donderdag 28 mei 2009

De goddelijke interventie van Knevel & Van den Brink

Volgens velen is het een anachronisme dat er anno 2009 nog een omroep als de EO en een politieke partij als de SGP bestaan. Religieus fundamentalisme heeft immers eeuwenlang gezorgd voor talloze oorlogen en slachtingen, en geen weldenkend mens gelooft nog dat God de Aarde in zeven dagen heeft geschapen.

De reden waarom fundamentalistische christenen toch nog steeds gedoogd worden in Kamer en op tv is volgens mij dat ze zo ongevaarlijk zijn. Fundamentalistische moslims boezemen mij meer angst in, al schijnt het aantal radicalen dat werkelijk bereid is geweld te gebruiken dan weer mee te vallen. Maar toch, het feit dat er enkele in Nederland rondlopen die, de verantwoordelijkheid afschuivend op een hogere instantie, niet kijken op een dode meer of minder, is genoeg om permanent op je hoede te zijn. Een christenfundamentalist zie ik niet zo snel de metro in wandelen met een bomgordel om zijn middel. Er is overigens een groep fundamentalisten die mij nog gevaarlijker schijnen en dat zijn de dierenterroristen, maar daar wil ik het nu niet over hebben.

De kneuterigheid van de bijbelvaste gemeenschap is nergens zo sterk merkbaar als bij de EO. Elk programma wordt verziekt door de streng-christelijke gedachte die er in verpakt MOET zitten, de progressieve pogingen van de moedige Arie Boomsma ten spijt. Vaak lig ik een programma te kijken waarvan ik aanvankelijk niet eens in de gaten heb dat het van de EO is. Programma's van de EO lijken namelijk soms heel veel op gewone programma's. Totdat de werkelijkheid ineens doordringt. Of beter: het geloof. Moeder heeft een gezonde baby op de wereld gezet en mag de spruit een wensgedachte meegeven: 'Ik hoop dat de belangrijkste persoon in je leven de Here Jezus zal zijn.' Braak...

Soortgelijk deus ex machina-moment vindt steevast plaats bij Knevel & Van den Brink. In komkommertijd mogen deze heren Pauw & Witteman vervangen. Paul Witteman heeft immers ook vakantie nodig om bij te komen van het in toom houden van vier of meer oververhitte gasten en Jeroen Pauw moet een paar weken per jaar in de zon om de frons van zijn voorhoofd te laten wegtrekken. Enfin. Andries & Tijs zijn op het eerste gezicht simpelweg de stand-ins van Jeroen & Paul. Het format is hetzelfde, er zijn gasten van verschillend pluimage, de actualiteit is onderwerp van gesprek. Niets aan de hand.

Dinsdag jl. had men Reinier van den Berg, de integere weerman van RTL, uitgenodigd om te praten over de bijzondere onweersnacht met het record aantal bliksemflitsen. Van den Berg zette helder uiteen wat er precies gebeurd was, of dat gevaarlijk was, hoe mooi het fenomeen was, et cetera. Allemaal machtig interessant. Wel vroeg ik me ergens af waarom ze juist Van den Berg hadden uitgenodigd en niet gewoon Erwin Krol of Gerrit Hiemstra van de publieke omroep, een weerman uit de eigen stal dus.

Alles werd plotsklaps duidelijk toen Knevel vanuit het niets aan Van de Berg vroeg: "Jij bent Christen, hè?" Ja hoor. Daar kwam de aap uit de mouw. Van den Berg wisselde moeiteloos van register. Zijn interessante meteorologische praatje maakte plaats voor een lofrede op de Schepper en diens schepping. De handige tips hoe te vermijden door de bliksem te worden getroffen werden op slag waardeloos: Van den Berg wordt immers beschermd door God. Zou hij overigens wel ooit getroffen worden, dan is dat overigens ook de hand van God. Daar zijn gelovigen dan weer heel makkelijk in.

Wie wel door de bliksem werd getroffen, was Jan Pen. Niet God vuurde een schicht af, maar Volkskrant-hoofdredacteur Pieter Broertjes, ergens heel diep in zijn gedachten overigens ook een God. De Volkskrant berichtte namelijk dat Pen, econoom en oud-columnist van Het Parool, op 88-jarige leeftijd was overleden. Uitgebreid In Memoriam erbij, keurig, netjes. Totdat Jan Pen ineens begon te roepen dat hij helemaal niet dood was. De Volkskrant had een overlijdensadvertentie in Het Parool gezien van Jan Pen en had 1 en 1 opgeteld. Het bleek echter om een oud-corrector van de krant te gaan met dezelfde naam. 'Ik ben niet dood. Ik zit hier springlevend op de bank in Haren. Ik speel nog iedere dag op het keyboard Bach,' aldus een triomfantelijke Pen. De nog-niet-dode Pen, uiteraard.

Pen heeft wel een primeur. Hij is de eerste die zijn eigen In Memoriam heeft kunnen lezen. Ik vind die obituaries in kranten altijd van een grenzeloze triestheid. Vaak betreft het mensen die reeds dertig jaar of langer geleden in de vergetelheid zijn geraakt. Al die jaren hebben zij gehoopt nog iets van hun vergane roem te mogen herbeleven, maar tevergeefs. Nog één keer komen ze groot in het nieuws, als ze overleden zijn namelijk, en dan merken ze er helemaal niets meer van. Dat is de bittere ironie van de vergetelheid.

Jan Pen was ook vergeten. Ik kende hem toevallig sinds kort omdat ik voor een register de naam 'Pen' moest thuisbrengen en na enig gezoek bij de oud-columnist van Het Parool uitkwam. Daarom trof het bericht van zijn overlijden mij enigszins. Nu smaakt Pen dus het genoegen op de valreep alsnog weer even beroemd te zijn.

Ik heb hem echter nog niet op tv gezien, terwijl hier wel een buitenkans ligt. Pen ging immers dood en stond een dag later weer op uit de dood. Hij zou de ideale gast voor Knevel & Van den Brink zijn.

dinsdag 26 mei 2009

Wie verbannen we naar Brussel?

Volgende week gaan we weer naar de stembus. We mogen kiezen wie we het liefst vijf jaar lang naar het verre Brussel verbannen. Maar liefst 736 politici zullen zitting nemen in het Europees Parlement, waarvan 25 Nederlanders.
De campagnes maken weinig indruk. Je krijgt toch een beetje het idee dat de Nederlandse politieke partijen een partijgenoot tot Europese lijsttrekker hebben gekozen die ze hier in den lande het liefst een tijdje kwijt zijn. Dat ze maar al te graag dat buitenbeentje voor een aantal jaren in Brussel parkeren.

Het CDA heeft de stokoude motormuis Wim van de Camp naar voren geschoven. Van de Camp die een tijdje terug bij Pauw & Witteman nog verklaarde warme herinneringen te koesteren aan de lectuur van 'Het zwaard van Damokles' van W.F. Hermans.
Voor de VVD mag het lastigste jongetje van de klas Hans van Baalen het proberen. Hans is in Nederland voor de herinvoering van de dienstplicht. De nieuwe rekruten zullen dan wel moeten leren schieten, want volgens hem zijn we in Afghanistan om te vechten, niet voor de wederopbouw, 'want er staat namelijk niks'.
De PvdA hoopt dat Thijs Berman nog eens vijf jaar onder meer 'vervangend lid commissie verzoekschriften' mag spelen en GroenLinks en D66 presenteren de tweelingzusjes Judith Sargentini en Sophie in 't Veld. Sargentini werd als kleuter al meegesleurd naar antikernwapendemonstraties en Spring in 't Veld vindt dat de publieke omroep naast 'Een Vandaag' ook een 'Brussel Vandaag' moet gaan maken. Clairy Polak kan niet wachten.

De SP heeft de onvermijdelijke Bob Fosko weer de straat op gestuurd in zijn tomatenhesje. 'Moet Brussel de hoofdstad van Nederland worden?' vraagt hij retorisch aan voorbijgangers. En '61,6% van de Nederlanders stemde in 2005 tegen de Europese Grondwet!' roept hij triomfantelijk.
Op de Bob Fosko's van Nederland heeft Vincent Bijlo, visueel beperkte marionet van GroenLinks, het gemunt. 'Jan de Loodgieter' (waar kennen we die naam toch van?) stemde in 2005 tegen omdat hij nou eenmaal te dom en te stom is om te begrijpen hoe belangrijk Europa wel niet is, zo oreert Bijlo. Hij vergeet voor het gemak even dat zijn partijgenote Farah Karimi destijds met het idee kwam het volk maar eens te raadplegen. Dat stond vast niet op het A4'tje dat ze Bijlo in de handen hebben gedrukt. Waarom? Zodat hij kan spieken als hij zijn tekst kwijt is? Hij is immers Koning Eenoog, zullen ze daar ter linkerzijde wel gedacht hebben...

De Partij voor de Dieren wil het Europese landbouwbeleid radicaal omgooien. Die duivelse boeren krijgen immers veel te veel subsidie voor verderfelijke zaken als bio-industrie en genetisch gemanipuleerde gewassen.
Dat de boeren wel genoodzaakt zijn efficiënter en dus grootschaliger te werken en daarvoor ook meer subsidie nodig hebben, komt juist door de stortvloed aan schijnbaar natuurbeschermende wetjes en regeltjes waar de Dierenpartij zo'n voorstander van is. Al die restricties en heffingen maken 'diervriendelijk, kleinschalig en regionaal' boeren - het ideaal van de PvdD - nou net onmogelijk. Maar probeer ze dat maar eens aan het verstand te brengen. Ze hebben in ieder geval wel een genetisch gemanipuleerde Marianne Thieme als lijsttrekker, dat dan weer wel.

Het wordt weer stemmen op de minst verschrikkelijke dus. Het invullen van de Stemwijzer hielp in ieder geval weinig. Geen enkele partij sprong er bovenuit. Sterker nog, vijf partijen eindigden nagenoeg gelijk bovenaan. Gedeeld tweede werden VVD, CDA, GroenLinks en PVV. Tsja.
Met een minieme voorsprong won de Europese Klokkenluiders Partij. De succesvolle Robin Hood Paul van Buitenen heeft het stokje overgedragen aan een zekere Engel Vrouwe. Een engel is geslachtloos en een vrouw is een vrouw, maar Engel Vrouwe is een kale meneer die iets te hard probeert op Pim Fortuyn te lijken. Onze Engel is in het dagelijks leven droomduider en in Brussel wil hij namens de EKP ons aller droom verwezenlijken: minder 'bureaucratische rompslomp'. De partij zal dit naar eigen zeggen gaan bewerkstelligen door 'namens de bevolking letterlijk de klok te luiden' (cursivering mvz).

Eén ding is zeker: het wordt een hels kabaal daar in Brussel.

zondag 24 mei 2009

[N64] Perfect Dark

In 2007 besprak ik a.d.h.v. de top 25 van een zelfgemaakte lijst de muziek uit mijn jeugd. In 2008 ging een een tweede serie in de categorie 'wenken voor een toekomstige biograaf' van start, met als onderwerp de Nintendo 64-games. Ook in 2009 loopt deze serie nog. Met welke spellen bracht ik menige regenachtige middag (maar ook als de zon scheen) op mijn kamertje door? Geen toplijst deze keer, maar in chronologische volgorde en in interviewvorm. In aflevering 14: Perfect Dark.

Perfect Dark, de opvolger van GoldenEye.
Niet in de zin van een GoldenEye 2 of zo. Perfect Dark heeft geen link met de James Bond industrie. Ik geloof dat het spel wel door grotendeels dezelfde makers is gemaakt. In Perfect Dark zitten enkele verwijzingen naar GoldenEye en in multiplayer kun je zelfs enkele levels uit GoldenEye vrijspelen.
Was Perfect Dark beter dan GoldenEye?
Ik denk dat je dat wel zo kunt stellen, ja. Perfect Dark had alles wat GoldenEye groot had gemaakt, maar dan drie keer mooier en beter en ook nog eens drie keer zo veel. Op technisch gebied hebben de makers werkelijk alles uit de machine gepeurd wat erin zat. De belichting was fenomenaal. Zelfs als ik het spel nu speel zie ik nauwelijks verschil met een GameCube-spel.
Wat is het verhaal van Perfect Dark?
Je bent Joanna Dark, onder contract bij het door de Connery-achtige Schot Daniel Carrington geleide Carrington Institute for Advanced Technologies. Carrington leidt geheim agenten op voor speciale missies. Dark is de eerste trainee ooit die haar training heeft voltooid met een perfecte score, wat haar de titel Perfect Agent heeft opgeleverd. Joanna's eerste missie begint als een super geheime computer met menselijke intelligentie contact opneemt met Carrington. Hij heeft bizarre informatie over zijn moederbedrijf dataDyne, een louche versie van het CI. Joanna wordt op pad gestuurd zonder alle informatie te hebben; gedurende het spel wordt meer en meer duidelijk dat er meer aan de hand is dan een uit de hand gelopen rivaliteit tussen twee bedrijven.
Het gaat om aliens nietwaar?
Inderdaad komen er halverwege aliens in het spel. De Mayans, een zachtaardig volkje roept de hulp in van het CI om hun belagers, de gruwelijke Skedar, van het lijf te kunnen houden. Uiteraard schaart dataDyne zich aan de kant van de Skedar. Maar... lang voor je hier belandt, heb je je eerst uren kunnen vermaken ín het CI. Je kunt er uitgebreide trainingen volgen, zoals stealth en combat. Je kunt praatjes maken met de medewerkers. De schietbaan is de plek waar je je het vaakst ophoudt. Alle wapens zijn er beschikbaar, per wapen kun je in steeds moeilijkere opdrachten een bronzen, zilveren en gouden medaille winnen.
Een mooi arsenaal?
Ik moet zeggen dat ze niet allemaal even interessant zijn. Uiteindelijk heb je een selecte groep wapens die je steeds weer gebruikt in multiplayer. Probleem is dat er veel krankzinnige alien-wapens zijn die eerder curieus dan onmisbaar zijn.
Vind je dat hele alien-gedoe het spel omlaag halen?
Misschien wel. Perfect Dark speelt in de toekomst, 2027, en de science fiction-elementen nemen gedurende het spel steeds meer de overhand. Dat levert prachtige levels op, maar ik geef toch de voorkeur aan de human levels. De schietgevechten met vijandige guards zijn veel mooier dan die met de Skedar. Ook omdat laatstgenoemden oranje bloeden in plaats van rood.
Joanna Dark of James Bond?
Dat boeit eigenlijk niet zo. Het zijn beide first person shooters, je ziet je karakter dus niet in beeld, zoals je Lara Croft bijvoorbeeld wel ziet. Alleen in begin-, eind- en tussenfilmpjes zie je de hoofdfiguur. Bond is zeer stijlvol, maar de lenige Joanna Dark mag er ook zijn.
GoldenEye werd mede groot door de uitstekende multiplayer. Is dat ook van toepassing op Perfect Dark?
De multiplayer is zeker de moeite waard. Je kunt hem namelijk ook in je eentje spelen. Je kunt maximaal acht bots instellen, van elk gewenst niveau of specialiteit. De modes Hold the Briefcase, King of the Hill en Capture the Flag zijn leuk, maar de deathmatch, hier Combat genoemd, is toch waar het om draait. One-hit-kills aan, zes machtige wapens instellen en daar begon weer een bloedstollend en zenuwslopend potje. Dat verveelde nooit. Net als de single player overigens. Vijanden kon je heel gericht omleggen. Een schot in de knieschijf leverde heel andere taferelen op dan een schot in het gezicht. Een welgemikte granaat deed ze prachtige achterwaartse salto's maken. Daarnaast praatten de mannetjes honderduit en het was elke keer weer leuk om te horen wat ze te zeggen hadden. Minder leuk werd het ronddwalen op het instituut. Carrington stond daar maar te staan in zijn kamertje waarin alleen een tafel, een sofa en een plant stonden. Soms kreeg je daar een paranoïde of claustrofobisch gevoel van. Dat gebeurde overigens ook weleens in de single player als je alle vijanden in een level omgelegd had. In GoldenEye bleven er vijanden gegenereerd worden, in Perfect Dark was dood dood. Als je te lang door zo'n verlaten level bleef ronddwalen, ging je je op den duur intens eenzaam voelen.
Bijzonder moment tot slot?
In het visueel overdonderende vierde level moest je Daniel Carrington bevrijden uit de wijnkelder van zijn kapitale villa waar 'those dataDyne thugs' hem hadden opgesloten. Als je eindelijk in de wijnkelder was aangekomen, was het zeer verleidelijk om daar alle wijnflessen kapot te schieten. Als je je overgaf aan die verlokking en je had de laatste fles aan scherven geschoten, hoorde je Carrington vanachter de deur roepen: 'act your age, Joanna...'

donderdag 21 mei 2009

Waarom K2 weer K3 moet worden

Allemaal heel erg die breuk tussen Jan en Yolanthe, K3 is ook nog steeds uit elkaar. Kathleen was al die kwelende kinderkes beu en besloot zich voortaan naar haar leeftijd te gaan gedragen. Nu is men op zoek naar een vervangster. Waarom, zou je je kunnen afvragen. Ga lekker met zijn tweetjes door. Of - als je dan toch gaat zoeken - breid de groep dan meteen uit naar vier of meer leden. Als Gerd Verhulst er weer eentje schaakt, zit je immers weer met het zelfde probleem. Maar... K3 blijkt de enige mogelijkheid te zijn!:

K1 is al een vechtsport. Een heel interessante vechtsport. Een sport waarin wij Nederlanders nu eens mondiaal heersen. Met legenden als Ernesto Hoost, Peter Aerts, Semmy Schild en wereldkampioen Remy Bonjasky. K-1 is steeds vaker op tv te zien en Bonjasky - in het dagelijks leven bankemployé - is een welbespraakt uithangbord voor deze sport-in-opkomst.

De K2 is de op één na hoogste berg van de wereld. Hij is 237 meter lager dan de Mount Everest, maar nog altijd een indrukwekkende 8611 meter hoog. Bovendien is de K2 veel moeilijker te bedwingen dan de Everest. De klim is steiler en levensgevaarlijk. Van de bergbeklimmers die de top van de K2 trachten te bereiken, sneuvelt een op de vier tijdens de klim.

K4 is een Olympische tak van de kanosport. En dan hebben we het niet over het veel leukere en televisiegeniekere wildwaterkanovaren, maar over vlakwaterkanovaren, een light version van roeien als het ware. De '4' in K4 duidt op het aantal atleten in de kano. Vier mannen leggen 1000 meter af, vier vrouwen 500.

K5 verwijst al naar de basgitaar Ibanez K5, onder meer gespeeld door Reginald 'Fieldy' Arvizu, bassist van Korn.

De K6 is de naam van de 'red telephone box', oftewel die typisch Engelse telefooncellen - fel rood en met vierkanten raampjes - die je tegenwoordig ook steeds vaker op het continent tegenkomt. Ontwerper Sir Giles Gilbert Scott koos in 1935 voor de kleur rood om de cellen beter op te laten vallen in het straatbeeld.

De K7 Avenger is een wapen uit de formidabele Nintendo 64-game Perfect Dark. De K7 Avenger is een machinegeweer met een hoog vuurtempo en een relatief klein magazijn. Hij is schitterend vormgegeven en in multiplayer een van de betere wapens.

K8 is SMS- of jongerentaal voor 'Kate', Kathleen dus. Die heeft echter de band verlaten en het zou daarom enigszins raar zijn als K8 verder te gaan, nietwaar?

K9 is de afkorting voor 'canine', een reddingshond. Ook de titel van een slechte film uit 1989 met James Belushi en zijn drugshond, de herder Jerry Lee, als agenten. Ook de buitenaardse hond van Looney Tune Marvin the Martian heette trouwens K-9.

K10 is de naam van een op een hond gelijkende robot die achter Eric Cartman aansjokt in een fameuze aflevering van South Park. De quote 'Suck my balls, K-10. I'm not in the mood' is een van de meestgeciteerde. Later verandert K-10 in Kit-9, een katje. De rollen zijn hier uiteraard omgedraaid: de hond had K-9 moeten heten (canine) en de kat Kit-10 (kitten).

zondag 17 mei 2009

Lezen, lezen, lezen #10

Piet Calis - Vondel. Het verhaal van zijn leven (2008), 464 blz.
Tijdens mijn bachelorstudie Nederlands heb ik nooit iets van of over Joost van den Vondel gelezen. In de colleges literatuurgeschiedenis kwam de Renaissance sowieso niet aan bod. Na de late Middeleeuwen werd meteen overgegaan op de Verlichting. Het is dat de docent historische taalkunde zijn voorbeelden haalde uit gedichten van Huygens, anders was ik helemaal niet in contact gekomen met de vaderlandse literatuur van de Gouden Eeuw. In de masterfase las ik Vondels Jeptha. Dat was - mede geïnspireerd door F.-W. Korstens verrassende Vondelstudie Vondel belicht - boeiende lectuur. De gedichten die ik vervolgens las deden mij helemaal overstag gaan en sindsdien ben ik meer en meer Vondel gaan lezen. Verheugd was ik dan ook dat er eindelijk weer eens een moderne biografie geschreven was, door Piet Calis dit keer. In Vondel vertelt Calis het leven van de grote poëet vooral op basis van diens gedichten en toneelstukken. Deze biografie is zo naast een gedetailleerde levensbeschrijving ook een uitstekende eerste kennismaking met Vondels werken. Calis schrijft soepel en bevlogen, het enthousiasme spat van de pagina's af. We leren Vondel kennen als een man die niet te beroerd was een grote steen in de politiek-maatschappelijke vijver van zijn tijd te gooien. Hij stond midden in het leven en reageerde met zijn gedichten en stukken niet alleen op actuele kwesties, hij gaf ze ook mede vorm. Vondel werd 91, bizar oud, veel te oud voor de tijd waarin hij leefde: aan het eind van zijn leven waren vrijwel al zijn naasten al overleden. Calis heeft zelf geen archiefonderzoek verricht. Dat mag bezwaarlijk lijken, je kunt je ook afvragen wat er na vier eeuwen onderzoek nog te vinden zal zijn. Calis heeft er daarom voor gekozen veel te citeren uit andere studies en waar mogelijk een eigen visie op een gebeurtenis te overleggen. Vondel is een formidabel boek dat er hopelijk toe bijdraagt dat Vondel weer de status krijgt die hem toekomt: die van Nederlandse Shakespeare.

Constantijn Huygens - Mijn jeugd (1994), 174 blz.
In zijn 34ste levensjaar begon Constantijn Huygens aan zijn autobiografie. Hij vorderde gestaag met de beschrijving van de eerste zestien jaren, verder kwam hij niet. Niet omdat hij voortijdig kwam te overlijden - Huygens werd 90. De ware reden is niet bekend, maar de overvolle agenda die Huygens als hoge politieke functionaris en literator had, zal het hem onmogelijk hebben gemaakt voldoende tijd vrij te maken voor het vervolg van zijn levensbeschrijving, zodat hij besloot er maar helemaal mee op te houden. Wat rest is dus een tekst waarin de opvoeding van een kind uit de gegoede klasse van de vroege Gouden Eeuw uitgebreid wordt beschreven. Een bijzonder cultuurhistorisch document. Vader Christiaan Huygens (niet de natuurwetenschapper, dat was Constantijns zoon) hield zijn kinderen weg van school en opteerde voor een vorming in huiselijke kring. De koters werden 'altijd spelenderwijs tot leren uitgenodigd'. Op zijn vijfde kreeg Constantijn onderricht in Frans, vanaf zijn negende in Latijn en weer vier jaar later was ook het Grieks aan de beurt. Daarnaast studeerde hij o.m. zang, viool- en luitspel, retorica en toneelspel. Ook sport was onderdeel van de opvoedig, Huygens deed aan paardrijden, maar ook aan 'springen, hardlopen en jagen'. Alleen zwemmen kreeg hij niet onder de knie. Interessant is dat Huygens zijn memoires doorspekt met bespiegelingen over o.m. 'de klassieke tegenover de moderne literatuur', 'de rijkdom van het Nederlands' en 'de hedendaagse Nederlandse schilderkunst'. Wat dat laatste betreft wijst hij op een nog piepjonge 'schilderjongen' genaamd Rembrandt van wie hij vermoed dat er weleens een genie in kan schuilen... Aan het slot spreekt Huygens in een fascinerend hoofdstuk nog zijn bewondering uit voor twee 'natuurfilosofen', natuurwetenschappers dus, te weten Francis Bacon en de in Nederland bij het grote publiek ten onrechte vergeten Cornelis Drebbel. Manco van deze tekst is de ongegeneerde zelfadoratie die dwingend aanwezig is. Op elke bladzijde roemt Huygens zijn vroegrijpheid en intellectuele kracht als kind. Die wás bewonderenswaardig, d'accord, maar toch.

Thomas Vaessens - De revanche van de roman. Literatuur, autoriteit en engagement (2009), 256 blz.
Deze studie van de hoogleraar Nederlandse literatuur van de Universiteit van Amsterdam heeft opvallend veel stof doen opwaaien. In kranten en tijdschriften en op weblogs werd - veelal fel - gereageerd op de strekking van De revanche van de roman. Sommige kritiek was gênant (de 'scheldkritiek' van Arie Alberdingk Storm), andere was doordacht en goed onderbouwd. Vaessens wil aantonen dat bepaalde schrijvers al vóór 9/11 twijfelden aan de cultuurrelativistische ideologie en alles kaltstellende ironie van het postmodernisme. Die zouden ervoor gezorgd hebben dat de literatuur het contact met de buitenwereld kwijt was geraakt. De auteurs zochten een nieuwe positie op, voorbij het postmodernisme. Dat is dan wat Vaessens 'laatpostmodernisme' noemt. Geruggesteund door deze ontwikkeling pleit Vaessens voor 'een literatuurbeschouwing met een cultuurpolitieke agenda; een literatuurbeschouwing die zichzelf ten doel stelt de literaire cultuur te legitimeren in een tijd van afnemend soortelijk gewicht van de literatuur.' Vaessens doet zeker rake observaties, zoals dat de roman voor Joost Zwagerman niet het genre lijkt te zijn waarin deze auteur zich optimaal kan ontplooien. Ik denk dat er echter kortsluiting veroorzaakt wordt door de schimmige status van dit boek: literatuurgeschiedenis of pamflet? Vaessens pleit voor een meer ethisch geïnspireerde literatuurbeschouwing en vooral -kritiek. Dat is een nobel streven, het kan literatuurkritiek en daarmee ook de literatuur zelf weer relevant maken (zie het bekroonde essay van Thijs Lijster 'Waar is de criticus?' LEES). Vaessens heeft echter geen pleitrede willen schrijven maar een rapport waarmee hij als het ware aantoont dat de richting die hij op wil historisch gedetermineerd is, of ten minste een richting is waarvan de voortekenen in de literatuurgeschiedenis aan te wijzen zijn. Daartoe moet hij zich helaas te veel simplificaties veroorloven en maakt hij een te grote en waarschijnlijk overbodige theoretische omhaal.

vrijdag 15 mei 2009

TOP Oss is dood, leve FC Oss

Met een 1-0 nederlaag in Dordrecht is vanavond een einde gekomen aan het seizoen 2008-2009 voor TOP Oss, en daarmee aan het bestaan van TOP Oss. Vanaf komend seizoen zal er sprake zijn van FC Oss.

Het voorbije seizoen was een mager seizoen, zeer mager in feite. Een korte maar felle opleving in periode 5 leverde zowaar een periodetitel en dus een ticket voor de play offs op. Een echte prijs, de derde in vier jaar, een alleszins lovenswaardige prestatie voor een marginale club als TOP. Maar ook binnen periode 5 was het in feite erg wisselvallig allemaal. Twee formidabele wedstrijden, VVV-thuis 4-2 en Excelsior thuis 3-1, hebben de periodetitel opgeleverd. Omdat de concurrentie steeds punten liet liggen, was zelfs een 3-2 nederlaag in de laatste, beslissende wedstrijd uit bij RBC niet fataal. De KNVB had echter niet alle wedstrijden op dezelfde avond gepland, waardoor pas een dag later officieel de titel gevierd kon worden. De 3-2 in Roosendaal viel overigens pas in de blessuretijd, bij 2-2 was het ter plekke al feest geweest; eeuwig zonde.

Na de gewonnen periodetitel werd er de resterende acht wedstrijden niet een keer meer gewonnen. De hoop dat de ploeg na wat gas terug genomen te hebben in de laatste wedstrijden van de competitie weer scherper zou spelen om zo in vorm te raken voor de play offs, bleek een ijdele. In de tweekamp tegen FC Dordrecht in de eerste ronde van de play-offs was TOP dan ook machteloos en op alle fronten de mindere van de tegenstander. De thuiswedstrijd afgelopen dinsdag ging lange tijd gelijkop, al speelde het gemis van een echte spits - Quekel geblesseerd, Sanou geschorst - TOP duidelijk parten. En net toen de Ossenaren extra druk gingen zetten en er zowaar enkele kansjes volgden, toen sloeg Dordrecht toe: 0-1 uit een afgeslagen voorzet, 0-2 door een meesterlijke vrije trap van ex-TOP-speler Marcel van der Sloot. Erg mooi was wel dat Van der Sloot na afloop ook het Osse publiek bedankte en dat de supporters de verloren zoon met respect en bewondering trakteerden op een applaus. Het Osse publiek dat klein van aantal en opvallend tam was. Blijkbaar went het snel, zo'n toetje.

In periode 5 werd uit met 0-2 gewonnen van rode lantaarn FC Omniworld. Het zou de enige uitoverwinning blijven dit seizoen, wat ronduit slecht is. Zelfs een 0-3 voorsprong na 60 minuten in Emmen was niet genoeg: 4-4. Ook thuis hield het niet altijd over. Naast de heerlijk sfeervolle potten tegen VVV en Excelsior sprongen alleen de wedstrijden tegen FC Zwolle (3-1) en vijand FC Den Bosch (2-1) er in positieve zin uit. Emmen-thuis (2-1) was nog legendarisch door het scoreverloop (0-1 achter, 89ste minuut 1-1, 90ste minuut 2-1, beide doelpunten Tony de Groot). Dik verloren werd er evenwel ook niet, alleen RKC-uit (4-0) valt misschien in die categorie. De 14de plaats in de eindrangschikking is zeer matig. Gedenkwaardig was wel de bekerwedstrijd in De Kuip tegen Feyenoord (0-0, 3-0 na verlenging). De traditioneel slechte seizoensstart bleef dit seizoen eens een keer achterwege met een vierde plaats na zes wedstrijden. Daarna werd het minder, op de korte piek in periode 5 na dan uiteraard.

Eén speler leek in zijn eentje verantwoordelijk voor die uitschieter: Emrullah Güvenç, een Vlaamse Turk van anderhalve meter hoog. Güvenç kwam er in de winterstop bij en veroverde meteen de harten van de supporters met zijn niet aflatende werklust, agressieve duelkracht en - niet te vergeten - zijn uitstekende veldspel. Güvenç kreeg terecht een contract aangeboden en toen hij getekend had zakte ook hij ver weg. Ik suggereer niet dat er een verband is tussen beide zaken, het is eerder zo dat een nieuwe speler altijd fris en goed begint en daarna een terugslag krijgt. Dat gold ook voor Karim Fachtali, huurling van NEC en topscorer met 12 doelpunten. In de voorbereiding en in periode 1 maakte de vleugelspits veel indruk en aan het eind van het seizoen pikte hij stiekem heel wat doelpuntjes mee, maar daartussenin was Fachtali maandenlang ergerniswekkend uit vorm.

Keeper Wilko de Vogt prolongeerde terecht zijn titel van 'speler van het jaar', door de supporters gekozen. De Vogt was constant, begeesterd en won weer heel wat punten voor TOP. Positieve verrassing was Roel van de Sande, een middenvelder met een bochel en een vreemde looppas. Maar wat een inzet! Van de Sande zat vorig jaar al als amateur bij de selectie, maar speelde toen exact een halve wedstrijd. Hij kreeg nog een jaar de kans en verdiende terecht een plek in de basiself en vervolgens een profcontract. Ook Geoffry Galatá bleek een aanwinst als betrouwbare verdediger. Van de Sande en Galatá waren met respectievelijk negen en tien gele kaarten wel grootverdieners qua kaartensaldo. TOP Oss was in het algemeen de club met veruit de meeste kaarten dit seizoen.

Dat brengt mij op een opmerking over de scheidsrechters. Nergens worden zoveel kaarten gegeven als in de Jupiler League. Dat ligt echt niet aan het voetbal. De arbiters trekken voor elke scheet een kaart, ze fluiten als ware het zaalvoetbal. Enkele heren maakten het dit seizoen bovendien wel erg bont. Uiteraard was er het drama Gözübüyük, waar ik al eerder over schreef en wat doordrong tot de hoogste regionen van scheidsrechtersland. Gözübüyük hebben we overigens na zijn wanprestatie nergens meer gezien, ook de KNVB heeft hem wijselijk in de luwte gehouden. Andere scheidsrechters vielen keer op keer op door hun manier van fluiten en dat is altijd een slecht teken. Mannen als Sanders en Winter roepen altijd weerstand op en dan is er geen sprake meer van een off day maar van structureel tekortschieten. Ook de arbiters De Groot en Diks hebben regelmatig TOP gefloten, maar het feit dat zij nauwelijks een belletje doen rinkelen is een goed teken. Een goede scheidsrechter is immers een onopvallende scheidsrechter.

De toekomst tot slot. Publiekslieveling Charles Kazlauskas kreeg een verlaagde aanbieding na jaren trouwe dienst en vertrekt daarom naar Helmond. Gelijkt heeft-ie. Talent Bart van Hintum - een van de laatste linksbacks die nog een bal via een diagonale pass 'over de hele' precies op de stropdas van de rechtsbuiten kan leggen - zal waarschijnlijk ook vertrekken. Hij slaat de eredivisie meteen over, onder meer het ambitieuze Sint-Truiden heeft belangstelling. De Groot, Thijssen en Van Engelen komen tekort en moeten weg. Zaak is nu bijtijds vervangers aan te trekken zodat niet weer halverwege het seizoen ingegrepen hoeft te worden. Maar ja, de financiën hè. Een primeur heeft de club al wel. Nu al is namelijk bekend dat er tijdens het seizoen van trainer gewisseld gaat worden. Dirk Heesen neemt in de winterstop de plek in van Hans de Koning.

We gaan dus in ieder geval verder als FC Oss. Sommige supporters hebben al gezegd hierom niet meer terug te zullen komen na de zomerstop. Dat zou jammer zijn. Ik begrijp dat de naam TOP voor velen veel betekenis heeft, de perikelen in Eindhoven en Sittard hebben echter bewezen dat het veel erger kan. Bovendien vermoed ik dat het snel zal wennen. Niemand in Zwolle roept nog om PEC Zwolle, niemand in Den Bosch om BVV Den Bosch, niemand in Dordrecht om Dordrecht '90. Ik heb mijn seizoenkaart in ieder geval maar weer een jaartje verlengd, er is immers niets waar ik altijd weer zo naar toeleef als naar die vrijdagavond in het stadion.

Nieuw thuisshirt:

woensdag 13 mei 2009

De leeslijst #25

P.F. Thomése - J. Kessels: The Novel Dit merkwaardige boek was hét literaire evenement van de voorbije maanden. Toen ik het kocht, zei de boekhandelaar me dat hij het ook aan het lezen was en dat het hí-lá-risch was. Hij had zeer veel moeite dit aan mij mede te delen omdat hij bij de herinnering aan het reeds gelezene weer onbedaarlijk hard moest lachen. Ondanks de ondertitel is J. Kessels: The Novel niet alleen maar een roman, het is een mengvorm van roman, reportage en autobiografie. J. Kessels bestaat echt, rondom de publicatie van Thoméses roman trad hij zelfs regelmatig aan naast de auteur voor een dubbelinterview. Bovendien speelt de auteur op metafictioneel niveau met de genreconventies van de whodunnit en de schelmenroman en met het feit dat hij zowel personage als schrijver is. In The Novel reizen Thomése en Kessels af naar de Hamburgse wijk Sankt Pauli, in gezelschap van Berend 'Bertje' de Braaij, oude bekende uit de 'cafetaria van vroeger'. Bertjes zus Birgit was de 'knetterhete' hoofdfiguur in Thoméses (het personage) erotische jeugdfantasieën. Het is Birgits man Perry Boone ('Kutzwager Boontje') die de heren in Hamburg moeten opsporen en naar Nederland terug dienen te escorteren. Dat eerste lukt zonder al te veel moeite, maar een lijk in de kofferbak van Kessels' auto zorgt ervoor dat de terugreis allesbehalve een formaliteit is. Het moet gezegd: J. Kessels: The Novel ís enorm grappig. Vooral J. Kessels is een prachtig personage. Hij heeft de trekken van een tragische antiheld uit een film noir of oude Amerikaanse western, zwelgend in sentimentele countrysongs en een minachting voor het leven - en vooral voor diegenen die het leven met iets te veel pretentie tegemoet treden. Zijn gekanker op Breda en dan met name NAC is geweldig, maar dat is vooral voor mijn particulier gevoel. Ook de plastische om- en beschrijvingen van situaties en personen werken op de lachspieren, al raakt de kracht van het overmatige adjectiefgebruik op den duur uitgewerkt. Daarmee kom ik ook op het grootste bezwaar tegen deze roman - en tevens de reden waarom de maximale score niet gehaald wordt: het tweede deel en dan met name het slot valt nogal tegen. Het verhaal bloedt dood, de ontknoping is voor de lezer die eerst 200 pagina's lang getrakteerd is op spektakel en bizarre wendingen helaas onacceptabel. [****]
Fragment: '[...] alles beter dan NAC. Liever een mislukt Ajax dan zo'n quasi-Duitse club die zelfs vriendschapsbanden onderhield met Sankt Pauli, de bruinsten onder de Duitsers.
Wat zei hij nu? Vriendschapsbanden tussen Breda en Sankt Pauli? Vandaar dus dat die vent elke keer vanuit Breda naar Hamburg reed. Dat verklaarde een boel.
'Bruin-gele vriendschap, waar heb ik dat eerder gezien?' smaalde J. Kessels. 'In mijn onderbroek ja, als ik 'm niet gewassen heb.'


Pia de Jong - Lange dagen De debuutroman van Pia de Jong - echtgenote van opperwetenschapper Robbert Dijkgraaf - werd lovend ontvangen en genomineerd voor de grote literaire prijzen. In Lange dagen reist de veertienjarige Eva met haar gezin in de zomervakantie naar Lapland om er een expeditie door een onherbergzaam gebied te maken. Toen mensen in haar omgeving De Jong erop wezen dat haar roman in wording veel weghad van Hermans' meesterlijke Nooit meer slapen besloot ze er naar eigen zeggen nog wat extra referenties in te stoppen. Voor ik aan Lange dagen begon herlas ik Nooit meer slapen en dat zal de reden zijn waarom De Jongs roman mij nogal tegenviel. Hoewel Hermans bij nader inzien nogal wat vooruitwijzingen en expliciteringen gebruikt, is zijn roman veel ingenieuzer, rijker en spannender en worden de ontberingen van de personages veel overtuigender verwoord en verbeeld. In Lange dagen ligt alle aandacht op de psychologie van de vijf reisgenoten en hun onderlinge relaties: de fanatische vader, de slaafse moeder, de introverte dochter Eva, de verknipte zoon Steven en de avontuurlijke Axel, een kennis van de familie. Er wordt vanuit Eva gefocaliseerd, maar de karakters van de verschillende personages worden diep genoeg uitgewerkt. Vooral de ietwat tragische vaderfiguur maakt indruk. Hij is een paranoïde gezondheidsfreak die waarschijnlijk het beste met zijn gezin voor heeft, maar niet door heeft dat hij vrouw en kinderen in feite tiranniseert en in gevaar brengt door de risico's van de tocht te bagatelliseren en de weerbaarheid van zijn nog jonge kinderen te overschatten. Het ware gezicht van Axel dat we tegen het einde te zien krijgen is dan weer ongeloofwaardig. Eva blijft een beetje een vreemde voor de lezer, al is het onderhuidse lesbische motief intrigerend. Erg jammer is dat Lange dagen plotsklaps positief lijkt te eindigen (zie fragment), wat in schril contrast staat met het zorgvuldig opgebouwde drama waarin de vader zijn gezin daarvoor heeft meegesleept. [***]
Fragment: Op een dag was Axels tent verdwenen. Opgelucht haalde ik adem. Het was voorbij, de laatste tastbare sporen van de reis waren uitgewist. Hij zou een herinnering worden, geperst in een fotoalbum dat na verloop van tijd zou verstoffen. [...] Er zouden nieuwe mensen in mijn leven komen. Ik stopte de foto achter in een laatje. Ik besloot mijn kamer binnenkort een andere kleur te geven. Oranje paste niet bij mij. Daarna deed ik mijn kussen in een vuilniszak en zette ze in de garage, bij de spullen die weg konden. Over een paar dagen zou het nieuwe schooljaar beginnen.

Kader Abdolah - Het huis van de moskee Vorig jaar als tweede geëindigd in de verkiezing van 'Het Beste Boek' uit de Nederlandse literatuur. De uitgebreide campagne van uitgever De Geus was daar debet aan. Toch verdient deze roman zeker waardering. Het huis van de moskee speelt zich af in Iran, het geboorteland van de schrijver. Het begint als een typisch Oudperzische fabel, met veel symboliek en sprookjesachtige gebeurtenissen, type duizend-en-een-nacht. Het is de grote kracht van deze roman dat haast onmerkbaar de keiharde politieke realiteit in het land - de Amerikanen die de sjah aan de macht brengen, de islamitische revolutie van Khomeini, de oorlog met Irak - de overhand neemt in de plot en het verhaal zo meer en meer een realistische historie wordt. Abdolah verbeeldt mijns inziens op deze manier fenomenaal de verwording van zijn thuisland, de ontwikkeling van een exotisch Perzië naar een grimmig Iran. Het huis van de moskee, onder leiding van tapijthandelaar Aga Djan, 'levert' al generaties lang de imam aan de moskee en de vele bewoners hebben invloedrijke posities in de gemeenschap. De politieke gebeurtenissen dringen door tot het huis - vanaf de intrede van de tv in feite - en doen de bewoners hun naar binnen gerichte blik naar buiten wenden. Elkeen verkiest zijn eigen positie en de familie valt uiteen. Een zeer interessante vraag die Het huis van de moskee oproept is hoe autobiografisch het beschrevene eigenlijk is. Abdolah heeft er geen geheim van gemaakt met deze roman grotendeels zijn eigen levensgeschiedenis te hebben verteld. Hij treedt op als het personage Shahbal. Shahbal raakt als student betrokken bij het linkse verzet en wordt als opstandeling naar Afghanistan gezonden om daar een tegenstander te liquideren. Het is een prangende kwestie waar hier de werkelijkheid ophoudt en de verbeelding begint. Begrijpelijk is het evenwel dat Abdolah hier als politieke vluchteling over zwijgt. [****]

Willem Brakman - De reis van de douanier naar Bentheim Misschien wel de populairste en meest gelezen titel uit het enorme oeuvre van Brakman, al is 'meest gelezen' in zijn geval nogal relatief. De plot drijft weer op een goed geconstrueerde vermenging van het reële en het surreële, het taalgebruik viel mij echter wat tegen. Wel erg veel bijzinconstructies en wat te denken van de lange ij in 'menig zwaar handkarwijtje'? [**]

S. Vestdijk - Terug tot Ina Damman. De geschiedenis van een jeugdliefde Deel 3 en dé klassieker uit de Anton Wachter-cyclus. Ik vond deel 2 boeiender. Deze 'geschiedenis van een jeugdliefde' heeft toch meer weg van wat tegenwoordig hoogstens een basisschoolverkering zou zijn - besmuikt naar elkaar kijken, handje vasthouden, etc. - ook al speelt het zich allemaal af op de HBS. Het is overigens vooral de naïeve Anton die de 'jeugdliefde' tot een pijnlijk onbeholpen en kinderlijke affaire maakt. Als cultuurhistorisch document moeten de Wachter-romans niet onderschat worden. [***]

Louis Couperus - Van oude mensen, de dingen, die voorbijgaan Op de cover wordt deze klassieker uit 1906 met terugwerkende kracht aangeprezen als een 'literaire thriller'. Dat is wat te veel van het goede, de oplossing van het moordmysterie wordt de lezer immers al in een vroegtijdig stadium geopenbaard. Het zijn de talrijke personages - die via ingewikkelde familiebanden met elkaar verbonden zijn - die in het ongewisse blijven over 'het Ding', een lang geleden in Nederlands-Indië gebeurtenis die het daglicht niet verdraagt, en de een na de ander achter de ware feiten komen. Een fraai staaltje dramatische ironie dus. [****]

dinsdag 12 mei 2009

Gedicht

Credo quia absurdum

ik geloof dat het waar is
dat ergens mijlpalen gedurig wachten
op onze voeten

dat nog onverspilde lucht
opgeslagen is in onze longen

dat gebergten, wouden
en gezichten onze netvliezen bevolken

dat onze handen zich vormen
naar verweerd gereedschap

dat er ochtenden zullen zijn
waarop wij onszelf niet meer dromen

ik geloof dat het waar is
dat we zullen achterblijven
als we hier nu weggaan

April 2009

zondag 10 mei 2009

Afscheid van opa

Maandag 4 mei overleed plotseling mijn opa aan een hartstilstand. Hij is 75 jaar geworden. Omdat ik die dag toevallig(?) een keer thuis werkte, was ik er snel bij. Anderen moesten in allerijl terugkeren van hun vakantie (Cuba en Zuid-Frankrijk). In de loop van dinsdagochtend kwamen zij thuis. Mijn broer kwam op woensdagochtend aan in Nederland. Daarmee waren we compleet - oma, zes kinderen en hun partners, elf kleinkinderen. De week van rouw was zwaar en intens verdrietig, maar ook warm omdat we als hechte familie veel steun aan elkaar hadden. Na de avondwake op vrijdagavond hebben we op zaterdag afscheid genomen. Na een mooie, persoonlijke mis hebben we de kist naar de begraafplaats begeleid. De grote drukte bij beide diensten (zowel vrijdag als zaterdag een bomvolle kerk) en de vele honderden kaarten laten zien dat opa een graaggezien persoon was die nog midden in het leven en de samenleving stond. Ik koesterde een enorme bewondering voor hem en zal hem erg missen.

zondag 3 mei 2009

Reclames

Het voorbije weekend moest ik door een vrijdagavond opgelopen enkelblessure met mijn voet omhoog gaan zitten. Bij al het tv kijken dat daar dan het gevolg van was, ontkwam ik niet aan de noodzakelijke commercials. Drie vielen er mij om uiteenlopende redenen op:

1. Jarenlang zijn we als tv-kijkers gepijnigd door de reclames van De Hypotheker. Het format was telkens hetzelfde: een jong stelletje, twee collega's, twee boezemvrienden, etc. zijn met elkaar in gesprek de ene spreekt zijn zorgen uit de hypotheeklasten niet te kunnen dragen. Daar heb je toch iemand voor, merkte de ander dan altijd op. Ja, de bank, zei de eerste dan weer, nogal mismoedig dan wel fatalistisch. Nee joh, De Hypotheker. Waarop dan de galmende stem van God of een andere onzichtbare entiteit hoog in de lucht alles en iedereen deed opschrikken: JAZEKER DE HYPOTHEKER!!!!!! Enfin, zoiets verwachtte ik vanzelfsprekend ook weer bij de nieuwste versie. Maar wie schetst mijn verbazing? De schreeuwlelijk is dit keer achterwege gelaten! Zouden ze er daar dan eindelijk achter zijn gekomen dat dat toch eigenlijk wel bloedirritant was? Beter laat dan nooit...

2. Zeer vermakelijk was een jaar geleden de 'Ga toch krassen'-reclame met twee potentiële medaillewinnaars voor het synchroonzwemmen in Peking, tenzij ze 'sàtésaus' in het bad zouden doen. Een van de acteurs zien we tegenwoordig als slager in een reclame voor de Telefoongids. Hij adverteert op alle mogelijke - hilarische - manieren: sampling op een begrafenis, een omroepwagen midden in de nacht, 'ook lekker bij slagerij Neydam' op een bord bovenop een konijnenhok in een kinderboerderij, enzovoort. Recent hebben de makers echter een kleine wijziging aangebracht in de commercial. Eerst luidde het nachtelijke omroepbericht 'voor karbonade of achterham, voor vlees gaat u naar slagerij Neydam'. Dit is nu echter vervangen door een algemeen bericht zonder enige verwijzing naar vlees. Wat heeft dit te betekenen? Kritiek/bedreigingen gehad van de veganistische ondergrondse? Vegan streaker over de vloer gehad? Nog vóór die achter de tralies terechtkwam, uiteraard. Apart...

3. Beroepszeurneus Jan Mulder mag maandelijks in De Wereld Draait Door een Top 5 met tv-ergernissen overleggen. Mulder kijkt ook veel tv en noteert alles wat hem vermoeit of het bloed onder de nagels vandaan haalt en alle mogelijk gradaties daartussenin. Als ik echter Matthijs' tafelheer zou zijn, zou ik een minuutje het woord vragen en me tot Jan richten, tevens hem imiterend: 'Jan...één ding...die vreselijke Post-bank-re-cla-mes... Wanneer houd je daar eindelijk eens mee ôp??... De eerste keer was het al waardeloos, maar je tegenspeelster met de diepblauwe ogen verzachtte het leed nog enigszins... Maar nu haat ik háár zelfs... Het gaat maar doooor...... Die blauwe leeuw: een ééuwige errrgernis...'