zondag 22 juni 2008

[Euro 2008] Naar huis

Daar sta je dan met negen punten uit drie wedstrijden, negen doelpunten voor en loftuitingen van de gehele wereld. Een schamele vertoning in de kwartfinale en Transavia kan een extra vlucht inlassen. Oranje was geen schim van het flitsende team dat in de poulefase gehakt maakte van Italië, Frankrijk en Roemenië. Alle kritiekpunten die voorafgaand aan het toernooi nog rondzongen en in de eerste drie wedstrijden verborgen bleven, kwamen nu pijnlijk bloot te liggen. Van Nistelrooy stond geïsoleerd, de vleugelspelers werden overlopen, de backs werden vastgezet, de middenvelders kwamen telkens een stap te laat en de centrale verdedigers konden het niveau niet aan. Alleen Edwin van der Sar onttrok zich aan de malaise.

Toen ik overdag mijn voorspelling van 2-1 voor Rusland beargumenteerde met het gegeven dat 'iedereen veel te optimistisch' was, was ik stiekem zelf ook optimistisch. Ik zong weliswaar niet mee met het koor van juichtonen, het zou lastiger worden dan men dacht, maar Oranje ging toch zeker wel winnen, zij het met moeite? Na pakweg een half uur konden de te gast zijnde Bob en ondergetekende echter maar één conclusie trekken: de halve finale halen zou een heel moeilijk verhaal worden. Rusland domineerde, Nederland wist geen fatsoenlijke aanval op te zetten, laat staan uitgespeelde kansen te creëren. De weinige kansjes kwamen voort uit dode spelmomenten. De 0-1 leek de genadeklap. We kapten meer biertjes weg uit frustratie. De 1-1 kwam even onverwachts als gewenst. We kapten nog een biertje weg, nu uit vreugde. We hoopten op een 'Turkse avond', d.w.z. de late gelijkmaker moest de tegenstander mentaal breken. Niets was minder waar. De Russen overklasten Oranje in de extra tijd op alle fronten. De laatste minuten na de 1-3 hebben we niet meer gezien.

Hebben de internationals ons dan zand in de ogen gestrooid in de poulefase? Italië's Donadoni 'vergat' weliswaar in de openingswedstrijd Grosso, Chiellini en De Rossi op te stellen, maar Oranje speelde toch gewoon fantastisch? Tegen de Fransen ontsnapte Oranje bij enkele hachelijke momenten, maar 4-1 is toch gewoon een overtuigende oorwassing van de Fransen? En zelfs met een B-team werd Roemenië kinderlijk eenvoudig aan de kant gezet. Alles klopte, toch? Waarom ging nu dan ineens alles mis? Laat ik een verklaring opperen: hoogmoed. Onbewuste hoogmoed welteverstaan. De euforische flow. De spelers verkeerden in een voortdurende roes, daarin gesterkt door de ongekende gekte in Zwitserland en de ophemeling van pers en publiek. Rusland zou slechts een formaliteit zijn voor de halve finale tegen Spanje of wederom Italië. Dan zou het er echt om gaan. Je zag het aan de spelers, vooral aan Sneijder en Van der Vaart. Ze begrepen er niks van, raakten gefrustreerd, gingen lopen zeuren. De euforische injectie bleek een slopende drug te zijn.

Na vanavond is ook Italië uitgeschakeld en rest er nog slechts één kandidaat voor de titel om aan te moedigen: Spanje. Allemaal juichen voor ouwe dokus Luis Aragones, topscorer van de Primera División, zo hoorde ik gister. Waarschijnlijk van het seizoen 1924-1925.

Geen opmerkingen: