Derksen ontvouwt in de eerste alinea zijn gevoelens en gedachten op het moment dat hij hoorde van de rellen. De laatste zin is op het randje, maar wel eerlijk en is typisch een reactie van op het moment zelf, als de verontwaardiging nog vers en meer emotioneel dan rationeel is. De tweede alinea vind ik een treffende analyse van de reacties in de media. Derksen heeft volkomen gelijk als hij zegt dat de 'demagogie hoogtij' vierde en de rellen zowel gebagatelliseerd als opgeblazen werden. Met aan de ene kant mensen als minister Ter Horst die maar weer eens blijk gaf van een schromelijke onderschatting van het probleem door te stellen dat het geen problemen met Marokkaanse jongens waren en aan de andere kant mensen als Wilders die met de absurde kamervraag kwam of de relschoppers voor straf de stadions in Nederland met een tandenborstel mochten gaan schoonmaken. Pragmatisme was dus ver te zoeken.
In de derde t/m zesde alinea komt Derksen op de proppen met zijn eigen ervaringen met de probleemgroep. Hier is dus sprake van een verslag van de eigen bevindingen met betrekking tot het probleem en dat kan een complicatie opleveren. Wanneer men immers te dicht op de problematiek staat en zelf slachtoffer is kan dat het zicht op de gebeurtenissen vertroebelen. In dit geval lijkt mij deze complicatie echter minimaal omdat een praktijkdeskundige in dit geval juist recht van spreken heeft. Het probleem van de huidige politieke machthebbers die het probleem niet goed aanvoelen is dat zij er te ver vanaf staan. Opgegroeid in een tijd waar de problemen nog slechts in opbouw waren en momenteel ver weg van de ghetto's waarin de vulkaan langzaam tot uitbarsting lag te komen hebben zij vandaag de dag geen idee van de dagelijkse terreur die de probleemjongeren kunnen veroorzaken. Iets waar de nieuwe generatie wel over mee kan praten. Zij zijn immers opgegroeid met deze problematiek en hebben die grotendeels ondervonden op sportvelden, in het uitgaansleven en op straat.
In de zevende en achtste alinea komt Mo Allach in beeld. Derksen stelt terecht dat Allach's loyaliteit met de relschoppers begrijpelijk is, maar Allach maakt een kapitale blunder door de daders als slachtoffers af te schilderen. De relschoppers hebben steeds de intentie gehad er een zooitje van te maken. Jong Marokko won immers met 2-0 dus frustratie kan de oorzaak niet zijn geweest. Derksen fulmineert ook correct tegen de hypocrisie om het beestje niet bij de naam te noemen. Of zoals Hanneke Groenteman zei nadat ze van haar handtas was bestolen en kritiek leverde op de berichtgeving waarin melding werd gemaakt van de Marokkaanse afkomst van de daders: "Het waren niet eens Marokkanen. Het waren misschien wel Marokkanen, maar ik zou dat nooit zo opschrijven." Tuurlijk Hanneke, vooral star blijven volharden in verouderde denkbeelden die ruimschoots door de tijd zijn ingehaald.
In de negende en tiende alinea komt Derksen ten slotte tot een mooie conclusie, die recht doet aan zowel de rationele als de emotionele gevoelens bij deze problematiek en waarin ik me volledig kan vinden. Allereerst de eerlijke opmerking 'ik weet de oplossing ook niet'. Inderdaad, iedereen die met een kant-en-klare oplossing komt is naïef, want er is geen eenduidige oplossing. Ook de slotconclusie verwoordt mijn standpunt: 'Mijn innerlijk fatsoen weerhoudt me ervan op Geert Wilders te stemmen. Maar iedere politicus die een eind maakt aan deze terreur kan op mijn stem rekenen.' Treffende woorden. Op Wilders stemmen is geen optie. Daarvoor is hij echt te ongeloofwaardig. Maar wat dan? De partijen die het gedachtegoed van Fortuyn het meest hebben overgenomen, CDA en PvdA, lijken ook niet de aangewezen partijen om in te grijpen.
Wat we nodig hebben is een erudiet clubje pragmatici dat niet gehinderd wordt door partijdigheid, publieke bekendheid of vooringenomenheid, maar dat zich onderscheidt door daadkracht en onafhankelijkheid. Maar waar vind je zulke mensen en wie zorgt voor hun aanstelling? We leven immers in een parlementaire democratie en daarin regeren de waan van de dag, de partij-afhankelijkheid, de opiniepeilingen, de compromismentaliteit en de besluiteloosheid. Het is de ironie van de democratie: in plaats van iedereen heeft niemand het voor het zeggen.
Wat we nodig hebben is een erudiet clubje pragmatici dat niet gehinderd wordt door partijdigheid, publieke bekendheid of vooringenomenheid, maar dat zich onderscheidt door daadkracht en onafhankelijkheid. Maar waar vind je zulke mensen en wie zorgt voor hun aanstelling? We leven immers in een parlementaire democratie en daarin regeren de waan van de dag, de partij-afhankelijkheid, de opiniepeilingen, de compromismentaliteit en de besluiteloosheid. Het is de ironie van de democratie: in plaats van iedereen heeft niemand het voor het zeggen.
2 opmerkingen:
Inderdaad woorden genoeg, maar daden te weinig. Wilders nieuwste plan om relschoppers in hun benen te schieten, zal averechts werken. Agressie met agressie bestrijden wekt alleen maar meer agressie op. Niets doen werkt ook niet, dat hebben we de afgelopen jaren wel gezien. Het begint echter steeds verder uit de hand te lopen. Het probleem wordt onderschat door politici, die vaak het probleem ook nog ontkennen.
Zoals je al beschrijft dat er nog geen goed plan is om deze problematiek aan te pakken en dat de heer Derksen ook niet weet wat te doen is begrijpelijk. Ik neem aan dat de politiek hier zich momenteel mee bezig gaat houden, in plaats van teveel achter de kont van Amerika aan te lopen. Maar ja, welke politicus wil én kan dit probleem aanpakken? Pim is er ten slotte niet meer...
Een goede reactie. Ik denk dat je de kern van mijn stuk goed te pakken hebt. Ik ben tegen elke vorm van eenvormigheid, zowel links (SP) als rechts (Wilders). De huidige rechtse politici die over het lijk van Fortuyn proberen te scoren staan inmiddels mijlenver van hem af. Fortuyn zou nu niet meer dan een middengeluid vertolken met zijn pleidooi voor een generaal pardon e.d.
Het is inderdaad ontzettend moeilijk om de problematiek daadkrachtig aan te pakken. Je hebt te maken met zoveel cultuurverschillen, tegengestelde belangen en kortetermijndenken. Zowel agressie als nonchalance werken averechts zoals je terecht opmerkt. Laten we hopen dat de huidige politieke macht achter de schermen hard aan het werk is. Ik ben benieuwd...
Een reactie posten