donderdag 31 mei 2012

[Euro 2012]: Groep C

GROEP C: SPANJE - ITALIË - IERLAND - KROATIË

Spanje
Nog nooit lukte het een Europees land drie grote toernooien op rij te winnen. Kan Spanje de ban breken? Die mogelijkheid is niet denkbeeldig. Casillas, Ramos, Piqué, Xavi, Iniesta, alle sterren zijn nog van de partij. Wel afwezig zijn Puyol en David Villa, beiden vanwege een blessure. Staan er voor Puyol nog voldoende vervangers klaar, het ontbreken van Villa kan Spanje wel lelijk opbreken. De sukkelende Fernando Torres is zelfs geselecteerd. Verder nog voorin die lepe Llorente van Bilbao, de puber Pedro van Barça en een duo van Sevilla. Spanje is in ieder geval het levende bewijs dat de bondscoach een figurant is. De Spanjaarden veroverden de titel immers zowel onder de stokoude Luís Aragonés (103) als onder Vicente del Bosque, die weliswaar tot markies is verheven maar bij wie nog steeds onderzocht wordt of hij überhaupt ooit spreken heeft geleerd.

Italië
Italianen kun je het ene moment vurig bewonderen en het andere hevig vervloeken. Italië is de brille van Pirlo maar ook het ellebogenwerk van De Rossi. Italië is de onverzettelijkheid van Cannavaro maar ook de krankzinnigheid van Materazzi. Italië is de klasse van Del Piero maar ook het balletje afwachten van Inzaghi. Italië is technisch en tactisch tot perfectie verheven hogeschoolvoetbal maar ook bloedirritant zuigen, vertragen en theater maken. (En nee, ik ga hier niet Johan Cruijffs 'Je kunt wel van Italianen verliezen maar je kunt niet van ze winnen' aanhalen - wat een belachelijk gezwets.) Italië heeft altijd een gek in de gelederen. Dit keer is dat Mario Balotelli, zo sterk als een leeuw maar met de intelligentie van een pantoffeldiertje. Balotelli heeft gehoord van het racisme in Polen en Oekraïne: 'Als iemand een banaan naar me gooit, dan verdwijn ik in de gevangenis, want ik zal hem vermoorden.' Het valt dus te hopen dat er iemand een banaan gooit. Een racist minder op deze aarde en Balotelli veilig achter slot en grendel: een win-win-situatie naar wij dachten.

Ierland
Ja! Ierland! Dolblij ben ik dat ze er weer bij zijn. Ierland hoort op een groot toernooi, net als Schotland. Voor de sfeer, voor de beleving, voor de sympathy vote. En omdat ze dan altijd bij Italië in de poule geloot worden en je dus het affiche Ierland-Italië krijgt. Allitererende wedstrijden zijn de mooiste wedstrijden. Dit jaar ook nog Denemarken-Duitsland! In de play-offs voor het laatste WK ging Ierland er op schandalige wijze uit tegen Frankrijk, de kwalificatie voor Euro 2012 is ze dan ook meer dan ooit gegund. Van de 23 spelers zijn er 20 actief in Engeland. Een van de drie uitzonderingen is Robbie Keane, die tegenwoordig afbouwt in de States. Hofleverancier met 4 spelers is het in de Premier League kansloos onderaan geëindigde Wolverhampton Wanderers. Toch hebben de Ieren op het oog geen onaardige selectie. Shay Given is een goede doelman, John O'Shea en Richard Dunne robuuste verdedigers en Darron Gibson en Aiden McGeady talentvolle middenvelders. Alleen voorin is het armoe troef. Of kan Keane pieken? Hopelijk bouwt het Oranje Legioen een feestje met de Irish Army, dat zijn gewoon Nederlanders maar dan in het groen. Sit down for the boys in green!!

Kroatië
Sinds het legendarische WK '98 heb ik een zwak voor Kroatë. De rood-wit geblokten wervelden toen naar de bronzen medaille. Met Zvonimir Boban, Robert Prosinecki, Slaven Bilic en natuurlijk Davor Suker. Bilic is nu bondscoach, net als vier jaar geleden in Oostenrijk en Zwitserland, toen hij vooral opviel door zijn oorbel. 'Bilic - mét oorbel - is de absolute revelatie van het toernooi' schreef ik toen niettemin. Zijn Kroaten vlogen er op dramatische wijze uit in de kwartfinale tegen Turkije. In de 119e minuut scoorde Klasnic de bevrijdende en terechte 1-0, maar de Turken kwamen alsnog langszij en wonnen de penaltyreeks. Wraak heeft Kroatë al genomen. In de play-offs werd Turkije aan de kant gezet, onder meer met een superieure 0-3 in Istanbul. Met een combinatie van ervaren spelers en jonge honden is Kroatië deze zomer een outsider. Volgens de laatste bewegende beelden heeft Bilic echter geen oorbel meer. Dat wordt dus niks.

Kofi Dick:
'Spanje gaat weer counterend naar de volgende ronde, alles met één goal verschil winnend. Voor de tweede plaats tip ik Kroatië. Italië is namelijk helemaal van de leg door de recente omkoopschandalen, die een gedegen voorbereiding onmogelijk maken. Ik voel overigens mee met Balotelli, net als ik van Ghanese afkomst. Hopelijk zijn De Boswachters met hun aanstekelijke 'Bananenlied' nog niet doorgedrongen tot Poznan!'
1.Spanje
2.Kroatië
3.Ierland
4.Italië

woensdag 30 mei 2012

De Labyad-mentaliteit van de Nijmeegse doodrijders

Een van de neologismen waarmee Geert Wilders de Nederlandse taal heeft verrijkt is 'D66-rechter'. Daarmee bedoelt Wilders een slappe, wereldvreemde rechter die veel te lage straffen uitdeelt. D66'ers schijnen daarentegen over het algemeen wel slimme lui te zijn. Uit onderzoek van peil.nl bleek dat 80% van het electoraat van D66 hoog opgeleid is, meer dan bij welke andere partij dan ook. Een D66-rechter kan dus wel slap zijn, maar hij is meestal niet dom.

Toch kunnen soms ook vraagtekens geplaatst worden bij het gezonde verstand van rechters. Gisteren deelde het Arnhemse gerechtshof in hoger beroep 2 en 1,5 jaar cel uit aan de twee daders van de zogeheten 'Nijmeegse scooterzaak'. Mohammed el G. en Yaoud A. wilden een hotel overvallen en reden, op de vlucht voor de politie, met hun scooter een man dood die het zebrapad overstak. Vervolgens bedreigden ze ziekenhuispersoneel en scholden ze rechters de huid vol. De twee hadden eerder van de rechtbank 8 en 2 jaar gekregen, maar het hof sprak El G. nu vrij van doodslag, omdat niet met zekerheid kon worden bepaald wie de scooter bestuurde.

Natuurlijk weten beide heren wie er reed. Maar Mohammed zegt dat Yaoud de scooter bestuurde en Yaoud houdt vol dat Mohammed reed. Dan lijkt de oplossing toch simpel. Als mijn broertje en ik vroeger aan het spelen waren en een van ons had iets stukgemaakt, dan moest de dader bekennen. Bij geen reactie kregen we beiden straf. Idem bij het voetballen. Als er bijvoorbeeld ergens iets gesloopt was, dan werd het hele team bij elkaar geroepen in de kleedkamer. Als de dader niet bekende moest iedereen ervoor boeten. Vaak eindigde het er inderdaad mee dat het voltallige elftal rondjes aan het lopen was, mokkend en vloekend, totdat de sociale druk te groot werd en de boosdoener zich schoorvoetend bij de trainer meldde.

Dat was en is een uitstekend opvoedkundig systeem, dunkt mij, maar strafrechtelijk gaat het blijkbaar niet op. Oliedomme D66-rechter is dan de - dus enigszins contradictoire - eerste reactie, ook bij mij. Hoe kun je dit schorem in godsnaam hiermee weg laten komen? Maar na de argumentatie te hebben gelezen en na er langer over nagedacht te hebben moet ik toch toegeven, zij het met grote tegenzin, dat de raadsheren waarschijnlijk niet anders konden. Een bijrijder mag nu eenmaal nooit verantwoordelijk worden gehouden voor een dodelijk ongeval. De ellende is dat de zaak afhankelijk is geworden van een schuldbekentenis omdat getuigenverklaringen en forensisch onderzoek geen of onvoldoende bewijs hebben opgeleverd. Het zijn dus toch D66-rechters - of correcter: D66-raadsheren -, maar dan in de zin dat ze inderdaad intelligent genoeg zijn om de juiste gevolgtrekking te maken, hoe tergend onbevredigend die ook is.

Een kwestie van het hoofd zegt ja maar het hart slaat wild over van woede en machteloosheid. Maar de woede moet zich dus niet op de raadsheren richten. Om te beginnen mag de advocaat vervloekt worden, die natuurlijk niet nagelaten heeft de heren in te fluisteren toch vooral het naar elkaar wijzen vol te houden, want zelf zijn ze naar verluidt nog te stom om voor de Satan te dansen. Maar de ware maatschappij ondermijnende eencelligen zijn natuurlijk Mohammed en Yaoud zelf, en hun families niet te vergeten, die zich ook niet onbetuigd hebben gelaten. Ze zijn behept met wat ik maar de Zakaria Labyad-mentaliteit noem, naar de PSV-aanvaller.

Labyad had een contract met een optie tot verlenging, maar hij tekende voor de centen van Sporting Lissabon. Transfervrij, dacht hij, want zijn contract zou niet rechtsgeldig zijn omdat hij het als minderjarige had getekend. Labyad - die geboren is in Nederland maar liever voor het nationale elftal van Marokko speelt - had in de tussentijd echter wel een salarisverhoging geaccepteerd, waarmee de optie alsnog automatisch gelicht was. Maar niet volgens Labyad en zijn vader, die ook zijn zaakwaarnemer is. Labyad jr. en sr. hadden sowieso het contract van zoonlief voor 15 mei moeten opzeggen. En dat is Labyad vergeten, zo meldde TD Marcel Brands vorige week. Stomme lul, denk je dan. Maar wat zegt Labyad? 'Marcel Brands is voor mij niet meer dan een conciërge.' Daarmee niet alleen Brands maar feitelijk heel PSV, de club die sinds zijn elfde een mooie carrière heeft gefaciliteerd, schaamteloos schofferend.

Het is mutatis mutandis de situatie van Mohammed en Yaoud. Weten dat je fout zit, maar stug de vermoorde onschuld blijven spelen. Geen greintje respect tonen voor de normen en waarden van de samenleving waar je deel van uitmaakt. De anderen - het slachtoffer, zijn naasten, de rechters, de burgers, etc. - het zijn niet meer dan conciërges, goed genoeg om de deur voor je open te houden en je rotzooi op te ruimen, maar hinderlijk minderwaardige schepsels als je je zin niet krijgt. Agressief egoïsme, totale harteloosheid, schijt aan de maatschappij. Er is echter één verschil. Labyad wil dolgraag naar het buitenland. Mohammed en Yaoud vast niet. Die zitten hier al in het paradijs. Daar komen we nooit meer vanaf, of je nu PVV stemt of D66.

zaterdag 26 mei 2012

Zeven dagen lang (113)

20 t/m 26 mei

ZONDAG Boodschappen doen
Dat er weleens een dronken Pool een aanrijding veroorzaakt of een huiskamer binnenrijdt, dat wist ik wel, maar deze kende ik nog niet: Zoggel sjokt met zijn tasje naar de Albert Heijn wanneer een slingerend over de weg fietsende Pool plotseling de macht over het stuur verliest en de stoep op schiet, de argeloze Zoggel van de sokken rijdend.
Hij leek op Przszsemyszszlaw Tyton.

MAANDAG Duivels toeval
In een geshuffelde iPod-afspeellijst kom ik vandaag bij liedje #666. Titel: 'God is in the Radio'. Er is meer tussen hemel en aarde.

DINSDAG DWDD
René van der Gijp doet eindelijk een boekje open over de reden van zijn maandenlange burn-out. Het was de schuld van Jan Mulder. De zoveelste misdraging van Mulder, wie roept die man eens tot de orde?

WOENSDAG Niet vrolijk van
'Emile Ratelband niet welkom op reünie Rob Geus'
Van sommige koppen op Nu.nl word ik stil van ontroering.

DONDERDAG Moloch
ESM: Einde van de Soevereiniteit van het Moederland.

VRIJDAG Tafereel
Acht soldaten in een opblaasbaar bootje op de Dieze, gemoedelijk een waterijsje etend.
Nu weet ik het zeker: binnen nu en drie jaar is het oorlog.

ZATERDAG Fortuyn 2002-2012
Voorzag Pim Fortuyn de neergang van het CDA?
'Teneinde de gemeentelijke bestuurskracht en slagvaardigheid aan te passen aan de eisen van de tijd, wordt op nationaal niveau gekozen voor schaalvergroting door een gemeentelijke herindeling die veel grotere gemeenten oplevert. Een moeizaam proces, daar de bevolking er, met name in de plattelandsgebieden, vrijwel nooit iets van moet hebben. Tegen de zin van de meerderheid van de inwoners in worden door Den Haag gemeenten opgeheven en samengevoegd. Dit alles dikwijls onder leiding en aanvoering van de christelijke partijen die in de jaren zeventig versmelten tot het huidige CDA.
De prijs die nu wordt betaald voor deze afgedwongen schaalvergroting is hoog en het is in de eerste plaats de politiek, het CDA voorop, die de prijs moet betalen. Met de vernietiging van de kleine gemeenten hebben de grote politieke partijen [...] de haarwortels van hun organisatie vernietigd. En het is als met een boom: vernietigt men zijn haarwortels, dan merkt men lange tijd ogenschijnlijk niets. Maar na verloop van tijd beginnen zijn bladeren te verkleuren, doordat de voedseltoevoer minder wordt en op den duur zelfs stagneert. Het einde van onze trotse woudreus laat zich dan voorspellen: onvermijdelijk de dood.'
(Pim Fortuyn, De verweesde samenleving, 2002 [1995], p. 126)

donderdag 24 mei 2012

[Euro 2012]: Groep B

GROEP B: NEDERLAND - DENEMARKEN - DUITSLAND - PORTUGAL 

Nederland
Holland. Oranje. Bertjes Boys. Twee jaar geleden hadden we bijna 'de gouden generatie van 2010' bij kunnen schrijven in de Nationale Kronieken. De teen van Casillas – of de intuïtie van Robben – besliste anders. De selectie van toen is evenwel nog intact en bovendien nauwelijks verzwakt. Alleen Gio is eruit, maar voor hem hebben we nu Jetro. Of Anita Vurnon. Ook mooi. Dé nationale kwestie deze zomer is natuurlijk: Huntelaar en/of Van Persie? Je kunt Klaas-Jan eigenlijk niet met goed fatsoen op de bank zetten, maar Bert zweert bij Van Persie op 9, ook nu weer, let maar op. Dan zitten we ook nog eens in de poule des doods. En bovendien spelen we drie keer in een donkere uithoek van het duistere Oekraïne, dus geen oranje zee dit jaar. Nee, het moet echt meezitten willen we dit jaar weer een rondvaart door de grachten kunnen organiseren omdat we de finale hebben verloren.

Denemarken
In de poule des doods is er altijd één de underdog. De Denen schijnen nu die positie te bekleden. Ze eindigden in de kwalificatie echter ruim voor Portugal. En we weten van 1992 dat de combinatie Denemarken-Underdog een succesvolle mix kan zijn. Veel eredivisie-grut in de Deense selectie. Uiteraard de Amsterdamse smurf Eriksen, maar ook neo-020’er Lasse Schöne. En voorts nog wat (ex-)NEC-, Utrecht- en Groningen-spelers die, waren zij Nederlander geweest, nooit voor Oranje zouden zijn geselecteerd, wat iets zegt over de breedte van de selectie. Ook Dennis Rommedahl is er weer bij. 34 wordt ie deze zomer, waarmee 'roadrunner' inmiddels beter 'het hijgend hert' kan worden genoemd.

Duitsland
Charkov, 13 juni 2012, Duitsland-Nederland. Laatste minuut, Howie Webb doet ook aan Wiedergutmachung en geeft Oranje een strafschop. Robben, die 90 minuten lang is uitgefloten, neemt hem. Iedereen houdt de adem in. Robben legt aan… en scoort! IJskoud legt hij de vinger op de lippen. Twintigduizend Teutonen de mond gesnoerd. Ja, zo zou het kunnen gaan. Maar ik zie het niet gebeuren eerlijk gezegd. Duitsland is deze zomer de topfavoriet volgens de bookies. Maar is Gomez beter dan Huntelaar? Neu. Is Neuer beter dan de Stekel? Niet of nauwelijks. Mario Götze? Niet talentvoller dan Afellay. Özil of Sneijder? Gelijkwaardig. Müller of Van Persie? Even goed. Eén speler gaat echter het verschil maken: B. Schweinsteiger. Schweini bleef maar gaan in de CL-finale, 120 minuten lang. Dat houdt onze Bommel niet meer vol.

Portugal
We moeten weer tegen Portugal, onze eenentwintigste-eeuwse Angstgegner, en nog wel in de waarschijnlijk cruciale derde groepswedstrijd. Het is dus te hopen dat Bert van Oranje niet vergeet Bouhlarouz mee te nemen. We willen hem immers weer jankend van het veld zien gaan, de Portugays C. Ronaldo. De Ricky Martin onder de voetballers. Andere opties: Th. Janssen meenemen, die dan halverwege de tweede helft een peuk opsteekt en zo de hanenkam van C. in de hens zet. Of Dré Ooijer op basis van een 0-uren-contract, met stukloon voor elke gevelde Portugees en een bonus als het C. of Pepe betreft. Afijn. Bondscoach van de Portugezen is Paulo Bento, en dat is een goeie, voor ons althans, want hij maakt ruzie met sterspelers. Ricardo Carvalho en Bosingwa zijn er wegens 'onmin' met Bento bijvoorbeeld niet bij. Opvreten, die Portugezen.

Kofi Dick:
'Jullie Nederlanders moeten deze groep zonder problemen kunnen overleven. Duitsland is gelijkwaardig, maar Denemarken en zeker Portugal zijn te verslaan. Zoals jullie kleinkunstenaar Wolter Kroes al zingt: "Met Maarten in het doel zijn we eerste in de poule, daar kan dus niemand wat aan doen." Wie ben ik om dat tegen te spreken?'
1.Nederland
2.Duitsland
3.Denemarken
4.Portugal

dinsdag 22 mei 2012

[Pims achtertuin 2002-2012:] De verweesde samenleving

Op 6 mei 2002 werd Pim Fortuyn vermoord door Volkert van der Graaf. De media hebben de tiende verjaardag van Fortuyns dood niet onopgemerkt voorbij laten gaan. Een huilende Harry Mens beet op 1 januari al het spits af. Op zoggel.blogspot.com deze maanden een poging tot een serieuzere kijk op het fenomeen.

Bij het grote publiek is De puinhopen van acht jaar Paars het bekendste boek van Pim Fortuyn. Met dit polemische pamflet en partijprogramma ineen voorzag Fortuyn zijn campagne van 2001-2002 van inhoudelijke fundering. Tegelijk verscheen ook een heruitgave van De verweesde samenleving uit 1995, het boek dat intimi, kenners en zeker ook Fortuyn zelf als zijn werkelijke magnum opus beschouwen. Dit 'religieus-sociologisch traktaat' werd door Fortuyn 'de spil in - de ontwikkeling van - mijn denken' genoemd. Het is een vervolg - of een aanvulling - op Aan het volk van Nederland (1984), waarin Fortuyn de contouren van een 'contractmaatschappij' schetste: 'Toch vond men over het algemeen een dergelijke maatschappelijke omgang te kil en te mager'. Wat nog ontbrak was een door 'een bewust en collectief beleefd stelsel van normen en waarden' gedefinieerde gemeenschap. Hoe zo'n gemeenschap eruit zou moeten zien is het thema van De verweesde samenleving.

I
Het is een merkwaardig boek, dat qua doelgroep een beetje tussen wal en schip valt. Voor een academisch publiek is het niet zo interessant omdat het geen wetenschappelijke bijdrage is, wat bijvoorbeeld al blijkt uit het ontbreken van noten en een literatuuropgave. Fortuyn verwijst sowieso nergens naar voorgangers of gelijkgestemden - op een incidentele mention van Max Weber na - die als inspiratiebron zouden kunnen hebben gediend. Hij schreef De verweesde samenleving dan ook nadrukkelijk voor een groter publiek - zoals vrijwel al zijn boeken 'aan het volk van Nederland' gerichte traktaten waren -, wat bijvoorbeeld blijkt uit de manier waarop hij in deel I met zevenmijlslaarzen een paar eeuwen westerse cultuurgeschiedenis samenvat. Toch zullen deze en vele andere bladzijden de niet-gestudeerde lezer al gauw boven de pet gaan.

Interessant en invloedrijk is het boek vooral om zijn hoofdmetafoor: die van de verweesde samenleving: 'We leven in een tijd zonder richting, zonder ideologieën, zonder aansprekende ideeën, zonder vaders en moeders, kortom in een samenleving van wezen.' (14) Vele eeuwen lang was het gezin de 'hoeksteen van de samenleving', een samenlevingsverband dat bovendien in getransponeerde vorm ook in 'andere maatschappelijke verbanden als kerken, scholen, verenigingen, politieke partijen en dergelijke' functioneerde. (23) Een algemeen geldend 'basismechanisme' was hier actief: moeder geeft aandacht, vader stelt de Wet, 'het kind' heeft baat bij bestendiging van deze situatie, alles ook in metaforische zin uiteraard. (37)

Omdat Nederland na de oorlog 'een relatief achterlijke economische structuur' had (28) is in de jaren '50 en '60 een radicale modernisering doorgevoerd. Met de sociaal-economische hervorming is echter ook de sociaal-culturele component van de maatschappij op de schop gegaan. Twee ontwikkelingen hierbij hebben de beproefde maatschappelijke 'gezinsstructuur' aangetast: 'emancipatie' en 'individualisering'. Positief gevolg is dat de genoemde 'zorgfunctie' en 'wetfunctie' niet meer per se respectievelijk door de moeder en de vader moeten worden vervuld - niet meer biologisch begrensd zijn -, maar het negatieve gevolg is dat de functies vaak helemáál niet meer worden vervuld, en dat geldt zeker ook 'voor de maatschappij in haar geheel'. (37)

Fortuyn uit forse kritiek op de generatie die volgens hem hoofdverantwoordelijk is voor de aldus ontstane verweesde samenleving: de babyboomers. De 'culturele omwenteling in de jaren zestig' heeft letterlijk 'het patriarchale gezag onttroond' door het 'collectieve stelsel van normen en waarden ter discussie' te stellen waardoor 'de overdrachts-, vormings- en handhavingsmechanismen van dit bestel ten minste zwaar beschadigd zo niet vrijwel volledig vernietigd' zijn. (100) Uiteraard is Fortuyn zelf ook babyboomer; hij steekt de hand dan ook deels in eigen boezem: 'We hebben een wereld gecreëerd van ongekende overvloed en milieubelasting, maar we hebben vooral erg goed voor onszelf gezorgd.' (16) Hierdoor is een schier onoverbrugbare kloof ontstaan tussen de generaties: 'De oude vaders trekken zich verbitterd terug en de zonen laten de maatschappij aan haar lot over. Dat is de erfzonde van de babyboomers, mijn generatie dus!' (33)

De babyboomers hebben hun schaapjes op het droge en pretenderen ook de welvaart voor hun kinderen en kleinkinderen te hebben veiliggesteld, maar die zullen de wrange vruchten plukken van de afbraak van de onbetaalbaar geworden verzorgingsstaat: 'Wij, de gevestigden, koesteren ons met het arbeidscontract voor onbeperkte duur, de riante VUT-, afvloeiings- en wachtgeldregelingen en niet te vergeten de welvaartsvaste pensioensregeling. Hen wacht de deeltijdarbeid, het wegwerparbeidscontract, geen of een mager pensioen, een uitgeklede WAO en straks een dito AOW.' (17) Zo'n onheilstijding werd anno 1995, toen de bomen nog tot de hemel reikten, tamelijk belachelijk gevonden, maar ze kan nu met terugwerkende kracht visionair worden genoemd.

II
Het komt er volgens Fortuyn dus op aan de gemeenschap waar mogelijk te herstellen, maar vooral ook op zoek te gaan naar nieuwe vormen van gemeenschapszin die rekenschap geven van de veranderde wereld, die er een is zonder ideologie en hiërarchie. We zijn daardoor 'in ons soort samenlevingen op een punt aanbeland, waarop gemeenschapsstructuren niet min of meer gegeven zijn, maar gedacht moeten worden.' (223) Fortuyn zag hierbij zeker ook een rol weggelegd voor de multiculturele samenleving, omdat daarin de dominante cultuur zich tot minder dominante verhoudt in zowel 'spanning' als 'symbiose' (43) en daardoor gedwongen wordt zich te vernieuwen en te herijken. De kernvraag daarbij luidt: 'hoe houden we een herbergzame wereld?' (225)

De 'vervreemding' die het uiteenvallen van traditionele gemeenschapsstructuren teweeg heeft gebracht is gelukkig niet totaal: 'het vele vrijwilligerswerk' (79) dat Nederlanders doen toont aan dat het sociale kapitaal van ons land onverminderd groot is - iets wat overigens recent nog door Marjolijn Februari werd aangehaald in een behartigenswaardig weerwoord op de ondermijnende, extreem negatieve vermaningen van Ramsey Nasr aan het volk van Nederland. Fortuyn somt als 'instituties in de moderne maatschappij waar het collectieve normen- en waardensysteem mede tot ontwikkeling kan komen' achtereenvolgens op: 'het gezin, andere intieme samenlevingsverbanden, de school, de politiek, de instelling of het bedrijf, en meer in het algemeen instituties die voortvloeien uit het zelforganiserende vermogen van de burgerij.' (86) Dat zelforganiserende is een 'traditie die als het ware in de genen van de bevolking zit.' (93) De volksaard van de Nederlanders volgens Fortuyn, met zelfkennis 'enigszins pathetisch gesteld': 'de Nederlander is uitgerust met een democratisch karakter, is individualistisch georiënteerd, maar dan wel in groepsverband en heeft een hang naar lichte vormen van anarchisme'. (94)

In zijn aanbevelingen is het kernidee de 'terugkeer naar de menselijke maat'. We zagen al dat de insiders die terugblikten op '10 jaar zonder Pim' dit pleidooi als misschien wel de grootste erfenis of de belangrijkste les van Fortuyn beschouwden. In alle lagen van de maatschappij was volgens Fortuyn een technocratische 'professionaliteit' in de plaats van 'het culturele en vormende aspect' (104) gekomen. De uitkleding van het onderwijs was hiervoor symptomatisch. Een terugkeer naar de menselijke maat zou dan ook in de eerste plaats hier moeten beginnen. Een 'herstel van de school als gemeenschap' was nodig (140), in plaats van de huidige 'scholengemeenschap' waarin de leerling een nummer is en die feitelijk dus het tegendeel van gemeenschapszin uitstraalt. In het onderwijs moet vorming i.p.v. kennisoverdracht weer leidend zijn. (133) Maar ook in de zorg en het openbaar bestuur is een terugkeer naar de menselijke maat dringend gewenst: 'de keizer die dicht bij het volk staat, regelgeving die eenduidig en overzichtelijk is, herstel van gemeenschapsbesef, koestering van de kleine gemeenschappen en creatie van nieuwe'. (231)

De verweesde samenleving is zoals gezegd een vervollediging van de visie die in Aan het volk van Nederland tentoongespreid werd, een welwillend antwoord op de door critici geopperde twijfel of de door Fortuyn geschetste contractmaatschappij nog wel het predikaat 'maatschappij' waard was. 'Het antwoord is nee.' (213) Fortuyn voorziet nog steeds het ontstaan van een contractmaatschappij: 'Mensen zullen steeds meer de ondernemer moeten worden van hun eigen arbeid'. (109) Maar dat betekent niet dat het land één grote onderneming wordt. In De Telegraaf staan vandaag de dag vaak amusante ingezonden brieven van boze burgers over 'de teloorgang van de BV Nederland'. Fortuyn blijkt een hekel te hebben gehad aan die term: 'Als Nederland iets niét is, dan is het wel een BV. [...] Het is een samenleving van mensen die daarin werken, wonen en leven, verbonden door een gemeenschappelijke geschiedenis, cultuur en taal.' (115)

Het traktaat is voor het grootste deel zakelijk en bedachtzaam van toon, maar soms laat Fortuyn zich gaan, bijvoorbeeld in zijn kritiek op 'Mr. H.A.F.M.O. van Mierlo', die zich te groot voelde om zich nog Nederlander te noemen: hij was 'Europeaan'. 'Aldus onze nationale politieke filosoof', smaalt Fortuyn, die voorts spreekt van 'cultuurrelativisme in optima forma'. Hij noemt dat cultuurrelativisme volkomen terecht 'een luxe standpunt, van in luxueuze omstandigheden levende mensen [...] die het contact met een wat rauwere werkelijkheid volstrekt hebben verloren'. (175) Cultuurrelativisme en een gebrek aan (onderwijs in) identiteitsbesef zijn volgens Fortuyn dan ook de voornaamste veroorzakers van de afbraak van het stelsel van collectieve normen en waarden. (176)

III
In hoeverre is Fortuyns analyse nu overtuigend? In hoeverre zijn de door hem voorgestelde oplossingen de moeite waard? Deel I en II van het boek, waarin 'het probleem gesteld' wordt aan de hand van 'actuele vraagstukken', zijn erg sterk, omdat er op heldere, systematische wijze een probleemstelling uiteengezet wordt. Deel III, 'op weg naar vader en moeder', waarin de oplossingen geformuleerd worden, is daarentegen lichtelijk teleurstellend. Het blijft vaak bij globale, abstracte aanbevelingen zonder concrete wenken. Hoe de gezinsmetafoor bijvoorbeeld concreet toegepast moet worden op de gemeenschap blijft vaag: 'De vader is de filosoof' die ervoor zorgt 'dat de gemeenschap een gemeenschap blijft', de moeder 'houdt de vader in toom' door de neiging tot 'fundamentalisme en scherpslijperij' (213) te onderdrukken. Ook blijft het de vraag hoe Fortuyn deze twee functies wilde combineren met de idee van een leidersfiguur die de samenleving volgens hem nodig had. Een uitzondering is Fortuyns geloof in de mogelijkheden van ICT als tegelijk globaliserend en gemeenschapsvormend middel - een visie dus van nog voor het internettijdperk en ver voor social media. Volgens Fortuyn maakt 'de technologische ontwikkeling, met name de telecommunicatie' het mogelijk terug te keren naar kleine gemeenschappen (210). ICT en moderne technologie stellen ons 'in staat om de kleine gemeenschap opnieuw uit te vinden, zonder haar op te sluiten in haar kleinheid' van eng nationalisme. (216) Niet verrassend benadrukt Fortuyn dan ook vooral dit element in zijn voorwoord bij de heruitgave.

Eind maart 2002 zei Fortuyn tegen Marcel van Roosmalen van HP/De Tijd: 'Ik ga werken. Mijn boek De verweesde samenleving komt binnenkort opnieuw uit. Dat is het grote moederboek. Dat betekent nogal wat, hoor. Ik moet een manuscript van 300 pagina's opnieuw doornemen.'  (Marcel van Roosmalen, Op pad met Pim, 2002, p. 81) Uit een vluchtige vergelijking van de versie-1995 met de versie-2002 blijkt echter dat Fortuyn het boek nauwelijks meer herzien heeft, een fout als 'het kerkelijke leergezang' is bijvoorbeeld niet verbeterd tot het correcte 'leergezag'. Wel heeft Fortuyn op enkele plaatsen een verwijzing ingevoegd naar nadere uitwerking van het betreffende thema in De puinhopen van acht jaar Paars. Het zou interessant zijn eens systematisch te onderzoeken wat nu de parallellen maar zeker ook de discrepanties zijn tussen De verweesde samenleving en De puinhopen van acht jaar Paars.

De metafoor van de verweesde samenleving en een behoefte aan een religieus - niet per se kerkelijk - geïnspireerde gemeenschapszin van vader, moeder en zoon verraden Fortuyns katholieke achtergrond en geloofsafval. Bovendien roept het 'vader-idee' ook het begrip 'vadertje Drees' in herinnering, en daarmee een terugverlangen naar de veilige, overzichtelijke jaren vijftig van voor de culturele omwenteling van de jaren zestig. Merk ook op dat het veelvuldige voorkomen van 'normen en waarden' in dit traktaat de lezer van nu wellicht nog nauwelijks zal frapperen, maar dat dit anno 1995 nog geen staande uitdrukking was. Balkenende en het CDA zijn overduidelijk aan de haal gegaan met dit idee. Begrijpelijk, aangezien het bij uitstek een christelijk thema is.

'Laatdunkend is er genoeg over mijn werk gesproken, een nieuwe en wellicht betere poging is evenwel door geen van de vele critici ondernomen' (8) schrijft Fortuyn in het voorwoord. Op meer plaatsen is een lichte irritatie te bespeuren over de miskenning die hem in zijn ogen ten deel is gevallen, bijvoorbeeld wanneer hij plotseling uitvalt tegen 'de horde misverstaanders die mij nu al jaren hinderlijk volgt' (225). Fortuyn had een roeping, dat blijkt eens te meer uit De verweesde samenleving. Die hernieuwde vaderrol kon alleen door een buitenstaander worden ingenomen wiens heilige missie is: 'het goedschiks of kwaadschiks openbreken van dit gesloten politieke circuit, opdat er weer leiding kan worden gegeven aan belangrijke processen in de samenleving en opdat de vaderrol op het gebied van normen en waarden weer tot gelding kan worden gebracht. Dat openbreken zal niet door de zittende politieke kaste gebeuren, maar - zo leert de geschiedenis - door buitenstaanders. Het zal van de maatschappelijke omstandigheden afhangen, ook in internationaal, Europees verband, of dit een stille of hete revolutie zal zijn. Zeker is dat het een omwenteling zal zijn met heel grote gevolgen voor het functioneren van ons soort samenlevingen.' (120)

Die buitenstaander die het systeem zou openbreken moest natuurlijk Fortuyn zelf zijn. De 'vaderrol' kreeg hij na zijn dood in ieder geval in symbolische zin toegekend toen hij in 2004 Willem van Oranje versloeg als 'Grootste Nederlander', wat bewijst dat de situatie toen eerder naar een 'hete' revolutie neigde. Of door de dood van Fortuyn de samenleving opnieuw verweesd is geraakt of dat zijn verschijning juist de gewenste omwenteling in gang heeft gezet zal altijd voer voor discussie blijven.

zaterdag 19 mei 2012

Zeven dagen lang (112)

13 t/m 19 mei

ZONDAG Zwarte zondag
Manchester City kampioen. De sjeiks hebben het voetbal definitief op de knieën.
13 mei 2012: The day Football died.

MAANDAG DWDD (I)
De G500 staat naar eigen zeggen open voor alle jongeren. Maar de leiders heten van voren Sywert en Hederik. Dan krijg je toch sterk het idee dat je een hockeystick moet meebrengen als je binnen wil.

DINSDAG Held
Integraal de halve finale van het EK 1988: West-Duitsland - Nederland (1-2) zitten kijken. Om een beetje op te warmen en zo. Beste speler: Ronald Koeman, met afstand. Zo onverzettelijk hebben we ze niet meer.

WOENSDAG DWDD (II)
Stuitende domheid van de week: tafeldame Fidan Ekiz (wie?!) die zich dood zegt te ergeren aan Sacha Baron Cohen omdat die overal als typetje verschijnt en dan antisemitische uitspraken doet. Terwijl hij juist op die manier het antisemitisme binnen de groep die hij persifleert aan de kaak stelt. Ik ben eigenlijk gek dat ik het hier nog ga uitleggen ook. Dat 'Cohen' deed geen belletje rinkelen, Fidan?

DONDERDAG Tofik Dibi
'Zo was je een rijzende ster binnen je partij, zo ben je ineens een hinderlijke figuur. Zo word je door de politieke pers uitgeroepen tot "talent van het jaar", zo sla je de krant open om te lezen dat niemand op je zit te wachten.'
Ook Nausicaa Marbe (de Volkskrant) snapt het opportunisme van de pers niet.

VRIJDAG Bariton
Dietrich Fischer-Dieskau overleden. De stem die ik altijd imiteer als het heeft gesneeuwd: 'Nun ist die Welt so trübe, der Weg gehüllt in Schnee.' Op mijn niveau dan natuurlijk.

ZATERDAG Durlacher
In 2001 las ik Quarantaine (1993) van G.L. Durlacher. Het was het eerste literaire werk dat ik voor mijn leeslijst las. Nu, ruim tien jaar later, herlees ik het in de verzamelbundel Godvergeten tijd. De verhalen (2008) en raak ik weer net zo geëmotioneerd als toen. 'Hij begroette me hartelijk, maar met een zweem van verlegenheid die ik al bij meer mensen was tegengekomen. Alsof een doodgewaande weer voor hen stond.' Daar komt nu nog de emotie van de herinnering aan die eerste leeservaring bovenop.
Vermoedelijk omdat Durlacher mijn 'eerste' was, heb ik altijd gedacht dat hij zo'n beetje de primus inter pares van de Nederlandse literatuur van holocaust-overlevenden was, maar toen ik laatst tegenover iemand - ook neerlandicus - de naam G.L. Durlacher liet vallen, zei hij: de vrouw van Leon de Winter?

donderdag 17 mei 2012

[Euro 2012]: Groep A

'Nederland is helemaal Oranje', aldus het talentvolle zangduo Wilfred Genee & Johan Derksen (niet voor al uw feesten en partijen). Dat valt nog reuze mee. Maar als de play-off-finales erop zitten en de Champions League-winnaar bekend is zal de lichte verhoging snel uitgroeien tot een echte Oranjekoorts. Zoggel heeft zijn shirtje in ieder geval al binnen en begint vanaf vandaag voor te beschouwen. Winnen we na tien jaar weer eens van Duitsland? Kunnen we eindelijk een keer de Portugezen verslaan? Krijgen we een kans op revanche tegen Spanje? Die Duitse kut octopus Paul is gelukkig dood en opgegeten, dus daar zal het niet aan liggen. Aan voorspellingen waag ik mij evenwel niet dit keer. Ik kijk wel uit. Voor de prognose schakel ik mijn Ghanese vriend Kofi Dick in. Hup Holland!!

GROEP A: POLEN - GRIEKENLAND - RUSLAND - TSJECHIË

Polen
Gastlanden van grote toernooien hebben altijd een bijzondere status. Ze hebben zich aan de ene kant niet hoeven te kwalificeren en zijn dus minstens twee jaar lang van de radar geweest, wat een analyse bemoeilijkt. Aan de andere kant overleeft een gastland praktisch altijd de groepsfase - of je moet België heten -, wat een voorspelling vereenvoudigt. In de zwakke poule A heeft Polen door het thuisvoordeel een goede kans deze traditie voort te zetten. Bekendste spelers zijn de doelmannen Szczesny (Arsenal) en Tyton (Philips) en het Borussia Dortmund-trio Piszczek, Blaszczykowski en Lewandowski. Vier jaar geleden stonden de rotondes dicht door toeterende Turken. Dit jaar met Poolse busjes?

Griekenland
Bijzondere aandacht gaat deze zomer uit naar de Grieken. Aangezien er op 17 juni verkiezingen zijn in Griekenland zouden ze weleens midden in het toernooi uit de eurozone kunnen worden gesodemieterd. Wat een wereld van verschil met acht jaar geleden, toen de Grieken vanuit het niets Europees kampioen werden. De namen van de helden van toen stemmen melancholisch: Nikopolidis, de grijsharige doelman. Traianos Dellas, onpasseerbare mandekker. Zagorakis, architect op het middenveld. Angelos 'Harrie' Charisteas, de scorende gup. En natuurlijk Koning Otto Rehhagel. Geen van allen is er nog bij deze zomer. Een onvervalste Griekse tragedie in de beste traditie van Sophocles - die overigens een verdienstelijke linkshalf schijnt te zijn geweest - dient zich aan. Naar verluidt heeft Ingeborg Beugel zich aangeboden als masseuse. De enige mogelijkheid voor de Grieken tot een happy end...

Rusland
Hij is er weer bij, onze Dick Advocaat. Dickie! Na het EK wordt hij trainer in Eindhoven; het avond in, avond uit draaien van Kenny Rogers-plaatjes op een Russische hotelkamer is dan ten langen leste gaan vervelen. Blijkbaar kan Dickie niet wachten om naar Nederland terug te keren, want in zijn voorselectie nam hij twee spelers op die nog nooit een interland hebben gespeeld, een speler die in 2006 voor het laatst meedeed en zelfs eentje wiens laatste optreden in het Russische team van 2004 dateert. 2004! Toen stond Andy van der Meyde nog in Oranje! Overigens heet een van de nieuwelingen Granat. Dickie gaat dus in principe voor een explosieve speelwijze. En dan maar hopen dat Granat een bres in de verdediging van de tegenstander weet te slaan.

Tsjechië
Vier jaar geleden vloog Tsjechië er in de laatste minuut van de groepsfase uit tegen Turkije door een blunder van doelman Petr Cech. Zijn badmuts gleed waarschijnlijk voor zijn ogen. Cech keept nog steeds, en nog steeds met muts. Dat belooft wat. Andere bekende spelers zijn Tomas Rosicky en Milan Baros, die inmiddels ook de kaap van 30 hebben gerond. De Tsjechen lijken sowieso rijp voor de rubriek Vergane Glorie. De toppers van weleer - Nedved, Koller, Poborsky - zijn museumstukken geworden en nieuwe internationale sterren lijken zich niet aan te dienen; hofleverancier is Viktoria Plzen met vijf spelers. Toch is zo'n groot toernooi vaak juist het podium waarop nieuwe helden geboren worden. Ook geselecteerd is ene Theodor Gebre Selassie. Aan de conditie zal het dus vermoedelijk niet liggen.

Kofi Dick:
'Voor deze poule zet ik mijn wekker niet. Dat hoeft sowieso niet, want alle wedstrijden worden 's avonds gespeeld, maar toch. De Jupiler League onder de poules. De Russen gaan met de Polen uitmaken wie groepswinnaar wordt. Ik heb alle vertrouwen in mijn naamgenoot Dick Advocaat. De Grieken vliegen er roemloos uit. Kunnen ze nog net op tijd thuis zijn om te stemmen.'
1.Rusland
2.Polen
3.Tsjechië
4.Griekenland

woensdag 16 mei 2012

Michel Houellebecq - De kaart en het gebied

Michel Houellebecq - De kaart en het gebied. Vert. Martin de Haan, 2011, 343 blz.

Mild. Dat woord klonk het vaakst op uit besprekingen van Houellebecqs jongste. Omdat recensenten elkaar napraten, maar ook omdat het een adequate term is om deze roman af te zetten tegen het eerdere werk van de schrijver. De sarcastische, provocerende Houellebecq heeft immers plaatsgemaakt voor een rustiger, inschikkelijker persona. Dat wil echter niet zeggen dat de maatschappijkritiek verdwenen is of minder sterk aanwezig, integendeel.

De kaart en het gebied handelt over het leven van de succesvolle kunstenaar Jed Martin. Zijn moeder heeft lang geleden zelfmoord gepleegd, zijn oude vader wil euthanasie. Hij leeft kortstondig samen met de mooie Olga, maar is wezenlijk een solitaire man. Dat heeft hij gemeen met een ander personage, Michel Houellebecq, die in Ierland als een kluizenaar leeft en op gruwelijke wijze vermoord wordt.

Het kunstenaarschap en bij uitbreiding de kunstwereld worden met de nodige kennis van zaken beschreven. Jed kent vier periodes van succes. Het begint allemaal nog met een volslagen absurd idee: met foto's van Michelin-kaarten breekt hij door als kunstenaar. Daarna slaagt Houellebecq er steeds beter in originaliteit, verbeeldingskracht en engagement te verenigen in de kunstzinnige theorie en praktijk van Jed. Zijn tweede piek is een serie foto's van industriële objecten, de derde een serie schilderijen van 'elementaire beroepen', waarmee hij een totaalbeeld heeft van de geïndustrialiseerde westerse wereld. Zijn laatste succes vind ik zelfs op papier al een briljant idee: korte, experimentele films van door de mens geproduceerde objecten die overwoekerd raken door natuurlijke vegetatie. De vergankelijkheid van het technologische geprojecteerd in de eeuwig triomferende natuur.

De kaart en het gebied is een echte Houellebecq in de zin dat het weer barst van de kritische observaties en portretten van Franse beroemdheden. Dat typisch Franse is altijd vervelend voor de niet-Franse lezer, omdat die geen van de beschreven personen kent. Bovendien maakt de Franse maatschappij - nog los van Houellebecqs portret ervan - op mij altijd zo'n absurde indruk, alsof het een ander universum betreft. Met Engeland en Duitsland heb ik dat veel minder.

Gelukkig is een ander typisch Houellebecq-motief, de expliciete seksuele passage, grotendeels verdwenen; daar was Houellebecq geen meester in: 'Een pik kun je altijd afhakken; maar hoe kun je de gapende leegte van een vagina vergeten?', om maar een willekeurig voorbeeld te geven. Dan is een passage als deze toch eindeloos veel erotischer: 'Olga ging op haar hurken zitten om een afdruk te bestuderen, haar minirokje schoof een flink stuk omhoog over haar dijen, haar benen waren ongelooflijk lang en dun'.

Een zin van de flaptekst bij De wereld als markt en strijd heb ik altijd bijzonder problematisch gevonden: Houellebecq zou in zijn werk een onderwerp tot het zijne hebben gemaakt 'dat ondanks zijn centrale rol in het moderne leven nog nauwelijks verbeeld is in de moderne literatuur: de wereld van het werk'. Dat is echt onzin. Werk, arbeid, is in talloze romans beschreven, verbeeld, gethematiseerd. De vrijemarkteconomie, de wereld van productie en consumptie en de (on)menselijkheid van dit systeem, wat het nog betekent om mens te zijn in deze tijd, dat is Houellebecqs obsessie. De maatschappijkritische passages doen bij Houellebecq bovendien altijd zo achteloos, zo vanzelfsprekend aan, alsof het volkomen logische, objectief waarneembare feiten lijken in plaats van duiding of opinie.

De kaart en het gebied bevat weer enkele intrigerende passages over economie. Bijvoorbeeld een aanklacht tegen het slachtofferen van goede producten. Houellebecq-het-personage heeft in zijn leven drie perfecte producten gekend, een bepaald type schoenen, notebook en jas: 'Van die producten hield ik, zielsveel, ik had ze mijn leven lang bij me willen hebben door regelmatig, in het ritme van de natuurlijke slijtage, identieke producten aan te schaffen.' Maar dat is in ons economisch systeem onmogelijk geworden: 'Na een paar jaar zijn mijn lievelingsproducten uit de schappen verdwenen, de productie ervan is botweg stopgezet.' Ze zijn geslachtofferd door 'het onverantwoordelijke, fascistische dictaat van de verantwoordelijken voor de productlijnen', die 'bij de consument een vernieuwingswens pretenderen waar te nemen, maar zijn leven in werkelijkheid alleen maar transformeren in een uitputtende, wanhopige zoektocht, een eindeloos ronddolen tussen telkens veranderende schappen.'

Over economie in bredere zin spreken de agent Jasselin, die de Houellebecq-moordzaak onderzoekt, en zijn vrouw Hélène, econome: 'Meer en meer leken de theorieën waarmee men de economische verschijnselen trachtte te verklaren en de toekomstige ontwikkelingen probeerde te voorspellen haar allemaal ongeveer even inconsistent en speculatief, ze neigde er meer en meer toe ze gelijk te stellen aan simpel boerenbedrog'. Op tv spreekt een 'deskundige' - de hoon die uit dat cursieve spreekt is dodelijk - over de economische situatie. Hélène: '"Over een week zal duidelijk worden dat al zijn voorspellingen fout waren. Dan vragen ze een andere deskundige, of misschien wel dezelfde, en die doet dan weer nieuwe voorspellingen, nog altijd even zeker van zijn zaak..."'

Hoewel het verhaal ergens in 2040 eindigt, bevat de roman niet de sci-fi-component van bijvoorbeeld Elementaire deeltjes of De mogelijkheid van een eiland. De toekomst is in De kaart en het gebied niet aan een nieuwe, al dan niet gekloonde mens, er is daarentegen sprake van een terugkeer naar de traditie, het regionale, het oude vertrouwde. De meest menselijke reactie op de technologische ontwikkeling en voortgaande commercialisering van de maatschappij is niet per se apathie en overgave. Daarom zou je deze roman als minder zwaar dan voorgaande kunnen typeren, wat overigens ook al zit in de bijzonder aardig uitgewerkte zelfironie van Houellebecq: via het personage Michel Houellebecq steekt hij virtuoos de draak met het beeld dat van hem bestaat.

Toch kun je ook beargumenteren dat de maatschappijkritiek genadelozer is dan ooit. Was Houellebecqs reputatie als enfant terrible voorheen nog voor een belangrijk deel gebaseerd op de kritische houding tegenover de islam in zijn boeken, in De kaart en het gebied lijkt dat element afwezig. Maar wat wordt aan het eind als belangrijke reden voor de nieuwe harmonische samenleving opgevoerd? Dat de migratie van 'Afrikaanse migranten' zich nu richting China en India voltrekt 'sinds de verdwijning van de laatste banen in de industrie en de drastische beknotting van de sociale zekerheid aan het begin van de jaren 2020', waardoor de immigratie 'tot bijna nul was gedaald'. Houellebecq is terug. Rustiger, optimistischer, maar zeker niet milder.

*****

maandag 14 mei 2012

Besmettingsgevaar

Nu het CDA een imagoprobleem heeft en de partij er in de peilingen bedroevend slecht voor staat is het leedvermaak niet van de lucht. Voorop natuurlijk die oude clown die elke maandagavond tafelheer speelt op Nederland 3. Het CDA moest kapot, zijn missie is geslaagd. Dat zijn eigen favoriete partij wel een 'Lenteakkoord' heeft gesloten met onder meer datzelfde CDA - en er 'groene' maatregelen heeft doorgedrukt waar in crisistijd niemand op zit te wachten, een parlementaire enquête waard -, daar gaat Mulder schaamteloos aan voorbij.

Maxime Verhagen ruimt nu het veld en er moet een nieuwe lijsttrekker komen. Henk Bleker, Sybrand van Haersma Buma, Mona Keijzer, Liesbeth Spies, Madeleine van Toorenburg en Marcel Wintels zijn de zes kandidaten. Ook daar heeft Mulder - en in zijn kielzog vele anderen - wel een moreel hoogstaand oordeel over. Van Haersma Buma, Bleker en Spies zouden niet mee mogen doen omdat ze voor samenwerking met de PVV waren en ook daadwerkelijk hebben geparticipeerd in een door Wilders gedoogde regering. Ze zijn 'besmet', heet het. Werkelijk waar, die term wordt gebezigd: 'besmet'.

Alsof Wilders een enge ziekte is. Een leproos die je niet mag aanraken en die maar het beste met een bordje: pas op, besmettelijk! om zijn nek kan gaan lopen. Het is natuurlijk een sinistere manier om maar weer eens een rechte lijn van de oorlog naar Wilders te trekken. Want, zoals op het beschaafde weblog Joop te lezen is: 'Bleker is, net als Spies en Buma, natuurlijk zwaar besmet met het recente regeerverleden met de fascistoïde Wilders.' Het zijn collaborateurs, het staat er nog net niet. (Oprichter Francisco van Jole: 'Joop is een site waarop niet iedereen met een afwijkende mening wordt afgebrand en uitgemaakt voor rotte vis.' Waarvan akte.)

Wat iedereen lijkt te vergeten is dat die regering met Wilders er simpelweg moest komen. Want pas op hoor: als de PVV na de verkiezingswinst van 2010 buiten de macht was gehouden, dan had Wilders zijn martelaarsrol alleen maar meer gecultiveerd. Dan had het riedeltje dat 'de' elite de PVV en haar kiezers weer overal buiten hield niet opgehouden te klinken. Dan was de PVV alleen maar groter geworden.

Zoals Ronald Havenaar in zijn pamflet Te licht bevonden (2011) al schreef, p. 10: 'In dat geval was de verkiezingsoverwinnaar, de PVV, in een isolement gedreven dat de anti-establishmentwoede van een op drift geraakt electoraat nog groter had gemaakt. Als oppositieleider had Wilders waarschijnlijk binnen afzienbare tijd kunnen doorgroeien [...] en was er een goede kans geweest dat hij na de eerstvolgende verkiezingen aanspraak had kunnen maken op het premierschap. VVD-leider Rutte en meer nog CDA-leider Verhagen - die een onwillige partij moest overreden - komt het compliment toe dat zij dit gevaar voorlopig hebben gekeerd.'

Havenaars pamflet was zeer kritisch over de PVV, maar wel kritisch op pragmatische en weldoordachte wijze. Daarmee vormde het een uitzondering te midden van alle kortzichtigheid en bangmakerij. De regeringsconstructie met de PVV was nu eenmaal iets waar men doorheen moest. Alleen zo konden de kiezers inzien dat er inderdaad niet samen te werken valt met de PVV. Dat ook Wilders niet het landsbelang voorop stelt, dat ook de PVV niet de partij is die de belangen van de burgers behartigt. Nu is het aan diezelfde burgers om de conclusie te trekken dat de PVV een ideeënarme partij is met incapabele mensen die allesbehalve de oplossingen biedt voor hun problemen en zorgen.

Verhagen is nu geslachtofferd. Hem resten de complimenten van Havenaar. Wie moet het nu worden voor de christendemocraten? Bleker niet, dat ben ik met Mulder eens - al is het om betere redenen. Bleker is geen bindende factor, heeft zijn imago tegen door een aantal oliedomme acties. Maar Henk is verliefd, dan doe je onbezonnen dingen. Spies heeft geen uitstraling, backbencher Van Toorenburg ontbreekt het ook aan charisma. (Overigens: Van Toorenburg heeft de voorbije 20 maanden ook namens het CDA in de Kamer gezeten, maar die wordt nooit 'besmet' genoemd - ze is natuurlijk te onbeduidend, over haar rug kan Jan niet scoren.) Van Haersma Buma lijkt me ook niet de nieuwe inspirator. Maar hij heeft al twee geslaagde grappen gemaakt op televisie, dan stijg je tegenwoordig meteen gigantisch in populariteit.

Blijven de twee nieuwkomers over. Marcel Wintels maakte al meteen geen goede beurt met zijn misplaatst stoere uitspraak 'Onder mijn leiding zal het CDA niet samenwerken met de PVV', een nogal gratuite belofte; het zal geheel wederzijds zijn. U merkt, ik eindig bij Mona Keijzer. Keijzer kan haar ideeën helder verwoorden, laat zich niet snel van de wijs brengen, is noch halfzacht noch hardvochtig. Solide en sociaal, in de woorden van Aart Jan de Geus. Ze heeft twee nadelen: ze komt uit Volendam en ze wil de christelijke grondslag van de partij meer benadrukken. Maar zolang ze niet gaat zingen is het eerste geen onoverkomelijk probleem. Dat het CDA zich meer moet profileren als seculiere middenpartij heb ik al eerder bepleit, maar je kunt niet alles hebben.

Vrijdag wordt de uitslag van de eerste stemronde bekendgemaakt. Het lijkt een strijd te worden tussen Van Haersma Buma en Keijzer. Ik hoop dat Keijzer het wint. Ook voor Jan Mulder. Hij is immers al oud, zijn weerstand is niet meer zo hoog. Als Buma wint kan het besmettingsgevaar kan hem weleens fataal worden.

zaterdag 12 mei 2012

Zeven dagen lang (111)

6 mei t/m 12 mei

ZONDAG Eredivisie afgelopen
'FC Twente wordt de lachende zesde, let maar eens op', schreef ik hier begin maart.
Twente is inderdaad als zesde geëindigd. Dat 'lachende' was trouwens een typefoutje, moest natuurlijk 'lachertje' zijn.

MAANDAG NS-leed
Het is dat ik goed opgevoed ben, maar je zou die vouwfietsen toch eigenlijk keihard uit de trein moeten smijten. Sta je al hutje mutje in het gangetje, word je nog eens extra op elkaar geperst omdat die achterlijke dingen een hoop ruimte in beslag nemen. En de eigenaars hebben elders een zitplaats, waardoor ze feitelijk twee plaatsen bezetten. Als ze maar één kaartje hebben, moeten ze dus op de bon geslingerd worden. Conducteur Zoggel zou het wel weten.

DINSDAG Verbouwing Den Haag CS
Afwatering, beseften de ingenieurs, daar hadden we niet aan gedacht.

WOENSDAG Finale EL
Geen Sierd 'koekoek' de Vos. Jammer. Wel twee typische koekoek-goals van Falcao.

DONDERDAG VARA-tokkie
Eindelijk een medestander. Prachtige column van Luuk Koelman in Metro over 'het woedende windvaantje' Jan Mulder. 'Die gespeelde maniertjes, het is allemaal zo sleets, zo dertien in een dozijn. Jan Mulder is boos zoals acteurs in een soap boos zijn. [...] Dat is Jan Mulder ten voeten uit. Vorm zonder inhoud. Hij is de tokkie van intellectueel Nederland.'

VRIJDAG Extra rondje door de winkel
Als ik naar de kassa wil gaan klinkt opeens Paul Simon's 'Rene and Georgette Magritte with Their Dog After the War' door de Albert Heijn. Zo mooi. Alleen barbaren verlaten dan daadwerkelijk de winkel.

ZATERDAG Lookalike
Die François Hollande deed me al weken aan iemand denken. Nu ben ik erachter: het is de gebotoxte terugkeer van Karel Aalbers!:

woensdag 9 mei 2012

Over balken en ogen. Het geval Inez Weski

Van de 13 voorspellingen voor 2012 luidde de derde:
'Als in maart - of welke maand dan ook - het OM foto's verspreidt om boeven te vangen zal Inez Weski bij Pauw & Witteman komen vertellen dat de privacy van burgers in het geding is.'
Nu bevatte die post natuurlijk allemaal predicties waar ik me nauwelijks een buil aan zou kunnen vallen, maar deze was helemaal een inkoppertje.
Mevrouw Inez Weski is deskundige op het gebied van de privacy van misdadigers. Als er ergens een gruwelijke misdaad is gepleegd en de gezochte verdachten verschijnen met hun tronie in beeld, dan hoeven de redacties maar op mevrouw Weski haar staart te trappen en ze steekt haar riedel af dat het een grof schandaal is.
Voor elk onderwerp hebben de praatprogramma's wel zo'n deskundige die precies komt vertellen wat men van ze verwacht.
Het is wat met die deskundigen tegenwoordig.
Vroeger was het heel simpel: als er ergens een vliegtuig uit de lucht was gedonderd, dan schoof Benno Baksteen aan om tekst en uitleg te geven. Dat was een helder systeem: vliegtuigje down, Benno gebeld, Benno liet zich informeren, Benno vertelde de kijker hoe het zat. Prima, prima.
Nu wordt een 12-jarig jochie opgetrommeld als er opschudding in de natuurkunde is, komt Maarten van Rossem wekelijks zijn belegen toneelstukje opvoeren en wordt elke discussie over Griekenland zinledig omdat hysterica Ingeborg Beugel een uur lang door iedereen heen zit te krijsen.
Daarnaast schuiven er te pas en te onpas academische deskundigen aan uit allerlei dubieuze wetenschapsgebieden om vrijuit te speculeren.
Als we willen weten wat een moordenaar - Joran van der Sloot, Tristan van der Vlis, Geert Wilders - heeft bewogen dan komt psychologe Corine de Ruiter het ons vertellen. Als de crisis ons weer eens naar de totale ondergang dreigt te voeren, dan komt econoom Arnoud Boot ons uitleggen hoe we dat kunnen voorkomen.
De deskundigen zijn niet bepaald gespeend van camerageilheid. Ik vergeet nooit hoe Boot ooit zijn economisch commentaar kwam geven terwijl hij zijn stem kwijt was. Zo schor als een kraai, totaal onverstaanbaar, maar simpelweg een keer zijn beurt voorbij laten gaan was blijkbaar niet in Boots hoofd opgekomen.
En mevrouw De Ruiter is een volgelinge van Hater des Vaderlands Ramsey Nasr. Nederland is vol, vindt Corine (derde comment onder het essay). Er zijn namelijk te veel Nederlanders. Aldus deze verfrissende invulling van de vol-is-vol-gedachte. Die Nederlanders hebben geen normen, schreef Ramsey. En Corientje was het met hem eens: 'De meeste Nederlanders lijken te denken dat hun land eigenlijk heel belangrijk en geweldig is.' Corientje wilde namelijk 's avonds in de trein nog wat werken. Maar ach en wee, dat ging dus niet door, want twee bejaarden waren aan het praten. Fijne psychologische redenering van onze huispsychologe. Als je als 65-plusser dus iets tegen je vrouw zegt in een stiltecoupé, dan ben je niet een 65-plusser die iets tegen zijn vrouw zegt waar dat eigenlijk niet mag, maar dan vind je je land 'eigenlijk heel belangrijk en geweldig'. Misschien een idee om eens wat minder in allerlei praatprogramma's te verschijnen zodat je gewoon op je werk kunt werken, Corien?
Ik vraag me overigens af hoe zulke klagers op hun werk kunnen functioneren. Die moeten ze dan tussen 9 en 5 helemaal alleen in een geluiddicht kamertje wegstoppen.
Maar terug naar onze privacydeskundige. Want er is altijd baas boven baas.
Wie is Inez Weski?
Inez Weski is strafpleiter. Bovendien ziet Inez Weski er een beetje gek uit. Gotisch of zo.
Je denkt elke keer dat er een bandlid van Slipknot bij Jeroen en Paul aan tafel zit, maar dan is het toch weer Inez Weski.
EenVandaag had Inez Weski in de uitzending over de roofmoord op de Haagse juwelier Ruud Stratmann. Justitie had foto's van de verdachten verspreid.
Terwijl de kist met het lichaam van Stratmann werd weggedragen klaagde Weski dat de privacy van de daders hiermee geschonden was:
'Daar kan later bij de rechter een beroep op worden gedaan. Je kan bijvoorbeeld aangeven: "ja maar ik ben al veroordeeld, ik ben al gestraft, in de verre toekomst zullen nog mijn kleinkinderen mogen meegenieten van deze episode uit mijn leven", dat kan meegewogen worden, dat wordt ook meestal meegewogen door de rechter.'
We zagen die redenering al in de Robert M.-zaak. Die was ook veelvuldig in de media geweest en verdiende daarom volgens zijn advocaten zelfs vrijwel volledige vrijspraak.
Het gaat weer eens om botsende rechten. Het recht op leven, en het recht op privacy. Maar wel de privacy van iemand die een ander dat leven heeft ontnomen. Iemand die serieus ter discussie stelt dat het eerste recht zwaarder weegt dan het tweede heeft het contact met de maatschappij verloren.
Zoals de officier van justitie in EenVandaag zei: 'Hoeveel recht op privacy heb je nog als je zo'n feit pleegt? Als je jezelf zo letterlijk in de kijker speelt, dan moet je niet gek opkijken als je daadwerkelijk in de kijker komt te staan.'
Maar als justitie je foto dan in de media gooit en je daardoor snel in de kraag weet te grijpen, dan heb je juist een kortere straf verdiend, als het aan de Weski's van deze wereld ligt tenminste.
Wat is dat toch met die strafpleiters en hun wereldvreemde redeneringen? Is het ijdelheid? Is het typisch voor een beroepsgroep die scoren hoog in het vaandel heeft, waar alles om prestige draait? Of is het de ivoren toren? Dat laatste lijkt me sterk, strafpleiter is immers voor een belangrijk deel een televisieberoep geworden. Spong, Moszkowicz, Plasman, Knoops, Anker 1, Anker 2, Weski, allen zijn bekende Nederlanders. 
Weski spreekt zichzelf daardoor op een merkwaardige manier tegen. Dat justitie foto's van verdachten toont, is geen nieuws en allesbehalve een uitzondering. Op depolitiezoekt.nl worden dagelijks honderden gezochte verdachten met hun tronie vol in beeld getoond. Het gaat er haar dus blijkbaar om dat die foto's in de massamedia worden vertoond, in kranten, op de journaals, bij de actualiteitenprogramma's. 'Daarmee begint justitie al aan de strafzaak voor die feitelijk begonnen is,' zegt Weski. Maar waar klaagt Weski daarover? Niet bij de rechter zelf - ze is niet eens de advocaat van de verdachten, dat is contrahegemoniseerder Faizel Enait - maar in diezelfde media! Ze doet net zo hard mee aan datgene wat ze zegt te laken. Dat is toch op zijn minst curieus te noemen.
Inez Weski ijvert tegen de functionele verdwijdering van het zwarte balkje voor de ogen van verdachten. Dat mag. Ik begrijp er niets van, maar goed. Maar dat ze daarbij het balkje in haar eigen zwartomrande ogen niet ziet is misschien wel veel erger.

zondag 6 mei 2012

[Pims achtertuin 2002-2012]: 6 mei

Op 6 mei 2002 werd Pim Fortuyn vermoord door Volkert van der Graaf. De media zullen de tiende verjaardag van Fortuyns dood ongetwijfeld niet onopgemerkt voorbij laten gaan. Een huilende Harry Mens beet op 1 januari al het spits af. Op zoggel.blogspot.com deze maanden een poging tot een serieuzere kijk op het fenomeen.

Vandaag was het precies tien jaar geleden dat Pim Fortuyn werd vermoord. In de media werd zoals verwacht uitgebreid stilgestaan bij die gebeurtenis. Bij de herdenkingsmis vanochtend had broer Simon Fortuyn al gezegd blij te zijn dat de opinie over Fortuyn in tien jaar zo veranderd is. Dat is zeker het geval, het is zelfs wonderlijk hoe er her en der met weemoed wordt verteld over Fortuyn. Het zal de ervaring van tien jaar Wilders zijn. Alleen het groene deel der natie - GroenLinks en De Groene - is de ontgroeningsfase nog niet voorbij. Hoezeer de ratio en de bedachtzaamheid het daarbuiten hebben gewonnen van de domheid en de angst als het gaat om de plaatsing en duiding van Fortuyn bleek bijvoorbeeld uit enkele nieuws-, achtergrond- en opinieprogramma's die gisteren aandacht besteedden aan de tiende verjaardag van de zesde mei 2002.

Andere tijden blikte met vier buitenlandse correspondenten die destijds in Nederland werkten terug op de opkomst van Fortuyn en de moord: 'Fortuyn - The Dutch dandy'. Was Fortuyn al niet erg te spreken over de bejegening van mede-politici en de vaderlandse media, van de verslaggeving van de buitenlandse pers werd hij helemaal onpasselijk. Vergelijkingen met Haider, Le Pen en zelfs Mussolini waren niet van de lucht, Fortuyn werd zonder pardon extreem-rechts en een racist genoemd, en hier en daar werd zelfs van neonazi gesproken (Wallonië).

Het is bizar hoe achteloos er met de term 'racist' werd gesmeten. Volgens Kirsty Lang van de BBC was dat nu eenmaal een makkelijk label om op politici te plakken die een anti-immigratiestandpunt voerden. We zien Fortuyn in abominabel Engels de BBC-verslaggever John Simpson aan het verstand proberen te brengen dat het 'stupid' is een religie eenzijdig te vereenzelvigen met een ras, maar tevergeefs. Ook de Belgische correspondente, Goedele Devroy, heeft een op zijn zachtst gezegd merkwaardig verhaal. Met glimmende pretoogjes verwoordt ze de stemming die in België heerste toen Fortuyn doorbrak: ahá, jullie doen altijd wel meewarig over het extreemrechtse Vlaams Blok bij ons, maar nu hebben jullie ook een extreemrechtse politicus. Zelf had ze wel 'een beetje' geprobeerd de vergelijking De Winter-Fortuyn te nuanceren, 'ook al had Fortuyn racistische uitspraken gedaan.' Maar welke racistische uitspraken dat dan waren geweest bleef onopgehelderd. En hoe zou het ook anders kunnen.

De Franse en de Duitse correspondent hebben naar eigen zeggen van meet af aan geprobeerd de eigenheid van Fortuyn ten opzichte van respectievelijk Le Pen en Haider te benadrukken. De Franse correspondent Jean Pierre Stroobants - heel typisch met zwarte coltrui en moeilijke bril - somt op: Le Pen verdedigde de nazicollaboratie, bagatelliseerde de concentratiekampen, maakte grappen over die kampen, identificeerde zich openlijk met nazisme en extreemrechts, enzovoorts, allemaal zaken die een vergelijking met Fortuyn des te navranter en onbegrijpelijker maken. Ook de Duitse correspondent, Helmut Hetzel, ijverde van meet af aan voor een van vooroordelen en onzinnige vergelijkingen ontdane beeldvorming van Fortuyn. Hij bekent zelfs dat hem na het uittypen van zijn commentaar bij de moord de tranen over de wangen rolden.

Opvallend was dat alle vier zo'n beetje van mening waren dat de pers in hun land Fortuyn ten onrechte had afgeschilderd als racist, extreem-rechts, enzovoort. Dat bevreemdt me wel enigszins: het zijn toch juist deze correspondenten zélf die in die media over Fortuyn hebben geschreven? Zíj hebben toentertijd toch verslag gedaan van de situatie in Nederland? Wast men de handen dan nu, tien jaar later, in onschuld? Voor de aimabele Hetzel geldt dat ieder geval niet. Hij schreef op 25 maart 2002 al in Die Welt: 'Ist Pim Fortuyn der Jörg Haider der Niederlande? Er ist es nicht. Wer ihn zuhört und seine Bücher liest (es sind inzwischen elf), kommt zu dem Schluss: Der Provokateur ist ein Ordoliberaler [...] und ein Rechts-Populist.' Het is vrees ik eerder zo dat het correspondentschap een ondankbare baan is. Omdat je als insider weliswaar je vaderland werkelijk kunt voorlichten, de vooroordelen kunt bijstellen en de broodnodige nuanceringen kunt aanbrengen, maar je toch een roepende in de woestijn bent omdat de pers in je land toch de eigen opinie doordrukt en er steeds minder plaats is voor nuancering en diepgang.

Eerder vandaag besteedden Buitenhof en Eva Jinek op Zondag enige aandacht aan Fortuyn door terug te blikken met betrokkenen van toen. Te gast bij Pieter Jan Hagens was Ronald Sörensen, indertijd een van de voormannen van Leefbaar Rotterdam ('"We zouden toch advertenties zetten Pim," klinkt het plotseling uit de gang. Het is Ronald Sörensen, de nummer twee van Leefbaar Rotterdam. Hij drinkt een blikje Palm-bier en heeft meegeluisterd. Pim: "Rot op jij! Doe je eigen interviews."' - Marcel van Roosmalen, Op pad met Pim, 2002, p. 80). Sörensen kwam met de 'primeur' dat hij tien jaar geleden gedwongen werd zijn baan als leraar neer te leggen vanwege zijn politieke gezindheid. 'Een Berufsverbot,' zei Hagens ironisch. Sörensen zat nog steeds vol woede over 'de elite' en de islam en noemde voorts 'rancune' als een belangrijke drijfveer om voor de PVV actief te blijven - hij zit tegenwoordig in de Senaat voor de PVV -, waarmee hij maar weer eens onbedoeld maar haarscherp het verschil tussen Fortuyn en Wilders aangaf.

Bij Eva Jinek op de bank zaten Joost Eerdmans en Mat Herben, niet toevallig zo'n beetje de enige twee ex-LPF'ers die je nog met goed fatsoen op je verjaardag zou kunnen uitnodigen. Eerdmans had eens gekeken welke van Fortuyns aanbevelingen uit De puinhopen nu na tien jaar gerealiseerd waren en kwam tot een treurig stemmende conclusie: de wachtlijsten zijn iets korter geworden en 'we hebben iets aan de grenzen gedaan', maar verder is er weinig veranderd: de menselijke maat is nog steeds niet terug in het onderwijs en de zorg, integendeel: de schaalvergroting heeft onverminderd doorgezet.

Herben citeerde de openingszin van De verweesde samenleving: 'Ik houd mij sinds 1990 bezig met de omgang van Nederland met de moderniteit', en stak vervolgens een gloedvol betoog af over de imperatief van Fortuyn: 'Wat heeft Nederland welvarend gemaakt, wat moeten wij bewaren, wat moeten wij doorgeven aan onze kinderen, wat moeten wij doorgeven aan nieuwkomers? Dat maakt de discussie explosief. Waarom 1990? In 1989 was de Muur gevallen, het oude socialisme was dood, dachten wij in 1990, de secularisatie, de ontkerkelijking, de opkomst van de islam, het was nodig in de jaren '90 dat mensen een visie ontwikkelden: hoe gaan we verder. Maar wat is er nu aan de hand: men deelt de wereld weer in: je bent links of je bent rechts. Dan heb je er niets van begrepen, de wereld zit veel complexer in elkaar, het gaat om problemen oplossen, los van ideologische vooroordelen.' Jinek: 'Meneer Herben, u moet weer campagne gaan voeren, u bent helemaal opgewonden hier op zondagochtend.'

zaterdag 5 mei 2012

Zeven dagen lang (110)

29 april t/m 5 mei

ZONDAG Schaal (I)
F. de Boer: 'We hebben de schaal met één hand vast, nu moet die andere hand er zo snel mogelijk bij komen.' Ja, inderdaad, anders flikkert de schaal net als vorig jaar weer op de grond.

MAANDAG Koninginnedag
Het wc-pot-werpen kreeg de meeste aandacht in deze editie van Koninginnedag. Op het eerste gezicht wellicht een vreemde activiteit voor onze prinsen, maar bij nader inzien toch de perfecte manifestatie van de schijtlolligheid die Koninginnedag eigen is.

DINSDAG Pim Fortuyn 2002-2012
De in 2005 overleden schrijver Louis Ferron zou dit jaar 70 zijn geworden. In 2002 zegde hij Pim Fortuyn zijn stem toe. Fortuyn zou de muze van de postmoderne tijd zijn, een tijd waarin religie en ideologie hun validiteit om als politieke muze te fungeren hebben verspeeld: 'Als we nu eens gewoon [...] afspraken dat waar het in de politiek om draait de staat in zijn meest alledaagse betekenis van het woord is: "Een binnen territoriale grenzen georganiseerd volk." Dan hebben we de zaken tot een bevattelijk en in heldere theorieën en methodieken te vatten systeem teruggebracht. [...] Vervolgens zou je daaruit kunnen concluderen dat partijen als die van Fortuyn en de leefbaren het meest concreet invulling geven aan deze gedachte (die, mits stijlvol verwoord, wel degelijk een muze kan zijn). De muze van de postmoderniteit, waarin het vulgaire en het verhevene heel goed samen kunnen gaan.'

WOENSDAG Feyenoord-Heracles
Commentator Leo Driessen nadat Jerson Cabral aan de rand van het veld over zijn eigen benen is gestruikeld: 'Inderdaad een schandalige overtreding van de zijlijn.'

DONDERDAG Schaal (II)
Voorwaar, de andere hand is erbij gekomen en toch laten ze de schaal weer vallen. Vertonghen kreeg hem op z'n teen. Einde carrière, naar wij hopen.

VRIJDAG Stuntelaar
De Wereld Draait Door werd laatst geteisterd door zedeloze jongeren die openlijk gingen zitten zoenen in de uitzending. Het bleek een reclamestunt te zijn van deodorantboer Axe.
Tijdens de Dodenherdenking vandaag zie ik ineens Nick en Simon in de Nieuwe Kerk zitten. Begint de TROS nu ook al met schaamteloze marketingstunts?
En even later op de Dam verschijnt Guus Meeuwis ineens in beeld. Guus ziet een plein met mensen en denkt meteen dat er weer een Muziekfeest op het Plein aan de gang is...

ZATERDAG Dieu Messi
Lionel Messi scoort zijn 50ste competitiedoelpunt van het seizoen. Vijftig! Ik denk dat niemand echt beseft wat een astronomisch getal dit is. 'Messi verbeterde daarmee de prestatie van Tom Waring,die in 1930/1931 49 keer scoorde voor Aston Villa in de Engelse competitie,' staat er heel zakelijk op Teletekst. Maar in die tijd speelden teams nog in een 2-3-5 systeem en stond je als voorhoedespeler dus met z'n vijven tegenover twee verdedigers. Nu moeten Messi en zijn kompanen elke wedstrijd weer een bres zien te slaan in een muur van verdedigers. Waarom staat dit nieuws niet op p. 101?

donderdag 3 mei 2012

Het TOP-jaar 11/12

Supporter zijn van TOP/FC Oss betekent niet alleen een chronisch gebrek aan sportieve glorie (nog nooit eredivisie gespeeld), maar ook een lange zomerstop om te overleven. Afgelopen vrijdag, het was nog april, werd alweer de laatste wedstrijd van het seizoen gespeeld. Met de 0-2 tegen MVV ging de spreekwoordelijke nachtkaars - 1 punt uit de laatste 7 wedstrijden - in stijl uit.

Toch kan gesproken worden van een uitermate succesvol seizoen. Het was immers het jaar van de terugkeer in het betaalde voetbal na een jaar Topklasse, iets wat velen na de degradatie in 2010 niet meer voor mogelijk hielden. Door het verlies aan inkomsten stond degraderen uit het betaalde voetbal voor de financieel instabiele eerstedivisieclubs immers gelijk aan de definitieve nekslag, zo luidde de algemene opinie. Maar FC Oss bleef bestaan, behaalde de titel en werd zo de eerste herintreder op sportieve gronden.

Dat een nieuwe degradatie feitelijk het hele seizoen ver weg is geweest, bewijst nog maar eens wat een prestatie van formaat trainer Dirk Heesen de voorbije twee seizoenen heeft geleverd. Het met gezang, vuurwerk en een groot spandoek opgeluisterde afscheid afgelopen vrijdag na veertien jaar trouwe dienst – als speler, jeugdtrainer, assistent-trainer en hoofdverantwoordelijke – was dan ook dikverdiend.
Het seizoen in tien persoonlijke momenten:

1.De avond van het jaar (FC Oss – Go Ahead Eagles 5-3)
De schitterendste pot van het seizoen, misschien wel van de laatste jaren. 0-1 voor je goed en wel op je plek zit of staat, 0-2 na een kwartier spelen, werkelijk niks in te brengen hebben en dan om 22 uur toch met 5-3 op het scorebord dolgelukkig naar huis gaan. De ongeëvenaarde roes was voor een groot deel op het conto te schrijven van een geniale Marcel van der Sloot, die drie fantastische doelpunten maakte en mij verleidde tot een lofzang, maar niet in de laatste plaats ook door een goed gevuld en vooral zinderend stadion. Animositeit voorafgaand aan de wedstrijd had het vuurtje naar verluidt flink opgestookt. Met dit spektakelstuk tot gevolg. Dit zijn de wedstrijden die het leven zin geven.

2.Het Bieber-effect (FC Oss – AGOVV Apeldoorn 1-0)
Van de kampioensselectie verhuisde slechts een klein aantal spelers mee naar de Eerste Divisie. Nieuwe spelers druppelden in de zomer echter maar mondjesmaat binnen. De eerste twee wedstrijden was er zelfs geen echte spits voorradig. Heesen ging zelf maar eens in Duitsland kijken en kwam terug met ene Christopher Bieber, een slungelige, traag ogende midvoor. Bieber scoorde meteen in zijn eerste wedstrijd. Hij scoorde ook in zijn tweede. En verdomd ook in zijn derde. Bieber liep 1 op 1. De vierde, thuis tegen hekkensluiter AGOVV, loopt het voor geen meter. In de blessuretijd geven de Apeldoorners nog een corner weg. Bieber wordt gehinderd door drie man, maar met een schitterend vertoon van wilskracht klimt hij – ja hij klimt echt – over de verdedigers heen en kopt de winnende tegen de touwen. Een cultheld is geboren. (Helaas kende Bieber een dramatische tweede seizoenshelft. Enige voordeel was dat het volgen van de club via Twitter daardoor minder vaak versjteerd werd door kids die massaal ‘Haha, zo’n speler [altijd 'zo’n', het lidwoord ‘een’ kennen ze blijkbaar niet meer] van Oss heet Bieber!’ twitterden.)

3.On Tour (Sparta – FC Oss 2-2)
De mooiste uitwedstrijd was voor mij Sparta. Eindelijk vrij vervoer, dus lekker vanuit het Haagse rechtstreeks naar Rotterdam. Uiteraard weer manisch te vroeg op locatie, maar met een bijzonder sympathieke steward vervolgens een halfuur staan praten over de politiek, de staat van Sparta en het fileprobleem. Conclusie mijnerzijds: de beste man moest Minister van Verkeer worden. Omdat het dus vrij vervoer was een zeer goed gevuld uitvak. Een kwartier voor tijd zo’n eeuwigheidsmomentje: de stand is 1-1, Oss is in de aanval aan de andere kant van het veld. Een Spartaan wil wegwerken, maar Bieber zet een sliding in en blockt de bal. Tergend langzaam rolt het leder langs doelman Pellatz. Binnenkant paal. De volgende seconde duurt in mijn herinnering een minuut. Niemand beweegt, iedereen houdt de adem in. Dan zien we Bieber richting de cornervlag rennen, de beide armen in de lucht, en dringt het tot ons door: hij zit erin. Door het dolle heen, wij. Dat Sparta in de laatste minuut nog de 2-2 maakt is een fikse domper.

4.Het Nelemans-effect (FC Oss – FC Eindhoven 1-0)
Was de eerste seizoenshelft voor Van der Sloot en Bieber, de tweede kende de periode-Nelemans. Tim Nelemans, al anderhalf jaar een te traag en te lui ogende spits die het met korte invalbeurten moest doen en daarin niet bepaald grote indruk maakte. Maar door blessures van Roy de Ruiter en Mark Redshaw krijgt hij na de winterstop de kans zich te bewijzen. En grijpt die kans met beide handen aan: zeven doelpunten in tien wedstrijden, vaak beslissende, zoals in de sensationele overwinningen tegen de op dat moment om de titel strijdende clubs FC Zwolle en FC Eindhoven (beide keren 1-0). Vooral tegen zijn oude club Eindhoven is Nelemans ongrijpbaar. Hij sleurt, zwoegt en is niet van de bal af te krijgen. De wedstrijd is sowieso een echte kraker, met twee rode kaarten, twee gemiste penalty’s en acht keer geel aan Eindhovense zijde.

5.'Zo slecht heb ik het nog nooit gezien' (FC Oss - FC Volendam 1-3 e.v.a.)
Mooie overwinningen dus, maar ook dit seizoen telde weer het vertrouwde rijtje kansloze, intens treurig stemmende nederlagen. De vertrouwde verliespartijen bij medelaagvliegers (Almere 3-2, Telstar 2-1, AGOVV 3-2, etc.), maar bijvoorbeeld ook de ellende op Paasmaandag tegen Volendam (1-3). Lege tribunes, geen moment zicht op een overwinning, kansloze slappe hap. Dan klinkt her en der een 'zo slecht heb ik het nog nooit gezien', wat natuurlijk niet waar is, zo slecht is het elk jaar wel een paar keer. Extra zuur is dat er tegen Volendam een jeugdteam van Windermere FC aanwezig is. Die mannetjes zullen thuis in Cumbria hoogstwaarschijnlijk nooit meer op internet hebben gekeken wat FC Oss heeft gedaan. Verloren kans.

6.Nippertjes (FC Oss – SC Cambuur 3-2)
Bijzondere wedstrijd om particuliere reden. De Nederlandse Spoorwegen boorden deze wedstrijd namelijk bijna door Zoggels neus: hij strandt in Tilburg. Gelukkig is de oude Zoggel bereid het gaspedaal diep in te trappen. Vlak voor het station lijkt het alsnog mis te gaan als hij de juiste afslag blijkt te hebben gemist en voor het stoplicht staat dat weer naar huis leidt. Maar dwars over de drukke weg, door bermen, over fietspaden en tussen al dan niet remmend verkeer door sprint ik naar de auto toe, hopend dat dat rode stoplicht nog even rood zal blijven. Dat blijft het, en we halen het. Op het nippertje. De wedstrijd lijkt vervolgens in 2-2 te eindigen, waarmee Oss schromelijk tekort zou zijn gedaan. Maar in de allerlaatste seconde, uit de allerlaatste aanval, scoort Grootfaam de winnende. Op het nippertje.

7.Bekerberoerdigheden (FC Oss - FC Den Bosch 3-1 n.v. en sc Heerenveen - FC Oss 11-1)
Niet altijd loopt het zo goed af. De loting voor de derde ronde van de KNVB-beker werd nog geestdriftig begroet: de besnorde Heinrich lootte TOP-FCDB. Maar met angst en beven keek ik naar de verdeling van de wedstrijden over de drie speeldagen dinsdag, woensdag en donderdag: dinsdag zou lastig worden om te halen. Het werd dinsdag. De aftrap om 20.00 zou ik evenwel kunnen halen, als alles meezat. Maar des burgemeesters wegen zijn ondoorgrondelijk en de wedstrijd werd een uur vervroegd. Die mooie overwinning ging dus aan mijn neus voorbij. En in de vierde ronde kwam de Vernedering van Heerenveen er nog overheen: 11-1.

8.Onwerkelijk (FC Oss - FC Emmen 1-1 en Go Ahead Eagles - FC Oss 7-2)
Ook surrealisme is nooit ver weg. Tijdens Emmen-thuis krijgt een oudere supporter op de tribune een hartstilstand. De wedstrijd gaat gewoon door. Net als twee ambulances het stadion binnenrijden scoort Van der Sloot en klinkt de doelpuntentune. Heel onwerkelijk allemaal. Dat was in zekere zin ook GA Eagles-uit. Vijf ME-busjes op een rij onderaan de afrit van de snelweg. Op topsnelheid, dwars door rode stoplichten naar de Adelaarshorst. Alsof je bezet gebied binnengaat in een beveiligd konvooi. Het uitvak vervolgens een bunker, het halve veld bovendien onzichtbaar, en een fors verlies wordt geïncasseerd. Zo absurd is betaald voetbal soms ook.

9.Live op maandag (FC Emmen – FC Oss 1-3 en SC Veendam – FC Oss 1-2)
Eredivisie Live zond elke maandagavond een Jupiler League-wedstrijd uit. Twee keer was dat een uitwedstrijd van Oss, in Emmen en in Veendam. Heel mooi, want dat is te ver weg om naartoe te gaan op een werkdag. Nu verlopen die verre uitwedstrijden in het hoge noorden zelden succesvol, maar prompt is het dit jaar twee keer prijs: de volle zes punten. De wedstrijden zijn overigens niet om aan te zien – de neutrale kijker zal snel overgeschakeld zijn naar VI op RTL 7 – maar voor de fan is kwaliteit even niet van belang. Overigens waren ook Dordrecht-thuis (3-3) en Zwolle-thuis (1-0) maandagavond-livewedstrijden. 10 uit 4, tell me why I do like Mondays.

10.Decembergezelligheid (FC Oss – Telstar 3-1)
Dit was nou zo’n archetypische TOP Oss-wedstrijd die het supporterschap soms tot pure romantiek maken. December, donker en ijskoud. Bevroren voeten, geen aansprekende tegenstander, weinig volk op de tribune. 1-0 door een van richting veranderd schot. Matig voetbal, maar de tegenstander is nog dramatischer. Een Telstar-verdediger wil een breedtepass over 5 meter geven maar schiet de bal op Sunday-Oliseh-neemt-een-vrije-trap-snelheid over de zijlijn. We liggen dubbel op het vak. De fans worden van de weeromstuit baloriger, de slappe klets rolt de tribune af. Als het in de tweede helft plotseling snel 3-0 wordt trekken er twee het shirt uit. Blote buiken! Op andere vakken volgen er meer. Min drie graden, maar de sfeer is hartverwarmend.

dinsdag 1 mei 2012

[Pims achtertuin 2002-2012]: 10 jaar zonder Pim

Op 6 mei 2002 werd Pim Fortuyn vermoord door Volkert van der Graaf. De media zullen de tiende verjaardag van Fortuyns dood ongetwijfeld niet onopgemerkt voorbij laten gaan. Een huilende Harry Mens beet op 1 januari al het spits af. Op zoggel.blogspot.com deze maanden een poging tot een serieuzere kijk op het fenomeen.

De tiende verjaardag van de moord op Fortuyn nadert nu met rasse schreden en dat is te merken aan de stijgende media-aandacht. Zo kwam Hans Wiegel deze week in Nieuwsuur naar buiten met zijn 'scoop' dat Fortuyn hem als premier wilde als de LPF in de regering was gekomen. Maar ook buiten het scherm neemt de aandacht toe. In Den Haag vindt komende zondag een wetenschappelijk symposium 'De verweesde samenleving: Pim Fortuyn tien jaar later' plaats over de invloed van Fortuyn op het Nederland van vandaag. Sprekers zijn o.a. Paul Scheffer, Paul Schnabel en biograaf Leonard Ornstein. Ornstein publiceerde inmiddels ook het eerste deel van zijn Fortuyn-biografie, De jonge Fortuyn.

Afgelopen week verscheen voorts, onder redactie van Joost Eerdmans en Martijn van Winkelhof ('nabije buurtgenoot'), 10 jaar zonder Pim. 12 hoofdrolspelers over de erfenis van Fortuyn, een bundel interviews met betrokkenen van toen, te weten Harry Mens, Wouke van Scherrenburg, Paul Schnabel, Mat Herben, Lidy Nicolasen, Herman Heinsbroek, Marco Pastors, Felix Rottenberg, Marten Fortuyn, Hans Wiegel, Marcel van Dam en Ivo Opstelten. Vooraf gaat een al te ronkend voorwoord van Eerdmans, een zakelijke epiloog van professor Henri Beunders en diens pupil Chris Aalbers besluit het boek. De twaalf 'hoofdrolspelers' gaan in op tien vragen die tezamen de erfenis van Fortuyn bestrijken.

De vraag Welke lessen heeft de politiek na 2002 ter harte genomen? wordt behoorlijk eensluidend beantwoord. Volgens Mens hebben Fortuyns ideeën 'direct of indirect een plek binnen andere politieke partijen gekregen'. Uiteraard gaat het dan om het thema 'integratie en immigratie', waarop vooral in Rotterdam flinke progressie is geboekt (Schnabel, Pastors). Ook Rottenberg vindt de agendering van problemen met allochtonen een positief punt, maar hij wijst er wel op dat Fortuyn doorsloeg en dat zijn plannen weinig 'realisatiewaarde' hadden. Van Dam is als enige negatief: hij meent dat de huidige politici de problemen met allochtonen impliciet op het 'ras' van de allochtonen schuiven, maar dat feitelijk maatschappelijke achterstelling de oorzaak is. Behalve dit thema wordt ook de 'terugkeer naar de menselijke maat' meermaals als erfstuk genoemd (Mens, Van Scherrenburg, Herben). Toch vinden sommigen ook dat er juist weinig veranderd is. Nicolasen meent dat het politieke systeem nauwelijks verbeterd is, en Heinsbroek ziet alleen Wouter Bos als kortstondige erfgenaam. Wiegel daarentegen tovert een artikel uit het FD (25-3-2012) tevoorschijn, getiteld: 'Zelden heeft een politicus zo succesvol over zijn graf geregeerd als Fortuyn'.

De tweede vraag peilt of de terugkeer van de polarisatie in de politiek sinds Fortuyn als een goede zaak wordt ervaren. Opvallend genoeg vindt Mens dat Fortuyn veel te ver ging: 'Je mag alles zeggen wat je denkt, maar je hóeft niet alles te zeggen,' citeert hij de moeder van Theo van Gogh. Van Scherrenburg wijst er terecht op dat de huidige polarisatie veel meer economisch gemotiveerd is: mensen vrezen weer echt voor hun baan, hun huis, hun pensioen. Meerdere geïnterviewden hekelen het links-rechts-karakter van de polarisering. Schnabel herinnert eraan dat Paars door links, rechts én internationaal geroemd werd. 'Wat er mis was, was eerder ontkenning van ongenoegen dan slecht beleid.' Ook Van Scherrenburg benadrukt dat links én rechts verantwoordelijk waren voor de maatschappelijke problemen van de uitgedijde verzorgingsstaat, maar dat alleen links er de schuld van kreeg. Volgens Heinsbroek, Rottenberg, Schnabel en Nicolasen waren politici als Melkert en Dijkstal evenwel de wereldvreemde technocratie in hoogsteigen persoon, terwijl Fortuyn de moderne tijd verpersoonlijkte. Rottenberg: 'Je zag daar eigenlijk de 20e en 21e eeuw tegenover elkaar aan tafel zitten.' En Schnabel komt met een interessante constatering: 'Niemand heeft ooit in de gaten gehad dat Fortuyn acht of negen jaar ouder was dan Melkert. [...] Het ging dus niet om jong zijn maar om uitstraling'.

Als Fortuyn nog zou leven zou hij volgens recent onderzoek nog altijd op zo'n 30% van de stemmen kunnen rekenen. Wat zegt dit? Volgens Opstelten is dit pure emotie en dus geen serieus te nemen cijfer. Ook Schnabel gelooft het onderzoeksresultaat niet. Van Dam vindt het zelfs beangstigend: 'De islamisering van onze cultuur is sociologisch gezien gewoon onmogelijk. [...] Tegen beter weten in kweekte Fortuyn ongefundeerde angst en dat vond ik het ergste van Fortuyn.' Marten Fortuyn legt de oorzaak bij de onder het volk vigerende opinie dat er sinds 2002 weinig veranderd is, Pastors stelt dat mensen nog steeds behoefte hebben aan een leider en Heinsbroek voert het ontbreken van een charismatische politicus anno 2012 als verklaring op. Van Scherrenburg oppert - ik denk terecht - dat Fortuyn door zijn voortijdige dood een mythe is gebleven: 'hij heeft nooit kunnen tegenvallen en zo blijf je lichtelijk heilig'.

Hebben de media geleerd van de moord? is een heikele vraag. Mens verrast opnieuw met zijn afkeer van de nieuwe 'rechtse' media als WNL: 'Je kunt het nieuws 's morgens wel door twee lekkere wijven laten presenteren, maar daarmee bedrijf je nog geen rechtse journalistiek.' Insiders Van Scherrenburg en Nicolasen beantwoorden de vraag positief. Er is nu het besef dat het weldegelijk van belang is om vinger aan de pols van de samenleving te houden. Nicolasen prijst voorts de vernieuwingsimpuls van De Pers en GeenStijl. Beiden wijzen wel op het hysterische element, alsof de kritische Clairy Polak een afgezant van de linkse kerk zou zijn. Nicolasen biedt nog een verhelderende kijk op de praktijken van de Volkskrant: 'Er waren in 2002 bij de Volkskrant mensen die vonden dat Fortuyn moest worden bestreden.' Leer ons de Volkskrant kennen... Schnabel, Herben en Van Dam ontwaren eveneens een verandering in benadering van de media, maar zij achten de komst van de commerciële media een belangrijkere oorzaak hiervoor dan de invloed van Fortuyn. Alleen Pastors en Marten Fortuyn zijn negatief. Volgens de laatste bewijzen programma's als DWDD 'lippendiensten aan linkse partijen'.

De belangrijke vraag of Geert Wilders de erfgenaam is van Fortuyn wordt door de meesten met zowel ja als neen beantwoord. Met zijn nadruk op thema's als immigratie en de menselijke maat heeft Wilders het stokje van Fortuyn overgenomen, maar inhoudelijk, kwalitatief, haalt Wilders het bij lange na niet bij Fortuyn. Marten Fortuyn noemt het zelfs 'volkomen onterecht' dat Wilders als opvolger van Pim wordt gezien: 'Hij is lomp en bruut; het is echt ongepast hoe hij Job Cohen heeft beschadigd.' Fortuyn was breder dan Wilders (Van Dam), had wél een coherente visie (Herben), ging wél de dialoog aan (Rottenberg) en dacht wél oplossingsgericht (Van Scherrenburg). Bijna iedereen wijst op het grote verschil in eruditie. Heinsbroek: 'Bovendien bezat Fortuyn in tegenstelling tot Wilders het vermogen om zaken in een breder verband te zien en daarbij rekening te houden met de globalisering. [...] Er komt een storm aan waarbij onze verouderde sociale wetgeving en welvaart ter discussie staan. Dan heb je weinig aan een rapport dat zegt: "De gulden moet terug."' Alleen Pastors volgt Wilders hierin. Opvallend is nog dat Van Dam zichzelf in een bepaald opzicht als voorloper van Fortuyn ziet: 'Hij pleitte net als ik voor een decentralisatie van het overheidsbestuur om het bestuur dichter bij de mensen te brengen'.

De meest markante herinnering aan Fortuyn is afhankelijk van de mate waarin de geïnterviewden Fortuyn persoonlijk kenden. Afgezien van broer Marten kende Pastors Fortuyn het langst - ze werkten samen aan het OV-jaarkaart-project. Heinsbroek heeft Fortuyn nooit ontmoet - het andere uiterste. Mens lepelt een verzameling nogal gênante anekdotes op, Herben is het taartincident het meest bijgebleven. Interessant zijn de reacties van Van Scherrenburg en Van Dam, van wie je respectievelijk het 'Ach mens, ga lekker naar huis, koken'-moment en de 'U bent een minderwaardig mens'-uitspraak zou verwachten. Van Scherrenburg koestert geen enkele wrok, ze noemt die uitval van Fortuyn zelfs 'gewoon oprecht'. Van Dams uitspraak was uit 1997 - ik denk dat velen menen dat het tijdens de 2002-campagne gebeurde. Van Dam verwijt Fortuyn dan ook nog steeds dat hij die uitspraak vijf jaar later weer oprakelde terwijl ze het al hadden bijgelegd, bovendien zegt hij spijt te hebben van de uitspraak. 'Later maakte hij er Untermensch van,' vult Van Dam nog aan, 'terwijl ik dat woord nooit over mijn lippen zou krijgen.' Dit is dan weer nogal schijnheilig. Iemand een minderwaardig mens noemen roept automatisch de beladenheid van het Untermensch-begrip op, dat zou Van Dam toch moeten weten.

Wat is de grootste fout van Fortuyn geweest? is een minder geslaagde vraagstelling. De meesten wijzen erop dat Fortuyn simpelweg te kort aan het firmament stond om grote fouten te kunnen maken. Wel worden genoemd: hij was te eerlijk voor een politicus (Herben, Pastors), hij was te emotioneel (Van Scherrenburg, Schnabel) en hij wist niet de juiste mensen om zich heen te verzamelen (Nicolasen, Heinsbroek). Wiegel 'zou niet weten wat Fortuyn fout zou hebben gedaan'. Ook de vraag wat men ervan vindt dat de moordenaar over een jaar 'weer' op vrije voeten komt maakt de tongen niet los. Niemand durft zich hier echt aan te branden, men 'doet geen uitspraak'. 'De straf is een realiteit, daar moet je je bij neerleggen,' vindt Herben. 'De twee van Breda zijn uiteindelijk ook vrijgelaten,' zegt Mens. Alleen Heinsbroek spreekt volop schande van de lage straf. Pastors is de enige die een complot niet uitsluit.

Bij de vraag of populisme een zorg of een zegen is voor het land wordt door oudgedienden Wiegel en Van Dam ferm voor 'een zorg' gekozen. 'Ik ben voor een behoorlijke afstand tussen de gekozene en de kiezer,' zegt Wiegel. En volgens Van Dam ligt 'de u-vraagt-wij-draaien-consensus als een verstikkende deken over de Nederlandse politiek'. Pastors kiest voor 'een zegen', terwijl ook Van Scherrenburg de positieve effecten benadrukt. Heinsbroek en Opstelten merken terecht op dat Fortuyn geen eenvormige populist was: hij combineerde een populistische stijl met eruditie en flexibiliteit. Herben voelt zich aangevallen: 'Populisme is een misplaatst etiket dat wordt opgeplakt door partijen die morele superioriteit claimen.' Marten Fortuyn laakt de negatieve beeldvorming rond populisme, gesymboliseerd door de pejoratieve term 'onderbuik': 'Waarom zo minachtend? De onderbuik is een ander woord voor intuïtie en dat is weer gebaseerd op kennis en ervaring. Ik ben er heilig van overtuigd dat die onvrede weer terugkomt als die minachting niet verdwijnt.' Het antwoord van Rottenberg is even raadselachtig als verbijsterend: 'De opkomst van Fortuyn, de moord en daarna ook het populisme van de LPF hebben een enorme turbulentie teweeggebracht. Daarmee is hij een voetnoot geweest in de geschiedenis. Niet méér dan dat, maar een voetnoot in de geschiedenis is ook niet niks.'

De slotvraag mikt op balansopmaking: Pim Fortuyn, een politieke aardschok of een storm in een glas water? Geen van de betrokkenen kiest echter expliciet voor een van de twee opties. Van Scherrenburg en Wiegel wijzen er nogmaals op dat de andere partijen Fortuyns ideeën hebben overgenomen. Pastors en Opstelten menen dat Fortuyn in Rotterdam voor revolutie heeft gezorgd, maar landelijk daar niet de kans voor heeft gekregen.  Heinsbroek vindt dat Fortuyns politieke invloed op het gebied van immigratie en integratie na tien jaar 'nog voelbaar' is. Van Dam hoopt juist dat er iemand opstaat 'met de gaven van Pim Fortuyn, zonder zijn aberraties' die dit thema weer marginaliseert. Schnabel en Nicolasen wijzen het revolutie-idee af. Schnabel: 'Dit land is ontzettend goed georganiseerd en het systeem is erop gericht dergelijke schokken op te vangen.' Volgens Nicolasen 'is veel nog bij het oude gebleven'. Dat is ook de mening van Mens, die vervolgens toch nog filosofisch wordt: 'Nooit is iets voor niks geweest. [...] Het huidige economische klimaat dwingt ons wellicht om meer met zijn ideeën te doen. De economie heeft meer macht dan tien "Pimmen" Fortuyn.'