Bernard Dewulf - Kleine dagen. Atlas, 2009, 186 blz.
Afgelopen maandagavond won Bernard Dewulf de Libris Literatuurprijs voor zijn ruim uitgevallen novelle Kleine dagen. Na de Gouden Uil voor Nooteboom dus opnieuw een outsider die een prestigieuze prijs in de wacht sleept.
Onlangs las ik Kleine dagen in de trein van Den Bosch naar Brussel. Aanvankelijk, zo tot Breda, moest ik erg wennen aan de impressionistische stijl van Dewulf. Toen de trein Roosendaal binnenreed was ik meer en meer bedwelmd geraakt door de idyllische sfeer van Kleine dagen. De twintig minuten wachttijd op het altijd koude en winderige West-Brabantse station vlogen nu voorbij, verdiept als ik was in mijn boek. De laatste tachtig bladzijden las ik in één ruk in het halletje van de internationale trein.
'In Kleine dagen beschrijft Bernard Dewulf minutieus zijn opgroeiende kinderen, een meisje en een jongen,' zo luidde een inhoudsparafrase in een van de nieuwsberichten. Dat klinkt wat duf en sleets, maar Kleine dagen trof mij vooral als een volstrekt origineel en authentiek boek. Dat zijn twee verschillende dingen. Origineel omdat Dewulf zijn 'huiselijke' thematiek filosofisch en zeer gefragmenteerd gestileerd heeft, authentiek omdat de liefdevolle observaties en mijmeringen volstrekt geloofwaardig vormgegeven zijn. Het begrip betrouwbare verteller krijgt een bijzondere lading.
Kleine dagen presenteert de gezinswereld als een oase van klein geluk en grote genegenheid in een woelige wereld. De jury is met haar bekroning van Kleine dagen overstag gegaan voor een boek vol menselijkheid.
*****
Geen opmerkingen:
Een reactie posten