dinsdag 3 september 2013

Doekle en de woede

Doekle Terpstra is vorige week opgestapt als voorzitter van de schaatsbond. Stevige kritiek van Sven Kramer deed hem besluiten dat zijn positie onhoudbaar was geworden, nadat hij eerder na een ledenvergadering nog voldoende aanleiding had gezien om door te gaan. Kramer had hem onder meer 'incompetent' genoemd.

Daar is de voorbije dagen in de digitale reageerpanelen op twee manieren op gereageerd. Sommigen spreken afkeurend over de uitspraken van Kramer. Waar bemoeit die arrogante rondjesrijder zich mee? Wie is hij om een ervaren bestuurder als Terpstra de maat te nemen? Hij moet zich met zijn eigen prestaties bezighouden. Het zal wel kinnesinne zijn omdat de nieuwe schaatshal niet in Heerenveen maar in Almere komt. Dat geluid.

Het is echter een geluid dat wordt overstemd door de andere categorie van reacties. Verreweg in de meerderheid zijn namelijk de mensen die getuigenis afleggen van ergernis om en afkeer van de figuur Terpstra. Deze arrogante kwal, die overal opduikt, er overal een puinzooi van maakt, om vervolgens doodleuk weer in het volgende goedbetaalde bestuursbaantje te rollen.

Wat opvalt is de ongemene felheid van laatstgenoemde groep. En niet alleen op usual suspects GeenStijl en PowNed, ook het 'goed volk' van de Volkskrant reageert zich op zijn thuispagina in meerderheid af op Terpstra. Wat verklaart die volkswoede?

Allereerst zijn er de naakte feiten. Terpstra heeft met gespleten tong gesproken. Naar de schaatsers toe mooi weer spelen met zijn Heerenveen-sympathie, maar beleidsmatig Almere steunen. Zich verbonden aan het door Ard Schenk en Riemer van der Velde in 2009 geschreven plan voor een nieuwe bestuursopzet, om meteen na aantreden dat plan van tafel te vegen en een eigen koers uit te zetten. De World Cup aan Astana uitleveren en dat met een hooghartig foutje, bedankt aan de getroffen schaatsers verkopen.

Natuurlijk stond Terpstra er bij de goegemeente al niet goed op door zijn krankjorume en faliekant mislukte actie tegen de 'verWildering' van de samenleving, eind 2007. Overigens schijnen er wat misverstanden te leven rond het riant schuivende voorzitterschap van Terpstra bij de KNSB. Hij deed dit naar verluidt juist onbezoldigd. Dat neemt niet weg dat de frustratie dieper ligt. Volgens mij heeft het te maken met het type machtsmens dat alomtegenwoordig is en waarvoor Terpstra van lieverlede symbool is gaan staan.

Doekle Terpstra is namelijk 'bestuurder'. Gewoon bestuurder, zonder iets ervoor, en daar ligt precies het probleem. Want hoe is het te verklaren dat ik in mijn prille leven Terpstra al voorbij heb zien komen als bestuurder van zulke uiteenlopende gebieden als een vakvereniging, een hogeschool en een sportbond?

Betekent dat dat Terpstra een hedendaagse homo universalis is die overal van verstand van heeft? Nee, het betekent dat voor een bestuurder van zijn slag affiniteit en expertise in het betreffende gebied blijkbaar geen doorslaggevende vereisten zijn. Pakweg een treinbestuurder mag niet zomaar een bus besturen zonder eerst een proeve van bekwaamheid af te leggen, maar een organisatiebestuurder lijkt om het even welke organisatie te mogen besturen. Die schimmigheid schuurt, wekt irritatie op.

Mensen missen in deze tijd politieke iconen aan wie ze zich willen overgeven, in wie ze kunnen geloven en die hun onvoorwaardelijke steun genieten. Die rol is overgenomen door 'helden' uit de populaire cultuur: artiesten, mediapersoonlijkheden, topsporters. Sven Kramer bijvoorbeeld.

De politiek, de macht, de 'elite' bestaat tegenwoordig uit een onafzienbare rij Doekle Terpstra's: charismaloze nobody's die aan vele touwtjes trekken maar hiervoor nauwelijks verantwoording lijken af te hoeven leggen, althans niet publiekelijk, terwijl ze wel keer op keer in diverse invloedrijke posities opduiken en zich niet aflatend in de openbaarheid manifesteren.

Wanneer een icoon als Kramer de strijd aanbindt met een grijze muis als Terpstra, dan is het gevecht daarom bij voorbaat beslist. Doorgewinterde bestuurder die Terpstra is, heeft hij dat onmiddellijk beseft. Tegenspartelende lokale zetbaasjes ompraten op een vergadering in een achterafzaaltje is aan hem wel besteed. Maar een ster die via de media de aanval zoekt, daar is geen beginnen aan. Niet dat dat funest is voor zijn carrière, integendeel. Als het leiderschap van het CDA ooit weer eens vacant wordt, dan duikt Doekle vast wel weer op.

Geen opmerkingen: