vrijdag 31 december 2010

2010 voor de vuist weg

2010 in één persoon samengevat
Wesley Sneijder

Alomtegenwoordig op de beeldbuis
Jan Slagter
Alexander Klöpping
Johan Derksen

Coolste naam
Hans Sarpei (Ghana)

Slechtste soap
BV Veendam

Beste debuut
PowNews

Dieptepunt van het jaar
De rondvaart van Oranje (13 juli)

Daar was-ie dus gebleven*
Joran van der S.

De boeken
Piet Meeuse - Het kraaien van de haan
Rob van Essen - Elektriciteit
Martin Bosma - De schijn-élite van de valse munters (eerste helft)

Beste klassieke tragedie
Gerard Kemkers & Sven Kramer - De binnenbocht

Dode musici
Ronny James Dio
Crispian St. Peters
Pete Quaife (Kinks)

Opnieuw geen speciale reden, maar we noemen hem gewoon weer
Dick Jaspers

De politiek in twee headlines
'Merkel haalt uit naar Wilders' (NOS, 1 oktober)
'Wilders haalt uit naar Merkel' (NOS, 2 oktober)

Albums van het jaar
Robert Plant - Band of Joy
Arcade Fire - The Suburbs
De Meeuw - CD van de Somberheid

Beste headline
'PvdA verliest 663 zetels. Bos: "We zijn terug!"' (GeenStijl, 4 maart*)

Eresaluut
Harry Mulisch
Jean Nelissen
Conny Mus

Tweet van het jaar
'Ik vind je een lul' (@HeroBrinkman*)

Van het voetstuk af
Martin Jol
Arie Koomen
Wouter Bos

Grootste griezel
Stephan Sanders

Vegetariër Vleeseter van het jaar
Luís Suarez

Schitterendste internetcomments
De antwoorden op de 'Doe de Dasselaar Prijsvraag' (GeenStijl, 1 juli)

Piketpalen
Zaterdag 2 juli, Malta (Nederland-Brazilië)
Maandag 6 september, Lincoln (Graduation Ceremony)
Maandag 27 december, Hilversum-Noord (Top 2000 Café)

Gelukkig Nieuwjaar!!

zaterdag 25 december 2010

Zeven dagen lang (45)

19 t/m 25 december

ZONDAG Ajax-Feyenoord
Sta ik vroeg op om de Klassieker te zien, blijkt-ie te zijn afgelast. De reden is niet het slechte weer an sich - het dak kan immers dicht -, maar dat de veiligheid van de toeschouwers niet gegarandeerd kan worden. Zo rijden er door het winterweer geen treinen tussen Utrecht en Amsterdam.
Dit is flagrante onzin. Al weken geleden was bekend dat er vandaag geen treinen zouden rijden op dit traject vanwege geplande werkzaamheden. Zoveelste hoofdstuk in het zwartboek NS/ProRail.

MAANDAG Time
Mark Zuckerberg is Time's persoon van het jaar. Ik dacht dat het Alexander Klöpping zou worden.

DINSDAG Kerstmuziek
'There's something about Christmas time, makes you wish it was Christrmas every day.' (Bryan Adams)
'Why couldn't it be Christmas every day.' (Bianca Ryan)
Little do they know. Kerst is juist iets om naar uit te kijken omdat het maar een paar dagen per jaar Kerstmis is. Als het elke dag Kerst zou zijn, ging de lol er snel vanaf.

WOENSDAG Rechtse hobby
Zoveelste flauwiteit: de Rechtse Nederlander van het jaar. Ook genomineerd is Job Cohen, omdat het huidige kabinet grotendeels aan hem te danken zou zijn.
Je krijgt zo langzamerhand medelijden met Earl Grey Job.

DONDERDAG De avonden
Vorig jaar was ik net als Frits 'drie en twintig jaren' oud. Dit jaar identificeer ik mij tot mijn spijt meer met Frits' broer Joop van Egters: '"Je begint aardig kaal te worden," zei Frits. Hij bekeek bij Joop voor op de schedel de haargrens, die aan beide zijden boven het voorhoofd een flink stuk was achteruitgedrongen.'

VRIJDAG Serious Request
Pascal Jakobsen (Bluf) steekt op tv zijn middelvinger op naar het huidige kabinet omdat Serious Request dit jaar evenveel geld heeft opgehaald als vorig jaar, terwijl de regering het bedrag nu niet heeft verdubbeld.
Dit lijkt mij juist koren op de molen van Rutte en de zijnen. Die zullen zeggen: zie je wel, men heeft onze subsidie niet nodig, die werkt alleen maar contraproductief.

ZATERDAG Top 2000 begonnen
Hier riep ik onlangs op verdwenen nummers terug de Top 2000 in te stemmen. Van de 60 zijn er maar liefst 8 (Neil Young - 'Only Love Can Break Your Heart', John Lennon - 'Mother', The Animals & Eric Burdon - 'San Franciscan Nights', Andrew Gold - 'Lonely Boy', Alquin - 'Wheelchair Groupie', Al Martino - 'Spanish Eyes', Crazy World of Arthur Brown - 'Fire' en Albert Hammond - 'It Never Rains in Southern California') daadwerkelijk opnieuw binnengekomen. Bedankt!

dinsdag 21 december 2010

CD-recensie: The Suburbs

Algemeen: Arcade Fire kende ik van het album Neon Bible, een aardige plaat met bijzondere composities en een inventieve gebruikmaking van een groot aantal instrumenten. Het echtpaar Win Butler en Régine Chassagne, frontman en -vrouw van Arcade Fire, had een vervallen kerkgebouw gekocht en dit omgebouwd tot opnamestudio, wat een bijzonder geluid opleverde. Opvolger The Suburbs verscheen afgelopen zomer. Ik verkeerde in de veronderstelling dat de Canadese band bij het grote publiek onbekend was, maar ik las dat The Suburbs de vierde plaats in de Album Top 100 heeft bereikt. Wellicht heeft de column van Dijkshoorn op Nu.nl daaraan bijgedragen.

Inhoud: Op The Suburbs vertelt Arcade Fire het verhaal van de vele anonieme 'kids' die in de seventies opgroeiden in een uit de grond gestampte buitenwijk, een hechte gemeenschap die evenwel voortdurend aan verandering onderhevig was en is en waar opgroeien hand in hand ging met ontgroeien. Het album bestaat dan ook uit songs die afwisselend nostalgisch terugblikken op de jeugdperiode en meer vertwijfeld het verval en de breuk thematiseren. Al in titelsong 1.The Suburbs wordt een verloren wereld opgeroepen. De emotie die met dat besef wordt opgeroepen wordt wel aangestipt maar niet geëxpliciteerd: 'Sometimes I can't believe it / I'm moving past the feeling'. Het is aan de luisteraar te bepalen of het hier heimwee of juist wrok betreft die de ik achter zich laat. Het ritme van dit nummer wordt in een donkerder, pompender vorm gecontinueerd in het schitterende 2.Ready to Start, met een fantastisch intro en een positieve pointe: de stevige waarheid 'I would rather be alone / than pretend I feel allright' wordt aan het eind ingeruild voor de zelfverzekerde opening naar de buitenwereld: 'My mind is open wide / And now I'm ready to start'. De tijd vliedt echter genadeloos, zo leert 3.Modern Man, en men moet met zijn tijd mee. Slapeloze nachten zijn het gevolg en terugkeren is onmogelijk, want de 'kids' van nu switchen sneller van identiteit en stijl dan ooit, aldus het muzikaal sterke 4.Rococo. Na deze vier nummers heb je als luisteraar een aardige impressie van de sfeer en toon van het album. Helaas zijn 5.Empty Room en 6.City with No Children weinig spannende nummers die de aandacht wat doen verslappen. Het tweeluik 7.Half Light I en 8.Half Light II (No Celebration) besluit de eerste helft van het ruim een uur durende The Suburbs. Hierin wordt als het ware een omslagpunt voorbereid. Via contemplatieve teksten en zoekende ritmes komt de nadruk in het vervolg meer te liggen op een doorvoelde melancholie en spijt, een bittere en intense zoektocht naar de verloren tijd. 9.Suburban War vormt het hoogtepunt van dit gevoel. Al vanaf de eerste treurige klanken overtuigt dit nummer. Met 'Let's go for a drive / And see the town tonight' zet Butler in. Dat dorp van vroeger is echter onherkenbaar veranderd: 'This town's so strange / They built it to change'. En de mensen van vroeger zijn niet alleen in ruimtelijke zin ('The cities we live in / could be distant stars'), maar vooral in geestelijke zin mijlenver uiteengegroeid. 'All my old friends / They don't know me know' is de wanhoopskreet die door merg en been gaat. De subtiele verschuiving die in het nummer plaatsvindt van de vrienden die met 'you' worden aangesproken naar het afstandelijke 'They' symboliseert schitterend de verwijdering. Vreemde eend is dan 10.Month of May, waarin plotsklaps stevige riffs hun intrede doen. 11.Wasted Hours blikt met warme sympathie terug op de tijd dat de toekomst nog onzeker was en wijdopen lag voor de kids die dromerig uit het raam van de schoolbus staarden. Nu beseft de ik dat het een drang naar vrijheid was, die nu, in het keurslijf van de maatschappij, nog net zo pregnant is: 'We're still kids in buses longing to be free'. Na het vlakke 12.Deep Blue is 13.We Used to Wait weer een meesterwerkje. Kalm aanvangend ('By the times we met, the times had already changed'), grillig zijn weg zoekend, culminerend in een beukend slot waarin alle remmen losgaan: 'Now we're screaming: Sing the chorus again!!'. Een tweede tweeluik besluit het album waardig. 'Sprawl' (= wildgroei) I en II zijn elkaars tegendelen, de eerste somber en langzaam, de tweede monter en zeer ritmisch. In 14.Sprawl I rijdt de ik met zijn auto maar weer eens de buitenwijk in - het is een terugkerend thema -, op zoek naar sporen van vroeger, maar het enige dat hij vindt is verlorenheid: 'Took a drive into the sprawl / to find the places we used to play / It was the loneliest day of my life'. Het slotcouplet vind ik van een uitzonderlijke schoonheid: 'The last defender of the sprawl / Said, "Well, where do you kids live?" / Well sir, if you only knew / What the answer is worth / Been searching every corner of the earth'. In Sprawl II (Mountains Beyond Mountains) verzorgt Chassange de leadzang. Het is een kritisch lied over een negatief element van de buitenwijk, namelijk de reusachtige winkelcentra die als hedendaagse bergketens in het landschap staan, maar de Kate Bush-achtige stem van Chassagne geeft alles een luchtige ondertoon. 16.The Suburbs (Continued) is een wat hallucinante variatie op het openingsnummer, waarmee de cirkel rond is: dat alles altijd verandert is een gegeven dat nooit verandert.

Conclusie: The Suburbs is een vernuftig in elkaar stekende cd. De nummers verwijzen veelvuldig naar elkaar, met terugkerende teksten en thema's. Goed is dat het album echt de indruk wekt het resultaat te zijn van zorgvuldig componeren en geen overhaast geproduceerde cashcow is geworden. De enorme media-aandacht en de pr-campagne hebben de ambitie en het vakmanschap niet kunnen wegdrukken. Positiviteit is nooit ver weg op dit album, maar de donkere nummers maken toch de meeste indruk: 'Suburban War', 'We Used to Wait' en ' Sprawl I'. Uit deze nummers blijkt dat Arcade Fire zich niet alleen met een grotesk instrumentarium en barokke stijl kan onderscheiden van de massa. Ook in traditionele pop/rock-songs toont de band zijn klasse.

Beoordeling: 8,2

zaterdag 18 december 2010

Zeven dagen lang (44)

12 t/m 18 december

ZONDAG Hierom houd ik van Alberts
'Wat is een hectare, oom Matthias? vroeg Aart.
Een hectare is een hectare, zei oom Matthias.'
(A. Alberts, De bomen. In: Verzameld werk, I, p.123)

MAANDAG 4"33
Ademloos geluisterd en gekeken naar '4"33' van John Cage, in de uitvoering van Reinbert de Leeuw. De shots van dat prachtig verweerde hoofd van De Leeuw maakten het helemaal af. Wel jammer dat bij mij na drie minuten de ijskast aansloeg en zo de ervaring nog enigszins versjteerde.

DINSDAG 4"33 (2)
Ik bedenk dat Cage een ziener was en dat '4"33' steeds meer een 'echt' stuk wordt. Een muziekstuk is immers uniek en potentiële kunst omdat het een welbepaalde opeenvolging van geluiden, van klanken vertegenwoordigt die alleen in dat stuk zelf zit en pas 'gebeurt' wanneer het opgevoerd of gespeeld wordt. Welnu, in onze wereld van non-stop geluid en herrie is stilte de uitzondering op de dagelijkse regel geworden. Juist stilte werkt vervormend, vervreemdend, en kan dan plotseling een esthetische ervaring veroorzaken.

WOENSDAG Hotz
Dood weermiddel wordt altijd het magnum opus van F.B. Hotz genoemd, maar ik vind Eb en vloed nog beter. Staan alleen maar briljante verhalen in.

DONDERDAG Spoor
De conducteur van de NS meldt voor de verandering eens expliciet dat men van ProRail een vertraagde stoptrein moet laten passeren om er vervolgens achteraan te sukkelen. Het verzet begint nu dus ook al van binnenuit.

VRIJDAG Bing
Gerechtigheid. Bing Crosby's archetypische klassieker 'White Christmas' is terug in Sky Radio's Christmas Top 50, op nummer 48. De labbekakkerige versie van Michael Bubbel staat nog altijd hoger, maar toch.

ZATERDAG Halsema
Adieu Femke Halsema. Atypische GroenLinks-politica, verademing na Rosenmöller, helaas nogal liberaal, wist op de juiste manier met nieuwe mediafenomenen als GeenStijl om te gaan.

woensdag 15 december 2010

Ben ik eigenlijk wel links en rechts genoeg? (2)

Wat vooraf ging: Deel 1

Ben ik eigenlijk wel links en rechts genoeg? Met je linkerbeen uit bed stappen en 's avonds met je rechter er weer in. Makkelijk gezegd, maar hoe ernaar te handelen?

V

Het is geen geheim dat politiek nogal conjunctuurgevoelig is. Na een regeerperiode van links wint rechts veelal de eerstvolgende verkiezingen en vice versa. Het gaat dus niet alleen om synchroon links en rechts zijn, ook in diachrone zin - door de tijd heen - is het belangrijk. Links kiezen als het allemaal wat te rechts wordt. Rechts tegenwicht bieden als links de verstenende zijde is.

Ik geloof dat we ons nu weer zo'n beetje op een kantelpunt bevinden. Rechts heeft pakweg een decennium vrij kunnen schieten - grotendeels terecht - op de verstarring, de zelfgenoegzaamheid en de incompetentie van links. Nu mag rechts het dan een tijdje laten zien. Vol goede moed en overtuigd van zijn 'oplossingen', maar gedoemd om te hoop te lopen tegen financiële beperkingen, de Senaat, een dwarse gedoogpartner, Brussel en te hoge verwachtingen. Daar zal vooral de VVD op middellange termijn de rekening voor gaan betalen. De PVV is ideologisch zo flexibel (of: gefragmenteerd) dat de partij vrij eenvoudig haar zwaartepunt kan verleggen van rechtse veiligheidsthema's naar linkse sociaal-economische intenties. Ik geloof dan ook niet dat de PVV, zoals tot nu toe alle populistische bewegingen is overkomen, na een hevige opleving weer even snel verdwijnt als ze aan het firmament verschenen is.

VI

Links en rechts, liefst tegelijk. Maar je kunt niet op twee partijen stemmen. Er moet dus gekozen worden. Waar sta ik anno nu? Of beter: waar zweef ik? De marginale onzinpartijen Trots op Nederland, SGP en Partij voor de Dieren laat ik buiten beschouwing. Zoals ik er nu over denk, zou ik nooit op een liberale partij kunnen stemmen. Geen VVD dus, geen GroenLinks, en helaas ook niet het D66 van nu. Ik koester een permanente vage angst voor het economische liberalisme. Het is uiteindelijke het individualisme tot de uiterste consequentie doorgevoerd, het recht van de sterkste, de wetten van de jungle.

Privatisering, ik word steevast misselijk van dat woord. Ik geloof dat er een fundamentele denkfout zit in de gedachte dat privatisering uiteindelijk gunstig is voor de burger omdat hij door de marktconcurrentie meer keuzevrijheid heeft, wat de prijs van diensten omlaag drijft. Ik denk dat dit slechts tot een bepaalde hoogte het geval is. Al snel weegt het financiële voordeel niet meer op tegen de administratieve chaos en het verdwijnen van service en dienstverlening. Er komt een moment waarop de consument ervoor kiest liever iets meer te betalen in ruil voor minder gezeik en meer gemoedsrust, daar ben ik van overtuigd.

Bovendien worden vaak de verkeerde sectoren geprivatiseerd. De spoorwegen zijn een treffend voorbeeld. Het idee van concurrentie gaat uit van verschillende aanbieders die naar de gunst van de consument dingen. Maar die vlieger gaat niet op voor de spoorwegen. Kun je als consument qua telefonie, energie, internet, etc. nog kiezen voor een andere leverancier, bij de spoorwegen kun je niet zeggen: ik ben ontevreden over het product, ik kies een ander spoorwegnetwerk. Je bent afhankelijk van die ene maatschappij die op jouw traject rijdt. Alleen in de aanbesteding is er daadwerkelijk sprake van concurrentie, maar daar merk je als klant weinig van, wellicht zelfs alleen in negatieve zin: de 'winnende' aanbieder wentelt de hoge aanbestedingskosten af op de klant.

VII

Blijven over: SP, PvdA, CDA, ChristenUnie en PVV. De PVV is een nuttige partij om in het bestel te hebben, een partij die zaken agendeert, die roert waar het stinkt, die de gevestigde orde wakker en bij vlagen uit haar slaap houdt. Ik heb echter absoluut geen fiducie in de bindende, laat staan pragmatische competenties van Wilders c.s. Het is allemaat te veel van dik hout zaagt men planken, te veel revolutie en te weinig democratie. Te veel persoon en gebeurtenis en te weinig idee. Eerder schreef ik dat de andere partijen de PVV moeten gebruiken als Wittgensteins ladder en dat vind ik nog steeds wel een aardige metafoor. De PVV en haar achterban serieus nemen om tot een inzicht in de werkelijke problematiek te geraken, maar vervolgens daar zelf een beter alternatief voor formuleren.

Houden we de sociaaldemocratie en de christendemocratie over. De SP is een sympathieke partij. De laatste die nog ouderwets strijdt voor de werkman, de ambachtslui, de loonslaven. Het klein geluk boven het grote geld. Maar zoals de PVV een boel Nutteloze Idioten aanzuigt, zo sleept de SP met haar nivelleringsideaal een hele troep uitvreters en profiteurs achter zich aan. De PvdA is sociaal ingehaald door de SP en hopeloos hypocriet en pijnlijk ongeloofwaardig geworden. De sociale idealen zijn onder Paars vakkundig verkwanseld door figuren als Melkert, Netelenbos (o gruwel), Vermeend en Herfkens. De PvdA van nu is Bos, Marcouch en Eberhard van der Laan, maar ook Cohen, Samsom, Elatik en een gros lokale schuinsmarcheerders. De PvdA is een schizofrene partij met een imagoprobleem.

Stemwijzers leiden mij niet zelden naar de ChristenUnie. Inderdaad een partij die mij met haar pleidooi voor gezin, fatsoen en samenleving wel aanspreekt. Maar hoe correct ze sociaal en economisch ook zijn, ethisch blijven het enge gereformeerden. Het grote pluspunt van liberalen is dan ook dat ze niet zo middeleeuws tegenover homoseksualiteit en euthanasie staan als de Unie. Ook het CDA wordt op dat gebied nog niet genoeg verlicht door moderniserende tendenzen. Ontzettend zonde is het dan ook dat jeugdige hemelbestormers voortijdig hebben afgehaakt. Eurlings heeft de politiek verlaten, zoals eerder al Joop Wijn deed. Alleen Jan Kees de Jager is over, en die ligt dan ook goed bij links en rechts. Jammer, want de partij heeft het in principe in zich het beste van links en rechts te verenigen.

Ik merk dat dit exposé onontkoombaar naar een bekentenis leidt: ik heb de laatste keren steeds CDA gestemd.

VIII

Misschien moet ik de waarheid onder ogen zien: ik ben katholieker dan ik meende te zijn. En dan niet zozeer in religieuze zin als wel qua mentaliteit en denkwereld. Ik ben gedoopt en heb mijn eerste communie gedaan, maar ik kan niet zeggen dat ik katholiek opgevoed ben. Een mis woon ik zelden bij, de paus vind ik een enge man en ik geloof niet in God. En toch heb ik, zo meen ik meer en meer, een katholieke kop. Ik vergelijk het met Maarten 't Harts geval. 't Hart is een afvallige gereformeerde, iemand die volledig afstand heeft genomen van het geloof waarin hij is grootgebracht en die bij verschillende gelegenheden meedogenloos is uitgevaren tegen dat geloof. Maar toch is hij mentaal nog op en top gereformeerd. De zuinigheid, de koppigheid, de rechtlijnigheid, de afkeer van elke vorm van vertier en opsmuk (op oudjaarsavond om 21 uur onder de wol): door en door calvinistisch. Het geloof mag weg zijn, de habitus is hardnekkig.

De neiging, de innerlijke drang om links én rechts te zijn noem ik katholiek. Ik citeer Wim van de Donk, de huidige commissaris van de koningin voor Noord-Brabant: 'In het katholieke denken wordt de mens gezien als individu én als lid van de gemeenschap. Dat vraagt om een benadering die niet alleen het accent legt op vrijheid of gelijkheid, maar die beide waarden verbindt in een perspectief van broederschap.'* Beter kan ik het niet verwoorden. Vrijheid én gelijkheid, liberaal én sociaal, maar alles vanuit het streven naar een communiteit. Het is zoeken naar een nieuwe gemeenschap, een soort van post-christelijke samenleving op katholieke leest, met behoud van waarden en normen en los van institutionele en oneigentijdse ballast. Zo, en alleen zo, noem ik mij katholiek.

IX

Auteurs die over een modern katholicisme hebben geschreven, Kellendonk, Otten, Joosten, ik bespeur bij mezelf dat ik hun teksten over dit onderwerp met een gretigheid lees die boekdelen spreekt. Blijkbaar is het niet tegen te houden. En daarom ben ik tot op heden steeds weer uitgekomen bij het CDA. Daarom stond ik vierkant achter Balkenende IV (CDA, PvdA, ChristenUnie). Daarom was ik zo boos toen Bos het kabinet opblies. Daarom stoort mij de nog altijd overheersende religieuze inslag van het CDA. Daarom volg ik Syp Wynia in zijn vermoeden dat het verlies van het CDA in Brabant en Limburg deels te wijten is aan de in toenemende mate gereformeerde signatuur van de partij. Daarom steun ik de Eindhovense CDA'er Bert Ramakers, die ervoor pleit dat de partij middels een grondslagwijziging ook niet-gelovigen aan zich weet te binden. Daarom stoort mij de economisch steeds liberalere koers van de partij.

Daarom twijfel ik of ik lid moet worden. Daarom moet ik misschien juist nu lid worden. Ben ik eigenlijk wel CDA genoeg?

* Broer, Van Weezel, De geroepene (2007), p. 158

zaterdag 11 december 2010

Zeven dagen lang (43)

5 t/m 11 december

ZONDAG Spoed?
Nu.nl: 'GroenLinks heeft zaterdag een spoeddebat aangevraagd over de nieuwe problemen op het spoor als gevolg van het winterweer. Dinsdag wordt bepaald of zo'n debat er ook komt.'
Dan is het al bijna geen spoeddebat meer. Misschien moet er een spoeddebat komen over de traagheid waarmee beslist wordt of er een spoeddebat komt.

MAANDAG Frits
In Jensen! zat vaak het schitterende onzinonderdeel 'De grap van Frits die eigenlijk geen grap is', een knip-en-plak-filmpje met Frits Barend waarin diens belabberde gevoel voor humor op de hak werd genomen. In Pauw & Witteman vanavond een echte: Frits himself maakt een heel slechte grap waar hij alleen zelf om moet gniffelen. Tussen 37:50 en 39:05.

DINSDAG DWDD
Ik blijf hem een wauwelaar vinden, maar Alexander Klöpping maakte vandaag een goede beurt bij De Wereld Draait Door. 'In een tijd dat overheden steeds meer privégegevens van burgers willen weten moet je niet raar opkijken als er een tegenreactie komt via het internet.'

WOENSDAG Ries
De Tweede Kamer heeft een motie aangenomen om de clubcard af te schaffen. Nu de voetbalwet er eindelijk is, is de kaart overbodig geworden. De motie was ingediend door Richard de Mos (PVV). Nooit gedacht dat De Mos ooit nog eens verantwoordelijk zou zijn voor een uitstekende politieke beslissing.

DONDERDAG Zeven dagen lang
Wat is dit eigenlijk voor rubriek? Dagboek? Notities? Gemuteerde tweets?

VRIJDAG Górecki
Helemaal gemist: vorige maand is Henryk Górecki overleden. De Poolse componist was afkomstig uit de buurt van Auschwitz. Zijn prachtige derde symfonie wordt vaak beschouwd als een reactie op de gruwelen die zich toen hebben afgespeeld. Vooral het tweede deel, gebaseerd op de door een 18-jarig meisje op haar celwand in Zakopane geschreven tekst 'O mama, huil maar niet', is indrukwekkend.

ZATERDAG Kerstboom(pje)
Vanavond mijn eigen kerstboompje (1 meter hoog) opgetuigd. Regels van de Bee Gees spoken door mijn hoofd: 'When I was small, and Christmas trees were tall [...] / Now we are tall, and Christmas trees are small'.

vrijdag 10 december 2010

Rob van Essen - Elektriciteit

Rob van Essen - Elektriciteit. Nieuw Amsterdam (2010), 173 blz.

Van Rob van Essen las ik eerder de roman Visser. Een vlot verhaal dat een beetje gebukt ging onder een warrige vermenging van absurdisme en engagement. Het korte verhaal is een genre waarin Van Essen beter uit de verf komt. Van de twintig die er in Elektriciteit staan zijn er zeker vijftien erg goed.

'Scipio's laatste woorden' lijkt wel een stijlpastiche op Dijkshoorn. 'Lopend water' is net zo beklemmend als een verhaal van Kehlmann. 'Iemand anders' heeft het prettig gestoorde van Biesheuvel. 'Doe de Hotel California' doet denken aan de muziekmelancholie van Thomas Verbogt. Vier voorbeelden van geslaagde navolgingen, maar Van Essen is zeker geen epigoon. Hij beschikt over een eigen geluid.

Het sterkst vind ik de 'actuele' verhalen. Vooral 'Een vage gestalte' maakt diepe indruk. Het gaat over een man wiens buurvrouw wekenlang dood in haar woning heeft gelegen. De media en de mensen spreken er schande van. Als hij door het raam schuchter naar de voor de woning te hoop gelopen pers kijkt en een camera op zich gericht ziet, trekt hij in een reflex het gordijn dicht. De man verwordt zo tot de verpersoonlijking van de verhuftering van Nederland. Hij ziet het aan zich voltrekken, zonder er veel aan te kunnen doen.

Ook de melancholisch zingende nabij-historische verhalen zijn prachtig. Een ik-verteller die terugblikt op de lange fietstochten met zijn oom Evert, een steile hippie die het vooruitgangsgeloof van de vroege jaren zestig krampachtig verdedigde tegen 'de conservatieve reactie van 1966'. Een gescheiden vader die zijn zoon bij diens achttiende verjaardag wil fotograferen voor de appelboom in de tuin van het huis waar hij is opgegroeid. De boom blijkt omgezaagd, zoals ook het huwelijk en de hele broze idylle.

*****

woensdag 8 december 2010

Ben ik eigenlijk wel links en rechts genoeg?

De dit jaar overleden columnist Jan Blokker gaf ooit een verzameling columns de titel Ben ik eigenlijk wel links genoeg? Blokker was dan ook een typische representant van de tijd dat nog heel duidelijk was wat links was en wat rechts en aan welke kant je moest staan. Zelf hoor ik nergens bij, en daarin ben ook ik een kind van mijn tijd.

I

Mensen die vandaag de dag met blinde overtuiging een politieke richting kiezen of een specifieke partij aanhangen zijn steeds zeldzamer. Het aantal zwevende kiezers is enorm en politieke partijen zien hun ledenaantal in de regel teruglopen. Dat is niet per se een verkeerde ontwikkeling. Naar mensen die overtuigd links of rechts zijn kijk ik weliswaar met enige jaloezie - ze worden niet verteerd door twijfel en ontheemdheid -, maar toch vooral met grote meewarigheid. Ze gedragen zich vaak als gelovigen, dogmatici die heilig overtuigd zijn van de morele juistheid van hun visie en al helemaal van de verderfelijkheid van de andere kant. Zo'n tunnelvisie, zulk gebrek aan twijfel moet erg prettig zijn, maar op den duur ook erg benauwend.

Al die benepen, enge NRC-abonnees die hun abonnement opzeggen omdat Martin Bosma eens in de drie weken een column in hun krant schrijft. Ik durf er heel wat om te verwedden dat ze zijn boek niet eens gelezen hebben. En dan nog zie ik alleen maar voordelen: je hoeft je niet eens op vijandelijk gebied te begeven om van de mening en tactiek van de tegenstander op de hoogte te blijven; die wordt je in je eigen avondblad op een presenteerblaadje aangeboden.

Ook op rechts zie je die krampachtige bekrompenheid. De ingezondenbrievenrubriek van HP/De Tijd staat al wekenlang vol met boze brieven van lezers die protesteren tegen de aanwezigheid van Thomas von der Dunk als columnist in hun opinieblad. Von der Dunk mag een geradicaliseerde totaalmalloot zijn, maar zijn schrijfsels zouden de HP-lezer dan toch juist moeten overtuigen van hun eigen gelijk. Maar voor berichten van de andere kant wordt het blikveld secuur afgeschermd. Ik vind het maar treurig: je krant of opinieblad beschouwen als je clubblaadje.

II

Ook al geloof ik nergens in, één overtuiging hang ik toch met een zekere regelmaat aan: politiek is door en door pragmatisch. Al dat ge-emmer over idealisme en visie, moedeloos word ik ervan. Balkenende heeft het acht jaar lang te horen gekregen: hij zou een brede visie ontberen. Gelukkig maar. Visie vind ik meer iets voor kunstenaars of charlatans. In de kunst gelden geen wetten: de kunstenaar mag en kan zich een onwerkelijke, voor mijn part idealistische wereld scheppen, de werkelijkheid zoals zij niet was of is, of zoals zij zou moeten zijn of niet had moeten zijn. Politiek is de waarheid, zoals het is en niet anders, en daar dan op moeten anticiperen. Mulisch heeft het mooi gezegd: 'De waarheid impliceert steeds ook de onvrijheid: het is zoals het is. Maar de literatuur is nu juist de wereld van de vrijheid: het is ook, zoals het niet is.'

Willem Frederik Hermans werd vaak 'rechts' genoemd, ook door Mulisch. Maar Hermans was niet rechts. Hij was simpelweg niet links, en daarmee in zijn tijd voor de anderen automatisch rechts. In 1963 zette hij zijn positie in een gesprek met interviewer Hans Sleutelaar als volgt uiteen: 'In bepaalde opzichten ben ik zeer links, zoals iedereen moet zijn die rationalistisch is ingesteld. Aan de andere kant weet ik dat de linkse mensen toch ongelijk hebben, omdat de volledige volvoering van hun ideeën in strijd is met de menselijke natuur, althans met de natuur van de meerderheid. Kenmerkend voor het denken van rechts vind ik het denkbeeld, dat je speciaal onder Katholieken aantreft: de massa bestaat uit onmondige schaapjes, die liever niet moeten worden voorgelicht, voor wie allerlei zaken beter geheim kunnen blijven. Maar wie zal uitmaken wie mondig is en wie niet? Enerzijds zie ik dus dat de ideeën van links afstuiten op de inertie van de massa, anderzijds kan ik de rechtse ideeën niet onderschrijven, omdat ze niet rationalistisch zijn. Dat is de situatie.'

Natuurlijk: idealiter leven alle mensen in harmonie samen, in vrede en welvaart en zonder onenigheid en misdaad. Maar om daar een politiek programma op te baseren is onnozel, en zelfs gevaarlijk. De overtuiging dat hij of zij oplossingen heeft voor gerezen problemen, hoe sneller de politicus van dat idee af gebracht kan worden, hoe beter. Ik ben er ook ingetrapt: Obama had mijn blinde vertrouwen. Maar de WikiLeaks-affaire heeft de deur definitief dicht gedaan. De VS schenden de persvrijheid en de vrijheid van informatie en steken China en India moeiteloos voorbij qua censuur en politieke manipulatie. Iedereen heeft het nu over het verwerpelijke gedrag van 'de Amerikanen', maar Amerika is ook nu nog in de eerste plaats Obama. Die visie en dat idealisme komen hem nu opeens heel slecht uit. En natuurlijk is die arme man ook slachtoffer van zijn eigen naïviteit. Ben ik eigenlijk wel pragmatisch genoeg?, die vraag had Obama zich moeten stellen.

III

Blokker en Mulisch waren beiden van 1927, en ook Mulisch was ooit, net als Blokker, honderd procent links. In zijn rede 'Meningen in marstempo' (1970) was de wereld glashelder. Met een dreunende opsomming van opposities werden goed en kwaad keurig links- respectievelijk rechtsaf gestuurd: 'Links heeft meningen, rechts heeft belangen. Links moet meningen hebben hebben omdat het geen belangen heeft. Rechts kan het stellen zonder meningen omdat het belangen heeft. Links heeft zijn mening als belang. Rechts heeft zijn belang als mening. Links is daarom te goeder trouw. Rechts is daarom te kwader trouw', et cetera. Het was de tijd van Vietnam, de Koude Oorlog woedde volop en de Warme Tweede smeulde nog na.

Maar al snel stortten de opposities in en werd alles grijs en ongrijpbaar. Geen grote systemen meer, geen levensbeschouwingen, geen zuilen. Alleen nog maar individuaties, tegenspraken en halve waarheden (die samen nooit een hele werden). De linkse idealisten werden het nieuwe establishment en zo ging het over de hele linie: was links voorheen socialistisch en egalitair, en rechts liberaal en elitair, tegenwoordig is links elitair en rechts egalitair. Daarom kun je, meen ik, vandaag de dag niet meer met goed fatsoen overtuigd links zijn. Maar, en daar komen de halve waarheden al binnen denderen, socialisme en liberalisme zijn niet mee overgestoken. Links en sociaal, en rechts en liberaal zijn losgekoppeld. En zo zitten we nu opgescheept met sociale linksen en liberale linksen en met liberale rechtsen en sociale rechtsen.

GroenLinks doet er nog een schepje bovenop. De partij omschrijft zichzelf paradoxaal genoeg als 'sociaal en liberaal'. Maar dat is niet het enige verwarrende, de sociaal-liberalen zouden in Nederland verspreid zijn over vele partijen: GroenLinks, D66, de VVD en de PvDA, zelfs het CDA en de ChristenUnie. En oh ja, de Dierenpartij is ook sociaal-liberaal. Een ware diaspora van sociaal-liberalen dus. En daarom moet GroenLinks maar samengaan met D66. Huh? Progressief en conservatief, nog zoiets. Kun je nog met een stalen gezicht progressief zijn in een land dat inmiddels wel zo'n beetje 'af' is? En als je je verzet tegen de afbraak van culturele verworvenheden door de schadelijke invloeden van andere culturen, ben je dan conservatief of juist nu progressief?

IV

Mijn worsteling met links en rechts is niet een kwestie van een geloof in een waarheid die in het midden ligt, het sparen van de kool en de geit of een weigering om partij te kiezen. Dat leidt maar tot halfzachtheid, vluchtgedrag, stilstand die doet stinken. Je moet geen amorele theoreticus worden. Peter Sloterdijk is mijn leidsman in deze materie: linkse waarden hebben rechtse grenzen nodig, schrijft hij in Het kristalpaleis. Linkse idealen en rechtse wetten. Twee halve waarheden die samen nog enigszins een hele vormen. Een broze, wankele waarheid, die misschien dan uiteindelijk ergens in het midden ligt. Maar als het enigszins kan uit volle overtuiging voor de relevantie van links én rechts. Ben ik eigenlijk wel links en rechts genoeg?

zaterdag 4 december 2010

Zeven dagen lang (42)

28 november t/m 4 december

ZONDAG Held dood
Leslie Nielsen overleden.
Favoriete droogklotenscène uit The Naked Gun:
Laborant: 'Take a look in this microscope, Frank, and you'll see what I mean.'
Frank: 'I can't see anything.'
Ed: 'Use your open eye, Frank.'

MAANDAG Wit
Sneeuw! Iedereen luisteren naar 'Eerste sneeuw' van Jan de Wilde.

DINSDAG DWDD
Elke maand weer goed voor een kwartiertje stevig ergeren: de Vijf ergernissen van Jan Mulder in De Wereld Draait Door. Na zijn obligate maandelijkse CDA-ergernis richt hij zijn pijlen op Henk Kroes, die volgens Mulder zo'n beetje met pek en veren het land uit moet worden geschopt omdat hij in 1997 met de slogan 'It giet oan!' het doorgaan van de Elfstedentocht aankondigde. Schandelijk, vindt Jan, want het moet 'It sil heve!' zijn, zoals het altijd al geweest is.
Wat een onzin. 'It sil heve' werd pas in 1985 bedacht door de toenmalige Elfstedenvoorzitter Jan Sipkema. Daarvóór is de slogan nooit gebruikt. Kroes introduceerde in 1997 'It giet oan!' en verklaarde daarbij terloops dat elke nieuwe voorzitter zijn eigen slogan mag bedenken. 'It giet oan!' is en blijft dan ook voor mijn generatie dé Elfstedentochtkreet. De huidige voorzitter Wiebe Wieling mag in februari bij de aankondiging van de volgende tocht zijn eigen Friese oneliner het land in slingeren. Die dan weer voor de huidige jeugd voor eeuwig dé slogan mag zijn.

WOENSDAG Reve
'Men moet niet nodeloos tobben.' (Gerard Reve, Moeder en Zoon, p.261)
Zelden heeft een schrijver zich zo weinig aan zijn eigen woorden gelegen laten liggen.

DONDERDAG Zwarte Piet
De pakjes zijn kwijt, meldt het Sinterklaasjournaal. Het is ook altijd wat. ProRail moet opgeheven worden, vindt de ChristenUnie, maar die hele Sinterklaas N.V., daar hoor je de politiek niet over. Terwijl daar eens flink de bezem doorheen moet. Jaar in jaar uit een opeenstapeling van mismanagement en chaotische taferelen. En maar cadeautjes uitdelen om de aandeelhouders gunstig te stemmen. En de bestuursleden elkaar maar de zwartepiet toespelen.

VRIJDAG Non-valeur
Volgens criticus Jeroen Vullings noemde schrijver L.H. Wiener hem ooit een 'querulant', maar: 'het was "non-valeur", een woord dat een ruim scala van minkukels dekt'. (L.H. Wiener - Eindelijk volstrekt alleen, p.85)

ZATERDAG '
Pierre Vinken en Hans van den Bergh in hun voorwoord bij Het scherp van de snede. De Nederlandse literatuur in 100 en enige polemieken: 'Hermans kon zich bijvoorbeeld enorm opwinden over het gebruik van de apostrof in een geval als Homme's hoest'. (p.12)
Dat is de omgekeerde wereld. Hermans spelde de titel van zijn novelle juist heel eigenzinnig, tegen de spellingsregels in, mét een apostrof en maakte zich vervolgens enorm kwaad over de 'taalmeesters' die zich opwonden over het apostrofgebruik van Hermans.

vrijdag 3 december 2010

150 schrijvers

Met het uitlezen van Belangrijk is dat ik niet aan lezers denk van A.L. Snijders heb ik een persoonlijk mijlpaaltje bereikt. Ik houd allerhande lijstjes bij, vooral op leesgebied, waaronder een lijst met Nederlands(talig)e auteurs van wie ik minstens één boek heb gelezen. De lijst beperkt zich om redenen van overzicht en gebruiksgemak tot scheppend proza (of 'fictie') en tot de laatste drie eeuwen (19de, 20ste, 21ste). Snijders is nummer 150.

Honderdvijftig auteurs, een puik aantal. Toch heb ik vermoedelijk van pakweg de helft van de schrijvers niet méér dan één boek gelezen. Er staan er zelfs op van wie ik het enige boek dat ik ooit van ze heb gelezen, niet helemaal heb uitgelezen (Blaman, Walschap, K. Schippers). Van de 150 zijn er 127 man en 23 vrouw (kom maar, kom maar, kom maar). Tweemaal komen voor: Brouwers (Jeroen en Marja), 't Hart (Kees en Maarten), De Jong (Oek en Pia) en Peeters (Elvis en Koen).

Honderdvijftig, en toch is het niks. Zo'n lijst steekt schril af tegen de niet-bestaande lijst met schrijvers die nog een gesloten boek zijn. Daar staan dan uiteraard mindere goden en recente debutanten op, alsmede vele negentiende-eeuwers en vergetenen. Maar ook een nog fors aantal grote en middelgrote namen. Komt-ie: Nicolaas Matsier, Doeschka Meijsing, Geerten Meijsing, F. Springer, Jacques Hamelink, Anton Koolhaas. J. van Oudshoorn en E. Du Perron. Lodewijk van Deyssel en P.A. Daum. Zelfs Theo Thijssen. Daar schaam ik me elke dag meer voor, en het wordt dus hoog tijd dat ik Kees de jongen eens ga lezen.

Verder ook een aantal nog actieve prominente auteurs: Kees van Beijnum, Allard Schröder, Ronald Giphart, Kester Freriks, Oscar van den Boogaard. Vrouwen: Tessa de Loo, Jessica Durlacher, Manon Uphoff, Anna Enquist. Een sloot ouwe experimentelen: Sybren Polet, J.F. Vogelaar, Lidy van Marissing, Ivo Michiels. Allemaal nog nooit iets van gelezen. Herman Franke. Hugo Raes. Henk Romijn Meijer. Johan Daisne. Jan de Hartog. Bob den Uyl. Van sommige van de genoemde namen voel ik overigens geen enkele behoefte iets te gaan lezen, maar toch. Het is om moedeloos van te worden.

Omringd door boeken word ik altijd weer overvallen door een sombermakend besef van machteloosheid: in de boekhandel, op de boekenmarkt, in de bibliotheek; er is zo veel geschreven, er wordt te veel geschreven, je wordt als lezer aan alle kanten ingehaald. Zeker als je, zoals ik, je niet wilt beperken tot de prozaliteratuur maar ook nog politiek, poëzie, filosofie, essays, sport, journalistiek, geschiedenis, de tijdschriften en de kranten, enzovoort enzovoort een beetje wilt bijhouden/inhalen. Laat staan als je van het leeuwendeel van de 150 graag ook nog de rest van het oeuvre zou willen lezen, liefst op korte termijn en alle werken achter elkaar. En dan is er nog zoiets als herlezen. Want lezen is één, er iets van onthouden is twee.

Het is weer die vermaledijde tijd, waarvan er altijd te weinig is. Nu heb ik weer een uur verdaan met niet-lezen. Ik kan deze tekst nu wel wissen, maar daarmee krijg ik de eraan bestede tijd niet terug. Leest u dit dus maar niet, besteedt uw tijd wel en lees liever Theo Thijssen.