dinsdag 1 april 2014

Het probleem van het Marokkanenprobleem

'In verband met alle ophef van de afgelopen week is Opsporing Verzocht vanavond geheel gewijd aan Marokkanen.' Het was een grap die je vorige week vroeg of laat kon verwachten op de sociale media. Een grap die bovendien eerder wrang dan satirisch was, want maar al te waar, zo bleek uit de uitzending: inderdaad weer Marokkanen alom.

Sinds Wilders zijn verkiezingsnederlaag in Den Haag - van acht naar zeven zetels - op triomfantelijke wijze 'vierde' met de drieslag 'minder Europa - minder PvdA - minder Marokkanen', is het land weer eens in rep en roer. Dat is langzamerhand een oer-Nederlandse wet geworden: zodra Wilders weer iets roept wat riekt naar 'vol is vol' is het land vervolgens inderdaad te klein.

De algemene teneur is dat Wilders hiermee een ontoelaatbare grens is overgegaan, maar de grote paradox is dat hij tegelijkertijd eindelijk eens tot de kern van het probleem doordrong. Ik heb het al vaker geschreven: zijn afkeer van 'de' islam is niet ter zake, want het is geen probleem van religie. Zijn kruistocht tegen 'de' moslims is onzinnig, de meest moslims draaien probleemloos mee in de samenleving. Pas als het nog verder wordt toegespitst en het over Marokkanen gaat hebben we een reëel probleem bij de staart.

Voor de goede orde: daarbij simpelweg 'minder Marokkanen!' blèren lijkt niet eens op een oplossing, het is een even voze als loze kreet.

David Pinto schrijft in de Volkskrant dat Wilders niettemin keer op keer een Marokkanenprobleem signaleert dat wel degelijk bestaat. Zijn diagnose is verkeerd en een oplossing heeft hij niet, maar 'de eerste stap, het onderkennen en benoemen van het probleem, zet hij wel.' Ik kan dat alleen maar beamen, sterker nog: ik heb dit zelf al eerder beweerd, namelijk een jaar geleden in een stukje waarin overigens ook Pinto voorkwam. Ik schreef toen: 'Natuurlijk is Wilders' bijdrage ook vrijwel nihil, maar hij benoemt het probleem tenminste nog. Dat de oorzaken die hij noemt onzin en de oplossingen die hij aandraagt waanzin zijn is vers twee.'

De hele kwestie is alleen al zo moedeloos makend omdat we maar niet voorbij de premissen van het debat lijken te raken. Dit sleept nu al jarenlang voort, van doorpakken is geen sprake. Er heerst een groot wederzijds onbegrip en een hemeltergende ignorantie, in alle segmenten van de samenleving.

Zo wordt GeenStijl maar al te vaak in hetzelfde hokje als het politieke rechtspopulisme geplaatst, waarschijnlijk omdat het daar de ironische retoriek en vlijmscherpe semantiek mee gemeen heeft. Inhoudelijk slaat het echter als een tang op een varken. Nergens verschijnen er zulke virulente anti-Wilders-artikelen als op GeenStijl, steevast uit de pen van redacteur JohnnyQuid. Tekenend is verder dat de Volkskrant zijn kostbare kolommen laat vullen door twee historici die de suffe grap dat 90% van de gevangenen man is en er dus een 'mannenprobleem' is weten te promoveren tot serieus opinieartikel.

Ze schrijven: 'Het zou toch aardig zijn als we etnische minderheden in Nederland, na ruim dertig jaar discussie over de multiculturele samenleving, eindelijk eens als gelijken gingen behandelen.' Zie hier de fundamentele spraakverwarring. Huistra en Mellink bedoelen dat etniciteit niet meer benoemd mag worden in statistieken van bijvoorbeeld criminaliteit. Terwijl je net zo goed kunt zeggen dat 'als gelijken behandelen' betekent dat we ophouden met wegkijken, bagatelliseren, goedpraten, etc., en eindelijk eens eerlijk benoemen wat er aan de hand is: een probleem met Marokkanen dat zich manifesteert in oververtegenwoordiging in criminaliteit, werkloosheid, straatoverlast.

Of, eveneens in de Volkskrant, een mevrouw die als enige reactie op de rel paraat heeft: 'Gisteren werd ik bij de Blokker geholpen door een heel lief Marokkaans meisje. Ik hoopte zo dat ze zich niet aangesproken voelt door Wilders en zijn aanhangers, en dat ze weet hoe geweldig ze is.' Weer die spraakverwarring. Zo lang men niet inziet dat dit meisje veel meer te lijden heeft onder het structurele wangedrag van haar mede-Marokkanen dan onder de structurele losse flodders van Geert Wilders zal dit land rondjes blijven draaien in zijn eigen koppige onbegrip.

Analyses verzanden maar al te vaak in kip-of-ei-discussies. Vinden Marokkanen minder gemakkelijk een baan omdat ze worden gediscrimineerd op de arbeidsmarkt of nemen werkgevers minder snel een Marokkaan in dienst omdat het risico op een krasje groter is dan gemiddeld? Wat voor de een discriminatie of racisme is, is voor de ander een pragmatische risicoanalyse. Kapitalisme en egalitarisme verdragen elkaar nu eenmaal slecht.

Misschien is het gewoon niet aan het huidige politieke establishment om met een oplossing te komen, maar aan de nieuwe generatie. Een generatie die is opgegroeid tussen Marokkanen, voor wie ze onlosmakelijk en organisch deel uitmaken van hun sociale en culturele omgeving en niet langer de nog altijd half-exotische zieligheidsfetisj vertegenwoordigen, zoals voor de meeste huidige politici in hun ivoren torens. Een generatie die zonder scrupules of een misplaatst hinderlijk schuldgevoel vertrekt vanuit de onbetwistbare constatering dat er een Marokkanenprobleem is, in plaats van niet eens voorbij die empirische evidentie te geraken.

Bas Heijne wees ooit op de ironie in het feit dat negentig Marokkaanse organisaties in een brandbrief de Tweede Kamer opriepen zich te distantiëren van de term 'Marokkanenprobleem': 'Een kleine negentig organisaties. Dat lijkt me pas echt een probleem.'

Het probleem van het Marokkanenprobleem is dat het nog niet door iedereen als probleem wordt (h)erkend. Het probleem van het Marokkanenprobleem is dat het wordt gemonopoliseerd door een verdrukte politicus die er electoraal baat bij heeft dat het probleem nog even blijft bestaan. Politici willen maar niet inzien dat ze met erkenning en vervolgens aanpak van het Marokkanenprobleem zich niet alleen van dat maatschappelijke probleem maar ook van hún probleem Wilders kunnen ontdoen.

Geen opmerkingen: