vrijdag 17 oktober 2014

Brunswijk (e.d.)

Op het lezenswaardige blog Kort over sport publiceert Jan Beuving vrijwel dagelijks een overpeinzing bij een sportgebeurtenis. In het bijbehorende biografietje schrijft Beuving dat hij in zijn eigen bedroevende voetbalcarrière vaker in eigen doel scoorde (11 keer) dan in dat van de tegenstander (8 keer): 'Voor zover hij weet is hij de enige met een dergelijke balans.'

Dan moet ik hem toch wijzen op het fenomeen Michael Brunswijk. Want ook bedroevendheid kent baas boven baas. In het seizoen 2001-2002 wist Brunswijk namens TOP Oss vier keer het net te vinden, waarvan niet minder dan drie keer in eigen doel.

Het seizoen 2001-2002 begon met de aanslagen op de Twin Towers en eindigde met de moord op Pim Fortuyn, en in de tussentijd kreeg TOP Oss honderd (100) tegengoals om de oren. Het was aldus het grootste Rampjaar sinds 1672. (Zoals Nick Hornby terecht heeft opgemerkt loopt voor een supporter een jaar niet van januari tot december maar van juli tot juni.) De clubleiding was radeloos, de fans redeloos en de doelman vrijwel reddingloos.

De negen uitduels voor de winterstop gingen verloren met respectievelijk 3-0, 3-0, 6-0, 4-0, 2-0, 6-1, 5-0, 3-1 en 7-0. Brunswijk had toen al twee keer in eigen doel geschoten. Reden voor Voetbal International om hem eens aan de tand te voelen. 'Beide keren kreeg ik de bal toevallig tegen me aan', bezwoer Brunswijk. 'Ik kon er weinig aan doen.'  Het probleem lag toch echt voorin, vond hij: 'Als de spitsen niet scoren wordt het voor ons ook moeilijk.'

Hoofdtrainer Wim van Zwam had hem bovendien al drie keer als rechtsback opgesteld, tot onvrede van de speler: 'Ik ben een centrale verdediger.' Dat de trainer hem weleens aan de zijkant kon hebben geposteerd omdat hij daar minder snel in eigen doel zou schieten was blijkbaar niet in Brunswijk opgekomen: 'volgens hem kom ik in aanmerking voor beide plaatsen. Tja, daar doe je weinig aan.'

'Je zult jezelf ook het een en ander verwijten', probeerde de interviewer nog. Maar neen: 'Mwoah... ik kan er weinig aan doen.' Die interviewer was overigens Tom Knipping, die tegenwoordig onderzoek doet naar matchfixing in het internationale voetbal en daarbij in de diverse dossiers tal van dubieuze own goals is tegengekomen. Zou hij nog weleens hebben teruggedacht aan Brunswijk?

De honderdste tegengoal viel in de allerlaatste seconde van de allerlaatste wedstrijd van het seizoen, uit bij Stormvogels/Telstar (3-0). Laurens ten Heuvel was de veller van het vonnis. De fans toonden hun blote basten en liepen de polonaise. Die van TOP Oss welteverstaan. Er is nu eenmaal een grens aan woede en wanhoop. Voorbij dat punt is er alleen nog ludiek cynisme. En zonder zelfspot red je het sowieso niet in de kelder van de eerste divisie.

Ten Heuvel schoot die 3-0 overigens binnen vanaf de strafschopstip. Of de penalty veroorzaakt was door Michael Brunswijk kan ik mij niet herinneren. Scheidsrechter Langkamp deelde die avond één gele kaart uit:


'Brunswijk (Telstar)'?? Scoorde hij ook al gele kaarten voor de tegenstander? Helaas, zo bont maakte zelfs Michael Brunswijk het niet: het betreft hier zijn broer en toenmalig Telstar-verdediger Marvin Brunswijk.

Geen opmerkingen: