Wanneer: zaterdag 22 oktober 2011
Waar: Theater Kikker, Utrecht
Wat: Geen Daden Maar Woorden Festival
Wie: Meindert Talma, Sander Alt, Delphine Lecompte, John Schoorl, Renate Dorrestein, John Buijsman, Marcel Möring, Chop Wood, La Femme Belge & Kees van Kooten
Vorige week zondag was het Ajax-Feyenoord (geen woorden maar daden), de avond ervoor bezocht ik het festival Geen Daden Maar Woorden, editie Utrecht. GDMW slaagt er al vele jaren in literatuur op prettige, ongedwongen wijze te combineren met muziek, film en theater. Er is voor elk wat wils, zonder dat het festival tot een allegaartje van uiteenlopende stijlen en artiesten verwordt.
De eerste sessie van de avond bracht ik in de Kleine Zaal door. Publiek dat bovenin plaats had genomen werd verzocht wat naar voren te komen als de zaal verder leeg zou blijven, maar dat bleek ongegronde angst: men moest uiteindelijk zelfs wat inschikken om iedereen een zitplaats te gunnen. Meindert Talma mocht het spits afbijten. Zittend, met op schoot een stokoud orgeltje, bracht hij enkele gedichten ten gehore, 'poëziemuziek', een merkwaardig interessante mengvorm van zang en voordracht. Alles op bijzonder droogkomische wijze, scherend langs sentiment en ontroering. Over voetballers met snorren en baarden. En over de 'stadskabouter', die iedereen met zijn racefiets omverrijdt. Een aanrader: check
Vervolgens werd er een korte animatiefilm vertoond van Sander Alt, gebaseerd op het gedicht 'In dromen voorbij' van Delphine Lecompte, die zelf ook de tekst had ingesproken. De knap vervaardigde film deed qua stijl en sfeer ergens wel wat denken aan Father and Daughter van Michael Dudok de Wit, door Paul Verhoeven nog in zijn geheel vertoond in diens Zomergasten-aflevering. Delphine Lecompte was zelf aanwezig in de zaal. Na de vertoning mocht zij het eerste exemplaar van de dvd in ontvangst nemen en een reactie geven. Dat laatste leek aanvankelijk een fiasco te worden. Lecompte bleek een onooglijk, doodsbang vogeltje dat nauwelijks een woord over de lippen kreeg. Al gauw werd echter duidelijk dat de dichteres dit imago cultiveerde: ze acteerde onnozelheid, waarmee ze het publiek op haar hand kreeg. Op de voorgelezen gedichten werd dan ook met groot applaus gereageerd.
Deze sessie werd afgesloten door John Schoorl, de gelauwerde muziekjournalist in wiens stukken alles om stijl draait. Elke zin moet een kunststukje op zich zijn, qua woordkeus, metaforiek en retorische kracht. Schoorl las twee verhalen voor uit zijn bundel De naald erin!, een over Pim Maas, de Nederlandse Elvis die onlangs ten onrechte doodverklaard werd, en een over The Clash.
Hierna werd snel de oversteek gemaakt naar de Grote Zaal, waar de tweede sessie inmiddels al begonnen was: Renate Dorrestein las voor uit eigen autobiografisch werk. Ik viel midden in haar voordracht, maar aan dit ouwewijvenproza kon niet veel worden gemist: voorgelezen met een waanwijsheid die mateloos irriteerde, als jeuk onder je voetzool met je schoen nog aan. Gelukkig werd meteen daarna het podium in gereedheid gebracht voor John Buijsman, die met zijn band een prachtig voorproefje gaf van zijn voorstelling Het alziend oor. Opzwepende jazz, gedichten van Deelder en provocatieve teksten: 'Kanker is tegenwoordig het belangrijkste excuus: "Wat een kutmuziek." Ja, maar hij heeft kanker. "O, dan...".' Marcel Möring sloot de sessie af met een hoofdstuk uit Louteringsberg.
Na een korte pauze was het tijd voor de grande finale in de Grote Zaal. Eerst ging Chop Wood in de weer met zijn samplemachines. Hij kondigde een bewerking van het gedicht 'Straattoneel' van W.F. Hermans aan, maar dit bleek nogal los te lopen: het gedicht werd achter hem op een scherm geprojecteerd, zelf had hij een nieuwe tekst bedacht. Een zeer vrije interpretatie, laten we het daar op houden. La Femme Belge, een Vlaamse groep, had ''k Heb in mijn jeugd gelijk een beest gezopen' van Elsschot op muziek gezet. De groep gaf ook nog enkele eigen nummers ten gehore, vol sympathieke zelfspot.
Het slotakkoord was voor Kees van Kooten. De goeie ouwe humorist was in topvorm. Hij begon met een verhaal over ene Gisterwereld, een anagram, zo bleek al snel, van Geert Wilders. Hij had ook nog anagrammen van Emile Roemer en Jan-Peter Balkenende: 'Meer remolie' respectievelijk 'Een pedante kwal, een jerk'. Van Kooten las ook zijn klassieker 'Zwijgstront' voor, over het echtpaar dat ruzie heeft en geen woord meer tot elkaar spreekt, wat krampachtig wordt verhuld wanneer ze onder vrienden of familie zijn. Maar iedereen heeft het door: ze hebben de zwijgstront.
Het thema van het verhaal vormde een fraai contrast met het festival: zwijgen versus spreken, geen daden maar woorden. Poëzie, muziek, theater, film, verhalen: de literatuur leeft.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten