Spreekkoren zijn altijd een heet hangijzer geweest sinds Piet Romeijn in 1969 de scheids voor 'hondelul' (toen nog zonder tussen-n) uitmaakte en supporters dit overnamen. Romeijn heeft overigens altijd volgehouden dat hij 'onbenul' zei. In maart 1995 werd een dieptepunt bereikt toen Feyenoord-supporters met spreekkoren over de aan kanker overleden vrouw van Ajax-coach Louis van Gaal voor hevige opschudding zorgden.
Opiniemakers en commentatoren buitelden over elkaar heen om de noodklok te luiden. Henri Beunders gooide toen een alternatieve knuppel in het hoenderhok. In een opiniestuk in NRC Handelsblad van 14 maart noemde hij de commotie enigszins hypocriet: 'Waarom zou supporters verboden moeten worden wat cabaretiers en columnisten is toegestaan?' Op podia en in kranten was het kwetsen, intimideren en vernederen immers al langer ingeburgerd.
Beunders verwees ook naar de literatuur. W.F. Hermans en Gerard Reve wisten al in de jaren 50 en 60 het krenken van katholieken succesvol te legitimeren door zich te beroepen op de literaire context waarin de uitingen waren gedaan. De rechter was het ermee eens. Ook Pietje Grijs meende eind jaren zeventig dat zijn beledigingen aan het adres van Prins Bernhard pas strafbaar zouden zijn als ze uit de literaire context werden gehaald.
Beunders trok deze lijn door en opperde dat de Feyenoord-supporters dit argument zonder meer konden overnemen: 'Het stadion is ook een vrijplaats, een (amfi-)theater. [...] Alles wat daarbinnen gebeurt en wordt geroepen moet je dus in de "recreatieve context" zien. Pas als je buiten de verwensingen herhaalt, ben je strafbaar.'
En recent is er weer een precedent geschapen met het Wildersproces. De uitingen van Wilders moesten in het licht van de politieke en maatschappelijke discussie worden gezien, zo besliste de rechter, en waren in die specifieke context niet strafbaar. Zolang je maar binnen de juiste context blijft acteren is verbaal zo'n beetje alles geoorloofd, zo lijkt de teneur.
Met het geval-ADO is nog iets meer aan de hand. Toen de Feyenoord-supporters zongen dat Van Gaal een kankerwijf had, wilden ze Van Gaal kwetsen met het gegeven dat zijn vrouw aan de kanker was gestorven. Maar wanneer ADO-supporters 'kankerjoden' roepen, proberen ze de fans van de tegenstander niet te raken op hun jood-zijn, want dat zijn ze voor het overgrote deel niet.
'Jood' heeft, naast 'aanhanger van het jodendom', inmiddels 'geuzennaam van supporters van Ajax' als (bedenkelijke) tweede betekenis gekregen. Die tweede betekenis heeft niks te maken met de eerste. Zoals 'bank' in de betekenis van 'zitmeubel' niks te maken heeft met bank in de betekenis van 'instelling die geld beheert en uitleent'.
Als ik een woekerpolis in de maag gesplitst heb gekregen en ik scheld op de bank, dan zullen de bankiers zicht misschien gekwetst voelen (maar niet heus...), maar zeker niet de zitmeubelfabrikanten; er blijkt immers wel uit de context dat ik die andere bank bedoel.
Als ADO-supporters in het Kyocera-stadion op 'joden' schelden, dan is de context 'joden' in de tweede betekenis. Nu weet ik wel dat het woord 'jood' een heel wat beladener context met zich meedraagt dan 'bank' - al zal dat over 20 jaar misschien wel anders zijn, na WO III. Met alle gescheld met 'jood' erin komt automatisch de hele historische puinhoop mee.
Maar, de rechter heeft bepaald dat ADO bij 'antisemitische' koren moet ingrijpen. En antisemitisme is 'discriminatie van joden gebaseerd op hun etniciteit of religie', en geldt dus alleen in de eerste betekenis. Belediging van Ajax-supporters valt niet onder antisemitisme.
Deze uitspraak betekent dat elke groep die zich het dubieuze idee op de hals haalt 'joden' als geuzennaam te gaan gebruiken, zich vervolgens beschermd mag weten door antidiscriminatiewetgeving. Dat is eigenlijk nog het engste aan deze uitspraak. Het begrip antisemitisme wordt erdoor gedevalueerd en geridiculiseerd en dat is in deze tijden van toenemend verbaal en fysiek geweld tegen joden wel het laatste wat we moeten hebben.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten