Hij had er nog een fietswissel voor nodig en een glaasje champagne deed hem nog bijna naar het asfalt gaan, maar Cadel Evans is veilig en wel in het geel in Parijs aangekomen. De Australische klasbak was dit jaar scherper dan ooit. Hij heeft in het klassement nooit lager gestaan dan vierde en vertrouwde volledig op zijn tijdrit. Het overspannen gedoe van vier jaar geleden was ver weg. Toen verstopte hij zich 's ochtends in een gehuurd huis en tijdens het inrijden achter een handdoek, dit keer zat hij gewoon bij de teambus en maakte hij een praatje met het publiek. Een wereld van verschil.
Stress is toch een niet te onderschatten factor. Robert Gesink ging eraan onderdoor, meer nog dan aan zijn val in de eerste week. Bij het laatste stapje naar de absolute wereldtop hoort ook een bijna exponentiële toename van media-aandacht en verwachtingen bij het publiek. Een jonge renner, wat Gesink feitelijk nog steeds is, moet daar mee leren omgaan, zeker bij een sport als wielrennen waarin het mentale aspect minstens zo belangrijk is als het fysieke.
Gesink werd nog 33ste, maar de beste Nederlander was debutant Rob Ruijgh, die keurig als 21ste eindigde. Ruijgh toonde zich ook voor de camera's voorbeeldig, met een juiste mengeling van zelfvertrouwen en zelfkritiek. Her en der wordt betoogd dat Ruijghs prestatie des te knapper is omdat hij pas een week voor aanvang van de Tour geselecteerd werd. Ik denk echter dat dit juist een factor is geweest in zijn goede presteren, zeker in vergelijking met Gesink. Die wist al een jaar lang dat alles, van zijn eigen programma tot dat van zijn ploeggenoten, afgestemd zou worden op zijn Tour, daar móest hij gaan schitteren, terwijl Ruijgh zonder enige druk of verwachting naar Frankrijk kon gaan.
Voor Gesink kon het alleen maar tegenvallen, voor Ruijgh alleen maar meevallen. Dat is vanaf komend jaar wel anders. Iedereen, Ruijgh zelf niet in de laatste plaats, verwacht dan op zijn minst een evenaring en toch eigenlijk ook een verbetering. Het is afwachten hoe hij daarmee om zal gaan. Maarten Ducrot had vanmiddag dan ook zeker gelijk toen hij benadrukte dat het te ver gaat om te stellen dat Ruijgh nu doorgebroken is. Hij heeft zich laten zien. Er zijn bovendien genoeg voorbeelden bekend van renners die in hun eerste grote ronde meteen een veelbelovend klassement reden maar daarna nooit meer aan de door die prestatie gewekte verwachtingen konden voldoen. Ik denk aan Theo Eltink, die in 2005 als 23-jarige bij zijn debuut in de Ronde van Italië meteen 29ste werd maar zich daarna nooit meer wist te verbeteren en nu zelfs gestopt is.
Een andere verrassende debutant in het kielzog van Rob Ruijgh was Tour du Jour. RTL7 was wellicht wat overmoedig geworden door het daverende succes van Voetbal International en waagde de gok met een dagelijkse wielervariant tijdens de Tour. Na een stroeve start won het programma toch snel aan bekendheid en populariteit. Werd de eerste uitzending op 1 juli nog door 359 000 mensen bekeken, in de laatste week lag dat aantal al geregeld boven de 700 000. Grootste succesfactor was Gert Jacobs. De Drent was al een graaggeziene gast bij de Avondetappe, waar hij elk jaar wel een keer mocht aanschuiven voor de anekdotes. RTL castte hem als het wielerequivalent van Van der Gijp, en met recht.
Van der Gijp is behalve iemand die de lach aan zijn kont heeft hangen ook iemand die beschikt over het oog van de kenner en over een tegendraadse visie. Voor dat laatste had RTL Danny Nelissen en die kweet zich goed van zijn taak. Nelissen oogstte ook veel kritiek, maar dat overkomt iedereen die staat voor zijn mening. Johan Derksen huldigt altijd de opvatting dat als je zo ijdel bent om met je kop op tv te gaan zitten, je dan ook wel echt iets te vertellen moet hebben en niet met alle winden mee moet waaien. Nelissen, die als commentator bij Eurosport al de beste wielercommentator is die er op het moment is, weet heel veel, durft andere gasten kritisch tegemoet te treden en had ruggengraat genoeg om ondanks een algehele pro-Schleck-sfeer bij zijn standpunt te blijven.
Nelissen had de Schlecks na de Pyreneeën 'natte winden' genoemd. Toen Andy de rit naar de Galibier won, werd hem dit onder de neus gewreven alsof daarmee de onjuistheid van zijn oordeel was bewezen, maar zo werkt dat natuurlijk niet. Als Michel Preud'homme morgen ineens als een Van Hanegem 90 minuten lang in zijn dugout blijft zitten, dan betekent dat niet dat Derksen er naast zat door hem een 'dorpsidioot' te noemen. Dat oordeel blijft overeind, want Preud'homme gedroeg zich als een idioot. Zo blijft ook overeind dat de Schlecks laf klommen in de Pyreneeën en bang daalden naar Gap, inderdaad als natte winden, ook al toonden ze nadien in de Alpen wel hun klasse.
Prima keuze dus, Jakobs en Nelissen, maar de echte ster was wat mij betreft toch Wilfred Genee. Genee was, ik zei het al eerder, in topvorm. Hij was ad rem, messcherp en nog grappig ook. Laat hij zich in Voetbal International nog weleens overbluffen door Derksen, nu wist hij de snor, die elke maandag en vrijdag van de partij was, zelfs twee keer stil te krijgen. Genee weet niks van wielrennen, maar het feit dat hij dit wist op te lossen door óf zelf op de achtergrond te blijven óf met zelfspot en razendsnelle improvisatie zijn gebrek aan kennis functioneel in te zetten, toont aan dat hij werkelijk een groot presentator is. Ruim drie weken lang elke avond anderhalf uur lang een programma leiden over een onderwerp waar je eigenlijk niks van afweet en toch schitteren, ik geef het je te doen.
Tour du Jour is zo'n fenomeen dat een begin van weemoed in het geheugen heeft gekerfd. Het was typisch zo'n programma waar ik niet veel van verwachtte, maar dat juist door die scepsis kon uitgroeien tot een succes. Zoals ik vier weken geleden ook vond dat Rob Ruijgh niet mee naar de Tour moest, zo vond ik de formule Tour du Jour toen ook een voorbode van mislukking. Gelukkig ben ik in beide gevallen gelogenstraft. Zowel Rob Ruijgh als Tour du Jour zullen altijd met de zomer van 2011 verbonden blijven.
Die belofte van nostalgie valt samen met het einde van een ander nostalgisch fenomeen: de Avondetappe van Mart Smeets. Door bezuinigingen bij de publieke omroep komt noodgedwongen een einde aan dit monument. Van die verrukkelijke sportzomer was de Avondetappe toch altijd het kroonjuweel: de grote Mart Smeets op locatie, in een kasteeltje op of een dorpsplein, gemoedelijk keuvelend met een keur aan gasten uit de wielerwereld of daarbuiten. De altijd vermakelijke door Mart ter plekke geïmproviseerde samenvatting van de etappe, de schitterende items van Jean Nelissen zaliger, de wegstervende klanken van Dalida, alles even mooi en waarachtig.
Gisteravond zat Mart er voor het laatst, al deed de door hem voorgelezen mededeling aan het eind dat de NOS overweegt het programma toch in een andere vorm voort te zetten nog enige verwarring ontstaan. De stortvloed aan lof, eer en aanmoediging die vervolgens voor Mart loskwam op bijvoorbeeld Twitter deed me inzien dat ik toch wat te pessimistisch was over de waardering voor Mart Smeets. Hij wordt weldegelijk op handen gedragen. En terecht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten