Jongeren gaan op 15 maart massaal op de PVV stemmen, zo blijkt uit onderzoek onder kiesgerechtigden uit de leeftijdsgroep 18-25 jaar.
21% van deze groep heeft een voorkeur voor de PVV, dat is drie keer zoveel als voor enig andere partij: GroenLinks en VVD volgen met respectievelijk 7% en 6%.
Een mogelijke verklaring is dat jongeren de praktijkdeskundigen zijn: op school, in het uitgaansleven, op de sportclubs ondervinden ze de demografische verschuivingen aan den lijve. Voor hen is de multiculturele samenleving bovendien een gegeven, zowel de zegeningen als de bedreigingen, en nauwelijks nog een taboeonderwerp zoals nog maar al te vaak in de media en de politiek het geval is.
Een andere verklaring stelt juist dat jongeren vandaag de dag geen enkele voeling meer hebben met wat er speelt in de samenleving sinds ze geen televisie meer kijken (kranten lazen ze al niet meer) maar slechts nog via de grillige sociale media met de grotemensenwereld in verbinding staan - het 'nepnieuws' van Facebook.
Die wereldvreemdheid is ook een gevolg van woekering van woord en beeld in de digitale era. Jongeren blijken namelijk moeite te hebben het ongebreidelde aanbod van nieuws (overload aan content, zoals dat tegenwoordig heet) te filteren.
Ze volgen het nieuws alleen nog om mee te kunnen praten, aldus een RTL-medewerkster die er onderzoek naar deed: 'Ze willen niet voor schut staan omdat ze niet weten wat er speelt. Ze willen weten wat hun vrienden lezen. Tegelijk worstelen ze met een overload aan content. Er komt zoveel op ze af. Ze missen een filter.'
Tja, denk ik dan, en mij maar uitlachen om mijn trouw aan Teletekst.
Mark Misérus schreef vorige week in de Volkskrant een mooi artikel over de onverminderde populariteit van Teletekst, dat in veel andere landen al verdwenen is. Daar hebben de publieke omroepen overhaast gehandeld en de digitale mogelijkheden genegeerd. Want het is de app die Teletekst toekomstbestendig maakt, met 619.000 unieke bezoekers gemiddeld per dag.
Op zondag raadplegen ruim 800.000 mensen de voetbalpagina's. Op de dag dat Donald Trump tot president verkozen werd waren het er 2 miljoen.
Teletekst is bondig, braaf en objectiever dan al het andere. Een filter zonder fratsen. 'Hier geen foto's, filmpjes en advertenties die de aandacht van de boodschap afleiden. Geen slecht onderbouwde meningen, godwins, scheldkanonnades en doodsbedreigingen. Teletekst is niet links en niet rechts, is progressief noch conservatief. Het is rechttoe-rechtaan, hardcore nieuws, de servicepagina's daargelaten.'
Dat vat het vrij aardig samen. Vooral van die advertenties, fijn dat iemand anders het ook eens opmerkt. En nog nooit is er iemand in geslaagd in te breken: 'Teletekst is oldskool hufterproof.'
Teletekst is ook een doorlopende ode aan de taal. De creativiteit van de koppen, en de schoonheid van het woordbeeld bijvoorbeeld. Zo moet de teletekstredacteur ervoor zorgen dat de regels zo veel mogelijk vollopen: 'de nieuws- en sportberichten bestaan uit drie alinea's die bij voorkeur netjes uitlijnen. Want dat vinden bepaalde teleteksters nogal belangrijk, dat de regels mooi vollopen.' Misérus schrijft het hier enigszins smalend op, zo lijkt het, maar het is natuurlijk een vorm van taalvirtuositeit.
De ruimte om zo volledig mogelijk te zijn is beperkt. 'Het is een ambacht', aldus een NOS'er. Dat is het, een ambacht. Graag meer aandacht voor het ambacht. In der Beschränkung zeigt sich erst der Meister.
De partij die Teletekst in de nationale inventaris immaterieel cultureel erfgoed wil opnemen krijgt 15 maart mijn stem.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten