donderdag 21 juli 2011

Marcel Möring - Louteringsberg

Marcel Möring - Louteringsberg. De Bezige Bij (2011), 505 blz.

Louteringsberg is het tweede deel van een trilogie gebaseerd op Dante's goddelijke drieluik inferno, purgatorio en paradijs. Het eerste deel, Dis (2006), gaf ik vijf sterren. Het verhaal over de jood Jakob Noach was zowel inhoudelijk als qua vorm gedurfd, gevarieerd en meeslepend. Puntje van kritiek was toen: 'De tweede hoofdpersoon, de autodidact Marcus Kolpa, is minder overtuigend'.

Laat deze Kolpa nou net de enige hoofdpersoon van het tweede boek zijn. De razende, stormende hel heeft plaatsgemaakt voor het bedaarde, eentonige vagevuur. Kolpa is nu een schrijver die na één gigantisch succesvol boek nooit meer iets nieuws uit de pen heeft gekregen en zich met zijn dochter Rebecca heeft teruggetrokken in een groot huis op een heuvel in het oosten des lands. Hij raakt na de dood van zijn moeder geïntrigeerd door de schimmigheden rond zijn afkomst en de nooit opgehelderde verdwijning van zijn vrouw Chaja.

Een louteringsproces is in de regel een langdurig, tijdrovend iets. Qua inhoud en vorm heeft Möring zijn roman daarop ingericht: Louteringsberg kabbelt voort, Kolpa peinst heel wat af en veel spannends gebeurt er feitelijk niet. Exemplarisch zijn de gedetailleerde beschrijvingen van voedselbereiding die Möring aan zijn culinair onderlegde protagonist uitbesteedt. Dat Kolpa 'ontdekt' dat zijn rare achternaam een anagram van 'Polak' is, zegt ook genoeg over de verdoofde staat van zijn geest. Blijkbaar is hij zelf nooit op het idee gekomen.

Ergens halverwege het verhaal zit er wel een flinke spanningspiek. Het betreft een flashback waarin Kolpa memoreert hoe Chaja verdween nadat ze betrokken was geraakt bij extreemlinks terrorisme in de geëngageerde jaren zeventig. Rondom deze flashback staan enkele lange, reuze interessante essayistische passages over het failliet van het vermeend intellectuele engagement van de jaren zestig en zeventig.

Möring sprak hier al over bij Wim Brands. Er was de algehele verdwazing waarbij het zelfs bon ton was de terreur van de RAF in woord en gebaar te ondersteunen. Die mentaliteit is voor mij, iemand die die tijd niet heeft meegemaakt, werkelijk onbegrijpelijk. Ik kan soms trillen van woede als ik iets zie of lees over de verderfelijke RAF, maar indertijd genoot de groep ook bij gerespecteerde opiniemakers brede steun en sympathie. Dit gold bijvoorbeeld voor Willem Nagel, zo las ik onlangs in diens biografie Het spoor terug. Nagel raakte overigens aan het eind van zijn leven door zijn rabiate anti-Israëlhouding in het kamp van de antisemieten verzeild. De jodenhaat onder de krakers was voor Möring de aanleiding zijn positie als linkse intellectuel kritisch te bevragen.

Marcel Möring is nooit een briljant stilist geweest. Max Pam heeft dit ooit al aan de hand van de openingszin van de novelle Modelvliegen op even hilarische als dodelijke wijze gedemonstreerd. In Dis waren kenmerken als overdrijving, herhaling, kitsch en opzichtige intertekstualiteit functioneel binnen de exuberante, experimentele opzet, maar in een traditioneel verhaal als Louteringsberg zijn het eerder storende kenmerken. De loutering die Kolpa doormaakt aan het eind van het boek, 'midden in de nacht, in een donker bos', heeft dan wel weer iets van dat hallucinante dat Dis bij vlagen zo betoverend maakte.

Louteringsberg is al met al best een onderhoudende roman, maar de grandeur van Dis is ver weg. Het is te hopen dat we nu niet wéér vijf jaar moeten wachten tot het volgende deel verschijnt. Van Dante's Komedie wordt gewoonlijk gezegd dat het Inferno met afstand het boeiendste deel is en het Paradijs het saaiste. Het is voor Möring niet te hopen dat hij zijn voorbeeld ook op dit gebied navolgt.

*****

Geen opmerkingen: