Sommige schrijvers bedienen zich van een pseudoniem. Zij kunnen daar verschillende redenen voor hebben. Men wil bijvoorbeeld op die manier anoniem blijven, zodat men niet lastiggevallen wordt door wildvreemde aanbidders dan wel haters. Een andere mogelijke reden is dat de schrijver niet alleen het pseudoniem als naam gebruikt, maar als compleet alter ego. Deze alias vertolkt dan een bepaald deel van de persoonlijkheid van de schrijver.
Een meer banale - maar niet minder belangrijke - reden is dat de echte naam van de schrijver gewoon niet aansprekend genoeg is, soms zelfs ronduit lelijk of lachwekkend. Ik heb eens gekeken welke pseudoniemen er allemaal voorkomen in de moderne Nederlandstalige literatuur en welke echte namen daar bij horen. Vaak begreep ik volkomen waarom de betreffende schrijver een pseudoniem gebruikte, soms vond ik het ronduit zonde dat de echte naam niet aangehouden werd.
Hieronder eerst een top-5 met mooie pseudoniemen. De echte namen van de schrijvers waren inderdaad geschikt voor vervanging door een valse naam.
1) A. den Doolaard (ps. van Cornelis Spoelstra)
Ik word al jaren gefascineerd door deze naam. Waarom is ook mij een raadsel. Misschien omdat mijn vader, als huidige niet-lezer, deze schrijver in zijn jeugdjaren erg goed vond. De echte naam van Den Doolaard rechtvaardigt het gebruik van een pseudoniem in ieder geval volledig.
2) Rutger Kopland (ps. van R.H. van den Hoofdakker)
'Van den Hoofdakker' is lelijk en loopt voor geen meter. Dan klinkt het trocheïsche Rutger Kopland toch veel beter.
3) Johan Daisne (ps. van Herman Thiery)
Thiery heeft hier naar mijn smaak uitstekend gebruik gemaakt van de in het Frans niet hoorbare 's'.
4) Tessa de Loo (ps. van Tineke Duyvené de Wit)
Ik weet niet of ik de enige ben, maar bij de naam 'Tessa' denk ik automatisch aan een jong vrouwspersoon en nooit aan een oud. Bij de naam 'Tineke' is dat vaak andersom.
5) Ward Ruyslinck (ps. van Raymond De Belser)
Deze is intuïtief. 'Ward' doet me aan een aimabele grijsaard denken en 'ruys' doet denken aan het woord 'ruisen', dat ik een mooi woord vind aangezien het bijna een onomatopee is.
Dan zijn er ook nog pseudoniemen die lelijk zijn, of althans in schoonheid onderdoen voor de echte naam van de schrijver. Ook daar een top-5 van.
1) Multatuli (ps. van Eduard Douwes Dekker)
Waarom de schrijver van Max Havelaar een pseudoniem aannam is genoegzaam bekend. Ik vind zijn echte naam echter prachtig. Het zit 'm denk ik vooral in de driedubbele alliteratie.
2) Martin Hart (ps. van Maarten 't Hart)
'Martin Hart' is wel erg doorzichtig en kort door de bocht. Gelukkig ging 't Hart dan ook snel onder eigen naam publiceren.
3) K. Michel (ps. van Michel Kuijpers)
De voornaam als achternaam gebruiken is vaak een lelijk procédé. En al helemaal als die naam Michel is. Het behouden van een vloeiende uitspraak noopt ons nu helaas de klemtoon te verschuiven van 'Mi' naar 'chel'.
4) Joyce & Co (ps. van Geerten Meijsing)
Dat Geerten een pseudoniem zocht is volkomen begrijpelijk. Maar waarom is dit het dan geworden? Lelijker had niet gekund voor iemand die zweert bij schoonheid.
5) Piet Paaltjens (ps. van François Haverschmidt)
'Piet Paaltjens' is vooral een grappige naam. 'François Haverschmidt' is daarentegen een mooie naam.
Tot slot nog een eervolle vermelding voor schrijver, filosoof en op vier na grootste Nederlander Desiderius Erasmus. Zelden was een pseudoniem meer op zijn plaats dan in zijn geval, want zeg nou zelf: Desiderius Erasmus klinkt toch veel geleerder dan Gerrit Gerritszoon...
1 opmerking:
Ward hoort eigenlijk in het tweede rijtje thuis. Bijna Engels voor wrat en bovendien de naam van de groentehatende eindbaas van Super Mario Bros. 2! Dan toch liever Piet Paaltjes.
Een reactie posten