In deze finaleweek tellen we af tot de nummer één. Vandaag nummer 4.
In een van de leslokalen op de middelbare school hing jarenlang een fascinerende poster aan de muur. De prent, die zo hoog hing dat hij bijna tegen het plafond aan was geplakt, had een cartooneske look en toonde een in PSV-outfit getooide man die een aantal politieagenten van zich afsloeg. Erboven stond de tekst 'De onverschrokken ruwe pit'.
Ik keek er geregeld naar, zonder goed te weten wat die affiche nu eigenlijk betekende. Ik wist dat er ooit een geschiedenisleraar in dit lokaal had gehuisd die Waterreus heette en familie scheen te zijn van de keeper.
Jaren later, toen ik vernam dat de inmiddels razend populaire cabaretier en PSV-supporter Theo Maassen, nog voor hij definitief doorbrak, een show getiteld Ruwe pit op de planken had gebracht, vielen de puzzelstukjes op hun plek.
Ruwe pit (1997) was evenwel niet Maassens eerste grote voorstelling. In 1994 was hij met Bepaalde dingen gedebuteerd, in 1996 gevolgd door Neuk het systeem. In die shows is nog weinig thematische coherentie te bespeuren, ze bestaan meer uit losse sketches. Daaronder bevinden zich wel klassiekers als 'Eindhoven', 'Henk van den Tillaart' en 'Raad van Elf'.
De programma's die Maassen na de eeuwwende maakte zijn geheel anders van structuur. Hierin vertelt hij echt een verhaal, is hij de vurige verteller met een urgente boodschap. Functioneel naakt (2001) betekende de grote doorbraak, de uitzending op tv scoorde zelfs een miljoen kijkers. Tegen beter weten in (2005), Zonder pardon (2008) en Met alle respect (2011) bleven stuk voor stuk van een bijzonder hoog niveau, werden de hemel in geprezen door critici en publiek en vormden daarmee de bevestiging van Maassens status als de ongekroonde koning van het hedendaagse Nederlandse cabaret.
De havist Maassen is intelligent, hij is een denker die een eigengereide kijk op de wereld en op de maatschappij heeft. Daarbovenop heeft hij het talent bepaalde thema's op zeer heldere en pregnante wijze onder woorden te brengen, waardoor zijn shows niet alleen uitdagen zelf na te denken maar ook educatieve en voorlichtende waarde hebben.
Maassens engagement is wars van links-rechts denken, wat hem onderscheidt van het gros van de geëngageerde cabaretiers. De Partij voor de Dieren is evenzeer doelwit als de PVV, de achterlijke islam wordt met even harde bewoordingen aangevallen als de westerse consumptiemaatschappij en Maassen spuwt zijn gal zowel over commercialisering als over folkloristische kneuterigheid.
Ook zijn feilloze oog voor de menselijke conditie is ongeëvenaard: als een ziener duidt hij het gewoel en gekrioel van de kleine luiden, soms met motto-achtige kernachtigheid: 'Een optimist is een slecht geïnformeerde pessimist.'
De Zijtaartenaar is ook een taalkunstenaar. De mazen van de taal zijn voer voor Maassens creativiteit: 'Toen ik zestien werd zeiden mijn ouders: "Theo, je bent nu zestien, je moet je nu tegen ons gaan afzetten." Maar dat deed ik dan gewoon niet hè!'; 'Ik drink niet als ik nog moet rijden, integendeel: ik drink wél als ik nog moet rijden.'
Op zijn allerbest vind ik Maassen echter in zijn grappen over mannen en vrouwen, dat eeuwig jonge thema van de scherpe humor: 'Ik hoorde laatst dat vrouwen tegenwoordig ook steeds meer vreemdgaan. Dan denk ik: "Bedenk zelf een keer iets."'
Theo Maassen is ook een tobber, een moeilijk mens, iemand die nogal eens met zichzelf overhoop ligt, getuige ook zijn idiote privésituatie (wel getrouwd maar toch alleenwonend) en de vele incidenten met publiek die zijn verder glansrijke carrière besmeuren.
Toch heb ik altijd één ergernis bij Maassen, een nogal hardnekkige onhebbelijkheid zit me dwars: hij vaart steevast uit tegen de domheid van de mensen, maar maakt daarbij te vaak, zeker in de latere shows, de onvergeeflijke fout die mensen hun domheid te verwijten, alsof het hun schuld is dat zij minder intelligent zijn dan hij, in plaats van hun ongeluk.
Geen nummer #1 dus, maar een groot cabaretier: zeer zeker.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten