Aflevering nummer 14 van deze rubriek; en bij nummer 14 denken we maar aan één persoon. Dat gecombineerd met de actualiteit maakt van één en één toch weer twee. Maar da's logisch.
Naam: AFC Ajax
Functie: Naamloze Vennootschap
De glorie
Het is hier al menigmaal ter sprake gekomen: 1994 is het jaar waarin ik het ongeneeslijke voetbalvirus oploop. 1994 is ook het jaar waarin Ajax toonaangevend wordt en dat voor lange tijd zal blijven. De gouden jaren breken aan, Ajax is nationaal oppermachtig en bereikt bovendien de Europese en mondiale top.
Met een jonge ploeg weet coach Louis van Gaal te imponeren. Nederlands talent breekt door en wordt aangevuld met niet onsympathieke zwarte parels als Finidi 'opdraaipoppetje' George en Nwankwo Kanu, en een zwijgzame midmid waar je maar geen afkeer van kunt krijgen: Litmanen. In 1994, 1995 en 1996 wordt Ajax kampioen, in 1995 wint het de Champions League en de Wereldbeker, in 1996 verliezen de Amsterdammers de Europese finale van een gedrogeerd Juventus.
De voorzitter is Michael van Praag, een ijdeltuit die soms in het nieuws komt als hij weer eens gaat trouwen of gaat scheiden, maar vaker in zijn hoedanigheid van voorzitter van Ajax. De rat Arie van Os is als penningmeester feitelijk de machtigste man van de directie en Van Gaal regelt alles op het veld. Alles draait op rolletjes, Johan Cruijff zit ver weg in Barcelona, niets lijkt het voortduren van de hegemonie in de weg te staan.
De vergetelheid
Na de zomer van 1996 gaat het sportief even wat minder met Ajax. Zoals zo vaak in de voetballerij is paniek echter het gevolg. Het gaat nu rap bergafwaarts met de club en medio 1998 houdt Ajax zelfs op te bestaan. De club meent namelijk naar de beurs te moeten gaan en wordt daarmee onomkeerbaar een bedrijf. Het bedrijfsresultaat wordt nu het belangrijkst, supporters worden genummerde klanten, alle informatie wordt 'beursgevoelig'.
Een item in het journaal op de dag van de beursgang is met terugwerkende kracht iconisch: R. en F. de Boer krijgen van een journalist een financieel getinte vraag over de arbitragezaak die zij hebben aangespannen tegen Ajax nadat de club een overgang naar Barcelona - waar ze meer konden verdienen - had geobstrueerd. Ze reageren chagrijnig - nog meer dan normaal al het geval is -, waarop de journalist zeer scherp opmerkt: Het gaat vandaag toch over geld? Inderdaad. En het zal vanaf nu alleen nog maar over geld gaan.
Ajax geeft aandelen uit maar blijft zelf grootaandeelhouder om te waarborgen dat het tenminste nog een voetbalgerelateerd bedrijf kan blijven met een relatief autonoom opererende technische tak. Dat zit er helaas niet in. Menigmaal wordt een speler tegen de zin van de technische leiding verkocht om geen rode cijfers aan de aandeelhouders te hoeven overleggen (Babel, Sneijder). Gevolg is evenwel dat het aandeel nauwelijks stijgt, omdat juist de prestaties op het veld de waarde van het merk Ajax voor een groot deel bepalen. Beurs en elftal hebben elkaar dus in een wurggreep, wat tot een neerwaartse spiraal leidt.
Incidenteel boekt Ajax nationaal nog een sportief succesje, maar de aansluiting met de Europese top wordt in de loop van het eerste decennium van de 21ste eeuw definitief verloren. Op een lome nazomeravond verliest Ajax met 2-0 bij Real Madrid, een volkomen logisch resultaat, een acceptabele uitslag. Bij één supporter knapt er echter iets in het hoofd: Johan Cruijff is ziedend en predikt de revolutie. Lustig erop los manipulerend, heilig overtuigd van zijn profetendom en misbruik makend van zijn mythe weten Cruijff en zijn 'hielenlikkers' op agressieve wijze het vertrek van directeur Rik van den Boog en voorzitter Uri Coronel te bewerkstelligen - allemaal na te lezen in Menno de Galan, De coup van Cruijff (2011). Opnieuw zorgt een tv-interview voor een iconisch moment: Joep Schreuder (NOS) feliciteert Cruijff en vraagt hoe hij het nu gaat aanpakken. Het antwoord van Cruijff is verbijsterend: 'Geen idee. Daar ga ik niet over.'
In andere interviews blijft Cruijff maar benadrukken dat het om 'de voetbalclub' Ajax draait. Een niet onsympathieke gedachte, maar dat is nu net al bijna 14 jaar niet meer aan de orde. Ajax is een NV, met de hele complexe en vage structuur die daarbij schijnt te horen. De ledenraad benoemt een RvC, onder leiding van bedrijfskundige Steven ten Have. De RvC benoemt vervolgens een directie. Hoewel Ajax dus formeel een bedrijf is, is het voetballen natuurlijk het belangrijkste product. Ten Have c.s. opteren dan ook voor een technisch directeur die de voetbalzaken behartigt en een algemeen directeur die de bedrijfszaken voor zijn hoede neemt. Commissaris Cruijff, die dus uitentreuren bepleit dat Ajax louter een voetbalclub is, wil echter juist géén technisch directeur meer, maar een algemeen directeur. Die dan toch weer een voetbalman blijkt te zijn (Van Basten, La Ling).
Cruijff negeert het principe van een RvC (paladijn Molenaar: 'De andere vier leden zijn geïnstalleerd om Johan te faciliteren') en traineert de besluitvorming. De andere vier slaan spijkers met koppen en benoemen Louis van Gaal voor het voetbaltechnische gedeelte en de geduchte saneerder Martin Sturkenboom voor het bedrijfsmatige deel. Ze maken procedureel echter één cruciale fout: ze zetten de benoemingen niet op de agenda van de RvC-vergadering, waardoor Cruijff formeel niet gekend wordt in de beslissing. Op 7 februari 2012 vernietigt de rechtbank de benoemingen van Van Gaal en Sturkenboom en 'wint' Cruijff de strijd om de macht.
Hoe gaat Cruijff het nu aanpakken, om de Joep-Schreuder-vraag nog eens te stellen? Hij heeft nu in ieder geval één idee: het 'technisch hart' mag nu aan de slag. De twee hartenhelften in dezen zijn Wim Jonk en Dennis Bergkamp. Moeten zij het bedrijf Ajax dan gaan runnen? Cruijff vindt ze 'wijs genoeg', want 'voetballers zijn tegenwoordig gestudeerd,' zo luidt de laatste tegelwijsheid van Johan. En verder? Niemand die het weet, Cruijff nog wel het minst.
Maar ach, hij zal binnenkort wel weer als enige gast bij Pauw & Witteman mogen aanschuiven om een vol uur lang de mythe Cruijff in stand te houden. Na afloop neemt hij het eerste vliegtuig naar Barcelona. En Ajax blijft achter. Verscheurd, verkild, verziekt, tot op het bot verdeeld. Vergane glorie.
2 opmerkingen:
Hoi Marc, ben het (zoals zo vaak over JC) helemaal me je eens. Maar het feit dat je aanhaalt in de 1e zin van de 4e paragraaf van 'de vergetelheid' is net andersom. Ik denk dat die zin moet eindigen met 't woordje "verloren" of "verspeeld" ????
Bedankt voor de correctie! In die zin ontbrak inderdaad nog het cruciale laatste woord; ik heb het meteen verbeterd.
'de aansluiting met de Europese top wordt in de loop van het eerste decennium van de 21ste eeuw definitief.'
is nu geworden:
'de aansluiting met de Europese top wordt in de loop van het eerste decennium van de 21ste eeuw definitief verloren.'
Een reactie posten