woensdag 13 juni 2007

Over cultuurrelativisme in theorie en praktijk

Laatst pleitte ik voor een middenweg in de aanpak van jonge, voornamelijk Marokkaanse crimineeltjes. Daar heb ik nog korte een notitie bij.

Een hardere aanpak is niet alleen een oplossing voor de gemeenschap, maar is ook in het belang van de jongeren zelf. Zij hebben zelfs behoefte aan een duidelijke afbakening van wat wel en niet mag in ons land. Een grote mate van tolerantie zijn zij cultureel en van huis uit niet gewend en zij weten daar dan ook niet goed mee om te gaan. Ze passeren duidelijk een grens in toelaatbaar gedrag, zijn zich daar vaag wel van bewust, maar omdat maatregelen uitblijven raken zij verward in hun visie op het toelaatbare in een westerse vrije samenleving. Dat blijkt ook uit het feit dat zij zich in Marokko 's zomers gedragen als voorbeeldige mensen, omdat ze weten dat ze daar met grensoverschrijdend gedrag wel effectief de pineut zijn.

Tolerantie is een basisbegrip in een breder gedragen cultuuropvatting, namelijk die van het cultuurrelativisme. Deze opvatting legt een taboe op het beoordelen van andere culturen vanuit de eigen cultuuropvatting. Zo wordt het mogelijk moreel verwerpelijke daden in een andere cultuur niet te verwerpen of te bestraffen door te wijzen op de beperkte visie van de dader op moraliteit, ingegeven door zijn cultuur. Cultuurrelativisme heeft een opgang gevonden in westerse cultuuropvattingen omdat het kan dienen als verweer tegen superioriteitsargumenten met betrekking tot andere culturen. Het voorkomt zo de opkomst van fascistische procédés.

Dat is de theorie. In de praktijk blijkt het allemaal niet zo te werken. Cultuurrelativisme en de daaruit voortvloeiende waardenvrijheid en tolerantie blijken een overdreven vrijblijvendheid in de hand te werken. Vrijblijvendheid die niemand goed uitkomt. Autochtone Nederlanders niet, omdat zij onderworpen zijn aan criminaliteit. En de allochtone jongeren niet, omdat zij niet weten hoe om te gaan met een onevenredige vrijheid en Nederland zelfs minachten om onze hoge acceptatiegraad. Als je nooit gestraft wordt is het blijkbaar geoorloofd om de wet te overtreden.

Er liggen nergens zoveel kansen voor het grijpen dan in Nederland en toch slaagt een groot deel van de jongeren er niet in deze kansen te benutten. Ze hebben behoefte aan een strenge begrenzing van het toelaatbare, maar raken bij gebrek daaraan vervreemd van de samenleving en bovendien worden zij in een slachtofferrol gemanoeuvreerd. Cultuurrelativisme is misschien in theorie een goed universeel concept, maar blijkt in de kleine dagelijkse praktijk averechts te werken en moet daarom maar eens verworpen worden. In de plaats moet een praktijk komen waarbij de nadruk ligt op de verantwoordelijkheid van het individu en duidelijke grensbepaling en strafmaatregelen. In het belang van vooral de delinquenten zelf.

Geen opmerkingen: