donderdag 11 februari 2016

Tien jaar PVV

Deze maand bestaat de Partij Voor de Vrijheid tien jaar. Wilders en de zijnen hebben zonder twijfel een stevig stempel op Nederland gedrukt, daarbij bovendien niet al te zeer gehinderd door effectief tegenspel. 
   De intelligentsia, verenigd in de Nationale Wildersbestrijding, laat zich nog maar al te vaak leiden door een tamelijk primitieve afkeer van de man en zijn gedachtegoed, en door de weigering of het onvermogen om in te zien dat lang niet alle mensen in dezelfde werkelijkheid leven als zij. En in een democratie als de onze telt iedere stem nu eenmaal even zwaar mee.
   De aanname is vaak dat het huidige maatschappelijke klimaat, getypeerd met woorden als 'verharding', 'verruwing' en 'verrechtsing', grotendeels een gevolg is van de daden en vooral de woorden van Wilders. Ik denk dat het andersom is: het relatieve succes van de PVV is vooral een uitvloeisel van veranderingen in de samenleving op sociaal, economisch en demografisch gebied.
   De rol van de media is even fascinerend als verontrustend. Wilders controleert de media als in een totalitaire staat, maar zonder daarbij dictatoriale middelen als intimidatie en corruptie nodig te hebben. De media dansen naar zijn pijpen, niet eens uit kwader trouw maar vanwege het principe van perfecte wederkerigheid: wanneer media aandacht besteden aan Wilders genereert Wilders aandacht voor die media.
   Deze week gebeurde het weer. Dinsdagochtend publiceerde NRC Handelsblad op zijn site een interview met Hans Spekman waarin de PvdA-voorzitter onder meer zei dat Wilders de democratie en de rechtsstaat in gevaar brengt met zijn semantiek van 'verzet' en 'revolte'.
   Andere nieuwsmedia bombardeerden de uitspraak gretig tot headline. Vervolgens was het wachten op de reactie van Wilders. Die kwam gauw genoeg. 'Als de kogel komt, komt hij van de PvdA' was de rest van de dag de kopregel. 'We hebben met Melkert en Pim Fortuyn gezien waar dat demoniseren toe leidt,' specificeerde Wilders nog.
   Een tamelijk onzalige vergelijking, en niet alleen omdat Wilders zich weer eens ten onrechte als erfgenaam van Fortuyn positioneert. Die bedacht het woord 'demonisering' als aanduiding voor de bejegening die hem vanuit bepaalde kringen ten deel viel, een bejegening die niets meer met inhoudelijke competitie te maken had maar met angstzaaien en op de man spelen, met de aloude truc van je tegenstander afschilderen als de duivel in mensengedaante.
   Het is niet gezegd dat dat met Wilders nooit gebeurt, maar voor de woorden van Spekman is demonisering een veel te zware term. De demoniseerders van Fortuyn schetsten duistere toekomstvisioenen, Spekman beschreef eerder wat er momenteel aan de hand is rond het asielzoekersvraagstuk: gemeenten zwichten voor intimidatie, de praktijk laat zien dat schelden en bedreigen loont. Of Wilders daarvoor primair verantwoordelijk is is een andere vraag.
   Van de grote groep mensen die vindt dat er onvoldoende naar ze geluisterd wordt, verstaat een klein deel onder dat 'luisteren' niet dat politici de zorgen en de grieven die zij hebben serieus nemen en laten meewegen in de besluitvorming, maar dat ze precies doen wat zij willen. U luistert niet, want u doet niet wat ik zeg. Dat redeloze smaldeel verdient zeker geen minachting maar wel wat meer weerwerk en wat minder toeschietelijkheid.
   De botsing Spekman-Wilders leek dus de zoveelste voorspelbare rel met Wilders als middelpunt. Tot ik 's avonds thuiskwam, bij EenVandaag het bewuste interview zag en tot mijn stomme verbazing constateerde dat Wilders die vergelijking met Melkert en Fortuyn helemaal niet gemaakt had. Dat wil zeggen: niet in een directe reactie op de woorden van Spekman.
   Het was namelijk de verslaggever die letterlijk tegen Wilders zei: 'Heeft u een idee waarom hij dit zegt, het lijkt een beetje op Ad Melkert die in het verleden tegen Pim Fortuyn tekeerging', waarna de volksvertegenwoordiger het alleen nog maar hoefde te beamen (zie hier het interview, bewuste moment vanaf 0:45). Het fragment werd al vroeg online gezet, de vergelijking die afkomstig was van de interviewer transformeerde gedurende de dag in een door Wilders zelf gekozen parallel.
   Jan Dijkgraaf kwam dinsdagavond bij Opiniemakers met een interessante vergelijking. De VARA zond een tijdje terug De Strijd uit, een serie over de 'gouden eeuw van de arbeider' die eind negentiende eeuw begon. Dijkgraaf opperde dat Wilders' 'revolte' wellicht als een hedendaagse variant van die 'strijd' van toen begrepen moet worden.
   Niet voor niets wordt Wilders wel in de traditie van Troelstra geplaatst, de sociaaldemocraat die rond 1900 met een gelijke mengeling van opportunisme, populisme en cultivering van slachtofferschap het establishment tot wanhoop bracht. De uit de SDAP voortgekomen PvdA zou uiteindelijk zelf een establishmentpartij worden. Of dat voor de PVV ook geldt is twijfelachtig, maar nog eens tien jaar revolteren valt zeker niet uit te sluiten.

Geen opmerkingen: