De laatste aflevering van De literaire beterweter dateert alweer van 27 juli. Ondanks alle drukke bezigheden heb ik inmiddels weer een stapeltje boeken gelezen. Een selectie van tien boeken is onderwerp van de vijfde aflevering.
Joost van den Vondel - Jeptha Van Vondel - toch een grote naam in de Nederlandse literatuur - had ik nog nooit iets hoeven lezen en zelf was ik dat in de nabije toekomst ook niet van plan. Jeptha bleek echter een verplichte titel begin dit studiejaar en ik moet bekennen dat ik zeer positief verrast ben. Op inhoudelijk gebied is het stuk zoals verwacht niet zo boeiend, maar de taal van Vondel overdonderde me regelmatig. Mooie zinnen met prachtig klankspel, ingenieus eindrijm en menig treffend archaïsme. [****]
Willem Jan Otten - Specht en zoon Winnaar van de Libris 2005, met als motivatie het ongewone vertelperspectief. De roman wordt namelijk vanuit het perspectief van een schilderij-in-wording verteld. Hoewel dit een fris idee is, dat bovendien niet onverdienstelijk wordt uitgewerkt, is de lezer na een tiental bladzijden wel gewend aan het perspectief en ontvouwt zich in zekere zin een verhaal als alle andere. Bovendien ligt - met in het achterhoofd Otten als fanatieke bekeerling - de Christelijke symboliek er toch wel dik bovenop. [***]
T.S. Eliot - The Waste Land/Het Barre Land Allesweter Paul Claes vertaalde dit meesterwerk en ontvouwde terstond een - naar eigen zeggen - 'baanbrekende' interpretatie: het hele gedicht zou te herleiden zijn tot een treurige driehoeksverhouding tussen Eliot, zijn vrouw Vivien en filosoof Bertrand Russell, met Eliot als machteloze slachtoffer. Hoewel door Claes hier gedetailleerd beargumenteerd is het nadeel van seksuele interpretaties dat ze altijd en overal toepasbaar zijn. Zo krijgt zelfs een onschuldig wijsje als 'de zak van Sinterklaas' een fallische ondertoon. Waarom toch de maximale score? Door het gedicht zelf. Ik ben sinds 4VWO onder de indruk van The Waste Land. De thematiek, de suggestiviteit, de schitterende strofen, alles spreekt me aan. Regelmatig prevel ik de volgende woorden voor me uit als ik me op Nijmegen CS 's ochtends in een grote mensenmassa bevind: 'A crowd flowed over London Bridge, so many,/ I had not thought death had undone so many./ Sighs, short and infrequent, were exhaled,/ And each man fixed his eyes before his feet.' [*****]
Harry Mulisch - Twee opgravingen Een verhaal dat Mulisch schreef op 19-jarige leeftijd en een lezing van een paar jaar later, 'opgegraven' en gepubliceerd in '94. Het verhaal bevat een aardige theorie en de lezing is een voorbode op zijn filosofische hoofdwerk van decennia later. Een leuk aspect van het lezen van een heel oeuvre is dat je heel snel de stijl van de auteur in verschillende periodes herkent. De stijl van het verhaal kwam overeen met die van de vroege Mulisch. De slotalinea kwam me echter vreemd voor, als afwijkend van de rest. Ik kon een zekere tevredenheid dan ook niet onderdrukken toen ik in het nawoord las dat de Mulisch van 1994 de oorspronkelijke slotalinea herschreven had. [***]
Niels 't Hooft - Sneeuwdorp Eerder besprak ik Toiletten als een uitstekende debuutnovelle. Sneeuwdorp bevat dezelfde elementen die me toen positief deden oordelen: de eenzelvige, dromerige jongen die in een rake, naïeve stijl wordt neergezet, is ook hier aanwezig. De lengte van de roman is waar het hier misgaat. Na bladzijde 125 wordt het een herhaling van zetten, lijkt 't Hooft niet goed meer te weten waar het verhaal heen moet en verzandt het uiteindelijk in enkele platitudes over zelfvertrouwen en een positieve levensinstelling. [**]
Hubert Lampo - De komst van Joachim Stiller Traditioneel naast Johan Daisne's De man die zijn haar kort liet knippen één van de twee magisch-realistische meesterwerken uit de Nederlandstalige literatuur. Of dat zo is, weet ik niet. Wel dat Lampo met vaart vertelt, in een sympathieke stijl en in mooie, lange volzinnen. Het archaïsche woordgebruik, dat laat zien dat deze roman uit 1960 toch wel snel verouderd is, is daardoor echter geen last maar juist een lust. [****]
F. Scott Fitzgerald - De grote Gatsby In overzichten van de Angelsaksische canon staat dit werk altijd weer op twee, vlak achter Ulysses. Deze keuze moet dan gebaseerd zijn op traditie, niet op huidige leeswaardigheid. Ik zie dat de roman een mooi sfeerbeeld geeft van de Roaring Twenties, maar helaas vond ik de personages nooit echt uit de verf komen. Een zekere onzekerheid over Gatsby hoort inderdaad bij het verhaal, maar ook ik-verteller Nick bleef voor mij een vreemde. Wel terecht klassiek is natuurlijk de slotzin: 'Zo beuken we door, schepen tegen de stroom in, onophoudelijk teruggeslagen naar het verleden.' [***]
Tommy Wieringa - Joe Speedboot Ik heb dikwijls een vooringenomen afkeer van bestsellers van relatief onbekende auteurs. Ik las Joe Speedboot dan ook tegendraads, hopend al die lovende critici te kunnen logenstraffen. Maar helaas (of gelukkig), ook ik ben overstag: Joe Speedboot is een modern meesterwerk. De personages zijn boeiend en kleurrijk, de verhaalwereld sprookjesachtig en hyperrealistisch ineen, de plot aangrijpend en verrassend, en dat alles verteld met een sneltreinvaart, zonder dat detaillering, subtiele metaforiek en verhaal- en karakterontwikkeling uit het oog worden verloren. [*****]
Dimitri Verhulst - De verveling van de keeper Tegenvallende kleine roman over de 'belevenissen' van de keeper van de Rode Duivels voor en tijdens de WK-finale 2034. Het treurige is dat Verhulst alle ingrediënten voor een goed boek bijeenheeft en tentoonspreidt (humor, frivole stijl, sociale kritiek, Speedboot-achtige personages en verhaalwereld), maar dat hij deze elementen als een tornado afraffelt en zo één voor één hun kracht laat verliezen. Aan het eind blijft er dan ook niet meer over dan een diepe teleurstelling. Wél subliem is het motto, nl. de wereldberoemde woorden van Jean-Marie Pfaff: 'Ich dook in die Linkerhoeke, und die Bal kwamte auch in die Linkerhoeke'. [*]
Michel Houellebecq - De wereld als markt en strijd Debuutroman van Houellebecq, te beschouwen als de voorbereiding op Elementaire deeltjes. Zeer interessante roman. Houellebecq heeft veel zinnigs te zeggen, rake typering van de moderne mens, treffende analyse van de moderne maatschappij, o.a. over het economisch liberalisme en het daaruit voortvloeiende seksuele liberalisme met parallelle winnaars en verliezers. Cynisch, scherp en soms schokkend. Jammer is dan weer een zin als deze: 'Het gat dat ze onder aan haar buik had moest haar zo nutteloos lijken. Een pik kun je altijd afhakken; maar hoe kun je de gapende leegte van een vagina vergeten?' [*****]
1 opmerking:
Ik heb de komst van Joachim Stiller héél graag gelezen. In 1 ruk was ie erdoor. Ik zou hem nog eens moeten lezen dit jaar om hetzelfde gevoel te creëren.
Een reactie posten