De beproeving
al te zwijgzaam tekende zich af
hoe duister gulpend door de kieren gutste
waar nevel sluierde door blanke straten
wat de ban brak met een onbeholpen onbehagen
de zelfzoeker bracht zich zachtjes om
terwijl de felle ijzel lijzig nestelde
het zong zichzelf in slaap
de doodsmak onbetekenend terzijde
wat is nog saillant naast de details?
de duiders van het zoekgeraakte vroeger
dwalen mokkend door hun dogmatieke mist
het licht raakt er langzaam lager en diffuus
schemer daalt en klemt de kaken op elkaar
als zomer komt kolkt in holtes nog het razende bloed
Geen opmerkingen:
Een reactie posten