zondag 21 december 2014

Het einde van Lila-1

Het wetsvoorstel Wet verbod verticale integratie, beter bekend als de zorgwet van minister Schippers, werd vorige week dinsdag door de Eerste Kamer verworpen. Een heuse 'kerstcrisis' was het gevolg. Drie PvdA-senatoren, Duivesteijn, Linthorst en Ter Horst, stemden 'onverwachts' tegen het wetsvoorstel.

Het kan best kloppen dat niemand dit had zien aankomen, maar dat eventuele scheuren in de coalitie niet door de stormrammen van de oppositie of een tegenstribbelende constructieve oppositie zouden worden veroorzaakt, maar door gerommel binnen de eigen gelederen zouden ontstaan, meer bepaald door de PvdA, dat viel te verwachten.

Carola Schouten van de ChristenUnie had vorige week als deelnemer aan De slimste mens een aardig onderonsje met eenmansjury Maarten van Rossem over de merkwaardigheid dat de huidige coalitie van liberalen en sociaaldemocraten in wezen een onvervalste 'Paarse' coalitie is, in tegenstelling tot de kabinetten van 1994-2002 die als zodanig worden aangeduid, zonder dat er thans van Paars wordt gesproken.

Schouten zei daarbij dat het huidige kabinet eerder 'Lila' is, paarsblauw dus, daarmee aangevend dat de VVD de dominerende partij is. Inderdaad lijken vooral de liberalen garen te spinnen bij de samenwerking, al lijkt me dat vooral om economische redenen. Als er bezuinigd moet worden is de rechtse VVD in haar element, de linkse PvdA laat de poen liever rollen.

De PvdA is een partij in ontbinding. Binnen de voormalige arbeiderspartij bestaat er al langer ontevredenheid over de samenwerking met de liberalen, en bovendien is Diederik Samsom de controle over zijn troepen volledig kwijt. 'Ik denk weleens, krijg allemaal maar de vinkentering' liet Samsom zich onlangs ontglippen bij Pauw, maar de waarheid is dat hij er zelf een teringzooi van heeft gemaakt.

Zo'n gedoogcoalitie als de huidige gedijt alleen bij een ijzeren partijdiscipline, maar de huidige PvdA doet eerder denken aan een willekeurig Afrikaans team op een WK voetbal. De twee Turken die zich onlangs hebben afgescheiden lieten al zien dat er geen chemie is in de fractie. En van de drie huidige dissidenten wordt steeds benadrukt dat ze te laag of zelfs helemaal niet meer op de lijst voor de aankomende Statenverkiezingen zijn gezet. Hun opstandigheid zou dan uit rancune zijn voortgekomen.

De plotselinge crisissfeer kwam niettemin zo onverhoeds dat de media zich er aanvankelijk geen raad mee wisten. Dat Rutte-II hierop kon sneuvelen was meteen duidelijk, maar angstvallig werd om dat scenario heen geluld. Wel smeten de verslaggevers kwistig met insinuaties en pathetische anekdotiek. Zo werd veelvuldig gerefereerd aan de arme bejaarde senator Holdijk (SGP), die 'doodziek' was maar zich 'speciaal' naar de Kamer had weten te slepen om toch maar zijn doorslaggevende stem te kunnen uitbrengen, wat nu door die snode socialisten alsnog zinloos was geworden.

De nadruk op zijn ziekte stond in schril contrast met de berichtgeving rond dissident Adri Duivesteijn. Die zou zich na zijn tegenstem uit de voeten hebben gemaakt en zich in zijn kapitale huis hebben verschanst. Bij geen van de vele crisisberaden werd hij gesignaleerd. Dat ook hij ongeneeslijk ziek is, werd er hier niet bij verteld. Niet dat ik ook maar een greintje sympathie voel voor die hardkop van een Duivesteijn hoor, maar het gaat me even om de ongelijkwaardige berichtgeving.

De crisis is intussen bezworen, Schippers komt met een aangepast voorstel dat in het nieuwe jaar opnieuw in stemming zal worden gebracht. Her en der klinken geluiden op dat dit staatsrechtelijk helemaal niet kan. Je kunt niet een wet net zo lang blijven indienen totdat die wordt goedgekeurd, zoiets. Toch is het evenzeer gerechtvaardigd vragen te stellen bij de staatsrechtelijke rechtmatigheid van de recente gang van zaken.

Guusje ter Horst begon in haar toelichting voor de camera's drie keer een zin met 'ik vind'. Ze vond dat de zorgverzekeraars nu al te machtig waren. Ze vond dat hun positie niet nog sterker mocht worden. Ze vond dat de burger benadeeld werd in het huidige wetsvoorstel. Is het wezen van de senator echter niet dat hij of zij helemaal niets te vinden heeft? De Eerste Kamer beoordeelt wetsvoorstellen op samenhang van beleid en uitvoerbaarheid, niet op inhoudelijke afwegingen, die worden immers al in de Tweede Kamer gemaakt.

Ter Horst noemde haar tegenstem zelfs letterlijk 'een inhoudelijke keuze'. Nu is Guusje ter Horst een ervaren politica en ik hoogstens een geïnteresseerde leek, dus ik wil heus aannemen dat ik ernaast zit en dat zij als senator heus wel het recht heeft inhoudelijke afwegingen te maken, maar hebben critici dan ook niet gewoon gelijk als ze stellen dat de Eerste Kamer daarmee haar bestaansrecht ondermijnt?

Minister van staat en oud-voorzitter van de Eerste Kamer Frits Korthals Altes (VVD) waarschuwde al eens voor de gevolgen van een Senaat die te veel politiek bedrijft. Als de Eerste Kamer zich niet langer beperkt tot haar beschouwende taak kan zij een 'bedreiging worden voor de democratie waarin de direct gekozen Kamer de doorslag hoort te geven'. Het kabinet haalt zijn politieke legitimatie al in de Tweede Kamer, als de Eerste Kamer dat proces nog eens dunnetjes over gaat doen is er iets fundamenteel fout.

Er is nog iets raars aan de hand met die stemming. 33 leden stemden dinsdag voor, 38 leden stemden tegen, zo lees ik overal. Uitgaande van 75 Kamerleden komen we er dan 4 tekort. Die waren 'afwezig', zo blijkt. Dat is een even intrigerende als beangstigende wetenswaardigheid. De coalitiepartijen en de constructieve oppositie hebben samen 38 zetels in de Senaat, de destructieve oppositie heeft er 37. De drie dissidente PvdA'ers overhevelend waren er dus in principe 35 voorstemmers en 40 tegenstemmers. Een simpel rekensommetje leert dan dat bij deze stemming de afwezigen toevallig eerlijk verdeeld waren over de voor- en tegenstemmers.

Dat is echter nog steeds geredeneerd vanuit het idee van gedisciplineerde afwezigen. Wanneer er zoals nu ook binnen partijen voor- én tegenstemmers kunnen zijn, dan zegt die rekensom niet zoveel. Misschien waren die afwezigen immers ook wel dissident in eigen partij en hebben ze besloten maar af te zien van stemming om gedonder te voorkomen. Nu vormt 4 afwezigen op 5 stemmen verschil sowieso geen probleem, net geen probleem, maar dat kon men van tevoren natuurlijk niet weten.

Wat zijn eigenlijk de regels, de richtlijnen, de voorwaarden wat betreft aan- en afwezigheid bij zulke stemmingen? Nu was het verschil 4 stemmen, maar wat als het verschil bijvoorbeeld 1 stem was geweest en er toevallig net 2 leden die tegen hebben gestemd de griep hadden gehad - er heerst een milde griepepidemie, nietwaar? Dan was de wet er toch door gekomen en had politiek Den Haag er de voorbije dagen heel anders uitgezien. Met andere woorden: is het niet hoogst curieus dat zoiets banaals als onverhoedse afwezigheid - een griepje, autopech, een migraineaanval, een sein- en wisselstoring - zulke verstrekkende politieke gevolgen kan hebben, tot aan de val van een kabinet?

(Een dag later werd bijvoorbeeld het Belastingplan 2015 aangenomen. De website van de Eerste Kamer meldt: 'De fracties van VVD, PvdA, ChristenUnie, GroenLinks en D66 stemden voor; de fracties van PVV, CDA, SP, PvdD en 50 PLUS stemden tegen. De fracties van de SGP en OSF waren afwezig.' Dat zijn dus 37 stemmen voor en 36 tegen. Wat als het lid van de Onafhankelijke Senaatsfractie er wel was geweest en pakweg een D66'er afwezig was geweest? Dan was het in plaats van 37-36 ineens 36-37 geworden.)

Tot slot is het de vraag of Rutte en de zijnen nu geen pyrrusoverwinning hebben geboekt, - en dan doel ik niet op het feit dat allesbehalve zeker is dat de dissidenten in de volgende poging wel voor gaan stemmen, en ook niet op het feit dat de constructieve oppositie zich uiterst gebelgd heeft getoond over de huidige gang van zaken en het dus maar de vraag is of zij dit keer nogmaals voor zullen stemmen -, nee ik doel op de aankomende Statenverkiezingen van 18 maart.

Volgens de huidige peilingen gaan VVD en PvdA daar zo'n verpletterende nederlaag leiden dat ze daarna om een meerderheid te bereiken in de Eerste Kamer inmiddels meer gedoogstemmen nodig hebben dan ze zélf nog zetels hebben. Dat is ondoenlijk, dat is onhoudbaar, dat betekent onherroepelijk het einde van Lila-1.

Geen opmerkingen: