zondag 30 december 2012

De vaderlanders van 2012

Wie waren de mensen die 2012 een gezicht gaven? Wie zijn de vaderlanders van 2012? Vijf categorieën, vijf duo's.

De polletiek
Diederik en Emiel
Er waren eens verkiezingen. Job moest Mark gaan verslaan, maar Job deed het best kut en Emiel-van-de-buren deed het bovendien veel beter. Toen werd Job gewisseld en kwam Diederik erin: de activistische anarchist voor de stamelende notabel. Toch bleef Emiel baas boven baas: hij ging het winnen. Toen kwamen de debatten. Diederik had ineens een stropdas onder zijn aardappelhoofd geknoopt en hij acteerde niet onaardig een ervaren staatsman. Emiel bleef wel zichzelf en deed het voorbeeldig. Maar toen gebeurde het: de VARA zei tegen iedereen dat Emiel het juist heel kut had gedaan! Ze zeiden er niet bij waarom dan, maar dat hoefde ook niet, want het socialistische stemvee geloofde het. En Emiel ging omlaag in de peilingen en Diederik ging omhoog. Toen stak de VARA nog een mes in Emiels rug en rolde de rode loper uit voor Diederik, die gezellig mocht komen ginnegappen om een imitatie-Emiel. En Emiel ging verder omlaag en Diederik won de verkiezingen. En de VARA feliciteerde zichzelf nog lang en gelukkig.

De misdaad
Peter R. en Willem
2012 was een misdadig jaar. En dus een echt Peter R. de Vries-jaar. Holleeder kwam vrij in januari en Peter R. ging gezellig een stukje met hem wandelen. Om een frisse neus te halen. Conclusie: 'Willem heeft geen enkele behoefte de komende tijd in de media te verschijnen'. Maar wie zijn neus schendt schendt zijn aangezicht, dacht Willem, waarna we de hartlijder plots overal zagen opduiken. Hij mocht zelfs college komen geven, ook al riep iedereen dat Twan Huys geen knip voor de neus waard was, maar die vond Willem juist het neusje van de zalm voor zijn College Tour. Willem was een 'volksheld', zei Matthijs. Ook Peter R. ging lekker door. De zaak-Vaatstra werd opgelost en Peter R. twitterde het nieuws al voor dag en dauw triomfantelijk het net op. Maar niet alleen in zijn hoedanigheid van ex-misdaadverslaggever was Peter R. niet te missen. In september, in het kader van de verkiezingen, brulde Peter R. met het schuim op zijn bek debiele aantijgingen en krankzinnige verwijten naar Mark Rutte, daarmee een geheel nieuwe invulling gevend aan de term 'Gestapo-verhoor'.

De ouderen
Ingeborg en Jan
Ook in 2012 was Griekenland onophoudelijk in het nieuws. Griekenlanddeskundige van dienst was Ingeborg Beugel, die steeds tekst en uitleg mocht komen geven bij Jeroen en Paul. Tenminste, dat was de bedoeling. In plaats van een insider die een kritische, genuanceerde, kortom: objectieve kijk op de zaak gaf ontpopte deze toverkol zich tot een volstrekt verblinde Griekenland-hooligan. 'Griekenland is geen hond!' blafte Ingeborg. Een supporter aan tafel: Ingeborg Beugel was de Ronald Waterreus van Pauw & Witteman. De grenzen van de dementie werden intussen verder opgerekt aan die andere borreltafel. Tafelbejaarde Jan Mulder bleef ook in 2012 het CDA kapittelen. Die partij had de PVV niet succesvol ingekapseld volgens Jan, integendeel: ze was ermee besmet geraakt! Het CDA ging dit jaar dood, maar wat was de diagnose van dokter Mulder na de verkiezingen? VVD en PvdA samen was uit den boze, de VVD moest over rechts! En o ja, nu moest GroenLinks opgeheven worden! Jan Mulder, boos op bestelling, voor al uw politieke kletsmeierij.

De jeugd
Sywert en Alexander
Niet alleen de gerimpelde elite stelde teleur, ook de jeugd bracht vooral ergernis. Voorop het jong belegen wonderkind Sywert van Lienden. Hij kwam even het politieke landschap herinrichten, Sywert. Zijn sjemmersclubje "G500" ging infiltreren in de grote drie PvdA, VVD en CDA om die partijen van binnenuit te hervormen. Faliekant mislukt natuurlijk. Vervolgens kwam hij met de "Stembreker", een gedrocht dat al doodverklaard werd voor het goed en wel online stond. Toen trok hij zich maar terug in de luwte: onze politieke landschapsarchitect bleek toch meer een gemeentewerker die over zijn schoffel gaat hangen wanneer na zonneschijn regen blijkt te zijn gekomen. Nu speelt hij wordfeud met Alexander Klöpping, naar verluidt. Klöpping, meneertje Zak Hooi, geboren Capuchon, hopman van de iZombies. Hij kwam de rol van de asociale media in de Harense Facebookrellen duiden: het was de schuld van de fossielen. Seabert en Kloepping, als dat de gezichten van mijn generatie zijn, dan kan wat mij betreft het facebook dicht. Gelukkig is er nog Tim Knol.

De sport
Epke en Churandy (en Teun)
En gelukkig was er Epke Zonderland. Voor gelukzaligheid, voor euforie, voor optimisme moesten we dit jaar wederom bij de sport zijn. Het was sowieso een belangrijk sportjaar, met een EK voetbal en Olympische Spelen. Bertje en zijn vedetten leverden echter een collectieve wanprestatie. Gelukkig kwam alles nog goed in Londen. Marianne Vos, Ranomi Kromowidjojo, de hockeyvrouwen. Dorian van Rijsselberghe. En natuurlijk Epke. Ook ik hield het niet droog, beken ik nu. Toen hij stond, en Hans van Zetten stond, toen was ik weerloos. Soms waren juist de zilveren of bronzen medailles extra mooi, zoals Gerco Schröders zilver in een razendspannende barrage. En wat te denken van Teun Mulder op de keirin, die eerst gebroken over zijn stuur hing omdat hij het brons op minder dan een millimeter was misgelopen, maar toen te horen kreeg dat hij toch derde was geworden. Van ellende naar euforie binnen één minuut: topsport in een notendop. Dé sporter die naast Epke echter voor altijd verbonden zal zijn met deze sportzomer won niet eens een medaille: Churandy Martina. Zijn brede tandpastalach en onverwoestbare goede zin werkten aanstekelijk. 2012 was geen topjaar, economisch en politiek en zo, maar niettemin is dé zin van 2012: 'Ik ben blij, man!'

zaterdag 29 december 2012

Zeven dagen lang (143)

23 t/m 29 december

ZONDAG Lulhannes 
Patrick Lodiers valt minister Ploumen in Serious Request TV binnen vijf minuten zesendertig keer aan over het feit dat de regering de opbrengst van Serious Request niet verdubbelt.
Neem even notitie: omhooggevallen brilsmurf die 225.000 euro p/j verdient bij de publieke omroep bedelt bij een minister die een miljard euro moet bezuinigen op ontwikkelingshulp of ze even tien miljoen wil aftikken.

MAANDAG Winterverhaal
Net als Frits van Egters in De avonden ben ik vandaag ook maar eens gaan werken op de 24ste. Voor de ultieme beleving en zo. En dan bij thuiskomst 'uit een trommeltje in het buffet enige koekjes' nemen. Maar daar heb ik De avonden niet voor nodig...

DINSDAG Kerst (I)
Geen Kerstmis zonder Home Alone natuurlijk, met John Candy als Gus Polinski, de 'polka king of the Midwest'. Volgens de overlevering werden de scènes met Candy in slechts één dag opgenomen, in een sessie van maar liefst 23 uur lang. Mag ik u voor meer van zulke wetenswaardigheden over deze koning de site JohnCandy.com van harte aanbevelen? 'The home of everything John Candy...'

WOENSDAG Kerst (II)
De ultieme kerstplaat van dit jaar? Ik ga voor 'Who'll Stop the Rain' van Creedence Clearwater Revival...

DONDERDAG Top 2000 (I)
'It's a mystery to me, we have a greed, with which we have agreed...' (Eddie Vedder - 'Society'; #1295)

VRIJDAG Top 2000 (II)
'Time keeps on slipping, slipping, slipping... into the future...' (Steve Miller Band - 'Fly Like an Eagle'; #1009)
Het beste deel van de Top 2000 is toch eigenlijk zo rond de nummer duizend. Daar zitten de echte juweeltjes. Het rijtje #1000, #999 en #998 bijvoorbeeld is echt geweldig: 'Going to a Town' van Rufus Wainwright, 'Dodenrit' van Drs. P en 'Lucky Man' van Emerson, Lake & Palmer! Het beste van toen en nu, Nederlandstalig en Engelstalig, speakers open!

ZATERDAG Top 2000 (III)
'Voor ik vergeet, dat hier een kerk heeft gestaan...' (Spinvis - 'Voor ik vergeet'; #717)

vrijdag 28 december 2012

Zoggel: dé trendwatcher van 2012

De eerste blogpost van dit jaar was een lijst met 13 voorspellingen voor 2012. Met nog maar een paar dagen te gaan is het tijd om de balans op te maken.

'Als in januari de EU de volgende eurotop houdt zullen commentatoren melden dat dit de cruciale top is, waarna er weer geen knopen doorgehakt zullen worden.'
Er is in 2012 meer dan ooit gepalaverd, gezeurd en gezeverd over Europa, de EU, de euro, zonder dat er echt schot in de zaak is gekomen. Er zijn nog geen landen uit de eurozone gegooid, de euro is nog niet gevallen, er is nog steeds geen oorlog. En de media die elke keer een 'cruciale' top aankondigen en dan na afloop weer moeten melden dat er geen spijkers met koppen zijn geslagen worden daar zelf van lieverlede ook moe van: RTL-verslaggever Bart Reijnen doet verslag van 'wéér een cruciale Eurotop', klonk het mismoedig in november. Ik denk echter dat dit vileine damage control is om de burgers koest te houden; stiekem wordt er heel wat doorgedrukt door de ongekozen Herman 'Montgomery Burns' van Rompuy en zijn generale staf.
Voorspellingen juist: 1 van de 1

'Als in februari de temperatuur tot net onder het vriespunt daalt zoemt wijd en zijd het woord "elfstedentocht" rond.'
Op deze voorspelling mag ik het meest trots zijn. Inderdaad stond februari dit jaar glansrijk in het teken van de aloude vraag komt-ie wel of komt-ie niet? Na jaren brak er weer eens een ware Elfstedenkoorts uit toen de temperatuur aanhoudend met dubbele cijfers in de min bleef gaan. De Friezen verlieten massaal hun vrijstaande huizen om de route te prepareren, praatprogramma's als DWDD veranderden in een dependance van TV Oost met Erik Hulzenbosch en Erben Wennemars als ijsmeesters, en de nieuwe Henk Kroes bleek Wiebe Wieling te heten. Maar helaas, it gong net oan.
2 van de 2

'Als in maart - of welke maand dan ook - het OM foto's verspreidt om boeven te vangen zal Inez Wesky bij Pauw & Witteman komen vertellen dat de privacy van burgers in het geding is.'
Voorwaar, ook deze voorspelling kwam uit. Inez Weski - met een i dus, ik zag dat toen niet helder in mijn glazen bol - was weer prominent in de media om het recht op privacy van verdachten te bepleiten, met als dieptepunt de roofmoord op de Haagse juwelier Stratmann. De voortvluchtige verdachten zouden in het opsporingsbericht niet met hun gezicht in beeld mogen komen, want dat zou ze strafvermindering gaan opleveren. En dus zagen we het kohlpotloodgezicht van mevrouw Weski overal onze televisieschermen teisteren.
3 van de 3

'Als in april de Koninklijke familie Rhenen en Veenendaal bezoekt zullen de kosten van de monarchie voor veel verontwaardiging zorgen.'
Voor de verandering hielden de Republikeinen zich dit jaar relatief koest rond Koninginnedag. Daar was één allesbepalende oorzaak voor, die ook ik niet kon voorzien in januari: het skiongeluk van Friso. Uit piëteit werd de jaarlijkse kritiekriedel rond de rechtse hobby achterwege gelaten.
3 van de 4

'Als in mei de Nederlandse afvaardiging op het Eurovisie Songfestival jammerlijk faalt zal menigeen roepen dat we nooit meer moeten meedoen aan dat circus.'
Eerlijk gezegd heb ik dit jaar weinig meegekregen van dit geneuzel. Toen ik zag dat we een wicht gingen afvaardigen met een indianentooi, en met daaronder bovendien het prototype van een dom gezicht, toen wist ik genoeg. Toen ook nog bleek dat ze weinig kaas had gegeten van de uitspraak van het Engels, vreesde ik het ergste. Ze werd uiteindelijk 15de van de 18 in de semifinale. En jawel hoor: Omroep Brabant meldde dat 95% van de Brabanders vond dat Nederland in de toekomst nooit meer moet meedoen. En niet alleen Brabanders, ook de Rotterdamse zelf dacht er zo over: 'Joan Franka wil nooit meer naar songfestival'. Wees gerust, meid, dat willen wij ook niet.
4 van de 5

'Als in juni het EK in Polen en Oekraïne van start gaat zal er kritiek zijn op de wedstrijdbal van Adidas.'
Er was veel kritiek op de oncontroleerbare 'Europass' in 2008, en ook de 'Jabulani' in 2010 zwabberde alle kanten op. Gelukkig voor de heren voetballers, maar helaas voor mij zette die trend zich niet voort in Polen en Oekraïne afgelopen zomer. Er waren weer genoeg kritiekpunten en controverses, van sekstoerisme tot homofoob geweld en van hooliganisme tot ongeoorloofde boxershortreclame, maar rond de wedstrijdbal bleef het dit keer stil. Zelfs R. van Persie gaf de schuld niet aan de bal toen hij als een ware 'Pietertje' over de  bal maaide tegen de Denen.
4 van de 6

'Als in juli de Tour de France bezig is zal men klagen over de mentale weerbaarheid van de Nederlandse wielrenners.'
Het was een dramatische Tour voor het vaderland. Op zwarte vrijdag in week 1 gingen de Nederlandse talenten massaal tegen het asfalt. De een verkeerde vervolgens een tijd in levensgevaar (Poels), de ander liet alle kracht op het asfalt achter (Mollema), een derde kon geen vuist meer maken (Gesink). Allen stapten af en oude krijger Laurens ten Dam werd de beste Nederlander. Vanzelfsprekend barstte de kritiek los op de watjes van Rabo, voorop Johan Derksen, die als voetbalcorrespondent in Tour du Jour ook maar meteen zijn mening gaf over de wielrenners onder het motto 'Het feit dat ik ergens geen verstand van heb weerhoudt me er niet van er toch een mening over te hebben'.
5 van de 7

'Als in augustus de Olympische Spelen in Londen aanvangen zullen de torenhoge veiligheidskosten de tongen losmaken.'
Deze voorspelling had ik juist, al situeerde ik haar iets te laat in het jaar. Al in maart kwam het obligate bericht naar buiten dat de kosten hoger waren dan begroot, en dat de 'immens gestegen veiligheidskosten' daar debet aan waren. Juist in augustus verstomde alle kritiek, toen de Spelen vlekkeloos verliepen en het enthousiasme van de Britten, de hartverwarmende inzet van de vele vrijwilligers en de algehele sfeer van verbroedering voor een bries van optimisme zorgden die wijd en zijd dankbaar werd ontvangen.
6 van de 8

'Als in september na Prinsjesdag de Algemene Beschouwingen plaatsvinden zal de regering de plannen bejubelen, zullen de oppositiepartijen hevige kritiek spuien, zullen de coalitiefracties een zuinig puntje van kritiek opnemen in hun reactie van algemene instemming en tevredenheid en zullen de journaals openen met een uitspraak van Geert Wilders.'
Politiek heet de waan van de dag te zijn. Bij deze voorspelling werd ik dan ook genekt door de in januari nog niet voorziene gedoogbreuk en het daaropvolgende mislukkende Catshuisoverleg. G. Wilders liep weg, er werd in allerijl een behoorlijk herfstig 'Lenteakkoord' gesloten en er kwamen nieuwe verkiezingen - uitgerekend in september -, zodat Prinsjesdag dit jaar meer dan anders een toneelstukje was met een minister van Financiën die een begroting presenteerde die een wel heel beperkte levensduur zou hebben.
6 van de 9

'Als in oktober de Amerikaanse presidentsverkiezingen hun climax naderen zal FOX de republikeinse tegenstrever van Barack Obama steunen door Obama zwart(er) te maken.'
Een schandalige anti-Obama-advertentie door 'Fox and Friends' in mei, schaamteloze Mitt Romney-promotie in de aanloop naar de verkiezingen, en zelfs nadat Obama de verkiezingen al lang en breed gewonnen had nog een poging roet in het eten te gooien door Obama's claim op Ohio tegen te spreken. Ja, de reactionairen van Fox voldeden weer volledig aan de verwachtingen.
7 van de 10

'Als in november Sinterklaas zijn intocht beleeft gaan er stemmen op dat Zwarte Piet een racistisch fenomeen is.'
Dit was ook een redelijk veilige voorspelling. Er gaat immers geen jaar voorbij of de secondanten van de bebaarde kindervriend worden zwart gemaakt als zijnde racistisch. Ik kon echter niet bevroeden dat dit jaar deze typisch Hollandse traditie van problemen zoeken die er niet zijn ook over de grens ingang zou vinden. Diverse buitenlandse media berichtten over de racistische 'Black Pete', van ABC tot Fox en van de Zuid-Afrikaanse Times tot Al-Jazeera. Sinterklaas, hoe lang nog?
8 van de 11

'Als in december oudjaar nadert pleiten enkele politici, oogartsen en rancuneuzen voor een landelijk vuurwerkverbod.'
Nog zo'n jaarlijkse terugkerende, typisch Nederlandse folklore: de roep om een vuurwerkverbod voor particulieren. De liberaal-terminale partij GroenLinks begon dit jaar zelfs een meldpunt. 2012 was sowieso een echt meldpuntjaar, met behalve het Vuurwerkmeldpunt ook een 'Polenmeldpunt'. GroenLinks en de PVV, Nederland in een notendop: als er ergens een probleem is, dan gaan we niet nadenken over een oplossing om de minderheid die het probleem veroorzaakt aan te pakken - nee dan gaan we lekker verbieden en afschaffen. Vuurwerkpret, hoe lang nog?
9 van de 12

'Ik zal me in 2012 soms goed voelen, soms niet zo goed en soms een beetje ertussenin.'
Ik heb de blogproductie van het voorbije jaar teruggelezen en kan bij dezen bevestigen dat deze voorspelling geheel en al is uitgekomen.
10 van de 13

Het is duidelijk, er is maar één conclusie mogelijk: Zoggel is dé trendwatcher van 2012.

zaterdag 22 december 2012

Zeven dagen lang (142)

16 t/m 22 december

ZONDAG Zichtbaarste politicus van het jaar
Diederik Samsom is verkozen tot Politicus van het Jaar 2012, voor Jan Kees de Jager en Mark Rutte. Het zijn ook altijd de politieke kopstukken die voor zulke verkiezingen worden genomineerd.
Zelfs kereltje Pechtold en wegloper Wilders stonden op de shortlist van 1Vandaag. Wat hebben zij in godsnaam gepresteerd dit jaar?
Waarom niet een keer de onzichtbare werkmieren die het verschil maken? Pieter Omtzigt? Tjeerd van Dekken? Tamara Venrooy?

MAANDAG Keelpastille?
Vandaag op de radio een liedje gehoord van iemand die ik al enkele jaren succesvol had weten te omzeilen: Rihanna. Ik schrok me kapot. Die stem! Helemaal aan gort in een paar jaar. Drank en drugs natuurlijk. Rihanna zal wel de nieuwe Amy Winehouse worden. Of de nieuwe Astrid Nijgh, qua stem dan.

DINSDAG Hadden we kunnen weten
Het schijnt dat mensen niet graag een oudejaarslot van de Staatsloterij krijgen als kerstcadeau.
Mariah Carey zong het al: 'I don't want a lot for Christmas'.

WOENSDAG Red een kind!
Idee voor Drie Ef Em Serieus Rekwest: dit jaar niet vasten tegen babysterfte, maar fatsoenlijk eten voor het zoontje van dat doodenge rauwegroentenvrouwtje!

DONDERDAG Veel kwallen dit jaar
Het is vanavond de avond der arrogantie.
Eerst bij de loting voor de kwartfinale van de KNVB-beker Ajax' financieel directeur Jeroen Slop die met het arrogantste smoelwerk ooit de penalty van Graziano Pellè (Feyenoord) 'een echte Ajax-penalty' noemt. Kwal. Uit ergernis weggezapt naar Nederland 1, val ik midden in Freek de Jonge, die in 5 jaar later met een uitgestreken gezicht verkondigt dat hij nog steeds geen opvolger ziet onder de jongere cabaretiers. Maar als ze bij hem in de leer willen zijn ze welkom. Wat een stuitende arrogantie, alsof er ook maar één cabaretier staat te springen om gekneed te worden in het sleetse engagement van Freek, alsof er na hem nooit meer iemand is geweest die de vinger op de zere maatschappelijk plekken heeft gelegd, alsof bijvoorbeeld iemand als Theo Maassen niet meetelt. Maar nee, mokt Freek, 'Theo is een gearriveerde cabaretier'. Kwal.

VRIJDAG Goed nieuws
Eindelijk, Chris Rea op #1 in de Sky Radio Christmas Top 50.
En Youp met z'n kutkonijn bijna uit de lijst.
Soms gaat het ook best goed met Nederland.

ZATERDAG Goddeloos
In de Sint-Janskathedraal in 's-Hertogenbosch gaat een mobiele telefoon af. Een vrouw neemt op: 'Ik versta je niet goed, want ik sta in een of andere kerk!'
Waar is Gods toorn als hij het hardst nodig is...

donderdag 20 december 2012

Colder than the moon

Morgen begint de winter. Morgenmiddag om elf minuten over twaalf om precies te zijn. Het weer heeft daar evenwel geen boodschap aan. Dit jaar geen vorst en geen sneeuw, wel regen en veel wind. En ijzel.

Het eind van het liedje zal wel zijn dat het in februari ineens streng begint te vriezen. Alhoewel: we hebben rond Sinterklaas al wat sneeuw gehad en iedereen weet: december veranderlijk en zacht, is een winter zonder kracht. Ik sluit echter ook deze spreuk niet uit: december zonder ijs, is in februari weer Erben Wennemars elke avond bij Matthijs.

Wat is een goede soundtrack voor de winter? Natuurlijk zijn er de overbekende kerstliedjes en vele songs over sneeuw. Ik heb echter ontdekt dat er ook 'koude' liedjes bestaan: liedjes die niet alleen gaan over de winter, over sneeuw en ijs, over vrieskou, maar ook klinken alsof ze bij een paar graden onder nul zijn ingezongen. Trage, huiverende liedjes. Onderkoeld gezongen liedjes.

Mooiste voorbeeld vind ik Paul Simon's 'Night Game'. Als Paul zingt 'Then the night turned cold, colder than the moon', dan komt dat ijskoud binnen, even later nog gevolgd door 'And the tarpaulin was rolled, upon the winter frost', waarna Toots Thielemans het overneemt op mondharmonica. Mooier wordt het niet.

Gaat het bij Simon in de tekst nog expliciet over kou en vorst, een lied als 'The Owl and the Tanager' van Sufjan Stevens is dan weer qua sfeer zo winters als maar zijn kan. Het lied ademt strenge vorst.

Ook het naderen van de winter is een terugkerend thema in koude liedjes. Hoe arriveert de winter? Via de tuin: 'I see the winter, She's crawling over the lawn', klinkt het dreigend in 'Winter Is Coming' van Radical Face. En ook in 'Mykonos' van de Fleet Foxes is het gras de boodschapper die de winter aankondigt: 'As the winter turned the meadow brown'.

De kou die onder de dekens kruipt, ook zo'n klassieker: 'It's so cold here in my bed' zingt en speelt Gregory Page gevoelvol in 'Sleeping Dogs'. De gitaren huiveren daarentegen van de kou in  'Like Eating Glass' van Bloc Party. De reden: 'It's so cold in this house'.

Gelukkig bestaan er ook winterliedjes die juist de warmte binnenshuis ademen. 'The First Song' van Band of Horses. Vanaf de eerste klanken zit je in een cocon van behaaglijke warmte. Ik heb me lang afgevraagd hoe de bandleden dat intense, volle geluid uit hun gitaren wist te persen, maar op filmpjes van live-optredens is te zien hoe zanger Ben Bridwell een speciaal instrument bespeelt dat voor het bijzondere geluid zorgt.

Nog één nummer. De laatste tijd luister ik vaak naar de cd All of a Sudden I Miss Everyone van Explosions in the Sky, een volledig instrumentaal album. Daarop onder meer het hypnotiserende nummer 'What Do You Go Home To?' De eerste klanken van dat nummer... zo moet ijzel klinken als het geluid zou maken.

Want ijzel krijgen we ook nog voor de kiezen morgen. Ergens boven Nederland zal warme lucht uit Zuid-Europa botsen met koude lucht uit het noorden. Ja hoor, het zal ook eens een keer niet Zuid-Europa zijn, die knoflooklanden blijven ons maar dwarszitten. Is het niet met gebedel om leningen, dan is het wel met levensgevaarlijke situaties veroorzakende warme lucht.

De kogel kwam tien jaar geleden van links, maar de apocalyps komt morgen vanuit het zuiden.

maandag 17 december 2012

Louis van Gaal en de 'permissive society'

Sinds een aantal spelers van Nieuw Sloten B1 twee weken geleden grensrechter Richard Nieuwenhuizen van Buitenboys B3 molesteerden tot de dood erop volgde, heeft de gebeurtenis de media volledig beheerst. Televisie, radio, tijdschriften, kranten, internet: de deskundigen, al dan niet zelfbenoemd, buitelden over elkaar heen om de zaak te duiden, terwijl ook politici en KNVB-bobo's er een persoonlijk slaatje uit probeerden te slaan.

De voorlopig laatste kenner die zijn licht liet schijnen over de zaak is Louis van Gaal. De bondscoach van het Nederlands elftal wordt in kwaliteitskrant Spits van woensdag 12 december 2012 uitgebreid geciteerd. Volgens Van Gaal is het voetbalincident onderdeel van een groter maatschappelijk probleem: de overheid heeft de laatste decennia verzaakt duidelijke normen en waarden te stellen waarbinnen het individu zich in de samenleving kan bewegen.

Van Gaal bedient zich daarbij van de term permissive society, die hij definieert als ‘een samenleving waarin zo’n beetje alles wordt getolereerd. Dat is al sinds de jaren zeventig het probleem van dit land […] De politiek moet daar nieuwe normen en waarden voor scheppen.’ Hij gebruikt de term even later nog een keer, wanneer hij stelt dat Nederland veel te tolerant is geworden: ‘in het land is sociale controle vaak ver te zoeken, puur een gevolg van de permissive society.’

De term permissive society is medio jaren zestig uit Amerika komen overwaaien, toen het verdwijnen van een strakke sociale en seksuele moraal de samenleving ingrijpend veranderde. Hoe is dit begrip bij Louis van Gaal terechtgekomen? Nu is het zo dat het bondscoachschap van Oranje geen al te drukke baan is. Zo nu en dan een lang weekend met twee kwalificatiewedstrijden, af en toe nog een doodsaai vriendschappelijk duel, en verder kan Louis vanuit zijn comfortabele stoel in zijn doorzonwoning in Noordwijk de verrichtingen van zijn jongens in de gaten houden via Sport1 en Eredivisie Live. Genoeg tijd dus om ook eens een boek ter hand te nemen. Welk boek zou Louis geïnspireerd hebben?

In 2009 verscheen de studie The Permissive Society. America, 1941-1965 van Alan Petigny, historicus aan de Universiteit van Florida. De aanblik van dit boek moet Louis persoonlijk hebben getroffen. Want wat toont het voorplat? Een jongeman die, licht achteroverhellend, zijn linkerbeen de lucht in zwaait. Het doet mij onmiddellijk denken aan het beeld van Louis van Gaal die in de Champions League-finale van 1995 in Wenen (Ajax-Juventus) een soort van karatetrap uitvoert ten overstaan van een stoïcijns wegkijkende ‘vierde man’. Ja, die afbeelding voorop The Permissive Society is het spiegelbeeld van Louis’ karatetrap:




Nu hoeven we de rest nog maar in te vullen: Louis van Gaal torste al jaren een sluimerend schuldgevoel met zich mee over die krankzinnige karatetrap, elke keer weer versterkt als hij bij zinnen kwam na zich schandelijk te hebben misdragen op een voetbalveld, in een perszaal of op het bordes van een gemeentehuis. Toen kreeg Van Gaal het boek van Petigny in handen en vielen hem de schellen van de ogen: het is niet zijn schuld dat hij zich toen in Wenen en al die keren sindsdien zo heeft laten gaan! Het is de schuld van de maatschappij!

Decennia van overmatige tolerantie en aantasting van normen en waarden hebben een permissive society gecreëerd waarin zelfs een beschaafde ziel als Louis van Gaal soms ten prooi kan vallen aan wangedrag. Er loopt een directe lijn van de zwierige beenzwaai van die jonge Amerikaan via Louis’ karate kid-imitatie naar de doodschop die Richard Nieuwenhuizen het leven kostte.

Nu heeft Louis het licht gezien en weet hij ook de oplossing: de overheid moet duidelijke grenzen gaan stellen: ‘Ik probeer bij het Nederlands elftal ook de juiste normen en waarden te creëren. Maar dat is slechts voor een kleine groep. Voor het grotere geheel moet de politiek de juiste richting aangeven.’ Mark Rutte, Lodewijk Asscher, jullie taak voor 2013 is helder: stel grenzen! Voor de samenleving. Voor het voetbal. Voor Louis van Gaal.

(Met dank aan Mari Smits)

zaterdag 15 december 2012

Zeven dagen lang (141)

9 t/m 15 december

ZONDAG Wegens succes verlengd
Opmerkelijk: voor een film, een televisieprogramma, een boek, etc. wordt altijd reclame gemaakt bij verschijning, maar dat geldt niet voor musicals, daar wordt pas reclame voor gemaakt aan het eind van de cyclus: 'X houdt er binnenkort mee op!'; 'Y, nog maar een paar weken te zien!'

MAANDAG De grensrechter
Geheel volgens verwachting beginnen nu allerlei bobo's de dood van de grensrechter te misbruiken om hun persoonlijke ijdelheid te bevredigen. KNVB-voorzitter Michael van Praag roept met overslaande stem dat Sparta-trainer Michel Vonk geroyeerd zou moeten worden: 'Trainers als Vonk horen niet in onze sport thuis'.
Wat heeft die Vonk nou helemaal gezegd? Alleen dat hij niet gelooft dat Donovan Deekman expres op zijn tegenstander ging staan. Hij erkent nota bene onmiddellijk dat een scheidsrechter de rode kaart kan trekken voor een dergelijke overtreding.
Bovendien mag Michael van Praag wel achteraan in de rij gaan staan als het over ethiek en goede manieren gaat. Iemand die de witteboordencrimineel Sepp Blatter steunt en zelf hoog op de lijstjes staat om de Zwitser op te volgen als baas van de door en door corrupte FIFA mag wel een toontje lager zingen.
Voor een indruk van de persoon Van Praag: 'Van Praag houdt er een eigen huwelijksmoraal op na. Hij is vijf keer getrouwd, maar clubgenoten vertelt hij zonder ironie dat dit ligt aan zijn trouwe natuur. In tegenstelling tot de meeste mannen gaat hij niet vreemd. Als hij een leuke nieuwe vrouw ontmoet ontbindt hij gewoon zijn huwelijk.' (Menno de Galan, De coup van Cruijff, 2012, p. 31)
Hypocriete huichelaar.

DINSDAG Puinhopen
De kerstkaarten worden niet of met grote vertraging bezorgd, de treinen rijden niet of met grote vertraging, lang leve de privatisering van overheidsdiensten.
Bedrijven als PostNL en NS/ProRail zijn eigenlijk in een rare economische situatie terechtgekomen. Normaal is het volgens mij zo dat een onderneming probeert zoveel mogelijk klanten te krijgen, maar voor de post en de spoorwegen is het momenteel aantrekkelijker minder klanten te hebben, want die kosten meer (personeel, materieel) dan dat ze opleveren.

WOENSDAG Theo?
Forenzenkrant Spits plaatst een foto bij het artikel over de actie 'Zonder respect geen voetbal'. Op die foto is iets opmerkelijks te zien: Zoek de Theo Maassen.

DONDERDAG Failra
NS en NMBS overleggen morgenmiddag in Brussel over de grote problemen met de Fyra-trein.
Ik vermoed echter dat het overleg moet worden uitgesteld omdat de NS-delegatie onderweg naar Brussel strandt vanwege een defecte Fyra-trein.

VRIJDAG Mestreech
Even trilde ik van woede over die Vinkenslag-familie die een miljoen euro wist af te troggelen van de gemeente Maastricht om hun woonwagen een paar meter te verplaatsen.
Maar bij nader inzien moet ik niet boos zijn op Vinkenslag, maar op de gemeente Maastricht. Wat zit daar voor een stelletje slaapkoppen op het gemeentehuis dat ze een miljoen euro aan de familie geven om de wagen te laten verplaatsen? Waarom niet gewoon op basis van een offerte een bedrijf inhuren om dat te doen met het vriendelijke verzoek de rekening naar de gemeente op te sturen?

ZATERDAG Ankerpunt
Het zijn woelige tijden. Overal is het crisis, de beschaving stort ineen, niets is meer wat het was. Gelukkig is er elk jaar in december een traditie die nooit verandert:
Co Stompé vliegt eruit in de eerste ronde van het WK darten.

vrijdag 14 december 2012

De laatste week

Op het moment dat ik dit schrijf is het vrijdagavond, bijna middernacht. De allerlaatste vrijdagavond ooit, hoogstwaarschijnlijk. Nog maar één week te gaan immers, en dan is het zover: 21 december 2012, de dag dat de wereld vergaat. Als de Maya's hun tijdrekening tenminste een beetje op orde hadden. Ze zouden niet de eersten zijn die er faliekant naast zitten.

De dag komt steeds dichterbij, maar gek genoeg hoor je er de laatste tijd weinig meer over. Aan het begin van het jaar werd er best veel aandacht aan besteed. De Mayakalender werd verklaard, mensen mochten komen vertellen hoe ze die laatste dag gingen doorbrengen, en wat ze absoluut nog wilden doen voor het zover was. Nu is het verdacht stil. Zit iedereen zijn tijd uit te zitten? Of proberen we het te bezweren door het dood te zwijgen?

Toch ben ik wel benieuwd wat voor een dag het gaat zijn, komende vrijdag. Volgens mij gaan we elke tegenslag, elk ongeluk, elke curiositeit onwillekeurig relateren aan de datum. Alles wordt een omen. Ik geloof geenszins in zulke eindtijd-profetieën, maar ik geloof wel in selffulfilling prophecies: een voorspelling is van zichzelf onzin, maar mensen gaan er met hun gedrag indirect voor zorgen dat de voorspelling alsnog uitkomt.

Ik sluit ook zeker niet uit dat lieden die kwaad in de zin hebben uitgerekend die dag gaan aangrijpen om hun verderfelijke plan ten uitvoer te brengen. Ik heb ook even gedacht dat een paar centimeter sneeuw het land zou ontwrichten, en dat we dan konden zeggen: ja, inderdaad, einde der tijden, maar het wordt vrijdag zeven graden en het gaat een beetje regenen. Een druilerige doemsdag dus.

Het lijkt heel wat, zo'n einde der tijden, maar bij nader inzien zou het wel prettig zijn als we allemaal tegelijk gaan. Wat maakt de dood immers zo dramatisch: het gemis, de pijn, de ellende bij de nabestaanden. Zelf merk je er niet zo veel van, als het goed is. Natuurlijk is het levenslang aanwezige besef dat er nooit meer iets zal zijn als je dood bent moordend, maar rationeel gezien is dat onzin, want 'nooit meer' is een tijdsbepaling, en de dood heeft niets te maken met de tijd - het sterven wel, maar het dood zijn niet. In Twente heet het dat iemand 'uit de tijd gekomen' is als hij dood is. Dat hebben die Tukkers scherp gezien.

Nee, het is eigenlijk wel een geruststellende gedachte: als we gaan, dan gaan we allemaal tegelijk. Wat me wel een beetje ergert is dat het dan net op 21 december moet zijn, wel zo'n beetje de meest ongunstige dag van het jaar. De laatste werkdag, dus vakantie zit er niet meer in, we werken letterlijk door tot de dood erop volgt. Het heerlijke Kerstfeest halen we net niet meer. De avonden begint op 22 december, dat prachtboek kan ik net niet meer lezen. De derby van Noordoost-Brabant staat 23 december op het programma, die wordt me dan door de neus geboord; en ik heb mijn buscombi-biljet en ticket al betaald!

Ach, ik kan wel zeggen dat ik dat nu allemaal misloop, maar van missen zal geen sprake meer zijn, er zal nergens meer sprake van zijn. Ik vraag me nog wel af wanneer het op 21 december zover is. 's Ochtends al, de slaap nog in de ogen? Parallel aan de ondergaande zon? Krijgen we nog de kans onze vrijdagse vis te verorberen? De avondkoffie? Vragen, vragen te over. Ik wens u niettemin een aangename laatste week toe.

zondag 9 december 2012

Marokkanenprobleem

Een Marokkaanse interviewer vroeg een tijdje geleden aan Gerard Cox waarom er eigenlijk geen Marokkanen in Toen was geluk heel gewoon spelen. Omdat er in die tijd nog helemaal geen Marokkanen in Nederland waren, antwoordde Cox. Daarom heet het ook Toen was geluk heel gewoon, voegde de Rotterdamse kleinkunstenaar daar nog snel aan toe, met ergernis die niet alleen maar gespeeld was.
Cox zal op dit moment ongetwijfeld ook balen van het jammerlijke gelijkspel van zijn Feyenoord bij NAC Breda eerder vandaag.
Het was sowieso een merkwaardig voetbalweekend. Alle wedstrijden in het betaalde voetbal stonden in het teken van de gedode grensrechter van Buitenboys Almere. Er werden teksten voorgelezen, minuten stilte in acht genomen, rouwbanden gedragen. Er was een stille tocht in Almere, al het amateurvoetbal was afgelast, in kantines kwamen spelers, vrijwilligers en bestuurders bijeen voor bezinning en discussie.
Zo stonden in heel Nederland miljoenen mensen stil bij die afschuwelijke gebeurtenis, om het slachtoffer te gedenken en de boodschap uit te dragen dat dit nooit meer mag gebeuren.
Dat is bij nader inzien een merkwaardige vorm van preken voor de eigen parochie. De mensen die de moeite namen naar de kantines te komen zijn immers van zichzelf al mensen die zich netjes gedragen en nooit een grensrechter zullen doodslaan. Mensen met een ingebouwde politieagent.
Het gespuis dat zich stelselmatig misdraagt zal zich niets hebben aangetrokken van dit beschavingsoffensief. Denk maar niet dat bijvoorbeeld het adderengebroed uit de ontluisterende reportage van Erik Dijkstra in Amsterdam-West na dit weekend anders over de gebeurtenissen is gaan denken.
Zoals Theo Maassen al over het reclamebord PSV is tegen racisme zei: 'Wat denken ze daar in godsnaam mee te bereiken?! Dat een racist dat leest en denkt: "O, nee, dan kap ik er ook maar mee." Hou toch op...'
Wat meteen opviel in de eerste week na het drama, was dat er in alle toonaarden gezwegen werd over de achtergrond van de daders. Dan weet je tegenwoordig al hoe laat het is. En inderdaad was het vervolg een invuloefening. Minder scrupuleuze media meldden dat het Marokkanen waren, Geert Wilders twitterde vervolgens dat er geen voetbalprobleem was maar een Marokkanenprobleem, waarop de andere politici Wilders kapittelden. De cirkel was weer rond.
Natuurlijk is agressie op en rond de velden niet alleen een zaak van Marokkanen. Maar er is wel een Marokkanenprobleem in Nederland, dat zich onder meer manifesteert via wangedrag op het sportveld.
Het is bijzonder treurig en ook pessimistisch stemmend dat het blijkbaar nog altijd niet vanzelf spreekt dat Marokkanenprobleem als dusdanig te benoemen.
Nu buitelen de ivorentorenbewoners weer over elkaar heen met hun halfhartige pleidooien voor toonmatiging en hun irrelevante tegenvoorbeelden.
In Hoek van Holland en in Haren waren geen Marokkanen te bekennen, zeggen ze dan. Ik zie werkelijk niet in op welke manier dat zou weerspreken dat er een Marokkanenprobleem is.
Er zijn statistische bewijzen te over: feiten en cijfers, wetenschappelijke studies, de toegankelijke boeken Marokkaanse lieverdjes van Hans Werdmölder (2005) en Het Marokkanendrama van Fleur Jurgens (2007).
Het is tekenend, zoals Johan Derksen al zei, dat je bij het vernemen zo'n incident meteen denkt: dat zullen wel Marokkanen zijn, en dat dat dan ook inderdaad zo blijkt te zijn.
Wat me nog het meest frappeert is dat men het binnen de Marokkaanse gemeenschap zelf niet onderhand volledig beu is. Het moet toch verschrikkelijk zijn dat de hele bevolkingsgroep inmiddels een slechte naam heeft door het misselijkmakende gedrag van een minderheid binnen de eigen gelederen. Maar nee, elke keer als er iets voorvalt schuiven zogenaamde vertegenwoordigers van de Marokkaanse gemeenschap aan bij de praatprogramma's om toch maar vooral te ontkennen dat er een Marokkanenprobleem is.
Ze hebben niet in de gaten dat ze zelf het grootste slachtoffer zijn van de jochies die ze verdedigen.
De moedige politici Aboutaleb en Marcouch hebben dat wel al lang geleden erkend. En toch vinden zij nog steeds onvoldoende navolging binnen de Marokkaanse gemeenschap.
Ook andere politici laten Aboutaleb en Marcouch nog te vaak in de kou staan. Ze hebben Wilders nu een niet te missen kans voor open doel geboden door te verzuimen man en paard te noemen. Als ze zelf niet zo krampachtig hadden gereageerd, dan hadden ze Wilders buitenspel kunnen zetten. Nu gaat Geert er weer met de publieksprijs vandoor. En voor oplossingen, zo weten we, moeten we niet bij Geert Wilders zijn.
Al die bezinningsrituelen, al die discussies, al die goede voornemens, ze zijn zinloos zolang men niet maatschappijbreed erkent dat er een Marokkanenprobleem is. Je kunt een probleem niet oplossen voordat je erkent dat er überhaupt sprake is van een probleem.
Ik geloof nog steeds dat het begin van een oplossing onderaan, in de gezinnen zelf gezocht moet worden. Opvoeding is alles. Die ingebouwde politieagent moet er in de opvoeding ingepeperd worden.
Want ook '1948' van Gerard Cox, het liedje dat beter bekend is als 'Toen was geluk heel gewoon', gaat uiteindelijk niet over dat het in 1948 nog pais en vree was omdat er nog geen Marokkanen waren, maar omdat de kleine Gerard toen nog in de warme geborgenheid van het ouderlijk huis verkeerde. Kijk maar naar de eerste regel van de bridge: 'Die schooltas bleek het eerste teken / dat de zaak al was bekeken.'
Maar in die schooltas zat inmiddels wel een goede opvoeding, waar Gerard van op aan kon.
Natuurlijk biedt opvoeding geen waterdichte garantie, ook door de mazen van dat vangnet zullen altijd individuen blijven glippen die vervolgens ontsporen, dat hou je niet tegen. Maar dan zullen het daadwerkelijk individuele gevallen zijn, in plaats van, zoals nu, een groep die de samenleving ernstiger en blijvender ontwricht dan een overtrekkend sneeuwfront.

zaterdag 8 december 2012

Zeven dagen lang (140)

2 t/m 8 december

ZONDAG Mirakels
Ik noemde Mulisch' verborgen juweeltje Het mirakel (1955) ooit een voorloper van Italo Calvino's internationaal succesvolle Marcovaldo (1963).
Lees ik nu in Mulisch' Logboek (2012): 'Herinnering aan de oude Mondadori, aan het eind van de jaren vijftig bij Eddy. Vroeg mij wat voor soort zaken ik schreef; nadat ik geprobeerd had daar iets over te zeggen, vroeg ik, aan welke italiaanse schrijver hem dat deed denken. "Italo Calvino," zei hij onmiddellijk. Dat was voor het eerst dat ik die naam hoorde.' (p. 218-219)
Heeft die Mondadori - een uitgever - Calvino toen wellicht op de een of andere manier via Mulisch op het spoor gezet van het schrijven van Marcovaldo?

MAANDAG Everybody knows you should be sleeping
'Kill the neighbor, kill the neighbor,
that's been keeping me awake,
Find him in his house, climb up the stairway
and send him on his way
so I can get some sleep.'
(vrij naar Tyler Ramsey's 'Kill the Nightbird')

DINSDAG DWDD
Matthijs tegen Smeets: 'Waarom heb je eigenlijk een baard, Mart?'
Smeets: 'Ik was op vakantie en daar was een Nico Dijkshoorn lookalike contest. Ik ben tweede geworden.'
Ha! Daar kan Nico nooit meer overheen, wat hij in het vervolg ook onderneemt.

WOENSDAG Life of P
Wie ook nog schijnt te leven is Heinz Hermann Polzer, beter bekend als Drs. P.
93 jaar is-ie inmiddels.
En dat terwijl hij jaren geleden al eens op tv vertelde de dood niet te vrezen, want als je heel lang zou leven, 'dan wordt het op den duur verrekte vervelend'.

DONDERDAG Sneeuwdreiging
Het hele land is in blinde paniek omdat het komende nacht en morgen gaat sneeuwen.
Vroeger hoopte je elk jaar op sneeuw in december. Je zou er hoogstens wat langer over doen om op school te komen, maar het zou verder oneindige winterpret opleveren.
Sneeuwen deed het echter zelden of nooit.
Tegenwoordig ben je afhankelijk van de trein om je brood te verdienen en bid je elk jaar dat de sneeuw uitblijft.
En verdomd, elke december is het raak.

VRIJDAG Spuit veertien
Nu hij ontslagen is bij Chivas Guadalajara heeft Johan Cruijff weer tijd zich met de Nederlandse samenleving te bemoeien: 'Het gaat niet om Marokkanen, het gaat om normen en waarden.'
Nou ja zeg, Cruijff die over normen en waarden begint, het moet niet gekker worden. Als we allemaal volgens de normen en waarden van Johan Cruijff zouden moeten gaan leven, dan is het einde zoek.
Toch begrijp ik die uitspraak ergens ook wel, hij heeft Badr Hari sinds kort in de familie hè, dan zou ik ook op mijn tellen passen.

ZATERDAG Alles mis
Nog meer slecht nieuws rond Jasper S.:
'Jaspers mist finale wereldbeker driebanden Hurghada'.

dinsdag 4 december 2012

Lezen, lezen, lezen #31

Menno de Galan - De coup van Cruijff. Hoe Johan de macht greep bij Ajax (2012), 384 blz. (****)
Ik heb Johan Cruijff altijd als een gek beschouwd, maar lang als een vermakelijke gek, iemand die de idiootste dingen riep en deed, maar daar niemand echt kwaad mee deed. Een groot voetballer die na zijn actieve carrière alles in het werk stelde om de verafgoding voort te laten duren. Dat veranderde toen Cruijff na een 2-0 nederlaag van Ajax bij Real Madrid niet alleen als de eerste de beste fanatieke supporter om revolutie riep en het vertrek van de clubleiding eiste, maar vervolgens ook daadwerkelijk de daad bij het woord voegde en, gesouffleerd door een clubje getrouwen binnen de club, in de media en zijn persoonlijke omgeving, de bestuurders van Ajax begon te belasteren. Een onberekenbare gek, dacht ik toen. Dat het nog veel erger was bleek op 30 maart 2011. Cruijff had zijn zin gekregen: de moegestreden Uri Coronel en Rik van den Boog hadden gecapituleerd; buiten de ArenA kreeg NOS-verslaggever Joep Schreuder Cruijff voor de camera en vroeg hij de 'verlosser' hoe het nu verder moest. Het antwoord dat toen volgde staat me nog zeer helder voor de geest: 'Ja, dat weet ik niet. Ik heb toch niets met de organisatie van de club te maken?' Ik was een paar seconden verbijsterd, maar meteen daarna wist ik het zeker: Cruijff is een gevaarlijke gek. 'Het belang van Ajax' en dat soort gelul was voorgoed een drogreden geworden.
Het boek De coup van Cruijff sterkt mij in die mening. De gerenommeerde onderzoeksjournalist Menno de Galan heeft de bestuurlijke perikelen binnen Ajax van de afgelopen twee jaar tot in detail uitgeplozen. Het bijna 400 pagina's dikke resultaat laat zich lezen als een complexe, razend spannende page turner, een thriller met vrijwel louter bad guys en een plot zo krankzinnig dat je de schrijver van effectbejag zou betichten als het allemaal niet waar gebeurd was wat hij heeft opgeschreven. Neem de soms ridicule personages, zoals die malle personal assistant van Cruijff Rutger Koopmans, die op een gegeven moment een e-mail naar Coronel stuurt met daarin onder meer het decreet dat 'Johans voetbalvisie zonder enige reserves moet worden uitgevoerd. Op die visie bestaat evenmin een "ja maar..." als er een nuancering bestaat op de relativiteitstheorie van Albert Einstein of de zwaartekrachttheorie van Newton.' Dat verzin je toch niet...
Uiteraard neemt dat krankzinnige citaat tegenover Joep Schreuder een prominente plaats in in het boek: het vormt feitelijk de spil, want daar liet Cruijff zijn ware gezicht zien. De trigger om het boek te schrijven was echter een gesprek met Van den Boog, die bij De Galan zijn hart uitstortte: 'Het managen van Johan kost mij meer kracht dan het leiden van een bedrijf met 25.000 man.' Grappig element is dat De Galan na vrijwel elk warrig citaat van Cruijff verder gaat met: 'Vrij vertaald:'. De Galan heeft het duidelijk niet zo op Cruijff, maar dat mag geen verwondering wekken als je leest waar hij allemaal op is gestuit. Hij durft zelfs zo ver te gaan de werkwijze van het kamp-Cruijff te vergelijken met de praktijken van de Russische maffia: ze nemen de zaak over, de eigenaar mag blijven zitten zo lang hij maar precies uitvoert wat hem met veel intimidatie en emotionele chantage wordt opgedragen; zo niet, dan maken ze je koud. Zo'n maffioos element is bijvoorbeeld de uiterst dubieuze rol die De Telegraaf heeft gespeeld in alle machinaties en beschadigingen, met Jaap de Groot en Valentijn Driessen als de gewetenloze schurken die werkelijk voor geen enkel verzinsel of lasterlijke aantijging zijn teruggeschrikt.
Ook de machtsstrijd van dit jaar, tussen RvC-lid Cruijff en de overige vier RvC-leden, is volledig beschreven. Hier blijk ik me wel op één punt te hebben vergist: ik dacht dat Steven ten Have te goeder trouw was, maar ook hij blijkt iemand te zijn geweest die op meerdere borden schaakte en de grip op de zaak verloor. Uiteindelijk heeft bijna niemand schone handen, op één persoon na misschien: Marco van Basten, die heel moedig zijn persoonlijke ethiek als leidraad bleef hanteren. Die hele oorlog binnen Ajax is in wezen terug te voeren tot een strijd tussen de bedrijfsjongens en de voetbaljongens, maar dat is toch eigenlijk een achterhoedegevecht: toen Ajax naar de beurs ging is het onherroepelijk ook een groot bedrijf geworden, en daar zal bestuurlijk naar gehandeld moeten worden, linksom of rechtsom. Cruijff heeft nu zogenaamd gewonnen en 'zijn jongens' hebben de macht, maar niemand blijkt Wim Jonk te pruimen en de recente benoeming van Edwin van der Sar tot directeur van een beursgenoteerde NV is te debiel voor woorden, dan kun je wel zeggen: hij is afgestudeerd aan de 'Johan Cruijff University', maar dat betekent natuurlijk net zo weinig als de 'Hogeschool Berry van Aerle', of het 'Corry Konings Conservatorium'.
De coup van Cruijff ging mij soms de pet te boven, door die hele ondoorzichtige clubstructuur kon ik er soms geen wijs meer uit: directie, Raad van Commissarissen met talloze wissels, bestuur, interim-bestuur, ledenraad, bestuursraad, voordrachtscommissies, vredescommissie, verzoeningscommissie, technisch platform, organisatieplatform, financieel platform, enzovoort. De bomen en het bos. Gelukkig snapte Cruijff het wel: 'dat houdt in dat er nu een platform gedingest is.' Virtuoos...

Hafid Bouazza & Gerrit Komrij - Nu ben ik boos, ik omhels je. Brieven (2009), 121 blz. (***)
Een briefwisseling tussen Hafid Bouazza en Gerrit Komrij is een garantie voor vuurwerk. Twee scribenten met een vlijmscherpe pen die nooit een blad voor de mond hebben genomen. Twee vrijdenkers die wars zijn van politieke correctheid en borg hebben gestaan voor menig provocerend opiniestuk en spraakmakende column. Na een aftastend begin is het Bouazza die de knuppel in het hoenderhoek gooit: 'een moslim die aanstoot neemt: dat is tegenwoordig een pleonasme.' (Toen ik dit boekje las waren er net weer booslims aan het boeroepen over een Mo-filmpje; hoe actueel!) Vervolgens brandt hij los: 'Een man wie wordt verzocht een andere plaats te zoeken in het vliegtuig, want zijn Turkse buurvrouw wil niet langs een exemplaar van zijn kunne zitten. En het KLM-personeel brengt begrip op. Waarom haar niet op de vleugel gezet, tussen de gremlins waar ze thuishoort?' En: 'Zoals de moslims het woord allochtoon hebben bezet, zo bezet de islam de openbare orde, de vrije principes. Vier nieuwe moskeeën worden gebouwd - om de jeugd op het goede pad te brengen. Behoud van muzelidentiteit en integratie. Polderislam. Rad voor ogen. Baard ontmoet eierdop.' Zijn conclusie is even provocerend als waarachtig: 'Sorry voor de chaos. Het is de woede. Ik heb ooit gezegd dat de islam het slechtste is wat Nederland is overkomen. Ik denk dat de islam hier gewoon vruchtbare grond heeft gevonden en gewillige, onderkruiperige hoveniers.' Komrij antwoordt dat Bouazza zich met dit standpunt buiten de orde plaatst: hij zal nu worden uitgekotst door de allochtonen, maar ook door de Hollanders, want het is not done om te zeggen dat 'de baarden' niet deugen: 'HELA, kom nou, maak het een beetje, pak ons onze Marokkaantjes niet af! Wat zouden wij zijn zonder onze hulpbehoevende Marokkaantjes?' Dan, realistisch: 'We kunnen niet over identiteit en immigratie spreken en dan ijskoud beweren dat er hoop bestaat. We kunnen niet naar de wereldpolitiek kijken en dan doodleuk concluderen dat het zo'n vaart niet loopt.' Want 'de wereldverbeteraars en de socialisten hebben hun zin gekregen. Het wachten is alleen nog op de bekroning van hun werk.' Komrij wil wel benadrukken dat Bouazza en hij 'elitair' zijn in hun verontwaardiging en ver weg willen blijven van de volkse onderbuik; hun is het om de vrijheid van meningsuiting te doen, het plebs alleen om 'islam en buurtmoskee'. Bouazza probeert het toch nog een keer: 'Wat de islam nodig heeft [...] is niet nog meer ruimte en erkenning, maar verloochening.'
Maar na dit veelbelovende begin kakt het een beetje in qua gepeperde tijdskritiek. De heren verleggen de aandacht naar poëzie en literatuur. Komrij wint op punten: 'De bestseller van het jaar wordt ooit nog eens - en sneller dan we denken - geschreven door iemand die in zijn blote kont komt vertellen dat twee plus twee vier is.' De brieven over en weer staan vol met zulke spitsvondigheden: 'die paradoxale sensatie van in een Nederlandse speelfilm te acteren zonder uit de kleren te moeten' (Bouazza); 'Ze zeggen wel eens dat ik vrouwonvriendelijk ben. Dat is kletskoek [...]. Ik ben gewoon een misantroop die niet discrimineert.' (Komrij)
Een literaire briefwisseling is ook altijd een steekspel, een hanengevecht, waarbij er altijd een het brutaalst de ander in zijn veren pikt. In Nu ben ik boos, ik omhels je is dat Bouazza: 'Ik word altijd vrolijk van [...] een zot die in zichzelf praat', daagt hij Komrij uit. En, na een zeverbrief van Komrij: 'We moeten er vooral voor hoeden dat het een naaikransje wordt.' Maar dat wordt het uiteindelijk toch. Komrij's uitspraken worden steeds holler van galm: 'Ik wil sterven met een bulderende protestkreet die tot aan de Lofoten valt te horen.' Ook gaan de heren steeds meer langs elkaar heen praten. Komrij schrijft mini-essays over de teloorgang van de poëzie en de cultuur, Bouazza citeert Arabische en Engelse verzen, soms heel mooie overigens, zoals een Arabisch gedicht dat de lof van de eenzaamheid bezingt, waaruit Bouazza de bijzonder rake conclusie trekt: 'de essentie van gekozen zelfafzondering: de onwil om etiquette te accepteren en bij uitbreiding sociale conventies.' Hij is op een gegeven moment duidelijk weer in een van zijn periodieke alcoholische roesperiodes beland, getuige zijn loze geflirt met zelfmoord en steeds korter wordende lontje: 'Verder word ik een beetje moe van je kokette houding en je deze-ik-maar-de-andere-ik'. Komrij probeert het tij te keren en wil zijn penvriend weg van het navelstaren leiden, terug naar de wereld: 'Ik ben en blijf benieuwd naar je sociale en politieke ideeën.' En: 'Je staat in het brandpunt van de problemen die Europa bezighouden'. Maar Bouazza geeft niet meer thuis. Daarom houden ze er maar mee op. Eeuwig zonde.

Thierry Baudet - De aanval op de natiestaat (2012), 457 blz. (****)
Dit boek is de handelseditie van het proefschrift van Thierry Baudet, de voorman van jong conservatief Nederland. Baudet onderzocht de opkomst en de neergang van de natiestaat. Hij levert forse kritiek op de nationale en Europese elites die het concept van de natiestaat in de tweede helft van de twintigste eeuw stelselmatig hebben ondergraven. Zijn belangrijkste stelling daarbij is dat een democratische rechtsstaat, wil zij naar behoren kunnen functioneren, een natiestaat veronderstelt. Het devies 'nooit meer oorlog' heeft de naoorlogse politieke werkelijkheid bepaald. En omdat nationalisme en de natiestaat als oorzaken van de voorbije wereldbrand werden gezien, is de Europese politiek steeds gericht geweest op het aanvallen van de natiestaat. Twee tendensen hebben de ondermijning van de natiestaat bepaald: supranationalisme en multiculturalisme, of beter: de manieren waarop deze niet per se verkeerde noties in de praktijk zijn gebracht en welke consequenties daarbij zijn genegeerd en goedgepraat.
Het eerste deel, waarin Baudet gedetailleerd de politieke, filosofische en rechtsstatelijke achtergronden van het begrip natiestaat beschrijft, is het minst interessant. Het is degelijk vakwerk, voer voor promotoren, maar voor een niet-professioneel publiek allicht wat te technisch. Boeiender vind ik het tweede en derde deel, waarin Baudet zijn kritiek op de aanval ontvouwt en aanbevelingen voor de toekomst doet. Hij benadrukt keer op keer dat hij met zijn kritiek op supranationalisme en multiculturalisme allesbehalve een eng-nationalistische monocultuur voorstaat. Hij pleit voor soeverein kosmopolitisme en multicultureel nationalisme, twee 'derde wegen' die internationale samenwerking en open samenlevingen garanderen, maar vanuit duidelijk afgebakende natiestaten, zowel juridisch als politiek: 'juist omwille van deze grensoverschrijdende kwesties hebben we sterke natiestaten nodig. Alleen dan kunnen nieuwkomers worden verwelkomd, kan politieke vertegenwoordiging en collectieve democratische besluitvorming worden gerealiseerd, en kan de rechtstaat voor allen gelijk blijven gelden.'
Baudet volgt hiermee historicus Frank Ankersmit, die in reactie op de beruchte speech van Maxima, die zei dat de Nederlandse identiteit niet bestaat, in NRC Handelsblad schreef: 'Onze nationale identiteit moet je niet zoeken in een bepaalde set van algemene en onveranderlijke eigenschappen die sociale wetenschappers zouden ontwaren in het gedrag van de Nederlanders. [...] Wat onze identiteit is, ligt [...] niet voor eeuwig en altijd vast. Die is altijd inzet van debat. Maar het feit dat we onze nationale identiteit ter discussie stellen, betekent nog niet dat die niet zou bestaan. Dat is de denkfout van prinses Máxima. Wie zo redeneert, zou ook de geschiedenis moeten afschaffen. En ook alle normen en waarden, want daar discussiëren we ook eindeloos over.' Baudet slaat naar mijn mening de spijker op de kop wanneer hij stelt dat een nationale identiteit juist in een pluriforme en geïnternationaliseerde samenleving broodnodig is: 'Dat dit voortdurend vergeten wordt, is waarschijnlijk ook de reden dat voorvechters van het multiculturalisme zich zo veel moeite getroosten om zich te kanten tegen nationale identiteit: zij beschouwen nationalisme als iets wat nieuwkomers buitensluit, in plaats van iets wat juist beschikt over een uniek vermogen om ze op te nemen - ze te verwelkomen.'
De aanval op de natiestaat is een behartigenswaardige poging het verzuurde debat rond de natiestaat te revitaliseren door twee overzijden te overbruggen: multicultureel nationalisme contrasteert met zowel overtolerant multiculturalisme als intolerant nationalisme, en soeverein kosmopolitisme contrasteert met zowel zielloos en onbestuurbaar supranationalisme als intolerant nationalisme: beide 'erkennen dat de geïnternationaliseerde, moderne wereld vraagt om een open blik - maar zij plaatsen de natiestaat niettemin in het hart van het politieke bestel.' Baudet laat zo zien dat ook een conservatieve denker met vooruitstrevende ideeën kan komen. In de geest van zijn begrippenparen zou ik willen zeggen: dit boek is een progressief conservatief pleidooi.

zaterdag 1 december 2012

Zeven dagen lang (139)

25 november t/m 1 december

ZONDAG Na de pauze
Nadat tussen 2006 en 2009 gestaag vijf delen van de nieuwe monumentale literatuurgeschiedenis van de Taalunie het licht zagen is het inmiddels al ruim drie jaar doodstil, terwijl er nog drie dikke delen en een supplement moeten verschijnen.
Maar eindelijk is er goed nieuws te melden: op 25 februari verschijnt Wereld in woorden van Frits van Oostrom, dat de periode 1300-1400 zal bestrijken.

MAANDAG Had nou maar een hulplijn genomen
Mark Rutte zou zijn verkiezingsbelofte dat er geen extra geld naar Griekenland gaat hebben gebroken. Ik snap alle ophef niet. We hadden toch al bij Lucky TV gezien dat hij het mis had?

DINSDAG DWDD
Op teletekst wordt Alexander Klöpping aangekondigd als 'entrepeneur' [sic].
Tsja, je moet iets verzinnen... 'Fulltime talking head' had ook gekund. Of 'professionele pruillip'. Of 'zak hooi'.

WOENSDAG Stapel
Wat een kwal, die Diederik Stapel. Zogenaamd een mea culpa uitspreken, maar in feite ordinaire reclame maken voor een boek.
Alle opbrengsten moeten ten goede komen aan de jonge onderzoekers wier wetenschappelijke loopbaan vernietigd is door Stapel, vind ik; zodra hij er zelf ook maar een cent aan verdient moet hij naar het schavot.

DONDERDAG Elektrificerend
Recensieweb vraagt lezers nominaties voor de beste en de slechtste seksscène uit een dit jaar verschenen literair werk in te sturen.
Ik zou het niet weten, maar als er ooit een beste seksscène aller tijden moet worden verkozen, dan nomineer ik deze schitterende alinea uit W.F. Hermans' De donkere kamer van Damokles:
'Hij lichtte zijn hoofd op om naar haar gezicht te kijken. Haar ogen waren van opwinding halfgesloten, maar haar mond was halfopen en glimlachte nu alsof zij medelijden met hem had. Hij wilde dit niet zien, drukte zijn mond op die glimlach en stootte zijn tong tussen haar tanden. Zo was het of hij haar lichaam gevangen hield tussen twee haken, of tussen twee polen van een batterij en een stroom van hoog voltage joeg hij door haar lichaam zodat het in een krampachtig schokkende beweging kwam en zij kreunde als een gemartelde.'
(Volledige Werken, deel 3, p. 111-112)

VRIJDAG Stamel
Waarom schuift Wim Kieft steeds vaker aan bij Voetbal International? Ik dacht dat Youri Mulder erg was, maar Kieft maakt werkelijk helemaal nooit een zin af. Mijn hemel...

ZATERDAG Credo quia absurdum
In deel 3 van de Gerard Reve-biografie lees ik een zin van Reve die precies verwoordt hoe Herman Finkers zijn geloof beleeft:
'je zou kunnen zeggen, dat de Kerk de nood tot deugd uitroept. Zij zegt: het is allemaal heel erg, maar eigenlijk ook juist helemaal niet erg. Daarom is de leer vaak zo dubbelzinnig, tot op het dubbelhartige af. De reformatie leert wel ongeveer hetzelfde, maar kan de mythe van de godsgelijkheid des mensen niet of slechts zeer inadequaat vertolken en vieren, en vermag daardoor de spanning niet op te heffen. Zij is veel te rationeel, en durft niet, zoals de R.K. Kerk, domweg de dogmaas op rationeel èn irrationeel niveau tegelijk verder te ontwikkelen, zonder angst voor het resultaat. Op die manier is bijvoorbeeld Maria zowel de Moeder, de Bruid, als de Dochter van Christus. Dat kan niet, zou je zeggen, maar wat maakt dat uit? Als het maar waar is, daar gaat het om.' (Nop Maas, Gerard Reve, 3, p. 66)

vrijdag 30 november 2012

Zoggels top 100 Nederlandse cabaretiers: 1

Het weblog "Zoggel" presenteert zijn hoogst persoonlijke en dus hoogst eigengereide top 100 van Nederlandse cabaretiers. Speelgerechtigd zijn alleen grappenmakers en geinponems die heden ten dage hun humor of poging daartoe op de bühne of op de beeldbuis brengen of dat in de voorgoed voorbije levensdagen van ondergetekende hebben gedaan. Jammer maar helaas dus voor Eduard Jacobs, Alex de Haas, Wim Kan, Toon Hermans e tutti quanti. Vlamingen mochten meedoen als ze ook in Nederland bekend zijn, dat wil zeggen: als ik ze ken. Dat geldt overigens voor iedereen in de lijst: ken ik je niet, dan heb je pech. Maar ik ken er wel een boel, zo ben ik dan ook wel weer.
In deze finaleweek hebben we afgeteld tot de nummer één. Vandaag die nummer 1.

1. Herman Finkers
We begonnen deze lijst op nummer honderd met een enigszins provocerend statement, en zo eindigen we ook.
Uit alle voorgaande stukjes is hopelijk wel zo'n beetje duidelijk geworden wat ik onder goed cabaret versta. Het moet niet alleen maar humor om te lachen zijn, de grappen moeten soms ook schuren, uitdagen, een klap uitdelen desnoods. Ontspanning én inspanning, lering ende vermaak, de lach en de traan. Ik ben graag bereid cabaret als een niet minder hoogwaardige kunstvorm te beschouwen dan pakweg literatuur of muziek. En van de beste voortbrengselen ervan verwacht ik dan ook dat ze de wereld even doen kantelen, de blik verruimen, van mij een net iets ander mens maken dan ik voorheen was.
Herman Finkers is daar volgens mij in geslaagd.
Maar laten we eerst bij het begin beginnen. Herman Finkers won in 1979 Cameretten met een spervuur aan woordgrapjes en kwinkslagen, een procedé dat hij vervolgens zo'n twintig jaar lang zou toepassen in zijn theatershows. De eerste drie, Op zwart zangzaad (1979), De terugkeer van Joop Huizinga (1982) en De Diana Ros Show (1983), vergaarden alleen in het oosten des lands enige bekendheid, maar vanaf EHBO is mijn lust en mijn leven (1985) werd Finkers ook wereldberoemd in heel Nederland.
Gemiddeld om de twee a drie jaar kwam hij met een nieuw programma, van Het meisje van de slijterij (1987) en De zon gaat zinloos onder, morgen moet ze toch weer op (1990) via Dat heeft zo'n jongen toch niet nodig (1992) en Geen spatader veranderd (1995) tot Kalm aan en rap een beetje (1998), die zonder uitzondering een redelijk tot goede pers kregen en volle zalen trokken, maar vooral veel van hetzelfde brachten. Herman Finkers hoefde zichzelf niet zo nodig te vernieuwen.
Hij is daardoor lang als een amusant buitenbeentje beschouwd. Een taalvirtuoos weliswaar, de meester van de omgekeerde logica, iemand die zijn metier tot in de finesses beheerste, maar geen 'gevaarlijke' cabaretier, geen 'urgente' kleinkunstenaar, geen ritselende revolutionair.
Een sketch als 'ANP' is een juweeltje, maar ook exemplarisch voor de beperkte reikwijdte van zijn humor.
Finkers was het in 2000 zelf ook beu en hield het voor gezien. Als het daar voorgoed bij was gebleven, dan hadden we Finkers al iets eerder voorbij zien komen in deze lijst. Ergens rond plek vijf waarschijnlijk. Een grootheid, maar zonder het surplus van de hors catégorie. Hij werd kort nadien bovendien ongeneeslijk ziek, zo hoorde ik tot mijn ontsteltenis op de radio toen ik, ergens begin vorig decennium, in het tuincentrum de uitgebloeide planten aan het omschudden was. Het werd stil rond Herman Finkers.
En toen, zeven jaar later, was daar ineens Na de pauze (2007).
Niet alleen een nieuwe show, maar ook een nieuwe Herman Finkers. Het is moeilijk voor te stellen wat er in die zeven jaar precies gebeurd is. Een groei, een loutering, een godwording?
Hier is iemand aan het woord die alles heeft begrepen, die de vezels van het bestaan heeft ontrafeld, die de wijsheid in pacht heeft.
Na de pauze bevat alles wat Finkers kenmerkte, maar dan tot perfectie doorgevoerd: de logica wordt meer dan ooit binnenstebuiten gekeerd, de woordgrappen getuigen van een uitzonderlijke intelligentie en taalgevoel, en Finkers tilt het begrip 'gortdroogheid' naar een hoger plan, bijvoorbeeld in 'Goocheltaal' en 'De vrouw (fragment)'.
Maar waar Finkers daar altijd ophield, daar gaat hij nu verder, veel verder. Hij was altijd een cabaretier zonder enig engagement in zijn shows; de actualiteit bestond niet. In Na de pauze worden de mens en zijn maatschappij met evenveel venijn als mededogen tot de naakte essentie teruggebracht, zoals in 'De tijdgeest'. Muzikale elementen stonden altijd in dienst van de kwinkslag. Na de pauze bevat enkele prachtige, de diepste lagen van de ziel beroerende liedjes, zoals 'Men fietst niet meer' en 'Lieve dode dichter'. Religie en zingeving zijn altijd onderwerpen in Finkers' shows geweest, maar steeds ironisch en wederom in dienst van. In Na de pauze worden de raakste dingen gezegd over deze onderwerpen, spreidt hij zijn grootse visie tentoon op leven en dood, op de liefde en het kwaad, op waarheid en schoonheid, zoals in 'Mijn laatste eer' en de indrukwekkende 'Slotmonoloog'.
Herman Finkers is te lang alleen maar die malle droogkomiek gebleven, hij is te lang in de rol van de slap zwetsende Tukker blijven hangen. Dat is niet in de laatste plaats zijn eigen schuld geweest. Hij vond dat hij niet verder hoefde te gaan dan hij deed, of dat hij daar het talent niet voor had.
Andere kunstenaars uit zijn omgeving, zoals Willem Wilmink en Daniël Lohues, hebben hem van het tegendeel weten te overtuigen. Zo is Finkers dan toch nog uitgegroeid tot een groot en veelzijdig scheppend kunstenaar, filosoof en mysticus ineen.
Het leverde hem een Gouden Harp, een penning voor maatschappelijke verdiensten en de taalprijs van Onze Taal op.
Willem Wilmink, Daniël Lohues, Herman Finkers, het zijn lui die mij wel aanspreken met hun levenshouding. Wars  van kapsones of hoogmoedswaanzin, dicht bij de natuur, bij de traditie, bij de medemens, voorvechters van kunst en cultuur zonder elitair te zijn, open voor spiritualiteit en zingeving zonder orthodox of zweverig te worden.
Na de pauze heb ik niet, zoals de meeste andere cabaretprogramma's, op video, dvd, tv of in het theater leren kennen, maar op cd. Menige zaterdagnacht ben ik gesticht door Herman Finkers. Ik neem regelmatig de proef op de som, maar ik kan 'Lieve dode dichter' nog steeds niet horen zonder kippenvel te krijgen. Na de pauze is een monument, een twee uur durende levensles.
Alleen al een zinnetje als 'Ooit mag ik dood' kan mij mateloos blijven fascineren. Het verwoordt een manier van in het leven staan die ik alleen maar kan hopen ooit te bereiken.
Dat is wat alle kunst uiteindelijk wil bewerkstelligen: dat we er een rijker, completer en beter mens van worden. Want uiteindelijk draait het in het leven maar om één ding: in het reine komen met onze sterfelijkheid. Daar werk ik elke dag aan, met literatuur en muziek als onmisbare hulpmiddelen. Cabaret hoorde daar niet bij, tot Na de pauze.

donderdag 29 november 2012

Zoggels top 100 Nederlandse cabaretiers: 2

Het weblog "Zoggel" presenteert zijn hoogst persoonlijke en dus hoogst eigengereide top 100 van Nederlandse cabaretiers. Speelgerechtigd zijn alleen grappenmakers en geinponems die heden ten dage hun humor of poging daartoe op de bühne of op de beeldbuis brengen of dat in de voorgoed voorbije levensdagen van ondergetekende hebben gedaan. Jammer maar helaas dus voor Eduard Jacobs, Alex de Haas, Wim Kan, Toon Hermans e tutti quanti. Vlamingen mochten meedoen als ze ook in Nederland bekend zijn, dat wil zeggen: als ik ze ken. Dat geldt overigens voor iedereen in de lijst: ken ik je niet, dan heb je pech. Maar ik ken er wel een boel, zo ben ik dan ook wel weer.
In deze finaleweek tellen we af tot de nummer één. Vandaag nummer 2.

2. De Vliegende Panters
'We are the Flying Panthers, we come to play for you.' Zo begonnen in 1995 drie broekies hun debuutvoorstelling Sex. Ze noemden zich De Vliegende Panters en waren net afgestudeerd aan de kleinkunstacademie. Rutger de Bekker, Diederik Ebbinge en Remko Vrijdag, drie jonge hemelbestormers.
Wie de show Sex bekijkt in de wetenschap dat het hier een eindexamenproject betreft zal werkelijk versteld staan van het niveau. Een woeste aaneenschakeling van gepeperde grappen, aanstekelijke liedjes en uitgekiende toneelstukjes, weergaloos op de planken gebracht door een perfect op elkaar ingespeeld trio.
Misschien is het predicaat 'wonderkinderen' overdreven, maar misschien ook niet. Maxima cum laude, minimaal.
Na Sex, dat instant-klassiekers bevatte als 'Dikkie Dik' en 'Anne Frank', volgde Hype (1998), waarin een zeldzame graad van meesterschap is bereikt.
Hype is cabaret, maar is ook toneel, is muziek, is musical, is theater, en is bovendien een parodie op dat alles. De boybandpastiche 'Tongzoen' legt de zaal onmiddellijk plat, die vervolgens anderhalf uur lang niet meer bijkomt, van het lachen maar ook van verbazing en verwondering. De Panters zetten net zo authentiek een groepje verveelde mannen neer ('Videootje') als een clubje vrouwen ('Vriendinnen') of een groepje schoolmeisjes ('Meisjes').
Het voetballied 'Aanvallen!', de minimusical 'Marketing the musical', de sketch 'Kwartetten', Hype is het cabaretequivalent van een meergangenmenu in een toprestaurant, waarbij je op een gegeven moment denkt dat het echt niet nóg verrukkelijker kan, maar daar komt de kok alweer aan met een nog dampender schotel...
Ik vind het moeilijk om onder woorden te brengen wat die show in me losmaakt. Dit is dan misschien ook het juiste moment om de persoonlijke noot aan te brengen.
Het stond al tweewekelijks te lezen in de intro en deze week staat het er zelfs dagelijks, maar ik kan het niet vaak genoeg benadrukken: deze lijst is 'hoogstpersoonlijk en dus hoogst eigengereid'; de top wordt uitsluitend bezet door artiesten die mij om een of andere reden na aan het hart liggen. Moesten we voor de nummers vijf tot en met drie terug naar om en nabij het jaar tweeduizend, voor de Panters doen we een meer nabij verleden aan.
De precieze details zijn voor een andere gelegenheid, maar ik zat een tijdlang met mijn ziel onder de arm op een plek waar ik niet wilde zijn, zonder televisie en internet en bovenal zonder moraal. Ik had natuurlijk wel een televisietoestel, alsmede een klein dvd-spelertje. En op een dag ook de dvd Sex & Hype. Avond aan avond keek ik naar deze dvd, met almaar stijgende bewondering, en de bodem bleef uit het zicht.
Elke donderdag kwam ik boven om adem te halen. Ik kende de dvd van lieverlede uit het hoofd en een goede vriend en ik bestookten elkaar dan met zinnen, regels, citaten, als strenggelovigen die in bijbelverzen converseren of Engelse highbrow die elkander de loef afsteekt met Shakespeare-passages.
Kort gezegd: ik heb veel te danken aan De Vliegende Panters.
Terug naar de Panters. Overdonderend succes levert behalve geld en roem altijd ook een derde vrucht op: een eigen tv-programma. Met 'Daar Vliegende Panters' debuteerden de heren in 2001 bij de VPRO. Het was een sterk vervreemdende en experimentele serie.
Kort daarna volgde de derde theatershow, De Grote Drie (2002), die bij lange na niet zo goed was als de eerste twee.
Het driemanschap viel dan ook langzaam uit elkaar. Nog één keer echter werden alle registers opengetrokken, met als resultaat het briljante Ebbinge, Vrijdag en De Bekker (2005), waarin op fenomenale wijze de onderlinge irritaties en meningsverschillen tot spetterend cabaret werden verheven, zoals in 'Klootzak', maar ook met geniale absurditeiten als 'Gerard' en 'Anus'. Ook werden er keiharde maatschappelijke noten gekraakt in 'Het blanke ras', 'Verboden bij de wet' en bovenal het geniale 'Deuglied'. Dit stramien bepaalde ook de tweede serie van 'Daar Vliegende Panters', met naast tragikomiek als 'Roeland de kasplant' en 'Vaders' ook de geëngageerde steen-in-de-vijver 'We worden bedreigd door de moslims'.
Hierna was het definitief over en uit. Nauwelijks tien jaar had het geduurd. Kort, maar hevig en vurig en voor de eeuwigheid.
Zeker nu Rutger de Bekker in het acteren zijn roeping heeft gevonden en Remko Vrijdag 'terug' is met kansloze imitaties en een pijnlijke samenwerking met Martine Sandifort, kunnen we met terugwerkende kracht stellen dat Diederik Ebbinge het creatieve genie achter de Panters was. Ebbinge stond qua creatieve gekte en hedendaags engagement op één lijn met Hans Teeuwen en was net zo bedreven in het omverschoppen van heilige huisjes.
Ook als ze ooit nog eens bij elkaar komen, ook als er ooit een nieuwe groep opstaat à la Panters, één ding is zeker: zo goed als Hype wordt het nooit meer.

woensdag 28 november 2012

Zoggels top 100 Nederlandse cabaretiers: 3

Het weblog "Zoggel" presenteert zijn hoogst persoonlijke en dus hoogst eigengereide top 100 van Nederlandse cabaretiers. Speelgerechtigd zijn alleen grappenmakers en geinponems die heden ten dage hun humor of poging daartoe op de bühne of op de beeldbuis brengen of dat in de voorgoed voorbije levensdagen van ondergetekende hebben gedaan. Jammer maar helaas dus voor Eduard Jacobs, Alex de Haas, Wim Kan, Toon Hermans e tutti quanti. Vlamingen mochten meedoen als ze ook in Nederland bekend zijn, dat wil zeggen: als ik ze ken. Dat geldt overigens voor iedereen in de lijst: ken ik je niet, dan heb je pech. Maar ik ken er wel een boel, zo ben ik dan ook wel weer.
In deze finaleweek tellen we af tot de nummer één. Vandaag nummer 3.

3. Hans Teeuwen
Ook voor Hans Teeuwen moeten we terug naar mijn vroegste scholierenjaren, om precies te zijn 1998. Brugklas 'b1a'. Als we goed opletten en ons best deden mochten van sommige leraren op vrijdagmiddag de boeken de tas in en ging er een videoband in de speler. Een paar gasten uit Nuland brachten op een mooie dag een band mee met een voorstelling van de mij totaal onbekende Hans Teeuwen. Het ging om de show Met een breierdeck, die in 1995 in première was gegaan en nu op VHS was verschenen.
Ik vergaapte me aan epische sketches als 'Met mij gaat het goed' en 'Rupert'. Deze Teeuwen leek in niets op wat ik qua komieken gewend was: hij was hyperactief, grofgebekt, stoer.
In Nuland, zegt men, gebeurt alles altijd vijfenzeventig jaar later, maar in dit geval liepen ze een keer voor de troepen uit.
Nadien hoorde je het overal rondzingen: 'Hans Teeuwen'. De naam was overal: 'Hans Teeuwen'. Hij werd een hype, een cultfiguur, maar bovenal een icoon van de jongste generatie
Met een breierdeck was Teeuwens tweede soloprogramma. Met Roland Smeenk had hij in 1991 Cameretten gewonnen, maar Smeenk verongelukte op de terugweg van een try-out voor hun eerste show. Teeuwen kwam er vanaf met een paar kneuzingen en debuteerde in 1994 solo met Hard en zielig (1994).
Het oeuvre van Hans Teeuwen verloopt vanaf dat moment grofweg van absurdisme naar realisme en weer terug naar absurdisme.
Trui (1999) en Dat dan weer wel (2001) behandelden maatschappelijke thema's op niets ontziende wijze. Vooral in laatstgenoemde voorstelling ging Teeuwen formidabel los op alles wat volgens hem krom en onecht was, en dat was zo'n beetje alles. Dat dan weer wel wordt dan ook algemeen als het hoogtepunt van zijn oeuvre gezien.
Met Industry of Love (2003) bewoog Teeuwen zich weer meer in de richting van het doldrieste absurdisme: krankzinnige sketches als 'Kikvorsman' en geniale taalspelletjes als 'Koekoeksklok' wisselden elkaar in een moordend tempo af.
Maar na de moord op zijn vriend Theo van Gogh was het ineens over en uit. De waarden die Hans Teeuwen met zijn provocerende kunst expliciet en impliciet verdedigde en uitdroeg, vrijheid van meningsuiting en een liberaal-seculaire ethiek, leken het onderspit te delven in die donkere dagen van terreur en lafheid. Teeuwen stopte ermee.
In 2011 was hij ineens terug met zijn zesde show, Spiksplinter, die deels een mislukking was maar deels ook zijn typische humor naar een hoger niveau wist te tillen, zoals in de sketch 'Muziek'.
Hans Teeuwen heeft altijd de grenzen van de grap opgezocht, wat hem steevast tot een 'controversiële' cabaretier maakte. Zijn populariteit is ook een generatiedingetje: vooral jongeren en jongvolwassenen liepen met hem weg, omdat ze in Teeuwen de representant van de tijdgeest herkenden.
Gechargeerd kun je het zo stellen: zoals Freek de Jonge in de jaren zeventig en tachtig de hopman van het links-geëngageerde cabaret was, zo werd Hans Teeuwen in de jaren negentig en tweeduizend het gezicht van een door de postmoderne anything goes-mentaliteit getekende generatie.
Ik bezit een particuliere opname van Dat dan weer wel waarin Teeuwen genadeloos afrekent met De Jonge. Op de officiële cd en dvd is het nummer niet opgenomen, waarschijnlijk omdat het lied als geheel nogal rammelt, maar de afrekening blijft overeind: 'Hela, Freek de Jonge met die kabels in je nek, hoe krijg je nog in godsnaam die parabels uit je bek, de maniertjes zijn wel grappig maar de vinger op de tijd, is net als jij verdwenen richting de vergetelheid. [...] Volslagen achterhaalde slappe VARA-retoriek, obligaat en ongevaarlijk, daarom voor een breed publiek.' Enzovoort.
Dijkshoorn verwoordde ooit zijn bewondering voor Teeuwen op treffende wijze: 'Hans Teeuwen, die eindelijk de draad doorknipte die Freek de Jonge jarenlang door het Nederlandse cabaret had gepunnikt. Ik kan niet anders zeggen: een verademing.'
Freek de Jonge is al vijfentwintig jaar te lang doorgegaan, hij is totaal unzeitgemäss geworden, een karikatuur, een meelijwekkend relict. Laten we hopen dat Teeuwen niet dezelfde fout maakt, zodat wij hem niet hoeven af te vallen en hij altijd de held blijft die hij voor mijn generatie is.

dinsdag 27 november 2012

Zoggels top 100 Nederlandse cabaretiers: 4

Het weblog "Zoggel" presenteert zijn hoogst persoonlijke en dus hoogst eigengereide top 100 van Nederlandse cabaretiers. Speelgerechtigd zijn alleen grappenmakers en geinponems die heden ten dage hun humor of poging daartoe op de bühne of op de beeldbuis brengen of dat in de voorgoed voorbije levensdagen van ondergetekende hebben gedaan. Jammer maar helaas dus voor Eduard Jacobs, Alex de Haas, Wim Kan, Toon Hermans e tutti quanti. Vlamingen mochten meedoen als ze ook in Nederland bekend zijn, dat wil zeggen: als ik ze ken. Dat geldt overigens voor iedereen in de lijst: ken ik je niet, dan heb je pech. Maar ik ken er wel een boel, zo ben ik dan ook wel weer.
In deze finaleweek tellen we af tot de nummer één. Vandaag nummer 4.

4. Theo Maassen
In een van de leslokalen op de middelbare school hing jarenlang een fascinerende poster aan de muur. De prent, die zo hoog hing dat hij bijna tegen het plafond aan was geplakt, had een cartooneske look en toonde een in PSV-outfit getooide man die een aantal politieagenten van zich afsloeg. Erboven stond de tekst 'De onverschrokken ruwe pit'.
Ik keek er geregeld naar, zonder goed te weten wat die affiche nu eigenlijk betekende. Ik wist dat er ooit een geschiedenisleraar in dit lokaal had gehuisd die Waterreus heette en familie scheen te zijn van de keeper.
Jaren later, toen ik vernam dat de inmiddels razend populaire cabaretier en PSV-supporter Theo Maassen, nog voor hij definitief doorbrak, een show getiteld Ruwe pit op de planken had gebracht, vielen de puzzelstukjes op hun plek.
Ruwe pit (1997) was evenwel niet Maassens eerste grote voorstelling. In 1994 was hij met Bepaalde dingen gedebuteerd, in 1996 gevolgd door Neuk het systeem. In die shows is nog weinig thematische coherentie te bespeuren, ze bestaan meer uit losse sketches. Daaronder bevinden zich wel klassiekers als 'Eindhoven', 'Henk van den Tillaart' en 'Raad van Elf'.
De programma's die Maassen na de eeuwwende maakte zijn geheel anders van structuur. Hierin vertelt hij echt een verhaal, is hij de vurige verteller met een urgente boodschap. Functioneel naakt (2001) betekende de grote doorbraak, de uitzending op tv scoorde zelfs een miljoen kijkers. Tegen beter weten in (2005), Zonder pardon (2008) en Met alle respect (2011) bleven stuk voor stuk van een bijzonder hoog niveau, werden de hemel in geprezen door critici en publiek en vormden daarmee de bevestiging van Maassens status als de ongekroonde koning van het hedendaagse Nederlandse cabaret.
De havist Maassen is intelligent, hij is een denker die een eigengereide kijk op de wereld en op de maatschappij heeft. Daarbovenop heeft hij het talent bepaalde thema's op zeer heldere en pregnante wijze onder woorden te brengen, waardoor zijn shows niet alleen uitdagen zelf na te denken maar ook educatieve en voorlichtende waarde hebben.
Maassens engagement is wars van links-rechts denken, wat hem onderscheidt van het gros van de geëngageerde cabaretiers. De Partij voor de Dieren is evenzeer doelwit als de PVV, de achterlijke islam wordt met even harde bewoordingen aangevallen als de westerse consumptiemaatschappij en Maassen spuwt zijn gal zowel over commercialisering als over folkloristische kneuterigheid.
Ook zijn feilloze oog voor de menselijke conditie is ongeëvenaard: als een ziener duidt hij het gewoel en gekrioel van de kleine luiden, soms met motto-achtige kernachtigheid: 'Een optimist is een slecht geïnformeerde pessimist.'
De Zijtaartenaar is ook een taalkunstenaar. De mazen van de taal zijn voer voor Maassens creativiteit: 'Toen ik zestien werd zeiden mijn ouders: "Theo, je bent nu zestien, je moet je nu tegen ons gaan afzetten." Maar dat deed ik dan gewoon niet hè!'; 'Ik drink niet als ik nog moet rijden, integendeel: ik drink wél als ik nog moet rijden.'
Op zijn allerbest vind ik Maassen echter in zijn grappen over mannen en vrouwen, dat eeuwig jonge thema van de scherpe humor: 'Ik hoorde laatst dat vrouwen tegenwoordig ook steeds meer vreemdgaan. Dan denk ik: "Bedenk zelf een keer iets."'
Theo Maassen is ook een tobber, een moeilijk mens, iemand die nogal eens met zichzelf overhoop ligt, getuige ook zijn idiote privésituatie (wel getrouwd maar toch alleenwonend) en de vele incidenten met publiek die zijn verder glansrijke carrière besmeuren.
Toch heb ik altijd één ergernis bij Maassen, een nogal hardnekkige onhebbelijkheid zit me dwars: hij vaart steevast uit tegen de domheid van de mensen, maar maakt daarbij te vaak, zeker in de latere shows, de onvergeeflijke fout die mensen hun domheid te verwijten, alsof het hun schuld is dat zij minder intelligent zijn dan hij, in plaats van hun ongeluk.
Geen nummer #1 dus, maar een groot cabaretier: zeer zeker.

maandag 26 november 2012

Zoggels top 100 Nederlandse cabaretiers: 5

Het weblog "Zoggel" presenteert zijn hoogst persoonlijke en dus hoogst eigengereide top 100 van Nederlandse cabaretiers. Speelgerechtigd zijn alleen grappenmakers en geinponems die heden ten dage hun humor of poging daartoe op de bühne of op de beeldbuis brengen of dat in de voorgoed voorbije levensdagen van ondergetekende hebben gedaan. Jammer maar helaas dus voor Eduard Jacobs, Alex de Haas, Wim Kan, Toon Hermans e tutti quanti. Vlamingen mochten meedoen als ze ook in Nederland bekend zijn, dat wil zeggen: als ik ze ken. Dat geldt overigens voor iedereen in de lijst: ken ik je niet, dan heb je pech. Maar ik ken er wel een boel, zo ben ik dan ook wel weer. 
In deze finaleweek tellen we af tot de nummer één. Vandaag nummer 5.

5. Van Muiswinkel & Van Vleuten
Ze staan individueel al in de lijst, op #51 en #20 om precies te zijn, maar de hoogste toppen hebben Erik van Muiswinkel en Diederik van Vleuten toch als duo gescheerd.
Ruim tien jaar lang stonden ze gezamenlijk op de planken, en dat mag met terugwerkende kracht een wonder worden genoemd. De ultralinkse boycot-activist Van Muiswinkel en de goedmoedige gentleman Van Vleuten vormen immers bijna zoiets als elkaars ontkenning. Maar juist tegenpolen blijken via een samenwerking vaak in staat tot het creëren van zinderende kunst van een hoog voltage.
Rond de eeuwwisseling braken Van Muiswinkel & Van Vleuten door naar het grote publiek met hun drie Mannen-shows.
Mannen van de wereld (1997) bracht engagement met een relativerend randje, verpakt in snelle en intelligente dialogen, terwijl in Mannen op de maan (1999) de nadruk meer op de typetjes en daarmee het acteertalent van de twee heren kwam te liggen. In Mannen met vaste lasten (2002) was weer plaats voor een meer persoonlijke thematiek en werd ook de samenwerking tussen de twee cabaretiers geëxpliciteerd.
Dat laatste vormde de hoofdmoot van Antiquariaat Oblomow (2005), naar mijn mening de beste show. Hier zien we hoe een duo dat op scheuren staat tot grote hoogten kan stijgen door juist de onderlinge verschillen en wrijvingen tot thema te verheffen. De hele setting en context - een antiquariaat, een kritiek op de boekverkoperswereld, de wereldliteratuur - liggen me bovendien na aan het hart. Klonken daar ineens enkele regels van Gerard den Brabander over het podium!
Er volgde nog Prediker en Hooglied (2006), dat de toon had van een oudejaarsconference, qua kritische blik op het Nederland van nu. Hierna gingen zij huns weegs.
Van Muiswinkel & Van Vleuten sloegen qua stijl en performance in zekere zin een brug tussen het zware, van domineesmentaliteit doordrenkte cabaret dat vóór hen gemeengoed was en het powercabaret voor de zapgeneratie dat vanaf de tweede helft van de jaren negentig gestaag de macht overnam. Ze combineerden vileine maatschappijkritiek met hilarische imitaties en brachten intellectueel cabaret zonder belerend te worden.
Met hun imitaties van bekende Nederlanders liepen Van Muiswinkel & Van Vleuten bovendien in zekere zin vooruit op de hausse die dit specifieke genre binnen het cabaret vanaf 2002 met Kopspijkers zou doormaken. Tussen 2000 en 2002 imiteerden zij in Studio Spaan vele personen uit de voetballerij, waarmee dat programma in feite de inspiratiebron en wegbereider was voor Jack Spijkerman, Paul Groot e tutti quanti.
Op school was Studio Spaan elke week onderwerp van gesprek in kantine en klas, en de adoratie werd zo groot dat imitatie van de imitatie het gevolg was: de een deed Diederik van Vleuten na die Rinus Michels nadeed, een ander deed Erik van Muiswinkel na die Harry van Raaij nadeed.
De dvd Het voetbal cabaret van Studio Spaan is een geweldig tijdsdocument en voor mij de ultieme proeve van de genialiteit van Erik van Muiswinkel & Diederik van Vleuten, met als hoogtepunt der hoogtepunten de sketch met De Drie Voorzitters.

zaterdag 24 november 2012

Zeven dagen lang (138)

18 t/m 24 november

ZONDAG Leve de herfst
'Eerste najaarsnevel boven de sloot
tussen spoorbaan en snelweg
en heel dat doen alsof
wordt nu het zwijgen opgelegd.'
(Uit: Jan Eijkelboom, 'Een ijzersterke mist')

MAANDAG Omen
Van Harry Mulisch verscheen onlangs Logboek, het dagboek dat de auteur in 1991 en 1992 bijhield, de jaren waarin hij De ontdekking van de hemel schreef.
Begin 1991 is de Tweede Golfoorlog nog in volle gang, op 18 januari voert Saddam een raketaanval uit op Tel-Aviv. Mulisch:
'Dat dit alles gebeurt juist op het moment, dat in mijn boek Quinten is geboren,- die daar alles mee te maken heeft (Mozes' stenen tafelen, die aan de hemel terugbezorgd moeten worden),- is van een aard, die ik al talloze keren heb meegemaakt. Die twee zaken staan natuurlijk niet in een causaal verband, maar het is een onomstotelijk feit dat zij niet alleen gelijktijdig zijn, maar ook naar de zin verbonden.' (p. 29)
En nu is dit Logboek dan eindelijk verschenen en prompt is de pleuris uitgebroken in Israël en worden er opnieuw raketten afgevuurd op Tel-Aviv.

DINSDAG Muziek! (I)
Met december in zicht begint ook de vijfdelige box Songs for Christmas van Sufjan Stevens weer te lonken. Maar... het genie komt deze maand met een nieuwe kerstbox! Silver & Gold bevat de 'Volumes' VI t/m X en is daarmee een regelrecht vervolg op de Songs for Christmas uit 2006.
Kijk, van zulk nieuws word ik nu heel gelukkig.

WOENSDAG Muziek! (II)
Nog meer opwindend muzieknieuws: Blink 182 komt met een EP! Onder de titel Dogs Eating Dogs zal op 18 december een plaatje met vijf nummers verschijnen, 'a hundred times better than Neighbourhoods', aldus Travis Barker.
Het zal overigens pas de tweede EP worden van de band, na het epische They Came to Conquer... Uranus uit 1995.

DONDERDAG Door koffie taalproffie
'Koffie heeft een gunstige invloed op de hersengebieden die verantwoordelijk zijn voor taal.' (Via: Taalpost, afl. 1370)

VRIJDAG VI
Johan Derksen en kompanen maken Steve McLaren steevast belachelijk vanwege de talloze clichés die de coach uitbraakt. De meest clichématige zijn nu zelfs op wandtegeltjes gezet. Daarbij is ook de uitspraak 'Je moet schieten om te kunnen scoren'.
Dat is echter al jarenlang een bekend citaat van Johan Cruijff.
Dus als Steve McLaren het zegt is het lachwekkende onzin, maar als de grote Cruijff het zegt is het zogenaamd een diepe wijsheid die zelfs een boek Uitspraken in de pseudo-intellectuele reeks 'Cruyff Bibliotheek' rechtvaardigt, met een lay-out alsof het het nieuwste Pléiade-deel betreft.

ZATERDAG Guy is gebelgd
Het wandelend fietsenrek Guy Verhofstadt is verbolgen dat de Europese leiders niet hebben ingestemd met de EU-begroting, want 'de EU kost de burger maar 67 eurocent per dag'.
De EU kost de Nederlandse burger dus per jaar (0.67 * 365 =) 244 euro 55.
De EU kost Nederland dus per jaar (244,55 * 17 miljoen =) 4 miljard 157 miljoen 350 duizend euro.
Dat zijn andere cijfers, zou je zeggen, maar het zijn in feite dezelfde cijfers; als je per dag gaat rekenen lijkt alles mee te vallen. Ik kan ook wel een spijkerbroek kopen van 244 euro 55 met het argument dat als ik er maar één per jaar koop me dat over het hele jaar dan maar 67 cent per dag kost, maar het blijft een zinloze en overbodige aankoop, zeker als ik hem veel goedkoper kan krijgen en als ik bovendien in de eigen kast nog prima broeken heb liggen.
Guy Verhofstadt is een koopman die een veel te duur product aan de man tracht te brengen, een product dat bovendien nog vol gaten blijkt te zitten, vooral in de broekzakken.
Sowieso is het een nogal dubieus gegoochel met geldbedragen dat Verhofstadt hier uitvoert: hij neemt de totale EU-begroting en deelt die dan door het totale aantal inwoners van de aangesloten lidstaten. Alsof je daarmee berekend hebt wat Europa de burger kost. Er zijn talloze zaken die met Europa te maken hebben en die linksom of rechtsom via de portemonnee van de burger betaald worden en zo ingrijpen in de levens van diezelfde mensen, daar kun je toch niet zomaar een bedrag op plakken op basis van alleen een EU-begroting.
Gevaarlijke man, die Guy.