donderdag 25 oktober 2007

Brouw€rs

Dat Jeroen Brouwers de Prijs der Nederlandse Letteren krijgt, vind ik op zich al dubieus. De Prijs is de hoogste onderscheiding in het Nederlandse taalgebied die je als schrijver kunt krijgen. Deze oeuvreprijs wordt maar één keer in de drie jaar uitgereikt, is zowel een Nederlandse als een Vlaamse prijs en wordt niet te vergeten uitgereikt door Koning of Koningin. En passant krijgt de winnaar ook nog eens 16 000 (zestienduizend) Euro. Mijnheer Brouwers heeft echter besloten de prijs te weigeren: hij vindt het prijzengeld te laag...

Brouwers schrijft dus puur voor de pegels, dat weten we dan ook weer. Hij wil blijkbaar niet inzien dat zo'n prijs hem een enorme lading aan symbolisch kapitaal (= aanzien, prestige) verschaft. Deze vorm van kapitaal vormt de basis voor een literair schrijver om gecanoniseerd te worden en gaat vooraf aan het verdienen van geld. Jeroen is, zo blijkt, alleen geïnteresseerd in economisch kapitaal en begrijpt niet dat het symbolisch kapitaal dat hij met zo'n prijs in een klap verdient volgens de wetten van het veld zijn economisch kapitaal vanzelf zal vergroten.

Probleem is dat hij de ontvangst van de prijs geweigerd heeft, maar dat in de geschiedenisboekjes blijft staan dat hij de prijs gewonnen heeft. Bovendien heeft hij door alle media-aandacht misschien wel meer dan €16 000 'verdiend'. Zo zal hij er dus alsnog profijt van hebben. Het is opvallend hoeveel steun Brouwers krijgt bij zijn besluit. Het prijzengeld zou niet opwegen tegen dat van een commerciële prijs en schrijvers zouden in het algemeen veel te weinig verdienen. Wat betreft dat eerste punt: het kan aan mijn jeugdige naïviteit liggen, maar ik zou liever een oeuvreprijs van staatswege toegekend krijgen dan een commerciële prijs. Het is toch een enorme eer om de Prijs der Nederlandse Letteren te krijgen! En bij het tweede punt is mijn commentaar simpel: dan had je maar een vak moeten leren of bouquetreeksboekjes moeten schrijven.

1 opmerking:

Anoniem zei

Beste Marc van Zoggel,

Dat je het dubieus vindt dat Jeroen Brouwers de Prijs der Nederlandse Letteren krijgt, impliceert dat je op z’n minst iets van hem gelezen moet hebben. Hoe kom je anders tot deze uitspraak? Welnu, er van uitgaand dat dat dus het geval is, begrijp ik niet hoe je kunt zeggen dat Brouwers enkel schrijft om de pegels. In zijn oeuvre, en vooral in zijn feuilletons, bestrijdt hij voor een belangrijk deel de manier waarop, met name in Nederland, de uitgevers en diverse overheidsinstanties omgaan met haar literatoren. Als er een iemand is in de Nederlandse literatuur, die de uitholling van het Schrijven te vuur en te zwaard bevecht, dan is het Jeroen Brouwers. De insinuatie dat het hem enkel om het geld zou zijn te doen, gaat dan ook veel te ver. Brouwers heeft in het verleden trouwens ook al opgemerkt dat het prijzengeld van de meest prestigieuze prijs voor de literatuur in het Nederlandstalig gebied een aanfluiting is.
Als Brouwers al een probleem heeft, dan is het dat hij zich als schrijver ondergewaardeerd en onbemind voelt. Deze onderwaardering voor de literatuur en haar dienaren komt ook tot uiting in het prijzengeld. En laten we wel wezen, het stelt ook niks voor. Deze prijs wordt eens per drie jaar uitgereikt, door twee regeringen, en tezamen kunnen zij niet meer bij elkaar leggen dan 16000 euro? Nee, het is Brouwers niet te doen om het geld. Het gaat erom dat wij onze auteurs de eer geven die hen toekomt, en niet “afschepen met een aalmoes”. Wellicht gaan de heren door de actie van Brouwers eens kijken of er niet iets te doen is aan de beloning voor al die jaren werk. Hij zal er zelf niet van profiteren, maar misschien krijgt hij dan toch nog zijn zin.

Lennart van Baalen