vrijdag 1 juni 2007

Oratie

Vandaag 1 mei stond de oratie (inaugurele rede - de plechtigheid waarbij een nieuwe hoogleraar zijn ambt aanvaardt) van Johan Oosterman als hoogleraar Oudere Letterkunde aan de RU op het programma. Zo'n academische plechtigheid is waarlijk bijzonder interessant om mee te maken en dit jaar boften de studenten Nederlands dan ook met maarliefst twee oraties in een jaar. Na de oratie van Jos Joosten eerder dit jaar was het nu dus de beurt aan zijn collega Oosterman.

De middag begon met een mini-symposium waar specialisten op het gebied van de oudere letterkunde trachtten iets zinnigs te zeggen over een onderwerp uit de moderne letterkunde en vice versa. Dit moest een frisse kijk op het betreffende vakgebied opleveren. Jos Joosten had een vlot verteld stukje over de middeleeuwer Jan van Boendaele. Interessant waren vooral zijn algemene opmerkingen over de verschillen tussen specialisten op het gebied van de oudere letterkunde en die van de moderne letterkunde. Zo zou een moderne letterkundige een statement maken in de vorm van 'het is bekend dat' of 'ik heb ontdekt dat', terwijl specialisten in de oudere letterkunde beweringen steevast inleiden met 'wij zijn het erover eens dat' o.i.d., een meer individuele tegenover een meer collectieve benadering dus.
Ook noem en roem ik nog de zoals verwacht oerdegelijke en uitstekend gefundeerde voordracht van Mathijs Sanders en het - eveneens zoals verwacht - humoristische en originele optreden van André Hanou, echt des Hanou's.

Na het symposium was het dan tijd voor de oratie. Oosterman hield een goed te begrijpen, enigszins matte voordracht. Geen boude beweringen of kritiek op vakgenoten zoals bij Joosten het geval was, maar Oosterman is niet een man van ferme polemische uitspraken en zijn oratie was dan ook gewoon uitstekend te noemen. Na afloop vond de borrel plaats met gelegenheid tot feliciteren. Hoewel we (Bob en ik) van plan waren niet lang te blijven stuitten we in de wachtrij om te feliciteren op twee bevallige jongedames die voor de helft familie van de gevierde waren. We raakten in gesprek en zo liep het toch nog behoorlijk uit. Ik weet niet of het beschaafd is bij zo'n gelegenheid ruimhartig gebruik te maken van de catering en uiteindelijk tegelijk met de familie als laatste te vertrekken, maar hee, het was gezellig en een goed gesprek moet men niet al te gauw beëindigen.

4 opmerkingen:

Jeroen Dera zei

Jaja! Flirter ;)

Bob van Tiel zei

Er moeten natuurlijk ook wat kudos naar Brand Bier gaan. Dit soepele, versgebrouwen gerstenat faciliteerde een atmosfeer van algehele uitgelatenheid. Verder kan ik alleen maar zeggen: Helemaal mee eens.

Marc van Zoggel zei

Inderdaad, Brand Bier... Er komen dus ook nog goede dingen uit Limburg.

Veel succes trouwens met De Vissenkom! Dat het een mooie blog mag worden.

Anoniem zei

Hoezo "ook nog" (ik dacht trouwens dat ik al hier had gereageerd, maar blijkbaar niet).