
Arnon Grunberg - Kamermeisjes en soldaten. Arnon Grunberg onder de mensen (2009), 335 blz.
'Morele helderheid is te vaak een kasteelroman.' Ook Arnon Grunberg is niet vies van ogenschijnlijk losstaande, vrijblijvende, vage waarheden. Twee jaar geleden besloot Grunberg zijn ironische, bewust wereldvreemde houding te confronteren met de Werkelijkheid: hij trok er voor de NRC op uit om 'onder de mensen' te gaan. Grunberg bezocht oorlogsgebieden als Afghanistan, Irak en Libanon, hij ging couchsurfen en als kamerheer werken en hij ging langs bij outcasts als de mennonieten en het bestuur van de 'pedopartij'. Over een van hen schrijft Grunberg: 'Ik doe mijn best een gevaar voor de democratie in hem te zien, maar ik zie slechts een roman.' Deze constatering tekent de positie van de schrijver in het geweld van het echte leven. Hij reist als een wat naïeve reporter de wereld over, zich verwonderend over de beweegredenen van mensen om te doen wat ze doen. 'Het verschil tussen vertrouwen in de mensheid en nihilisme is soms minimaal.' Toch zijn de reportages voor de lezer uiterst leerzaam. Grunberg verschaft je een insider-blik op het nieuws dat we alleen van tv en krant kennen. 'Als ik iets geleerd heb in Irak is dat alle overtuigingen gevoed worden door geld en dus macht. Wat vanuit de verte voor de een blind fanatisme is en voor de ander verzet, is van dichtbij economie.' Grunberg lijkt uiteindelijk vooral op zoek naar zichzelf. Hij is altijd de buitenstaander, de observator, de blinde vlek. Hij belijdt 'de kunst de werkelijkheid steeds weer een andere mogelijkheid van jezelf voor te houden, steeds weer een andere fictie. / De werkelijkheid confronteren met fictie in de breedste zin van het woord is hoe ik mijn taak als romanschrijver opvat.' Ietwat vreemd uitgangspunt voor een geschrift over de brandhaarden van deze tijd. Maar daarmee wel weer helemaal Grunberg.
Jan Blokker - Nederlandse journalisten houden niet van journalistiek (2010), 172 blz.
De kranten hebben het moeilijk, zo lezen we overal, niet het minst in de kranten zelf. Minder abonnees, jongeren die geen krant meer lezen en de expansiedrift van het internet zijn de belangrijkste redenen. In zijn pamflet-achtige boek laat Jan Blokker een tegengeluid klinken. Hij acht het 'correcter niet van een dagbladcrisis, maar van een journalistencrisis te spreken'. Journalisten hebben nooit zelfbewust en strijdbaar gereageerd op nieuwe media. Dat was al zo met de radio, dat was zo met de televisie en ook nu met het internet wordt de witte vlag al te snel gehesen. Blokkers favoriete anekdote is die van de sportverslaggever van het Handelsblad die zijn baan opzegde toen Sport in Beeld populair begon te worden. Niemand zou meer geïnteresseerd zijn in zijn stukjes op maandagochtend. Blokker ziet een parallel met het heden: internet maakt al het nieuws toegankelijk, maar er zal behoefte blijven aan een door kenners gemaakte selectie uit het enorme aanbod. Wat hij vergeet, is dat internet ook die functie al vervult. Het web is misschien in eerste instantie een ongestructureerde vergaarbak van allerlei feitjes, nieuwtjes en geruchten, de mensen nemen hun portie nieuws echter wel degelijk tot zich via nieuwssites die een selectie hebben gemaakt uit de veelheid van gegevens. Blokkers pleidooi is, hoe hartverwarmend ook, daarom niet helemaal overtuigend. Hij slaagt er niet in duidelijk te maken hoe die journalisten dan de papieren krant onderscheidend kunnen houden. De opvatting van tycoon Derk Sauer dat kranten niet meer moeten vertellen wat er is gebeurd - dat doet het internet al - maar waarom het is gebeurd, is niet die van Blokker: 'Heel Nederland gaat gebukt onder de plaag van Opinie en Debat. Daarom maken feiten er steeds minder kans om door te dringen.' Nederlandse journalisten houden niet van journalistiek is vooral goed in zijn beknopte weergave van 'de nodige persgeschiedenis'. In drie persoonlijke intermezzi geeft Blokker (1927) a.d.h.v zijn carrière een mooie sfeerimpressie van de naoorlogse krantenjournalistiek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten