Of het wijs is zo politiek te bedrijven is de vraag. Feit is wel dat geestdrift en engagement vaak meer te maken hebben met gevoelspolitiek op basis van overtuiging of sentiment dan met doordacht beleid op basis van ratio en pragmatisme. Het irrationele element van politiek wordt maar al te vaak veronachtzaamd. Persoonlijk heb ik dat erg sterk met het drugsbeleid. Op dat gebied ben ik behoorlijk conservatief.
De drie ooggetuigen van naoorlogs Nederland gaven in 2007 toe dat op sommige punten het afbreken van de taboes een 'beetje uit de hand gelopen' is. Hofland illustreerde dat aan de hand van drugs: 'Zoals met die softdrugs. Je had wiet, die eerst kif heette, toen kreeg je caféachtige ruimtes en dat werden coffeeshops. Dat soort veranderingen heeft ervoor gezorgd dat die ingebouwde agent op de loop is gegaan. [...] Als je hier naar buiten loopt, struikel je over de sufgeblowde Italianen, Britten en Fransen. Dat bepaalt ons gezicht in het buitenland.'
Het hart spreekt zich radicaal uit tegen deze vaderlandse gedoogcultuur. Het zou het liefst zien dat alle shops sluiten en het drugstoerisme volledig verdwijnt. Het verfoeit dat in het buitenland de naam Nederland meteen gelinkt wordt met blowen. Dat ze in Spanje denken dat je deel uitmaakt van een volk dat massaal aan de stuff zit als je laat vallen dat je uit Olanda komt. Dat brave, bange Belgen en Fransen op uitwisseling massaal aan de marihuana gaan zodra ze 'hier' zijn.
Daarom is de eerste impulsieve reactie op het drugsbeleid van de huidige regering er één van geestdriftige instemming. Kom maar op met die wietpas. Geen drugstoeristen meer. Het sluiten van de coffeeshops heeft zich op dat punt al bewezen in Roosendaal en Bergen op Zoom. In Maastricht ijvert de politiek nu ook voor sluiting en schermt daarbij met een onderzoek van de
Maar het hoofd verzet zich soms. De argumenten zijn niet ondubbelzinnig. Straathandel en overlast zouden wél toegenomen zijn in West-Brabant. Amsterdam is tegen het drugsbeleid van de regering. Burgemeester Van der Laan beroept zich op onderzoek dat zou uitwijzen dat de negatieve effecten de overhand hebben: de handel zal zich verplaatsen naar de straat, criminaliteit zal toenemen, toezicht en controle worden lastiger. Dat mag toch ook niet de consequentie zijn.
Tegenstrijdige informatie. Het probleem met statistiek lijkt me in dit geval dan ook niet zozeer dat de cijfers als voldongen feiten het beleid bepalen, maar dat ze juist op elke wenselijke manier te interpreteren of om te buigen zijn, dat elk maatschappelijk topic vervuild wordt met rapportjes en nota's die elkaar tegenspreken en dat juist die onzekerheid er mede voor zorgt dat ad-hocbeleid en gevoelspolitiek het noodzakelijk winnen van objectiviteit, simpelweg omdat die objectiviteit niet gegarandeerd kan worden.
Een politicus is iemand die van zichzelf een staatsman maakt. Persoonlijke sentimenten en onwerkelijke idealismen schakelt hij uit ten koste van nuchtere analyse en pragmatische daadkracht. Het hart staat in verbinding met het hoofd, maar regeren gebeurt in principe altijd in laatste instantie met het hoofd.
Ik ben geen politicus. Het hart krijgt weleens het laatste woord: laat in toeristisch Amsterdam de touwharige Spanjaarden weer in de minderheid zijn ten opzichte van de fotograferende Japanners!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten