dinsdag 29 juni 2010

Formeren of fuseren

Volgens Mark Rutte zou er tegen 1 juli een nieuw kabinet zijn. Dat zei hij vóór de verkiezingen. Helaas, wanneer op 1 juli de onderhandelingen zouden beginnen, zou dat al een hele prestatie zijn.

Informateur Uri Rosenthal stuurde de Koningin na twee weken wikken en wegen zijn eindrapport. Je zou ook kunnen zeggen dat hij zijn opdracht teruggaf, want om nou te zeggen dat ze in Den Haag veel wijzer zijn geworden van zijn informatie... De meest voor de hand liggende coalitie, VVD-PVV-CDA, werd al snel verworpen. Rutte had er wel oren naar en Wilders leek zelfs bereid een minaret op het Torentje te laten bouwen, zo graag leverde hij programmapunten in om maar mee te mogen doen. De voor zijn doen opvallend passieve Maxime Verhagen hield de boot echter af. Wilders raakte ongeduldig en dat was het sein voor Rosenthal om naar plan B te gaan.

Plan B bestond uit twee opties: een zogenaamd Nationaal Kabinet met de drie grote partijen of 'Paars Plus', bestaande uit VVD, PvdA, D66 plus GroenLinks. Het gemak waarmee de betrokkenen met een zorgvuldig in de plooi gehouden gezicht het woord 'paars' in de mond nemen, is verbijsterend. Van alle 'puinhopen' van toen schijnt men alleen nog die van het 'multiculturele drama' te hebben onthouden, maar de uitholling van het onderwijs, de vermarkting van de zorg en de privatisering van allerlei sectoren dreunen nog langer na. De huidige crisis heeft duidelijk gemaakt dat marktwerking geen zaligmakende oplossing is. De banken kunnen het niet zelfstandig, energiebedrijven zijn in buitenlandse handen gekomen, de spoorwegen raakten in een machtsstrijd verwikkeld en binnenkort staan ook de postbodes op straat. Privatisering was het toverwoord onder Paars (Els Borst, Netelenbos, Jorritsma, etc.). Zal Paars Plus een voortzetting van die politiek zijn? Het valt te vrezen van wel.

Een Nationaal Kabinet met VVD, PvdA en CDA dan? Cohen vindt dit trio echter te rechts. Vreemd, wat met een linkse, een midden- en een rechtse partij eindig je toch keurig in het midden qua balans. Wie vanaf links naar het midden kijkt, ziet echter door de perspectivische vertekening een ietwat rechtse partij. Daarom wilde Cohen D66 erbij. Links, links, midden, rechts. Een linksig kabinet, maar oké, qua zetels kom je toch aardig in het midden uit. Maar neen, Cohen loensde nog steeds te veel naar rechts en wilde er ook GroenLinks nog bij hebben. Via deze omweg eindig je op Paars Plus Plus... (Het zou meer voor de hand liggen als Cohen de SP als vierde partij erbij wil. PvdA en SP zijn immers tegen privatisering, D66 en VVD maar ook het CDA zijn vóór, gezien de opinie van Ab Klink dat marktwerking in de zorg uiteindelijk toch de juiste oplossing is. Maar een kabinet met VVD én SP is natuurlijk nog niet met de beste wil van de wereld een haalbare kaart.)

Job Cohen zou daarom zijn zegeningen moeten tellen. Hij heeft de verkiezingen verloren en de PvdA is niet de grootste partij geworden. Dat hij mee mag regeren, zou tot dankbaarheid moeten stemmen. Bovendien is het niet de tijd om te vitten over een marginale partij meer of minder in de coalitie. Een Nationaal Kabinet met de drie grote partijen zou voldoende draagkracht hebben om daadkracht en pragmatisme met een snufje goede wil te kruiden tot een kabinet dat beslissingen durft te nemen. Maar helaas, in tegenstelling tot een beroemde voornaamgenoot had Rosenthal niet de macht het lepeltje in het theekopje van Cohen de juiste kant op te buigen.

Nu is Rosenthal met vakantie en mag Tjeenk Willink het weer van voor af aan proberen. Dat betekent dat Wilders nog eens langs mag komen. Qua democratische besluitvorming is een PVV-deelname echter problematisch. De partij is namelijk (nog) niet vertegenwoordigd in de Eerste Kamer. Alle wetten die mede op instigatie van de PVV ontworpen worden, zullen dan in de Senaat afgeschoten of op zijn minst eindeloos vertraagd worden. En dan blijf je helemaal nergens met je daadkracht en hervormingen.

Toch laat Amsterdam zien dat bovenstaande geen onoverkomelijk probleem hoeft te zijn. Daar weigert GroenLinks namelijk het kraakverbod te handhaven. De partij wil op eigen houtje 'gedogen'. Dat krijg je ervan als een als politicus vermomde kraker als Maarten van Poelgeest wethouder is. Ook in Utrecht en Groningen zal de wet gewoon worden genegeerd. Zo bezien is die hele formatie niet eens nodig; gemeenten doen toch waar ze zin in hebben. Overigens zal de PVV volgend jaar mei wel meedoen aan de Provinciale Statenverkiezingen, die indirect de samenstelling van de Eerste Kamer zullen bepalen.

Als de PVV opnieuw veel te snel aan de kant wordt geschoven, zal de partij bij volgende verkiezingen nog groter worden. Een groot deel van het electoraat voelt zich nu immers opnieuw door 'de Hoge Heren in Den Haag' buitenspel gezet. En wie vindt dat ook? Alexander Pechtold. Het zelfbenoemde geweten van de Nederlandse politiek die er al jaren een dagtaak aan heeft om de PVV buiten de regering te houden vindt nu dat Wilders serieus moet worden genomen als kandidaat. Pechtold ziet natuurlijk ook in dat de PVV er alleen maar sterker van wordt wanneer Wilders nu opnieuw met een kluitje in het riet wordt gestuurd. Pechtold hoopt dat na een weekje onderhandelen men alsnog bij Paars Plus uitkomt. Ik hoop van niet, dan nog liever een Nationaal Kabinet. Feit is dat niemand lijkt te weten waar het nu naartoe moet met de formatie.

Misschien is het de hoogste tijd dat er op korte termijn wat partijen gaan fuseren. PvdA en SP mogen eindelijk wel eens samengaan, D66 en GroenLinks zijn nu al nauwelijks uit elkaar te houden en het CDA en de ChristenUnie moeten ook maar eens gaan praten. Er ontstaan dan vijf blokken: socialistisch-links (SP/PvdA), liberaal-links (GL/D66), de rechtse equivalenten PVV respectievelijk VVD, plus een christendemocratische middenpartij. Eventueel kan dit op langere termijn zelfs teruggebracht worden tot drie partijen. Dé oplossing zal het allicht niet zijn - die middenpartij zal misschien al te vaak nodig zijn om een meerderheid te vormen - maar de huidige situatie is onhoudbaar. Want na de kiezers zullen nu ook de partijen en Rosenthal moeten toegeven dat in Nederland zo langzamerhand de Eerste Wet van Wijnberg de politiek gijzelt: meer keuze leidt niet automatisch tot meer keuzevrijheid.

Geen opmerkingen: