zaterdag 18 februari 2017

De bestuursvoorzitter, de columnist en de kroniekschrijver

Vrijdag las ik het 1163 pagina's tellende KL (2015) van Nicolaus Wachsmann uit. Dit boek, voluit getiteld KL. Een geschiedenis van de naziconcentratiekampen, is alom bejubeld als de langverwachte synthese van de talloze gespecialiseerde studies over de SS-kampen. 
  Wachsmann begint en eindigt zijn indrukwekkende verhaal met het relaas van Edgar Kupfer, die van november 1940 tot eind april 1945 in Dachau zat en er nauwgezet een kroniek bijhield van de gang van zaken in het kamp. Na de oorlog was er nauwelijks belangstelling voor zijn lot, laat staan voor zijn geschriften, en vertrok hij naar de VS en later Sardinië.
  In de jaren zestig moest Kupfer hemel en aarde bewegen om het pensioen van de Duitse overheid te ontvangen waar hij recht op had. Telkens werd het geld te laat uitbetaald, en in 1979 schreef Kupfer een brief aan de instanties: 'Ik word kotsmisselijk van dit leven. Het is voor alle partijen waarschijnlijk het beste als ik een eind aan mijn leven maak, dan bent u een lastpost kwijt en hoeft de overheid alleen nog de begrafenis te vergoeden.' (p. 825-826)
  Kupfer overleed uiteindelijk in 1991. 'Niemand die nog wist wat hij had meegemaakt', aldus Wachsmann.
  Ik had de lectuur van het boek nog niet helemaal verwerkt toen ik vernam van de ophef over een column op RTL Z met de omineuze titel 'We hebben een stemverbod voor ouderen nodig'.
  De columnist had een 'bestuursvoorzitter van een groot Nederlands bedrijf' gesproken die vond dat 55-plussers het stemrecht moest worden ontnomen. 55-plussers gaan immers spoedig dood, hebben geen toekomst meer en zullen dus bij het stemmen ook niet aan de toekomst denken - zo luidde kort samengevat de redenering. De columnist was het 'roerend' met de bestuursvoorzitter eens.
  Het kan de impact van KL zijn geweest, maar ik meende tussen de regels te lezen dat bestuursvoorzitter en columnist 55-plussers maar lastposten vonden die maar beter een einde aan hun toch al toekomstloze leven konden maken.
  Uiteraard werd er in de column verwezen naar de Brexit, die vooral door Britse ouderen werd gesteund. 'Het merendeel van de jongeren wilde juist blijven'. Ik heb eerder al laten zien dat het merendeel van de jongeren daar nogal banale en vooral weinig solidaire redenen voor bleek te hebben, maar vooral dat het merendeel van de jongeren het blijkbaar om het even was, want ze bleven in groten getale thuis.
  Beslissingen worden genomen door degenen die komen opdagen en wie komt opdagen zal ook gemakkelijker de uitslag kunnen accepteren als die tegenstrijdig is met de eigen voorkeuren.
  Alsof het zo moest zijn die dag zond Nieuwsuur 's avonds een reportage uit over de desinteresse in de politiek onder jongeren. Dieptepunt was de studente die het volgende zei:
  'Er spreekt mij niet echt wat aan. Ik heb niet echt wat gezien op de series en de dingen die wij kijken, ook niet op Facebook of zo. Als je dan een filmpje hebt op Facebook van een politieke partij die er wat minder leuk uitziet dan een filmpje van bijvoorbeeld eten, wat ik best wel leuk vind, dan ga ik liever eten kijken dan dat ik naar zoiets kijk. Dus ik heb er geen belang bij en er zijn geen dingen die me echt aanspreken.'
  Van de wel geëngageerde studenten vond de eerste het eng dat zo veel Nederlanders een probleem hadden met de multiculturele samenleving. Zelf dacht ze bij al het moois van de multiculturele samenleving bijvoorbeeld aan 'lekker Indonesisch eten'. En de tweede student was zeer pro-EU. Want je kon nu zo gemakkelijk Duitsland in rijden.
  Volgens de bestuursvoorzitter en de columnist denkt een oudere kiezer vooral 'aan wat hij heeft en wat hij kwijt kan raken'. Dat lijken me nu juist voortreffelijke criteria om je stemgedrag te bepalen. In het verleden ligt 'de kern van de cultuur, van de ethiek van belevenissen van mensen' om met Ruud Lubbers te spreken. De schandalige behandeling die de kroniekschrijver van Dachau ten deel viel kwam vooral voort uit de weigering van Duitsland om zich rekenschap te geven van het verleden. Pas na de Koude Oorlog is dat meer dan goed gekomen - maar toen was het voor Kupfer al te laat.
  Het probleem is volgens mij dat veel jongeren vooral een heden hebben, geen verleden maar ook nog geen toekomst. Dat is hen niet eens aan te rekenen.
  Ontwikkelingspsychologen hebben ontdekt dat het brein pas rond het 25ste levensjaar volgroeid is. Pas dan ben je op grond van je beleefde ervaringen, opgedane kennis en doorstane emoties in staat weloverwogen keuzes te maken en ben je voldoende toegerust om te anticiperen, om vooruit te kijken. Áls er dus al aan de stemgerechtigde leeftijd moet worden gemorreld, dan toch eerder aan de onderkant.

Geen opmerkingen: