zaterdag 10 november 2007

Gedicht

entre chien et loup

je kijkt door het raam op zoek naar mij maar
ik ben machteloos verspreid tot onder en boven de kozijnen
tot buiten het smachtende blikveld als een duidende schaduw
gebrand op betonnen muren; ik de onbezonnen snoeper van taalbonbons denk: kijk
niet door het raam maar onbevangen naar het glas het spiegelend venster en je ziet me
achter je de nauwelijks te handhaven rituelen praktiseren de waterscheidende tijd
vervloeken en geduldig calculeren de schade van een half jaar

zolang je spreekt heersen er wetten
is er orde is hij verdwenen: de vos
onder het ijs; is er orde gehoorzamen

de woorden aan de gebaren aan het eindrijm

van je naam en ronkt het gevoel - we
zouden uren praten en het verleden
reduceren tot de waarheid
en elkaar; woord en glimlach

moeiteloos laten versmelten
tot conversatie -

tot het bewustzijn
kokstovend aan komt sloffen en een redelijk been uitsteekt
mij pootjelapt
en ik denk
moe
moe
moe

Geen opmerkingen: