donderdag 23 februari 2012

Frankie Lymon en de 27 Club

Komende maandag, 27 februari, is het 44 jaar geleden dat Frankie Lymon overleed. Lymon was pas 25 jaar toen een overdosis heroïne hem fataal werd. Toch is hij twee jaar te vroeg gestorven om in aanmerking te komen voor het lidmaatschap van de ‘27 Club’, die curieuze club jong gestorven rocksterren die vorig jaar met Amy Winehouse weer een nieuw prominent lid erbij kreeg. Die uitbreiding vergrootte de mythische status van de Club en haar members alleen maar, zodat het nu de hoogste tijd is voor een kritische kanttekening.

Franklin Joseph Lymon werd op 30 september 1942 in New York City geboren. Toen midden jaren vijftig de rock ’n roll een stevig stempel op de populaire muziek begon te drukken en jongeren hoe langer hoe exuberanter op de nieuwe helden reageerden, zag producer George Goldner van Gee Records wel potentie in het concept van de piepjonge jongensgroep. Na een tip liet hij een kwintet tieners uit New York City op auditie komen: The Teenagers.

Dit vijftal had als voorman de veertienjarige Herman Santiago. Op de dag van de auditie versliep Santiago zich. Een ander lid, de twaalfjarige Frankie Lymon, stapte naar voren en zei Goldner dat hij het nummer wel wilde zingen, want hij had er aan mee geschreven en kende de tekst dus goed. Lymon zong ‘Why Do Fools Fall in Love’ en Goldner was verkocht. Een paar maanden later hadden de Teenagers hun eerste nummer één-hit te pakken.

Santiago’s latertje bleek voor hem ingrijpende gevolgen te hebben. Niet alleen werd Lymon de nieuwe voorman van de Teenagers, hij werd prompt ook hét tieneridool van het moment. Men sprak zelfs standaard van ‘Frankie Lymon and The Teenagers’, alsof de rest slechts het achtergrondkoor bij Lymon vormde. Hoezeer beeldvorming van invloed is op de latere geschiedschrijving mag deze geschiedenis illustreren. Een andere versie wil namelijk dat Santiago wél ‘gewoon’ zong op de succesvolle auditie. Toen The Teenagers een dag later weer bij Goldner kwamen, nu om het nummer op te nemen, bleek hij last van zijn keel te hebben en moest Lymon het maar doen. Deze versie van de geschiedenis is veel banaler en dus hoogstwaarschijnlijk waar.

De lepe Goldner had snel genoeg in de gaten dat Lymon precies het jeugdige charisma had dat nodig was om van The Teenagers een kassucces te maken. De benaming ‘Frankie Lymon and The Teenagers’ kwam dan ook uit de koker van Goldner. ‘Why Do Fools Fall in Love’ werd de eerste Amerikaanse nummer één-hit in Engeland. In Amerika volgden nog eens vijf top-tien-noteringen binnen een jaar. Een belangrijke factor in het succes waren de televisieshows. Onder meer door optredens bij Frankie Laine en Ed Sullivan stal de kleine Lymon de harten van het publiek. BEELD

Nauwelijks een jaar na de doorbraak met ‘Why Do Fools Fall in Love’ ging Lymon solo verder, opnieuw een zet van Goldner. Die wedde dit keer echter op het verkeerde paard, want Lymon wist het succes van The Teenagers niet te evenaren. Toen hij ook nog de baard in de keel kreeg was het einde oefening.

Lymons carrière raakte in het slop. Hij gebruikte al heroïne sinds zijn vijftiende en zijn verslaving kreeg nu de overhand. Dieptepunt was een tv-optreden in 1966 waarin de inmiddels 22-jarige Lymon playbackte op een opname waarop hij 13 jaar was. Anderhalf jaar later, op 27 februari 1968, werd Lymon dood aangetroffen in de badkamer in het huis van zijn oma. Hij was afgekickt van de heroïne, maar een hervatting van het drugsgebruik betekende zijn dood.

Korte tijd later kreeg de mythe van de 27 Club gestalte. In juli 1969 overleed ex-Rolling Stone Brian Jones, in september 1970 werd Jimi Hendrix dood gevonden, gestikt in zijn braaksel na hevig drankgebruik en een overdosis medicijnen. Nog geen twee weken later legde ook Janis Joplin het loodje. Zij stierf na een overdosis heroïne. In juli 1971 was het de beurt aan Jim Morrison, precies twee jaar na Jones. Vier 27-jarige doden in twee jaar. In de daaropvolgende decennia werd regelmatig op dit merkwaardige gegeven gewezen, maar de term ‘27 Club’ werd pas definitief gemunt toen Kurt Cobain zich in 1994 op 27-jarige leeftijd door het hoofd schoot.

De vroege dood van deze popidolen is ontegenzeglijk van grote invloed geweest op hun populariteit en status. Lidmaatschap van de ‘27 Club’ is van lieverlede verworden tot een statussymbool; er werd zelfs gesuggereerd dat Cobain zich niet voor niets op die leeftijd het leven benam. Die mythologisering is een kwalijke zaak, met bovendien een duister randje. Laat ik Hendrix als voorbeeld nemen.

Hendrix was hoofdartiest op het Woodstock festival in augustus 1969, een evenement dat uitgroeide tot een symbool van het massale protest tegen de oorlog in Vietnam. Een hele generatie jonge Amerikanen stierf een zinloze dood in Azië. Daar zit hem de crux. Hendrix had ook in Vietnam kunnen zitten. Maar hij had het geluk dat hij met zijn muziek succes had en daarmee ook nog kon protesteren tegen de slachting van zijn generatiegenoten. Maar Hendrix joeg zichzelf alsnog de dood in, door drugs nota bene. Menige jonge yank in de jungle wenste vurig in de positie van Hendrix te verkeren, thuis in Amerika, ver weg van de oorlog, ontkomen aan de verschrikkingen. Het getuigt dus eigenlijk van een zeker egoïsme dat Hendrix zijn bevoorrechte positie verwaarloosde door zijn leven op het spel te zetten – en dat spel uiteindelijk te verliezen.

Zou dit gegeven de waardering voor Jimi Hendrix meer moeten bepalen? Ach, het is het Céline-verhaal. Ontzettend fout in de oorlog, maar we beoordelen zijn literaire werk daar grotendeels los van. Zo zou het ook met Hendrix moeten zijn: groot artiest, als mens door de mand gevallen. Natuurlijk is hij ook zo gemaakt, door zijn omgeving, door de industry, door de mensen die misbruik van hem maakten. Die zijn net zo schuldig. Maar een icoon van de flower power? Een stem van de protestgeneratie? Allesbehalve, dat kan en mag niet samengaan met die 27 Club.

En Frankie Lymon? Die is goeddeels vergeten. Niet het minst omdat hij niet op 27-jarige leeftijd is gestorven. Dan kom je de club niet binnen, dan hoor je er niet meer echt bij.

1 opmerking:

Bram Oostveen zei

Grappig en toevallig is de regel ‘love is a losing game’ in ‘Why Do Fools Fall in Love’. Het is ook de titel van een single van Winehouse.
Frankie Lymon kan zijn eigen 25 club beginnen met bijvoorbeeld Brad Renfro, ook een liefhebber van smack. En met mijn favoriete trompettist: Clifford Brown die juist brak met de door Parker begonnen heroïne-traditie (vrouwen waren meer Brownie’s verslaving). Helaas stapte Clifford dan weer min of meer clean bij een vrouw, Nancy, in de auto (de vrouw van pianist Richie Powell, die weer een broertje was van Bud Powell: beroemdere pianist, want leefde iets langer - maar dronk zich wel dood). Deze Nancy zou Clifford en Richard naar een gig brengen. Boze tongen beweren dat ze niet zo goed kon rijden, feit is: ze verloor de macht over het stuur. Alle drie dood.
De vrouw van Brown zat jarig thuis. Het was haar 22ste verjaardag, ze was die dag precies twee jaar met Clifford getrouwd.

Moraal: drug, drank en vrouwen zijn een gevaar als je het spelletje niet te vroeg wil verliezen.

[p.s. als ik ‘trompettist’ google, krijg ik als tweede hit de website ‘uitvaart-trompettist.nl’. Is dat bij jou ook zo?]