donderdag 18 juli 2013

Joost de Vries - De republiek

Joost de Vries - De republiek. Prometheus (2013), 264 blz.

Clausewitz, het debuut van Joost de Vries (1983) uit 2010, vond ik een boeiende roman. Origineler, geestiger, verrassender dan het dat jaar alom bejubelde debuut Bonita Avenue van Peter Buwalda. Onlangs won De Vries het Charlotte Köhler Stipendium 2013, een aanmoedigingsprijs voor veelbelovend literair talent. De jury schreef onder meer dat het werk van De Vries 'pedant en studentikoos' is. Dat is raak opgemerkt. Specifieker: zijn personages zijn onuitstaanbaar pedant en zijn stijl, zijn verteltrant is studentikoos.

Dit geldt ook voor De Vries' tweede, De republiek. Het is een roman die erg dicht bij Clausewitz staat. Beide werken spelen zich af in een academisch milieu, hebben als hoofdpersoon een bluffer die zijn hand overspeelt, zitten vol met mentions van en verwijzingen naar hoge en lage cultuur en hebben een onopgehelderd mysterie als verhaalelement dat de plot aanstuurt. In Clausewitz ging het om een zoektocht naar de verdwenen schrijver Ferdynand LeFebvre, in De republiek is Josip Brik, populaire filosoof en hotemetoot in het curieuze academische segment van de 'Hitlerstudies', onder verdachte omstandigheden omgekomen. De roman draait echter niet om het uitvogelen van die omstandigheden, maar om de opvolging van Brik, zijn 'intellectuele nalatenschap'.

Zijn protegé Friso de Vos is de meest voor de hand liggende troonpretendent. Hij ziet zich echter bedreigd in zijn positie wanneer een concurrent, de op De Vos gelijkende Philip de Vries, zich in een uitzending van De Wereld Draait Door opwerpt als de erfgenaam van Brik. Uit jaloezie besluit De Vos zich uit te geven voor De Vries, om zo diens naam zwart te kunnen maken. Op een groot congres van de Hitlerstudies komt hij hiermee ernstig in de problemen wanneer een clubje criminelen hem begint te chanteren.

Meer nog dan al in Clausewitz het geval was heeft De Vries zijn uiterste best gedaan zijn roman zo 'bijdetijds' te maken als maar mogelijk is. Er zijn verwijzingen naar Game of Thrones en Harry Potter, er is de beschrijving van een potje competitive gaming, de tekst wordt afgewisseld met plaatjes van 'cats that look like Hitler', er is een motto van Kanye West, enzovoort. Maar ook in zijn taalgebruik is De Vries erg 2013. Hij strooit met Engelse en Nederengelse woorden en zinnetjes, ook waar gewoon een Nederlandse variant voorhanden is. Veel gebral en gepoch ook, intimiderend zelfverzekerd, studentikoos inderdaad.

Dat zorgt er ook voor dat je bepaalde eigenaardigheden die je bij minder begenadigde schrijvers als een mankement zou aanmerken, nu leest als bedoeld-superieure ingrepen in de taal. Zo staat er op p. 33: 'Ik weet nog dat er iemand van de Nederlandse ambassade polshoogte kwam nemen'. Zou je normaal denken: weer zo een die niet meer weet dat het 'poolshoogte' moet zijn, nu veronderstel je onmiddellijk dat De Vries een vorm die binnen de aanvaarde standaardnorm als foutief wordt gezien maar die te keur en te kust wordt gebruikt, vanuit zijn positie van literaire schrijver als het ware fiatteert.

De Vos is geen sympathiek personage. Hij is een bijzonder naar mannetje, een kale opschepper die je als lezer graag naar de barbiesjes wenst. Van de weeromstuit krijg je sympathie voor zijn rivaal De Vries. Van die laatste komt ook de scherpste opmerking in deze roman: 'Dat heeft toch altijd iets zieligs, een republiek. Die komt altijd na iets; na een koninkrijk, na een keizerrijk. Ze bestaat nooit uit zichzelf, alsof het nooit de natuurlijke toestand is.' De Vries zegt dit in een gesprek met De Vos op het congres, waar de twee elkaar eindelijk in levenden lijve treffen en over de opvolging van Brik komen te spreken. Het is alsof de koning dood is, zegt Philip, wat is er nog over? 'Een republiek', luidt het antwoord van Friso.

Er is dus geen troonopvolger, met Brik is het koninkrijk ten onder gegaan, en wat ervoor in de plaats is gekomen is een republiek, een kunstmatige vorm. Zo is ook Friso de Vos het verleerd 'natuurlijk' te leven. Hij bestaat alleen bij de gratie van de bric-à-brac die zijn verbeeldingswereld is, een collage van citaten uit hoge en lage cultuur. It's the only way I have learned to express myself, through other people's descriptions of life. Nu doe ik het zelf ook.

*****

Geen opmerkingen: