Vandaag is het exact 60 jaar geleden dat De avonden van Gerard Reve het licht zag. Op 1 november 1947 verscheen de roman van - toen nog - Simon van het Reve. De avonden heb ik heel hoog zitten. Het is één van de boeken die ik in het eerste jaar van mijn studie las die mij definitief voor de literatuur deden kiezen.
Het is nog relatief kort geleden, maar ik koester nu al warme herinneringen aan de laatste maanden van 2004. Het vak 'moderne letterkunde' deed me grondig kennis maken met de moderne Nederlandse literatuur. Het was erg koud toen, de colleges vonden plaats in het altijd oubollig riekende gebouw dat de naam 'Erasmuslaan 9' droeg. Siem Bakker was de docent die bij mij het vuur aanwakkerde met zijn colleges.
Het was die combinatie van een koude winter, een karakteristiek lokaal, een speciale docent en drie boeken die het hem deden. De drie waren De Avonden van Reve, De donkere kamer van Damokles van Hermans en Het stenen bruidsbed van Mulisch. De Grote Drie inderdaad, met drie schitterende boeken.
De avonden wordt vaak ingebed in een specifiek naoorlogse context. Frits van Egters zou de typische existentiële leegte belichamen die veel jongeren in het Nederland van na de oorlog teisterde. Ik geloof dat dit juist is, maar dat het niet uitsluitend dat is. De thematiek is namelijk op alle tijden toepasbaar. Ik ervoer namelijk precies hetzelfde tijdens het lezen. Dat gevoel van 'wat betekent het leven voor mij?', van welke houding aan te nemen tegenover het leven en tegenover de anderen. Ik herkende mezelf in Frits, soms tot in details. Ik herinner me scènes waarin hij steeds op de klok kijkt om vast te kunnen stellen dat de avond nog enkele uren duurt en dat hij dus nog niet verloren is. De tafelscènes met de maniertjes van de vader.
Ik las De avonden dus op 18-jarige leeftijd. De perfecte leeftijd voor dit boek. Een klassieker, ook voor mij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten