donderdag 12 januari 2017

Ze is een puntje puntje puntje

Zes jaar geleden, januari 2011, schreef ik een satirische blogpost naar aanleiding van de entree van WNL (Wakker Nederland) in het publieke bestel. Deze omroep was opgericht als een directe reactie op de aanhoudende kritiek dat de publieke omroep te 'links' zou zijn. Ik heb dat altijd een wat overtrokken bezwaar gevonden.
  Natuurlijk, er was de beruchte uitspraak uit 2003 van NOS-hoofdredacteur Hans Laroes: 'Wij vinden Bush dommer dan Al Gore, GroenLinks-stemmers aardiger dan LPF-stemmers, een bos mooier dan een snelweg, een bijstandfraudeur zieliger dan een frauderende accountant, iemand in een BMW verdachter dan in een Fiat Panda.' En in 2014 oordeelde de Raad van Cultuur dat de publieke omroep inderdaad te links was en dat er sprake was van een gebrek aan pluriformiteit. Maar over het algemeen is de basale nieuwsvoorziening zakelijk, afgewogen, zo objectief mogelijk - met teletekst als onbetwist vlaggenschip.
  De twee invloedrijkste talkshows - prime time en late night - worden door de VARA gemaakt, dus een roodgekleurde bias is daar enigszins onontkoombaar, maar qua gasten en qua onderwerpen leek mij dat het volledige spectrum ook hier wel bediend werd. Bovendien is zoiets ook een kwestie van zelf kritisch blijven nadenken: als er meer 'linkse' lui te zien en te horen zijn, dan betekent dat niet dat je vanzelf hun denkbeelden gaat overnemen - er zijn immers altijd tegenstemmen, ook als ze ietwat in de minderheid zijn.
  Sterker: de nog altijd veelgeciteerde uitspraak van Laroes bleek bij nadere bestudering - context is alles - juist onderdeel uit te maken van een kritisch vertoog over de vaak onbewuste vooringenomenheid van de mainstreamjournalistiek. Met zijn opsomming verwoordde Laroes die houding en hij liet die dan ook volgen door de aanmaning: 'We zitten vol met die soort beelden. Het expliciete kun je filteren, het impliciete vergt attitudeverandering.'
  Afgelopen maandag blunderde het NOS Journaal in een item over de uitspraken van actrice Meryl Streep over Donald Trump en de reactie van Trump daar weer op via Twitter. Annechien Steenhuizen toonde de tweet met de tekst 'Meryl Streep, one of the most over-rated actresses in Hollywood, doesn't know me but attacked last night at the Golden Globes. She is a.....', las daarbij een Nederlandse vertaling op ('Ze is een puntje puntje puntje') en gaf vervolgens de beurt door aan weerman Peter Kuipers Munneke ('Peter, vul jij het maar in') - maar de rossige regenvoorspeller ging er wijselijk niet op in ('Nou, nee, dankjewel').
  Hier kreeg ik een ongemakkelijk gevoel bij, want met die puntjes geeft een twitteraar toch aan dat de zin in een volgende tweet verdergaat? En inderdaad, zo bleek toen ik Trumps twitter bekeek: het vervolg aldaar luidde: 'Hillary flunky who lost big.' Streep was dus een lakei van Clinton. Trump had er nog een fotootje ter bewijsvoering bij kunnen plakken. Maar de NOS toonde deze vervolgtweet dus niet, een evident en ook pijnlijk voorbeeld van 'framing'. Hier ontbrak niet zozeer de context rond een kernzin, een deel van de zin zelf werd weggelaten!
  Dan moet ik weer een stokpaardje van stal halen: de terugkerende en meestal niet te beantwoorden vraag of zoiets domheid is of kwade wil, en welke van de twee erger is.
  Vorig jaar november, na de verkiezingswinst van Trump die de mainstreammedia niet hadden zien aankomen, ging NPO-topvrouw Shula Rijxman diep door het stof. In een ingezonden stuk in de Volkskrant schreef ze dat de publieke omroep ging 'leren van Trump' en dat er voortaan meer aandacht zou zijn voor de pluriformiteit van de samenleving. 'Ook in Nederland speelt de vraag of de zogenaamde mainstream media wel weten wat er speelt op straat.'
  Dit lijkt sterk op wat Laroes in 2003 constateerde toen hij de hand in eigen boezem stak, destijds naar aanleiding van de al even onvoorziene opkomst van Pim Fortuyn: 'In de eerste plaats konden we het fenomeen Fortuyn niet duiden. We dachten dat het wel mee zou vallen, opwinding in de peilingen maar niet in de stembus. [...] Maar toch ontbrak er iets, grosso modo [...]: we kenden de verhalen, maar van te grote afstand. We beleefden ze niet op het existentiële niveau. We misten de sense of urgency, de veenbrand in de polder.' En: 'De taak om pluriform te zijn, en niet monomaan of monolithisch, zou de hoofdredacteur niet misstaan.'
  Er is in die bijna vijftien jaar dus niet veel veranderd. En dat terwijl de afstand alleen maar is toegenomen door de opkomst van de sociale media en de uitbreiding van de invloed van het internet, die 'krankzinnige kermis van ongecheckte feiten' (P.F. Thomése). Het valt bijvoorbeeld nauwelijks te onderschatten hoeveel mensen hun nieuws nog uitsluitend via Facebook binnen krijgen. Door het internet kan iedereen moeiteloos zijn hoogsteigen nieuwsbubbel boetseren waarbinnen hij alleen nog de woorden leest, de beelden ziet en de stemmen hoort die zijn wereldbeeld bevestigen.
  Carel Brendel betoogde naar aanleiding van Rijxmans interventie - ik verwees er eerder al eens naar - dat het geen kwestie is van een te eenzijdig perspectief maar dat er een veel diepere systeemfout aan ten grondslag ligt: journalisten delen vaak dezelfde opvattingen en hetzelfde wereldbeeld, en de zogenaamde 'kwaliteitsmedia' zijn bij uitstek de media die die opvattingen en dat wereldbeeld uitdragen. Hierdoor hebben ze minder zicht op wat er leeft in andere sectoren van de samenleving, laat staan dat ze zich kunnen verplaatsen in mensen met andere opvattingen en een ander wereldbeeld.
  In plaats van telkens weer diep door het stof te moeten en de intentie uit te spreken nu echt rekenschap te gaan geven van de pluriformiteit van de samenleving - wat dat ook moge betekenen - zou men eens kunnen beginnen met een fundamentele bezinning op de eigen samenstelling, op de gewoonte uit altijd weer diezelfde socioculturele groep met dezelfde opvattingen en hetzelfde wereldbeeld te rekruteren. Als je zo graag de pluriformiteit van de samenleving wilt vertegenwoordigen, helpt het in de eerste plaats om zelf pluriformer te worden.
  En neem met spoed iemand in dienst die verstand heeft van Twitter puntje puntje puntje.

Geen opmerkingen: