Formule 1, nóg een sport die je volgt?
Volgde. Tegenwoordig bekijk ik nog slechts de uitslagen, de daadwerkelijke races zie ik nog maar zelden.
Dat was vroeger anders?
Zeker. Toen ik een jaar of 12-13 was, had ik het virus flink te pakken. Ik keek alles, las alles, was een echte racefan. Het mooist waren de nachtelijke races, in het bijzonder de seizoensopener in Melbourne. 's Nachts om drie uur mijn bed uit, naar beneden glippen en dan met slaperige ogen de voorbeschouwing kijken. Vlak voor de start, tegen vier uur, voegde mijn pa zich bij mij en keken we samen de race.
Uit die tijd stamt ook F-1 WGP?
Klopt. Het spel verscheen in 1997. Formule 1 speelde ik al langer, maar dan op de computer. Grand Prix in den beginne, later Monaco Grand Prix 2. Toen de Nintendo 64 er kwam, stond een formule 1-spel natuurlijk hoog op het prioriteitenlijstje.
Het spel verscheen later in de Players Choice-reeks, een serie heruitgaven in zilver van de best verkochte N64-spellen. Was dit terecht?
Als het zo vaak verkocht is, dan zal het wel kloppen, hè. Of F-1 WGP ook in kwalitatief opzicht boven het maaiveld uitstak, is moeilijk te zeggen. Ik heb het spel erg vaak gespeeld, maar ik kan niet zeggen dat ik het echt een briljant spel vond. Het was gewoon oerdegelijk, geschikt voor een genoeglijke middag gaming, niets meer maar zeker ook niets minder.
Waar zat 'm die degelijkheid in?
Het racen verliep redelijk soepel. De besturing was enigszins hoekig, maar prima onder de knie te krijgen. Verder was het 'slijtageproces' erg goed uitgewerkt. Bij langere races zag je je banden geleidelijk aan slechter worden, kwamen er blaren op en werd sturen lastiger. Dit was vrij revolutionair toen, moet je je bedenken.
Onderscheidde F-1 WGP zich ergens in?
Bij nader inzien wel, op twee punten zelfs. In de eerste plaats introduceerde F-1 WGP de 'challenges'. Allerhande opdrachten dienden zich aan, variërend van makkelijk tot zeer moeilijk. Remmen, schakelen, inhalen, strategie, een scala aan technieken en tactieken passeerden de revue. Erg leuk en afwisselend. Een tweede punt is de bonustrack Hawaii. Wanneer je eindelijk het kampioenschap op Pro had weten te winnen, kwam de Hawaii-baan beschikbaar, een zeer mooie baan met o.m. een vulkaan.
En in negatieve zin?
In negatieve zin onderscheidde F-1 WGP zich door het crashsysteem. Het spelplezier van een racegame wordt grotendeels bepaald door het schademodel: kunnen de auto's kapot en in welke mate? Terwijl ik met Monaco Grand Prix op de computer naar hartenlust kon slippen, crashen en de auto helemaal total loss kon rijden, slaagde ik er met F-1 WGP maar niet in een fatsoenlijke spin of een spetterende crash te veroorzaken. De stukken vlogen er maar niet van af.
Exemplarisch voor het spel: weinig explosief, wel ruim voldoende voor een goed potje racen.
Een juiste conclusie.
Volgde. Tegenwoordig bekijk ik nog slechts de uitslagen, de daadwerkelijke races zie ik nog maar zelden.
Dat was vroeger anders?
Zeker. Toen ik een jaar of 12-13 was, had ik het virus flink te pakken. Ik keek alles, las alles, was een echte racefan. Het mooist waren de nachtelijke races, in het bijzonder de seizoensopener in Melbourne. 's Nachts om drie uur mijn bed uit, naar beneden glippen en dan met slaperige ogen de voorbeschouwing kijken. Vlak voor de start, tegen vier uur, voegde mijn pa zich bij mij en keken we samen de race.
Uit die tijd stamt ook F-1 WGP?
Klopt. Het spel verscheen in 1997. Formule 1 speelde ik al langer, maar dan op de computer. Grand Prix in den beginne, later Monaco Grand Prix 2. Toen de Nintendo 64 er kwam, stond een formule 1-spel natuurlijk hoog op het prioriteitenlijstje.
Het spel verscheen later in de Players Choice-reeks, een serie heruitgaven in zilver van de best verkochte N64-spellen. Was dit terecht?
Als het zo vaak verkocht is, dan zal het wel kloppen, hè. Of F-1 WGP ook in kwalitatief opzicht boven het maaiveld uitstak, is moeilijk te zeggen. Ik heb het spel erg vaak gespeeld, maar ik kan niet zeggen dat ik het echt een briljant spel vond. Het was gewoon oerdegelijk, geschikt voor een genoeglijke middag gaming, niets meer maar zeker ook niets minder.
Waar zat 'm die degelijkheid in?
Het racen verliep redelijk soepel. De besturing was enigszins hoekig, maar prima onder de knie te krijgen. Verder was het 'slijtageproces' erg goed uitgewerkt. Bij langere races zag je je banden geleidelijk aan slechter worden, kwamen er blaren op en werd sturen lastiger. Dit was vrij revolutionair toen, moet je je bedenken.
Onderscheidde F-1 WGP zich ergens in?
Bij nader inzien wel, op twee punten zelfs. In de eerste plaats introduceerde F-1 WGP de 'challenges'. Allerhande opdrachten dienden zich aan, variërend van makkelijk tot zeer moeilijk. Remmen, schakelen, inhalen, strategie, een scala aan technieken en tactieken passeerden de revue. Erg leuk en afwisselend. Een tweede punt is de bonustrack Hawaii. Wanneer je eindelijk het kampioenschap op Pro had weten te winnen, kwam de Hawaii-baan beschikbaar, een zeer mooie baan met o.m. een vulkaan.
En in negatieve zin?
In negatieve zin onderscheidde F-1 WGP zich door het crashsysteem. Het spelplezier van een racegame wordt grotendeels bepaald door het schademodel: kunnen de auto's kapot en in welke mate? Terwijl ik met Monaco Grand Prix op de computer naar hartenlust kon slippen, crashen en de auto helemaal total loss kon rijden, slaagde ik er met F-1 WGP maar niet in een fatsoenlijke spin of een spetterende crash te veroorzaken. De stukken vlogen er maar niet van af.
Exemplarisch voor het spel: weinig explosief, wel ruim voldoende voor een goed potje racen.
Een juiste conclusie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten