dinsdag 10 mei 2016

Het weerwerk dat Abou Jahjah bij Pauw niet kreeg

I
De Vlaams-Libanese activist Dyab Abou Jahjah mocht gisteravond aanschuiven bij Jeroen Pauw. Aanleiding was de bijeenkomst ten burele van De Bezige Bij eerder die dag, waarbij auteurs van de uitgeverij met elkaar in gesprek gingen over de ophefmakende contractering van Abou Jahjah. Een achttal auteurs, onder wie Marcel Möring, Jolande Withuis, Leon de Winter en Jessica Durlacher, had te kennen gegeven het geen prettig idee te vinden om onder één dak uitgegeven te worden met deze twijfelachtige provocateur die altijd een zweem van antisemitisme om zich heen heeft hangen. De Bezige Bij is voortgekomen uit het verzet tijdens de Duitse Bezetting.
   Het gesprek, geïnitieerd en ingeleid door Paul Scheffer, was open en constructief, aldus Durlacher in NRC next: 'Ik ben niet van mening veranderd, maar het is fijn om te merken dat er begrip is voor elkaars gedachten. We hebben gediscussieerd over de vraag wie je wel uitgeeft en wie niet, en of schrijvers daar iets mee te maken hebben.' Vlaamse krantensites kopten dat Jahjahs Pleidooi voor radicalisering 'dan toch' gepubliceerd zou gaan worden, maar een eventueel publicatieverbod is nooit aan de orde geweest. Allard Schröder, voorzitter van de Schrijversvereniging: 'Er is nooit discussie geweest over de vraag of het boek er zou komen. Daar gaat de Schrijversvereniging niet over.'
   'De Bezige Bij blijft een verzetsuitgeverij en wijkt niet voor druk,' twitterde Abou Jahjah niettemin triomfantelijk. Bij Pauw kreeg hij geen opponent tegenover zich, en hij mocht dan ook vrijuit oreren zonder serieus weerwerk te ondervinden. Jeroen Pauw probeerde het wel, maar hij was slecht voorbereid en liet vele kansen liggen om Jahjah stevig aan de tand te voelen over zijn dubieuze handel en wandel in verleden en heden en zijn schimmige gedachtekronkels, terwijl er op bijna alles wat hij te berde bracht wel wat af te dingen was.

II
Pauw begon met het tonen van een aantal geruchtmakende uitingen van Jahjah op de sociale media. Toen de Antwerpse burgemeester De Wever na de aanslag op het Joods Museum in Brussel de beveiliging van Joodse instellingen intensiveerde, twitterde Abou Jahjah (2 juni 2014): 'Waar was je leger toen Hans van Temsche Allochtonen en kinderen in klare daglicht [sic] in Antwerpen neerknalde? #zionisten_pijper'. De 18-jarige student Van Themsche schoot in 2006 op straat vanuit een xenofoob motief een vrouw en een kind dood.
   Jahjah had geen spijt van de tweet, zei hij, alleen van de hashtag. We moesten hem ook niet beoordelen op zo'n in een opwelling geplaatste tweet, bezwoer hij, maar op zijn boeken en zijn columns in De Standaard. Nu is het waar dat er veel ongefilterde bagger op de sociale media verschijnt, maar soms heeft dat ook voordelen: socialemediaberichten bieden een inkijkje in hoe mensen werkelijk denken. Op zijn column kan Jahjah de hele week broeden, er zit nog een redacteur tussen en een goede eindredacteur, opdat het allemaal zo omzichtig mogelijk en binnen de lijntjes geformuleerd in de krant verschijnt. Zo'n hashtag toont de ware aard van de man.
   Maar de tweet zelf is ook dubieus, en dan heb ik het nog niet eens over het feit dat 'zionistenpijper' De Wever pas in 2011 burgemeester van Antwerpen werd en met die verschrikkelijke gebeurtenis in 2006 niets van doen had - hij zat toen zelfs nog niet in de gemeenteraad. Jahjah vond al dat beveiligen van Joodse instellingen maar overtrokken want er was 'geen concrete dreiging' in Antwerpen. En dat terwijl het antisemitisme onder moslims een groot probleem is en zelfs ook weer salonfähig dreigt te worden onder (linkse) intellectuelen. We leven anno 2016 met het schandaal dat Joodse scholen en andere instellingen niet meer zonder permanente beveiliging kunnen.
   Het is op dit punt wel aardig om Paul Groots onvolprezen imitatie van Abou Jahjah in Kopspijkers (25 oktober 2003) in herinnering te roepen, waarin hij de arrestatie van vijf moslims die een aanslag in voorbereiding hadden als volgt veroordeelde: 'De AIVD had überhaupt geen idee wat ze van plan waren. Ik zeg: laat ons eerst eens afwachten of ze echt een aanslag plegen en dan kunnen we alsnog ingrijpen.' Niet ongeestig, maar merk op dat de echte Abou Jahjah gisteren een vergelijkbare redenering toepaste, maar dan niet bedoeld als satire. De karikatuur is hier werkelijkheid geworden.
   Vervolgens liet Jeroen Pauw een Facebookreactie zien uit 2015, waarin Abou Jahjah tekeerging tegen een Joodse vrouw, een nazaat van een Holocaustoverlevende. Ze pleitte voor meer samenwerking tussen Israëliërs en Palestijnen in Gaza, zoals op de Westelijke Jordaanoever gebeurt. Jahjah had evenwel geen boodschap aan die hele Holocaust ('I have nothing to do with it and I don't care about it'), Palestina zou moeten worden veroverd op de Joden en voor mevrouw had hij nog een boodschap: 'I have onlu one phrase for all the zionist invaders in Palestine: La valise ou le cercueil.'
   De koffer of de doodskist. Morbide en misselijkmakend. Jahjah had hier echter een effectief weerwoord klaar: dit had hij helemaal nooit geschreven! Het was een vervalsing door het Vlaams Blok, al daterend van 2009, en vorig jaar weer opgediept om hem te belasteren (VB-voorman Van Grieken deed toen aangifte). Dat had Pauw toch moeten weten als zijn redactie een beetje research had gedaan. Terechte kritiek en beschamend voor de redactie, maar het lijkt misschien toch niet de gehele waarheid als we inderdaad een beetje research doen. Het klopt dat de reactie veel ouder is dan gesuggereerd werd, maar in dit bericht van Knack wordt, met verwijzing naar een artikel in De Standaard, de authenticiteit van de tekst zélf wel bevestigd, namelijk door het slachtoffer:
   'Ook de Joodse vrouw die op Facebook door Jahjah werd aangesproken, reageert volgens De Standaard verrast. Net als Jahjah beweert ze, dat de berichten uit 2009 dateren. Alleen spreekt de vrouw niet over een vervalsing. "Ik ben toen zodanig bedreigd geweest door nog andere Facebookgebruikers, die zijn mening deelden, dat ik er liever niet meer mee geconfronteerd word", vertelde ze de krant.' Hoe een en ander zich nu werkelijk heeft afgespeeld kan ik verder niet beoordelen, maar Pauw had toch op zijn minst zijn gast even moeten confronteren met deze correctie op zijn verweer dat het allemaal gephotoshopt was.
   Volgde wat gepalaver over cartoons. Abou Jahjah vond cartoons niet kunnen als er stereotypen in verbeeld werden, wat toch een raar criterium is voor een cartoon, een genre dat immers drijft op de karikaturale uitvergroting van een typisch kenmerk van iemand of iets. Een cartoon hierom veroordelen is hetzelfde als een sprookje veroordelen omdat er stereotiepe personages in voorkomen.
   Hierna stuurde Jahjah het gesprek naar de ophef over zijn boekencontract. Hij kwam met het van Peter Vandermeersch nagebauwde bezwaar op de proppen dat dezelfde mensen die 'Charlie' waren hem nu monddood willen maken. Een ridicule aantijging, want zoals al door menigeen en menigmaal opgemerkt is er nooit voor het tegenhouden van de publicatie van zijn boek geijverd. Ik schreef het eerder al: de ongeruste auteurs 'overwegen alleen over te stappen naar een andere uitgever omdat ze niet met dit heerschap in één fonds willen worden uitgegeven. Ze zeggen dus eigenlijk: we gunnen Abou Jahjah zijn vrijheid van meningsuiting, maar dan nemen wij de vrijheid om ons heil ergens anders te zoeken.'
   Aan het slot kreeg Jahjah de ruimte om enkele van zijn standpunten over het voetlicht te brengen, en toen brandde hij pas echt los. Hij was zeker geen antisemiet, dat waren 'grove leugens'. Hij was tegen het beleid van de staat Israël: hij was een 'antizionist'. We moeten ons in ernst afvragen waarom figuren als Jahjah niet eenvoudigweg stellen dat ze anti-Israël zijn, maar hiervoor de troebele term 'antizionist' gebruiken.
   Volgens de Franse socioloog en antisemitismekenner Michel Wieviorka zijn er drie soorten antizionisme. Oorspronkelijk betekende antizionist dat je een tegenstander was van het project - een idee van Theodor Herzl - om een Joodse staat te stichten, het zionisme. Tegenwoordig betekent antizionist dat je tegen het karakter van de staat Israël bent of, in een geradicaliseerde vorm, dat je die staat überhaupt niet erkent. De eerste categorie is legitiem, de tweede is gevaarlijk. En de tweede categorie is precies het soort antizionist dat Abou Jahjah is.
   Hij zei het letterlijk met zoveel woorden bij Pauw: 'Ik erken niet de staat Israël, ik erken dat niet als een legitieme staat, natuurlijk niet.' Wanneer iemand zich 'antizionist' noemt en daarbij de staat Israël niet slechts bekritiseert maar haar het bestaansrecht ontzegt, dan moeten alle alarmbellen afgaan. Wieviorka: 'Sinds de jaren tachtig is de kritiek op Israël steeds heftiger geworden en vaak neemt die een wending die onmiskenbaar antisemitisch is. Die kritiek hult zich meer en meer in het kleed van "antizionisme" en betwist zelfs het bestaansrecht van een staat die toch erkend is door de Verenigde Naties.' 
   Even later ging het over de door Israël bezette cq. betwiste Palestijnse gebieden. Jeroen Pauw dacht dat ze betwist waren, Abou Jahjah wist zeker dat ze bezet zijn, want dat is erkend door de Verenigde Naties. De staat Israël wordt al sinds 1947 erkend door de VN, maar in het geval van Israël is die erkenning blijkbaar dan weer geen criterium voor Jahjah.

III
Vlaamse schrijvers als Hertmans, Mortier en Van Reybrouck betogen dat wij in Nederland bij het horen van de naam Abou Jahjah nog te veel aan de Abou Jahjah van 10-15 jaar geleden denken. De Abou Jahjah van de Arabisch-Europese Liga die in 2002 milities organiseerde om de Antwerpse politie hinderlijk te volgen, die een kwalijke rol speelde bij de onlusten in Borgerhout, die toegaf dat hij 'een gevoel van victorie' ervoer toen vliegtuigen zich in de Twin Towers boorden, die Belgen en Nederlanders die worstelen met de multiculturele samenleving toebeet dat ze dan maar moesten emigreren.
   De huidige Abou Jahjah zou veel gematigder zijn, blijkens zijn Standaard-columns, maar die krijgen wij hier nooit onder ogen. Dat kan zo zijn, maar wij hebben Abou Jahjah dan weer wel, nog niet zo lang geleden, met eigen ogen in actie gezien bij een pro-Palestinademonstratie in Amsterdam in het kielzog van 'rapper' Appa, die Esther Voet van het CIDI 'Esther Stinkvoet' noemde: 'Je bent een smerig mens!' 'Het is klaar met de zionistische honden!' brulde de mollige haatzaaier. Jahjah distantieerde zich niet van Appa, integendeel: 'Ik ben trots om op hetzelfde podium te staan als Appa, hij heeft alles al gezegd.' 
   Abou Jahjah heeft zich gespecialiseerd in het zoete broodjes bakken, maar de onwelriekende keutels die hij tussendoor legt en later ijlings weer intrekt, laten zien dat hij niet ten onrechte nog altijd in een kwade reuk staat. We wachten de verschijning van zijn Pleidooi voor radicalisering rustig af, maar het is niet zo raar dat velen die vermeende matiging in standpunten alvast met een gezonde dosis scepsis bezien. Immers, wanneer matiging in werkelijkheid verhulling en maskering blijkt, is extra waakzaamheid een plicht.

Geen opmerkingen: