dinsdag 12 januari 2010

Balkenende in de problemen

Het rapport van de commissie Davids over de deelname van Nederland aan de oorlog in Irak heeft vandaag flinke opschudding veroorzaakt. Er werd al rekening gehouden met een vervelend rapport voor Balkenende en de vandaag gepubliceerde onderzoeksresultaten spreken inderdaad niet in zijn voordeel, integendeel.

Halsema noemt ze 'schokkend' en wil een parlementaire enqûete, Kant gaat een stapje verder en vindt de uitkomsten - met een variant op Bennie Jolink - 'schokkend hard' en Pechtold is 'verbijsterd'. Zelfs coalitiepartij PvdA is kwaad. Fractieleider Hamer is not amused, een kabinetscrisis dreigt. De VVD, toen coalitiepartner van het CDA, houdt zich wijselijk op de vlakte.

Het oordeel van Davids is in zes hoofdconclusies samen te vatten. Allereerst is er geen bewijs gevonden voor een actieve Nederlandse militaire bijdrage aan de inval in 2002. Juist op dit punt werd gevreesd voor de integriteit van Balkenende, er lag immers een Nederlands fregat voor de Iraakse kust ten tijde van de inval en er waren hardnekkige geruchten over twee Nederlandse F-16's die een noodlanding hadden moeten maken.

De tweede conclusie gaat in op Balkenendes vermeende gebrek aan leiderschap in debatten over Irak. Hij zou de leiding te vaak hebben uitbesteed aan de toenmalige Minister van Buitenlandse Zaken, Jaap de Hoop Scheffer. De oppositie valt hem daar ook stevig op aan vandaag. Dat is wat vreemd. Dat je als premier zo'n gevoelig en complex dossier zo veel mogelijk overlaat aan de betreffende minister, is niet minder dan redelijk. Bovendien was Balkenende in Zuid-Afrika tijdens de debatten en had hij intensief telefonisch contact met De Hoop Scheffer.

De derde en vierde conclusie melden dat de inlichtingendiensten genuanceerder waren over de situatie in Irak dan de buitenlandse en dat deze nuanceringen niet over zijn genomen door de Nederlandse ministers. Ook geen al te heikel punt. Het betrof hier immers een buitenlandse aangelegenheid, meer bepaald een Irakese, en dan zijn rapporten van buitenlandse inlichtingendiensten minstens zo belangrijk als binnenlandse. Dat de nuanceringen van de eigen diensten dan niet worden overgenomen is een legitiem besluit, daar zijn het ook nuanceringen voor, die mogen het eindoordeel niet al te zeer beïnvloeden.

Balkenende lijkt dus met vier (overwegend) positieve van de in totaal zes conclusies de strijd te winnen. Zo eenvoudig liggen de zaken echter niet. De overige twee conclusies lijken de zwaarst wegende onderwerpen te bestrijken en juist die zijn in het nadeel van de premier. Het mag dan ook weinig verrassend heten dat hij juist die twee oordelen bestrijdt. De constatering dat er geen volkenrechtelijk mandaat zou zijn geweest voor de inval, is een pijnlijke. Die raakt immers aan de beginselen van het internationale recht. De laatste conclusie stelt dat er geen volledige openheid van zaken is gegeven aan het parlement over de aard van het Amerikaanse verzoek om steun bij de inval.

Dit is voer voor oppositiepartijen. Zij zullen dit laatste punt aanwenden om de integriteit en daarmee ook de houdbaarheid van Balkenende en zijn huidige kabinet aan te vechten. Dat zelfs de PvdA, toentertijd oppositiepartij maar nu in de regering, zeer zwaar tilt aan de genoemde onvolledige informatieverstrekking spreekt boekdelen. Balkenende zal een zware dobber hebben aan het pareren van de kritiek.

De conclusie over het ontbreken van een mandaat is met veel juridisch gegoochel nog wel voldoende onschadelijk te maken. Zoiets is bovendien voor een groot deel ook een kwestie van definities en interpretaties van definities. Het argument van parlementmisleiding is echter lastiger te bestrijden. Van het voorliegen van volksvertegenwoordigers is het immers nog maar een stapje naar volksverlakkerij. Als Balkenende zijn bezwaren tegen de conclusies niet hard kan maken, dan zou het wel eens zo kunnen zijn dat we dit jaar vaker dan één keer naar de stembus mogen.

1 opmerking:

Bob van Tiel zei

http://www.nu.nl/column-vrijdag/2162710/commissie-edgar-davids.html

Plagiaat?