woensdag 16 mei 2012

Michel Houellebecq - De kaart en het gebied

Michel Houellebecq - De kaart en het gebied. Vert. Martin de Haan, 2011, 343 blz.

Mild. Dat woord klonk het vaakst op uit besprekingen van Houellebecqs jongste. Omdat recensenten elkaar napraten, maar ook omdat het een adequate term is om deze roman af te zetten tegen het eerdere werk van de schrijver. De sarcastische, provocerende Houellebecq heeft immers plaatsgemaakt voor een rustiger, inschikkelijker persona. Dat wil echter niet zeggen dat de maatschappijkritiek verdwenen is of minder sterk aanwezig, integendeel.

De kaart en het gebied handelt over het leven van de succesvolle kunstenaar Jed Martin. Zijn moeder heeft lang geleden zelfmoord gepleegd, zijn oude vader wil euthanasie. Hij leeft kortstondig samen met de mooie Olga, maar is wezenlijk een solitaire man. Dat heeft hij gemeen met een ander personage, Michel Houellebecq, die in Ierland als een kluizenaar leeft en op gruwelijke wijze vermoord wordt.

Het kunstenaarschap en bij uitbreiding de kunstwereld worden met de nodige kennis van zaken beschreven. Jed kent vier periodes van succes. Het begint allemaal nog met een volslagen absurd idee: met foto's van Michelin-kaarten breekt hij door als kunstenaar. Daarna slaagt Houellebecq er steeds beter in originaliteit, verbeeldingskracht en engagement te verenigen in de kunstzinnige theorie en praktijk van Jed. Zijn tweede piek is een serie foto's van industriële objecten, de derde een serie schilderijen van 'elementaire beroepen', waarmee hij een totaalbeeld heeft van de geïndustrialiseerde westerse wereld. Zijn laatste succes vind ik zelfs op papier al een briljant idee: korte, experimentele films van door de mens geproduceerde objecten die overwoekerd raken door natuurlijke vegetatie. De vergankelijkheid van het technologische geprojecteerd in de eeuwig triomferende natuur.

De kaart en het gebied is een echte Houellebecq in de zin dat het weer barst van de kritische observaties en portretten van Franse beroemdheden. Dat typisch Franse is altijd vervelend voor de niet-Franse lezer, omdat die geen van de beschreven personen kent. Bovendien maakt de Franse maatschappij - nog los van Houellebecqs portret ervan - op mij altijd zo'n absurde indruk, alsof het een ander universum betreft. Met Engeland en Duitsland heb ik dat veel minder.

Gelukkig is een ander typisch Houellebecq-motief, de expliciete seksuele passage, grotendeels verdwenen; daar was Houellebecq geen meester in: 'Een pik kun je altijd afhakken; maar hoe kun je de gapende leegte van een vagina vergeten?', om maar een willekeurig voorbeeld te geven. Dan is een passage als deze toch eindeloos veel erotischer: 'Olga ging op haar hurken zitten om een afdruk te bestuderen, haar minirokje schoof een flink stuk omhoog over haar dijen, haar benen waren ongelooflijk lang en dun'.

Een zin van de flaptekst bij De wereld als markt en strijd heb ik altijd bijzonder problematisch gevonden: Houellebecq zou in zijn werk een onderwerp tot het zijne hebben gemaakt 'dat ondanks zijn centrale rol in het moderne leven nog nauwelijks verbeeld is in de moderne literatuur: de wereld van het werk'. Dat is echt onzin. Werk, arbeid, is in talloze romans beschreven, verbeeld, gethematiseerd. De vrijemarkteconomie, de wereld van productie en consumptie en de (on)menselijkheid van dit systeem, wat het nog betekent om mens te zijn in deze tijd, dat is Houellebecqs obsessie. De maatschappijkritische passages doen bij Houellebecq bovendien altijd zo achteloos, zo vanzelfsprekend aan, alsof het volkomen logische, objectief waarneembare feiten lijken in plaats van duiding of opinie.

De kaart en het gebied bevat weer enkele intrigerende passages over economie. Bijvoorbeeld een aanklacht tegen het slachtofferen van goede producten. Houellebecq-het-personage heeft in zijn leven drie perfecte producten gekend, een bepaald type schoenen, notebook en jas: 'Van die producten hield ik, zielsveel, ik had ze mijn leven lang bij me willen hebben door regelmatig, in het ritme van de natuurlijke slijtage, identieke producten aan te schaffen.' Maar dat is in ons economisch systeem onmogelijk geworden: 'Na een paar jaar zijn mijn lievelingsproducten uit de schappen verdwenen, de productie ervan is botweg stopgezet.' Ze zijn geslachtofferd door 'het onverantwoordelijke, fascistische dictaat van de verantwoordelijken voor de productlijnen', die 'bij de consument een vernieuwingswens pretenderen waar te nemen, maar zijn leven in werkelijkheid alleen maar transformeren in een uitputtende, wanhopige zoektocht, een eindeloos ronddolen tussen telkens veranderende schappen.'

Over economie in bredere zin spreken de agent Jasselin, die de Houellebecq-moordzaak onderzoekt, en zijn vrouw Hélène, econome: 'Meer en meer leken de theorieën waarmee men de economische verschijnselen trachtte te verklaren en de toekomstige ontwikkelingen probeerde te voorspellen haar allemaal ongeveer even inconsistent en speculatief, ze neigde er meer en meer toe ze gelijk te stellen aan simpel boerenbedrog'. Op tv spreekt een 'deskundige' - de hoon die uit dat cursieve spreekt is dodelijk - over de economische situatie. Hélène: '"Over een week zal duidelijk worden dat al zijn voorspellingen fout waren. Dan vragen ze een andere deskundige, of misschien wel dezelfde, en die doet dan weer nieuwe voorspellingen, nog altijd even zeker van zijn zaak..."'

Hoewel het verhaal ergens in 2040 eindigt, bevat de roman niet de sci-fi-component van bijvoorbeeld Elementaire deeltjes of De mogelijkheid van een eiland. De toekomst is in De kaart en het gebied niet aan een nieuwe, al dan niet gekloonde mens, er is daarentegen sprake van een terugkeer naar de traditie, het regionale, het oude vertrouwde. De meest menselijke reactie op de technologische ontwikkeling en voortgaande commercialisering van de maatschappij is niet per se apathie en overgave. Daarom zou je deze roman als minder zwaar dan voorgaande kunnen typeren, wat overigens ook al zit in de bijzonder aardig uitgewerkte zelfironie van Houellebecq: via het personage Michel Houellebecq steekt hij virtuoos de draak met het beeld dat van hem bestaat.

Toch kun je ook beargumenteren dat de maatschappijkritiek genadelozer is dan ooit. Was Houellebecqs reputatie als enfant terrible voorheen nog voor een belangrijk deel gebaseerd op de kritische houding tegenover de islam in zijn boeken, in De kaart en het gebied lijkt dat element afwezig. Maar wat wordt aan het eind als belangrijke reden voor de nieuwe harmonische samenleving opgevoerd? Dat de migratie van 'Afrikaanse migranten' zich nu richting China en India voltrekt 'sinds de verdwijning van de laatste banen in de industrie en de drastische beknotting van de sociale zekerheid aan het begin van de jaren 2020', waardoor de immigratie 'tot bijna nul was gedaald'. Houellebecq is terug. Rustiger, optimistischer, maar zeker niet milder.

*****

Geen opmerkingen: