donderdag 15 september 2011

Lezen, lezen, lezen #25


P.F. Thomése - Grillroom Jeruzalem (2011), 144 blz.

In de China-discussie was Thomése een van de sceptici. Hij hield zich verre van enig enthousiasme of engagement en meende dat de schrijvers die wel gingen dit simpelweg deden omdat ze een reisje kregen aangeboden. Zelf is Thomése in 2010 wel naar Israël en de Palestijnse gebieden geweest, op kosten van United Civilians for Peace. In Grillroom Jeruzalem, zijn verslag van de trip, is diezelfde houding van distantie en scepsis te herkennen. Hij weigert zich te engageren met een van de partijen en belichaamt daarmee de mijns inziens enig juiste houding die je tegenover dit conflict kunt innemen: beide partijen zijn hopeloos verstrikt geraakt in retoriek, geweld, propaganda en niemand heeft nog 'gelijk'. Leon de Winter beschuldigde Thomése ooit van antisemitisme, maar of dat van invloed is geweest op Thoméses voorzichtige houding valt niet uit te maken. Zijn observaties zijn in ieder geval prettig ongecompliceerd en zijn verslag doet qua stijl en humor soms denken aan J. Kessels. Vooral de beschrijvingen van de gedragingen van zijn reisgenoten Antoine Bodar, Jan Siebelink ('Sieb') en Rosita Steenbeek zijn niet zelden dolkomisch. Het contrast met de loodzware thematiek levert zo een merkwaardig boek op. Toch schuwt ook de P.F. zo nu en dan de grote gevoelens niet. Van de zin 'oriëntalisme is fout, weten we van de beroemde Palestijnse geleerde Edward W. Said' druipt het cynisme af. En de aanblik van een Israëlische nederzetting in Hebron raakt hem: 'hier wordt één-en-dezelfde droom gedeeld. [..] Het doet me denken aan mijn eigen jeugd in de jaren zestig, de wederopbouw.' Het ontroert hem dat de joden zo dapper zijn. Ook in de Palestijnen tracht Thomése zich in te leven, al valt dat uiteindelijk zwaar: 'ik begrijp niet dat ze hier leven. Ik begrijp niets van hun bestaan.'

Ad van Liempt - De Oorlog (2009), 501 blz.
Wat ik van de Tweede Wereldoorlog weet is wat in de geschiedenisboeken staat. De data, de slagen, de bombardementen, de bevrijding. De holocaust, de kampen, Anne Frank. Het grote verhaal. Toch blijkt dat ontstellend weinig. Van De Oorlog heb ik namelijk geleerd hoe weinig ik wist. Wat gebeurde er precies tijdens de Duitse inval? Wie waren de kopstukken van de bezetter tijdens de bezetting? Wat was de rol van Westerbork? Van de NSB? Al deze en vele andere vragen worden in dit boek beantwoord. Ad van Liempt heeft een even verrassende als verrijkende invalshoek gekozen: de geschiedenis van WO II in Nederland wordt verteld aan de hand van dagboeknotities van gewone mensen. Velen hielden een dagboek bij, een ontzaglijk rijke bron waaruit geput kon worden. De fragmenten laten zien hoe het gewone leven veranderde tijdens de bezetting. En wat er niet veranderde, want de meeste mensen trachtten zo goed en zo kwaad als het ging hun leven zoals ze het gewend waren voort te zetten. Dit boek is ook zo goed door de stijl van Van Liempt. Glashelder, vlot en rijk aan details. Bijna in elke zin staat iets wetenswaardigs. Het bombardement op Rotterdam was eigenlijk al afgeblazen door de Duitse bevelhebber, maar het bericht bereikte een deel van de vliegers te laat. Uit Nederland werden naar verhouding relatief veel joden gedeporteerd. Dit wordt vaak aangehaald door lui die op het slechte karakter van 'de' Nederlander willen wijzen. Maar, zo leerde ik door De Oorlog, de belangrijkste oorzaak hiervoor was de Joodse Raad, die zelf de lijsten met af te voeren joden samenstelde en zelfs adviseerde vooral niet onder te duiken; een peperdure inschattingsfout. De oorlog verdwijnt steeds verder in de geschiedenis, alleen het grote verhaal en taaie mythes blijven over. Dit boek is dan ook een aanrader, ook voor iedereen die het aan tijd en moed ontbreekt voor de 29 delen Loe de Jong.

Nico Dijkshoorn - Kleine dingen (2011), 220 blz.
De nieuwe bundel van Nico Dijkshoorn is een tegenvaller na het spetterende Dijkshoorn. Zijn beste verhalen (2010). Dat komt voor een deel door de marketingmachine. Stond in Dijkshoorn nog keurig opgesomd of en zo ja waar en wanneer de stukken eerder gepubliceerd waren, in Kleine dingen ontbreekt elke verantwoording. De argeloze lezer zou zo de indruk kunnen krijgen een boek met fonkelnieuwe stukken van de veelschrijver voor zich te hebben, maar dat is maar schijn. Bij het lezen dacht ik regelmatig: volgens mij heb ik dit al eens eerder ergens gelezen. In de VI, op het internet. Sommige stukken had ik niet zozeer gelezen als wel al eerder gezien: de ontroerende 'Bakels'-filmpjes in Neonletters blijken door Dijkshoorn te zijn geschreven. Op papier, zonder Jeroen van Koningsbrugge in de huid van Bakels, komen ze veel minder uit de verf. De insteek van deze bundel is anders dan die van de vorige. Minder absurdisme, meer beschrijving. Minder opwinding, meer melancholie. De Dijkshoorn die zich op de kleine dingen richt is een andere dan de Dijkshoorn die over politiek schrijft. Die laatste produceert in de regel zure zeikstukjes, maar in Kleine dingen overheersen de verwondering en de berusting. Soms werkt dat goed, bijvoorbeeld in een verhaal waarin Andy Kaufmann op Zakynthos 'gevonden' wordt, maar de meeste stukjes maken een wat verloren indruk. De vraag is waarom ze zo nodig gebundeld moesten worden. Waarschijnlijk als opwarmertje voor het echt nieuwe boek dat Dijkshoorn momenteel afrondt.

Geen opmerkingen: