donderdag 6 oktober 2011

CD-recensie: Codes and Keys

In het werk van Death Cab for Cutie is de open deur een terugkerende metafoor. 'He was always distracted / by the very mention / of an open door', heet het in 'Long Division', van het album Narrow Stairs (2008). In 2009 werd zelfs de titel van een EP gewijd aan dit beeld: The Open Door EP. In het nummer 'My Mirror Speaks' van die plaat komen voorts de volgende regels voor: 'I always fall in love with an open door / With the horizon on an endless sea / As I look around the ones / Who are standing right in front of me.'

De 'open deur' lijkt in beide voorbeelden te staan voor afleiding, iets wat verhindert de blik te richten op wat dichtbij is, wat voor het grijpen ligt, wat echt belangrijk is. Op Codes and Keys, het nieuwe album van Death Cab, maakt de deur opnieuw zijn opwachting. 'Down in the ocean of sound, sound / We'll live in slow motion / And be free / With doors unlocked and open / Doors unlocked and open' ('Doors unlocked and open'). De open deur is hier een dubbelzinnig beeld. Er is geen sprake van eindelijk vrij zijn van de open deur, maar met open deuren. Toch lijken ze nu hun plaats te hebben gekregen in een harmonieus samenzijn met een geliefde.

Codes and Keys is het zevende volledige album van Death Cab. Voorgaande cd's als Transatlanticism (2003) en Plans (2005) waren qua diepgang en thematiek op het lijf geschreven van ploeterende twintigers, of zoals Allmusic het zeer treffend omschreef: 'graduate students, world-weary and wiser from their experiences, realizing they can no longer be love-starved 20-somethings without a clue yet hopelessly cursed to face the same issues.' De bandleden zijn echter de dertig ruim gepasseerd, hebben hun levens op de rails, en dat moest vroeg of laat tot uitdrukking komen in de muziek. Codes and Keys is dan ook een opgeruimde, optimistische plaat, met lofzangen op de liefde en het leven.

Voor mij was dat enorm wennen, zeker omdat ik de Death Cab-albums niet chronologisch heb leren kennen. De laatste die ik intensief heb beluisterd was de vroege plaat We Have the Facts and We're Voting Yes (2000), een voor het grootste gedeelte zeer sombere en donkere cd. Dan valt de gelukzaligheid van Codes and Keys rauw op het dak. Ben Gibbard zou Ben Gibbard echter niet zijn als hij niet zijn particuliere Lebensbejahung zo nu en dan had weten om te vormen tot rake, pakkende liedjes. De opener 'Home Is a Fire' met zijn tempoversnelling in het midden en 'Underneath the Sycamore' met zijn repetitieve refrein hebben een onmiskenbare charme.

Ook weet Gibbard hier en daar een liefdesliedje een zwartromantisch randje mee te geven, zoals hij dat eerder al eens deed in 'I Will Follow You into the Dark'. In 'Monday Morning' klinkt het bijna treiterend: 'The night is gonna fall / And the vultures will surround you / And when you look into the mirror / What you see is gonna astound you'. Toch blijft Codes and Keys de meeste tijd een oppervlakkig album. Minder geslaagd zijn bijvoorbeeld de geëxalteerde uitroepen in 'Codes and Keys' ('We are alive!') en 'Unobstructed Views' ('Just our love, just our love!'). 'Portable Television' en 'Stay Young, Go Dancing' zijn saaie opvullers.

De nummers die nog wél een wat stemmiger thematiek hebben, zijn qua muziek juist weer vrolijk gestemd, wat niet altijd samengaat. In 'Some Boys' worden de regels 'Some boys are sleeping alone / Cause there's no one that's keeping them warm through the evening / They know that they're on their own' zeer opgeruimd gezongen, net als de 'kop op, jongen'-teneur van 'You're a Tourist': 'When there's a doubt within your mind / Cause you're thinking all the time / Framing rights into wrongs / Move along, move along.'

Codes and Keys kent één grote uitschieter naar boven. 'St. Peter's Cathedral' kan zich moeiteloos meten met de grote, contemplatieve juweeltjes van eerdere albums. Dit lied over de dood begint nog prettig agnostisch: 'When the candle in the tunnel / Is flickering and sputters / And fading faster / It's only then that you will know / What lies above or down below / Or if these fictions only prove / How much you've really got to lose'. In het tweede couplet wordt de belofte van hemelse zaligheid waar zo'n enorme kathedraal naar wijst en verwijst geprezen: 'Such ambition never failing to amaze me' -, maar tegelijkertijd ook in twijfel getrokken: 'It's either quite a master plan / Or just chemicals that help us understand / That when our hearts stop ticking / This is the end and there's nothing past this'.

Die laatste vier woorden worden vervolgens herhaald en herhaald, waardoor sluipend, stap voor stap, de balans verschuift van onwetendheid over leven na de dood naar een ferme, onwrikbare zekerheid over de eindigheid van alles bij het overlijden:
'There's nothing past this
There's nothing past this.'
Deze overtuiging wordt er zo werkelijk bij de luisteraar ingeramd:
'There's nothing past this
There's nothing past this.'
Zeer indrukwekkend. Ook omdat het de keiharde waarheid is.

Eén geweldig nummer is evenwel niet voldoende om een cd de lucht in te steken. Codes and Keys is zeker geen slecht album, er valt genoeg aangenaams op te beluisteren, maar wat het mist zijn equivalenten van klassieke, poëtische kunststukjes die de band eerder tot grote hoogten deden stijgen. Maar eerlijk is eerlijk, we kunnen het Ben Gibbard niet kwalijk nemen, hij is getrouwd en gelukkig. De deur staat wagenwijd open.

Cijfer: 7,3

2 opmerkingen:

ditisstefan zei

Ik vind 'Stay Young, Go Dancing' helemaal geen saaie opvuller. Zeker niet als je het in de eerder beschreven thematiek plaatst. Voor mij is het de ideale afsluiter van de cd en een verborgen boodschap aan de fans die hopen dat DCFC ooit weer muziek voor de graduate students gaat maken... Het is geen puur optimisme ("belly of the beast", immers), maar wel een aansporing om het allemaal niet somber in te zien en je af en toe gewoon te laten meevoeren met iemand of iets. Het is weliswaar niet het beste nummer van de cd, maar wel een juiste conclusie na het luisteren naar de plaat. Althans dat vind ik :).

Marc van Zoggel zei

Ik ben het zeker met je eens dat het nummer perfect in de thematiek van het album past en in die zin er een passende afsluiter van vormt.
Maar van die verborgen boodschap, dat zie ik niet zo. Het is toch veeleer een bevestiging van de nieuwe, optimistisch-stabiele fase. (Tenzij je bedoelt dat juist dat de boodschap is: pech voor degenen die niet mee willen in deze ontwikkeling.)

Ken je trouwens het duet van Gibbard met Feist, 'Train Song', op de compilatie Dark Was the Night?