vrijdag 14 maart 2008

Gedicht

De beproeving

al te zwijgzaam tekende zich af
hoe duister gulpend door de kieren gutste
waar nevel sluierde door blanke straten
wat de ban brak met een onbeholpen onbehagen

de zelfzoeker bracht zich zachtjes om
terwijl de felle ijzel lijzig nestelde
het zong zichzelf in slaap
de doodsmak onbetekenend terzijde

wat is nog saillant naast de details?
de duiders van het zoekgeraakte vroeger
dwalen mokkend door hun dogmatieke mist

het licht raakt er langzaam lager en diffuus
schemer daalt en klemt de kaken op elkaar
als zomer komt kolkt in holtes nog het razende bloed

Geen opmerkingen: