan dat. Wel grappige kerels. Spreek je makker!