zaterdag 9 juni 2007

Gedicht













Rostock

I Vuur

Hier waart Dresden rond
Auto's spugen opwaaiende vlammen uit
Men brengt het kruitvat naar de lont
En ogen worden lede

II Aarde

De besjaalde breekt de weg open
Wat hij kraakt zijn nu nog slechts botten
De behelmde ziet zijn bloed in stroompjes lopen
Ziet in een flits zijn kind

III Water

Het regent keien plots
De straat wordt afgepeld verliest zijn schubben
Deze neerslag slaat wel water uit de rots
Doch zonder zin en doel

IV Lucht

Vogels vliegen over
Verstikken haast in zwarte rookkolommen
Ze strijken ergens neer in fris groen lover
En fluiten luchtig hun deuntje

Geen opmerkingen: