Elias Canetti - Het martyrium De flaptekst van dit boek meldt dat de hoofdpersoon een kamergeleerde is die niet kan omgaan met de buitenwereld en zich een huwelijk in de maag laat splitsen met zijn huishoudster. Dan staat er: "Maar zijn verstand weet het antwoord: een sluipende, maar onontkoombare en fatale verbijstering." Het is de vreemdste flaptekst die ik ooit heb gezien. Verstand dat het antwoord weet? En wat wordt hier in godsnaam bedoeld met 'verbijstering' en de adjectieven die eraan voorafgaan? Een vreselijk tekstje dat niet nieuwsgierig maakt, integendeel. Na het lezen van de 560 pagina's van de roman weet ik trouwens nog steeds niet wat er nu bedoeld wordt. Hoofdpersoon van Het martyrium is Peter Kien, een schriftgeleerde in de sinologie, bezitter van een indrukwekkende bibliotheek en boven alles sociaal gestoord. Zijn vrouw is een kijfwijf, alleen uit op zijn geld. Dan zijn er nog de huisbewaarder Phaff, een beestmens die er het liefst op los mept, en de gebochelde dwerg Fischerle, een sluwe handelaar. Alleen Kien is een bijzonder, innemend personage, al zijn de figuren in Het martyrium nauwelijks personages te noemen. Ze zijn hoogstens typen die hun rol spelen in groteske scènes. Prachtige, gedenkwaardige hoofdstukken worden afgewisseld met tergende, stomvervelende. Hoogtepunt is de scène waarin Kien zijn boeken 'mobiliseert' tegen de terreur van zijn vrouw. Hij eist democratie, gelijkwaardigheid binnen zijn leger. De ruggen van de boeken verschillen echter, wat wijst op een mogelijke hiërarchie. Daarom moeten alle boeken met de rug naar de muur. Het is een schitterend hoofdstuk met daarin ook een lange toespraak van Kien tot het leger die hij doorspekt met verwijzingen naar literatuur en filosofie. Dat laatste gebeurt verder te weinig voor iemand met zo'n kennis en bibliotheek. Met zeer veel moeite kwam ik door het middengedeelte: de hoofdstukken met de dwerg Fischerle als belangrijkste personage zijn verwarrend en oeverloos. Het apocalyptische slot is weer erg goed. Ondankse de bizarre flaptekst een voortreffelijke vertaling van Jacques Hamelink. [***]
Fragment: Urenlang was hij ermee bezig ze alle om te draaien. Hoe makkelijk had hij er eens een door elkaar kunnen schudden, maar hij durfde het niet aan de consequenties uit de nieuwe disciplinaire regeling te trekken, en deed niemand wat. Moe, met tegenzin, volkomen ontmoedigd sleepte hij zich langs de planken voort. Hij voltooide deze taak uit karaktervastheid meer dan uit overtuiging. Want zijn geloof hadden ze hem ontnomen. Voor de bovenste planken riep hij de hulp van de ladder in, ook deze gedroeg zich liefdeloos en vijandig. Herhaaldelijk sprong hij uit zijn rail en liet zich koppig op het tapijt vallen. Met zijn dunne krachteloze armen tilde Kien hem op, iedere keer kostte het hem meer moeite. Hij bezat niet eens genoeg trots meer om hem uit te schelden zoals hij verdiende.
Atte Jongstra - Klinkende ikken Winnaar van de Max Pam Award 2008. Jongstra schreef al heel lang postmoderne boeken voor een select publiek, voor hij in 2007 ineens doorbrak met De avonturen van Henry II Fix, een zeer vermakelijke roman waaromheen Jongstra zeer geraffineerd een mystificerende context had gecreëerd. Klinkende ikken verscheen in de reeks Privé-domein, een serie met autobiografische geschriften. Bij Jongstra moet je echter altijd op je hoede zijn, niets is wat het lijkt in zijn leven en oeuvre. Deze bundel begint wel autobiografisch met stukken over jeugd, familie, dorp, vriendinnetjes en huwelijken. De vraag is echter toch in hoeverre feit en fictie hier door elkaar lopen. Hilarisch zijn stukken over Michaël Zeeman, Sigmund Freud en Willem Jan Otten. Klinkende ikken is bovenal een rariteitenkabinet van feitjes, weetjes, bizarre boekjes, saillante studies en idiote ideetjes. Jongstra werkt ook hier weer met noten - voetnoten dit keer - waarin overwegend citaten staan die thematisch zijdelings iets met de lopende tekst te maken hebben. Atte Jongstra heeft inmiddels een stevig web van fictie en realiteit geweven. Hij moet wel oppassen hier niet zelf ook in verstrikt te raken. [***]
Fragment: Omwegen. Want benader ik mezelf rechtstreeks, dan krijg ik last van angst als Caesar bij onweer en Erasmus bij het zien van een vis. Ik ga rillen als Schopenhauer, word bang als Poe, Musset, Schumann of Chopin in het donker, radeloos als Maupassant bij deuren die open staan, krijg evenwichtsstoornissen als Diogenes in de ton, laat me gelijk Dostojevski op de vloer vallen [...] Als ik recht op mezelf afga, val ik stil. Ik denk aan de zeventiende-eeuwse theoloog/medicus/dichter Caspar van Baerle, die zichzelf in een waterput tot zwijgen bracht. Net als Cervantes' exemplarische 'Kandidaat van glas' meende hij dat hij van glas was en was doodsbenauwd te zullen breken. Ik heb tenminste die breekangst niet. Botten in orde, spieren oké, ik kan tegen een stootje. Maar door glas kun je wel heen kijken en daar ben ik soms heel bang voor, op een waanachtige manier. Hoe red ik me hieruit in dit boek? Misschien zo. Als een schrijver aan glaswaan kan lijden, waarom dan een lezer niet? Laten we dus stellen dat iedereen die dit boek leest, er nooit zeker van is dat hij werkelijk door mij heen kijkt. Het kan dat hij slechts in de waan verkeert een man van glas voor zich te hebben.
L.N. Tolstoj - De dood van Iwan Iljitsj Novelle over de gerechtsdienaar Iwan Iljitsj die in de bloei van zijn leven en op het hoogtepunt van zijn carrière door een terminale kanker geveld wordt en onafwendbaar een pijnlijke dood tegemoetgaat. Het einde inspireerde Gerard Reve voor de slotpassage van De avonden: "'Het is voorbij,' zei iemand boven hem. Hij hoorde die woorden en herhaalde ze in zijn ziel. 'De dood is voorbij,' zei hij in zichzelf. 'Hij is er niet meer.' Hij zoog lucht naar binnen, bleef midden in zijn adem steken, strekte zich uit en stierf." Maar waar het einde van De avonden suggestief en voor meerdere interpretaties vatbaar is, daar verbreekt het einde van De dood van Iwan Iljitsj de magie van het voorgaande. Iwan ziet naarmate hij zieker wordt en de dood dichterbij komt de zinloosheid van alles in, de banaliteit van het leven openbaart zich aan hem. Alles heeft hij verkeerd aangepakt, mogelijkheid tot herstel of herbeginnen is er niet. Dit bewustwordingsproces wordt onopgesmukt en vrij afstandelijk weergegeven, waardoor de overtuigingskracht ervan des te groter is. Hoe dieper Iwan in fysiek opzicht wegglijdt, hoe helderder zijn geest wordt. Aan het eind ziet hij echter het licht en sterft hij toch gelukkig. Dit positieve slot is een vreemde wending: het doet afbreuk aan de sfeer die de novelle ademt en de karakterontwikkeling van Iwan draait op de valreep nog honderdtachtig graden om. [***]
Fragment: En hij begon in zijn verbeelding alle beste ogenblikken van zijn prettig leven na te gaan. Doch merkwaardig, al die beste ogenblikken van prettig leven leken hem nu heel anders dan ze toen waren. Allemaal - behalve de eerste jeugdherinneringen. Daar, in zijn prille jeugd, lag zoiets echt prettigs, waarmee hij zou kunnen leven als het weerkeerde. Doch diegene die al dat aangename had ondervonden, was er niet meer; het was als 't ware de herinnering aan een ander iemand. Zodra datgene begon, waarvan het resultaat hij, de Iwan Iljitsj van nu, was, smolten alle gebeurtenissen voor zijn ogen weg die hem indertijd vreugden hadden geschenen, en vervormden zich tot iets nietigs en vaak afstotends.
S. Vestdijk - Surrogaten voor Murk Tuinstra Misschien wel de lelijkste boektitel uit de Nederlandse literatuur. In dit tweede deel van de Anton Wachter-cyclus moet Anton na het vertrek van zijn boezemvriend Murk Tuinstra op zoek naar nieuwe vrienden, naar 'surrogaten'. De inhoud is onverwacht heftig. Schooljongens die elkaar te lijf gaan met stokken waarop messen bevestigd zijn, Antons vader die sterft nadat hij in te dunne kleding op zoek is gegaan naar zijn weggelopen zoon, etc. [***]
Philip Roth - Indignation Strak gecomponeerde roman met weer een van woede en frustratie overlopende jongeman. Dit keer betreft het een wijshapper die ver weg gaat studeren om de overbezorgdheid van zijn vader te ontvluchten, maar in die nieuwe omgeving veel te mondig is. Zwierige volzinnen en een verrassend vertelheden, waarvan de openbaring halverwege me overdonderde. [***]
Leon de Winter - God's Gym Spannende roman over een Nederlander in Los Angeles die zijn dochter verliest bij een verkeersongeval en betrokken raakt bij duistere zaken. De Winter wil echter te veel verhaallijnen uitwerken, wat ten koste gaat van de geloofwaardigheid en plotontwikkeling. In Het recht op terugkeer doet hij dat later veel beter. [**]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten